Beverse Weetjes in een andere taal lezen klik hier.
Dropbox
Druk op onderstaande knop om een foto en bijhorende tekst te versturen.
E-mail Beverse Weetjes
Uw vereniging organiseert een activiteit, u hebt iets te vieren, u hebt een nieuwtje te melden... Druk op onderstaande knop en stuur uw activiteit...., door.
E.H. Luc Suys was de laatste pastoor in Beveren-Leie. Van 1990 tot eervol ontslag in 2011. Eind april 2014 ging hij zich in zijn geboortedorp, Lauwe vestigen. Overleden op 12 december 2016.
Schijn bedriegt...
Schijn bedriegt soms zozeer dat je zou willen dat mensen, net als levensmiddelen, voorzien waren van een etiket met de ingrediënten.
Bron: Blog Valerieke's Ditjes en Datjes
Plaatselijke info
Onderwijs
Beverse verenigingen
Leonard Lodewijk De Bo Beveren-Leie 27-09-1826 Poperinge 25-08-1885 Klik hier om het Westvlaamsch Idioticon te lezen
Oudere mensen waarvan we hielden Kinderen voelen zich vaak meer aangetrokken tot ouderen van dagen dan tot mensen in de bloei van hun leven. Ook omgekeerd is dat waar. De reden? Wie kan dat precies uitleggen! Vermoedelijk komt het doordat oudere mensen met de jaren veel van hun scherpe kanten en hun hitsigheid verloren en ze ook tijd gekregen hebben voor de kinderen. Misschien zit ook het heimwee naar hun eigen kindertijd er voor iets tussen. Het is in alle geval een lied van alle tijden en ook wij hadden een voorliefde voor mensen die al een dagje ouder geworden waren.
Neem nu maar eens Mentie Vandenbroucke bijvoorbeeld, de jongste broer van grootvader Vandenbroucke zaliger. Hij woonde in de kerkhuisjes en moet een van de laatste natuurmensen geweest zijn in Beveren. Je weet wel, van die mensen die buiten leven, van alles verstand hebben, alles zelf kunnen maken en behoorlijk kunnen stropen bovendien. Zoek ze maar eens uit de dag van vandaag!
Op onze dagelijkse tocht naar school hebben we hem meer dan eens in actie gezien bij de brede watergrachten van Brabanders Hof, waar hij met pijl en boog op vis schoot. Op dat hof verzorgde hij de moestuin en knapte hij allerlei karweitjes op, als ze maar niet te lastig waren. Het was daar dus zo een beetje zijn domein. De boog waarmee hij schoot had hij zelf gemaakt en ook zijn pijlen. Dat waren geen gewone pijlen natuurlijk. Hij had ze onderaan van een kroontje met weerhaakjes voorzien.
Zoals alle jagers en vissers kon nonkel Mentie goed vertellen en nog beter liegen. Als je alles geloofde wat hij zei, was je ver van huis! Een van zijn vertelsels wilde dat hij op een goede dag langs de Leie liep en daar aan de overkant - de kant van Bavikhove - een paling in het water zag liggen spelen. Fluks zette hij een pijl op zijn boogpees, mikte een sekonde en schoot. Roos natuurlijk! Maar daarmee had hij die paling nog niet en evenmin zijn pijl. Dat zou zwemmen worden! Hij sprong te water, zwom onder de eerste boot door van een stoombootsleep die daar voor de gelegenheid aangevaren kwam, griste pijl en boog mee, en was juist op tijd om onder de laatste boot van de sleep heen te duiken. Kras staaltje jagerslatijn!
Mentie Vandenbroucke was echter niet altijd aan het schoffelen in Brabanders moestuin of aan het zwerven langs beek en beemd. Hij had ook zijn werk op het handgetouw in het weefkot. Hij moet een van de laatste handgetouwwevers geweest zijn in het dorp. Hij had het vermoedelijk geleerd van zijn oudere broers Gustaaf en Alois, die bij een granaatinslag tijdens de doorbraak der Geallieerden in oktober 1918 om het leven gekomen waren.
Ik heb vaak bij hem gezeten in het lage hokje waar het getouw opgesteld stond. Onder het bedrijvig werk met ogen, handen en voeten, vond hij nog tijd om te vertellen. Zonderlinge verhalen meestal. Het ging nogal dikwijls om angstaanjagende ontmoetingen en gebeurtenissen op het kerkhof. Over aarde die plots voor zijn voeten omhooggestoken werd. Over een witte gedaante die hij gezien had op het dak van de kerk en die vluchtte toen ze hem zag naderen. Over de klok die was beginnen luiden zonder dat er iemand omtrent was. Over kijvende stemmen die je soms kon horen in de familiekelders waar de rijken begraven lagen.
's Zaterdagavonds speelde Mentie barbier en hij had nogal wat klanten. Die kwamen niet alleen om de baardstoppels van hun gezicht te laten schrepen, maar evengoed om een paar koddige vertelsels als toegift te krijgen. Zoals het een goed barbier past, vertelde Mentie onder het scheren door. Hij durfde de klant die hij onder handen had echter ook wel eens laten zitten, om armzwaaiend een ellenlang verhaal af te steken. Zo heeft hij Emeric Casteele eens driemaal moeten inzepen vooraleer hij hem geschoren kreeg! Weldra meer.