Tuinarchitectuur
Van de paradijstuin tot Land Art
Tuinen bestaan al heel lang. Volgens de Bijbel is de paradijstuin waar Adam en Eva woonden de eerste, meest ideale tuin.
Paradijs betekent letterlijk met een muur erom heen. Een tuin is dus oorspronkelijk een omheinde ruimte die bescherming biedt tegen de gevaren van de natuur, zoals roofdieren en weersinvloeden. Behalve het paradijs zijn er nog veel meer beroemde voorbeelden van tuinen.
Groen wereldwonder De hangende tuinen van Babylon hebben zelfs de status van wereldwonder gekregen. Deze tuinen zijn gebouwd in opdracht van koning Nebukadnezar in de 6e eeuw voor Christus. Hij liet de tuinen aanleggen om zijn vrouw, die uit een groenbegroeide streek kwam, te laten wennen in het veel drogere Babylon. De tuin bestond uit terrassen, waarover heen de weelderige begroeiing naar beneden hing.
Een slim bedachte irrigatiemethode van onderaardse kanalen zorgden voor voldoende water. Uit dit wereldwonder, waarvan overigens niets is overgebleven, blijkt dat een tuin mensen ook ruimte bood om zich in een andere, mooiere wereld te wanen. Een mooie tuin is dus ook een statussymbool, iets wat sinds de oudheid eigenlijk nog steeds geldt.
Binnentuinen In de veertiende eeuw worden tuinen in de binnenhoven van kastelen aangelegd, zoals bij het Muiderslot. Dit zijn nutstuinen; afgebakende stukken grond waar boomgaarden, moes- en kruidentuinen voor medicinale doeleinden worden aangelegd. Buiten Nederland worden in de middeleeuwen binnen een aparte kleine omheining siertuinen of lusthoven aangelegd. Deze tuinen worden vaak in schilderijen afgebeeld en verwijzen naar religieuze en erotische motieven. Naast de nuttige tuinen en lusthoven bestaat in de middeleeuwen de vergeestelijkte tuin, de kloostergangtuin. In deze vierkante, eenvoudige tuin, omringd door een kloostergang, heerst devotie en rust.
De professionele tuin In de renaissance ontwikkelt de tuinarchitectuur zich en wordt de aanleg van een tuin een vak op zich. Er ontstaat samenhang tussen de architectuur van het huis en de inrichting van de tuin. In de tweede helft van de zestiende eeuw worden in de buurt van Rome en Florence nieuwe buitenplaatsen aangelegd zoals Villa dEste in Tivoli en de Villa Borgese in Rome.
De nieuwe tuinopvattingen verspreiden zich over Europa. De Nederlandse renaissance tuinen die hieruit voortkomen zijn buiten de steden gelegen en vormen een geheel van vierkanten en rechthoeken waarvan een groot deel in beslag wordt genomen door moestuinen. Willem III introduceert in Nederland de Franse classicistische tuinstijl rond 1680. De plattegrond van deze tuin laat een nieuwe opvatting zien; door een strakke, lange middenas wordt gespeeld met perspectief en ruimte. De tuin gaat over in de omgeving eromheen en zo verandert het karakter van de tuinen van gesloten naar open.
Paleis Het Loo Koning Willem lll heeft voor Paleistuin van Het Loo zeldzame gewassen uit de koloniën aanvoeren door de West en Oost-Indische handelsvloot. De paleistuin vormde zo een per seizoen wisselende tentoonstelling van bijzondere bloemen en planten. Tegenwoordig is de oorspronkelijke opzet zo nauwkeurig mogelijke gereconstrueerd. Nog steeds wisselt een deel van de beplanting op Het Loo. In de lente, zomer en herfst zijn er bloemen en veel kleuren, terwijl in de winter de decoratieve patronen van de buxusparterres beter in zicht komen. Bij het paleis bevinden zich de privé-tuinen van Willem III en Mary II: de Koning- en Koninginnetuin.
In de tuin van Mary staat tussen mei en oktober een belangrijke collectie eeuwenoude citrusbomen in kuipen, waarvan de bloeiwijze, oranjeappels en oranjebloesem, symbool staat voor het gelijknamige Huis van Oranje. Hoewel de tuinen van Het Loo in vergelijking met die van Versailles bij Parijs vrij klein zijn, hebben de fonteinen internationale allure. Deze beroemde waterwerken spuiten vers water door toevoer van hooggelegen grondwater uit de naburige heuvels. De Koningssprong in de Boventuin is met 13 meter de hoogst spuitende fontein van Europa. De tuin van het Loo worden compleet gemaakt met beelden uit de Griekse mythologie die te maken hebben met de bloei en groei van de tuin. De beelden verheerlijken de prestatie om zo´n lusthof aan te leggen in een oorspronkelijk dorre heidevlakte.
In België heeft het Kasteel van Laken een sober en intiem karakter, daarom is het sinds eeuwen al een woonkasteel; bovendien heeft het een prachtige tuin, die zo groot is als Monaco. Vandaag is het de residentie van prins Filip en prinses Mathilde met hun gezin. Er zijn prachtige serres, die elk jaar in de bloeiperiode gedurende drie weken toegankelijk zijn voor publiek. Naast de koninklijk serres is het kasteel bekend vanwege de stallen, het Chinese paviljoen en de Japanse toren; ook het schilderatelier van koningin Elisabeth is te bewonderen.
Nieuwe natuur In Nederland bestaat geen ongerept landschap meer; elk stukje natuur is door de mens ingericht of wordt onderhouden door menselijke ingrepen. Het Nederlandse landschap wordt daarom ook wel een parklandschap genoemd. De laatste jaren is steeds meer de trend ontstaan om het oorspronkelijke Nederlandse landschap terug te brengen. Met nieuwe natuur worden natuurgebieden bedoeld die ontworpen en gecreëerd zijn door de mens, maar zijn gebaseerd op de oorspronkelijke natuur. Gebieden die eerder gebruikt werden voor landbouw worden teruggegeven aan de natuur, hetgeen mooie, ongerepte gebieden, maar ook de nodige protesten oplevert.
Landschapsarchitecten, tuininrichters en ontwerpers worden ingezet om hun visie om te zetten in concrete inrichting van groene gebieden. Ook kunstenaars zijn vaak betrokken bij dit soort projecten. Vanaf 1970 is in de beeldende kunst een kunstvorm ontstaan waarbij het landschap zelf als materiaal gebruikt wordt; Land Art. De kunstenaar werkt in en met de vrije natuur, doet ingrepen in het landschap of laat hier beelden en tekens achter. Een mooi voorbeeld van Land Art in Nederland is de Groene Kathedraal van Marinus Boesem. In 1987 is het langdurige groeiproject in Almere van start gegaan met het aanplanten van 178 Italiaanse populieren in de vorm van de plattegrond van de Notre Dame van Reims. De betonnen paden zijn in 1996 voltooid en 'weerspiegelen' de kruisribben van de gotische gewelven, waarbij de lange, ranke bomen denkbeeldige zuilen zijn. Kunst, landschap en natuur smelten hier tot een nieuwe eenheid samen.
|