In januari steken de eerste sneeuwklokjes hun kopje boven de grond. Een heugelijk moment voor iedere tuinier, want dat betekent dat het tuinseizoen én de lente weeral een stapje dichterbij komen. Hier lees je alvast enkele belangrijke weetjes over dit bijzondere bolgewas. WIST JIJ DIT AL OVER SNEEUWKLOKJES? De wetenschappelijke naam ‘Galanthus nivalis‘ is afgeleid van de Griekse woorden ‘gala’ (= melk) en ‘anthos’ (= bloem). Nivalis betekent ‘in of bij de sneeuw groeiend’. Het blad, de bloem én de bol van sneeuwklokjes zijn giftig. Geef sneeuwklokjes een plek waar ze in het voorjaar volop in de zon staan, maar de rest van het jaar in de schaduw. Een plek onder bomen of struikgewas is vaak ideaal. Ze houden van een rustige plek waar je de grond niet al te veel moet bewerken. In februari en maart worden vaak evenementen georganiseerd waar je sneeuwklokjes kunt komen bekijken en kopen. Er bestaan maar liefst 19 verschillende soorten en honderden cultivars. Naast het bolgewas bestaat ook de sneeuwklokjesboom (Halesia carolina). Deze struik bloeit van half april tot half mei en heeft bloemetjes die op sneeuwklokjes lijken. Sneeuwklokjes maken maar kleine bolletjes, die snel uitdrogen. Daarom koop je ze best in maart, na de bloei met het loof er nog aan, die je vervolgens op de gewenste plek in de tuin zet. Het is vrij ongebruikelijk, maar je kunt sneeuwklokjes ook zaaien. Als de groene zaaddozen geel worden, iets opengaan en de steeltjes naar de grond buigen, wordt het tijd om de zaden te verzamelen. Zaai ze direct in de grond. In Groot-Brittannië zijn sneeuwklokjes enorm populair. Er zijn zelfs verzamelaars die hoge bedragen neertellen om een zeldzame soort te bemachtigen.
|