|
Bijkomstige schade, zo noem ik het maar. Tijdens wat ik dacht een rustige ochtendwandeling met mijn bodyguard, sprong ineens vanuit het niets een kat. Niet zomaar een kat. De kat. Die we al vaker hadden gezien, met hoge rug en hevig blazend. Maar altijd net buiten bereik. Deze keer koos de kat voor de aanval. Cesar hapte terug, instinct boven etiquette. Ik riep “los” en “donne” (Cesar is tweetalig) met een stem die zichzelf niet herkende. En hij liet los. De kat verdween als een rookwolk. Cesar bleef achter bloedend. Ik trok hem weg van de plaats van delict, bedenkelijk. Niet om wat er gebeurde, maar om hoe snel het gebeurde en hoe dun de grens is tussen routine en chaos.
Thuis ligt hij nu weer te maffen. Zijn naam is haas.
|