Het volstaat om te gaan winkelen in eigen land, om hetzelfde te zien als op deze afbeelding. Vanochtend was ik aan het winkelen in eigen land, in eigen omgeving. Op de parking van de Carrefour Houthalen zag ik al meteen een hoofddoekenmadam in een dikke auto wegrijden, haar wagentje volgeladen met allerlei lekkernijen. Kansarmoede? Ik wil het woord niet meer horen! Met 'Kansarmoede' hebben ze ons vroeger om de oren geslagen, om ons week te maken, om ons te doen smelten, om ons hart open te stellen voor de nieuwe vreemdsoortigen die per se een plaatsje in ons midden moesten krijgen. Waarom?!... De overheid kreeg er krampen van, van de nadrukkelijkheid waarmee ze ons op onze plichten van naastenliefde en tolerantie wezen. We zijn erin getuind, ten koste van ons zelfbehoud, van ons zelfbewustzijn, van onze eigenheden, onze taal, waarden en cultuur...
Terug naar de Carrefour. Ha, eindelijk iemand van van bij 'ons'! Het was een ouder echtpaar dat rustig aan het winkelen was, maar toen ze naderden, hoorde ik hen praten in een ondefinieerbaar taaltje, het leek wel Russisch. Het konden ook Kosovaren zijn. Toen vroeg ik aan een winkelbediende waar ik de afdeling elektriciteit kon vinden, want ik had een soort kopspiegellamp nodig met dikke fitting 60w. Het meisje leek op iemand van bij 'ons', maar ze begreep me helemaal niet, ik spreek toch geen Chinees, dacht ik nog. En toen een collega haar aansprak met 'Fatma', wist ik genoeg. Ondertussen werd ik al bijna omver gelopen door rondjoelende kinderen die met een uitheems taaltje krijgertje aan het spelen waren tussen de rayons. Nog even op mijn tanden bijten, zei ik tegen mezelf. Tenslotte werd ik aan de kassa geholpen door een lichtbruin-getint juffrouwtje dat tóch mijn taal verstond. Oef! Wat een opluchting, eindelijk een teken van vertrouwdheid, een thuisgevoel overkwam me, het deed deugd. Nu vlug maken dat ik hier wegkom!