Er was eens een 10-jarig jongetje, Fritske was zijn naam. Hij zat in de vierde klas van de school van directeur Appelboom. Een school die toen nog niet dreigde te stikken in multicultureel geklungel. Leerlingen hoefden niet te worstelen met vreemde toestanden. Directeur Appelboom hield van de sereniteit van zijn monoculturele school. Geen diversiteit, dus ook geen conflicten.
Fritske kwam op zekere dag naar me toe en begon te vertellen over zijn alledaagse belevenissen. Toen hij terug naar zijn klas wilde gaan, zei hij onomwonden: "Ik vind u een lieve mevrouw, ik ben graag bij u. Als ik later groot ben, wil ik met u trouwen."... Wat een hartendiefje!
Aanvankelijk wist ik geen raad met deze regelrechte liefdesverklaring. Vertederend, spontaan, onschuldig. Lieve besefte dat ze nu tactvol een en ander op te lossen had, want het gevoelsleven van een 10-jarige is breekbaar en broos. "Als ik later groot ben..." zei Fritske. Dat betekende dat ik nog tijd had om een strategietje uit te stippelen. Toen de mama en de papa naar de ouderavond kwamen, werd het onderwerp voorzichtig aangeraakt en besproken. Wijze mensen.
Ondertussen kwam Fritske nog regelmatig op bezoek, gewoon om bij mij te zijn. En maar vertellen. Ik wees hem op de leuke meisjes van zijn klas. Frits, kijk eens naar Marieke en Sofieke, die zien er toch zo lief uit. En Sofieke mag al make-up gebruiken, zo af en toe pikt ze die van haar mama. En kijk eens naar de lieve jurkjes die ze dragen. Het woord 'seks' werd angstvallig vermeden in onze babbeltjes, want zover zijn die jongetjes nog niet, dat zouden ze toch niet weten te plaatsen. Fritske luisterde aandachtig naar de verhalen over de meisjes van zijn klas. Hij vond het wel spannend.
Enkele jaren later vernam ik dat Frits een vast vriendinnetje had. Eentje van zijn klas. Ze gingen samen studeren. En nu zijn ze gelukkig getrouwd. Ze hebben twee schattige kindjes die omringd worden door overvloedige liefde en aandacht.
|