Ik begin met mijn ergernis over het bezoek van Erdogan in Brussel.
Wat zijn we toch een flexibel volk, wij Vlamingen. Ons eigen Stefaniaplein in Brussel werd gisteren omgetoverd in een klein Turkije. Roodwitte vlaggen, roodwitte ballonnen en 3.000 roodwitte Turken. Alles bijeen om naar die ene man te luisteren waarvan we weten dat hij tegen integratie is van Turken in België.
Het gezever over één Europa begint rare vormen aan te nemen. De identiteit van Europese landen is aan het verbleken, en we beginnen het allemaal gewoon te vinden. Alle rariteiten en afwijkingen wennen wel bij meelopers. En wij, we trippelen mee op de weg naar onze teloorgang.
Waar ik mee in de knoop zit?
De Turkse president Erdogan ontmoet in Brussel de voorzitters van de Europese instellingen. Waarom nodigt hij zijn Europese metgezellen niet uit bij een theekransje bij hem thuis, of in een theehuisje om de hoek, lekker in Turkse zetels met zachte Turkse kussens, en met de voeten op Turkse tapijten en Turkse schilderijen tegen de muur? En Turkse dienstertjes die de heren in de watten leggen om hun gesprek meer diepgang te geven. Een gesprek op eigen bodem is vruchtbaarder en efficiënter dan op een buitenlands plein in Brussel dat voor de gelegenheid in een Turks kleedje gestoken moet wordt.
Erdogan wordt sentimenteel wanneer hij Europa oproept om "mensen die de oorlog ontvluchten niet aan hun lot over te laten." Tranen druppelen uit de ogen van zijn Turkse toehoorders.
En als dan onze trams tussen het Stefaniaplein en halte Louiza ook nog eens stilgelegd worden om nen Turk over vluchtelingen te horen leuteren, dan bekruipt me een overweldigend heimwee naar Vlaamse kermissen met frietkoten en schietkraampjes, met draaimolens en spookkastelen uit de oude tijd, met obscure kraampjes waarin zigeunermadammen onheilspellende toekomsten voorspellen... Vlaamse kernissen wil ik, waar ik kan kuieren met een suikerspin in de hand, waar ik als weleer in de botsautokes kan kruipen, de floche pakken op de paardjesmolen, worsten en wafels smullen, en als afsluiter genieten een verleidelijke Vlaamse pint bier met heel veel schuim.
Dát wil ik. En geen Brussels plein met Turkse allures.
|