Er zijn mensen die bezorgd zijn om mij. Fijn om te weten. Ze maken zich zorgen over mijn gehoor, of ik alles nog wel goed hoor en geluiden kan onderscheiden.
Vanmiddag lag er in mijn brievenbus een persoonlijke uitnodiging om gratis en voorniks mijn gehoor te laten testen. De tweede uitnodiging al. Waarschijnlijk omdat ik op de eerste niet gereageerd heb.
Da's toch een teken van medeleven met mij, die bekommernis om m'n oren. 't Zou misschien kunnen dat vrouwen met oorringetjes minder goed horen? En mannen die één ringetje dragen? Die missen dan maar de helft van de geluiden om hen heen?
Alle Wegen leiden naar m'n Stamcafé
De oproep voor de Gratis Hoortest kwam van 'AudioNova', de naam van het Hoorcentrum.
Nu wil het toeval dat het Hoorcentrum gelegen is op de weg die regelrecht naar mijn cafébazin Bertie leidt. Dan zal ik morgen toch maar eens binnenwippen, in het Hoorcentrum, om te zien hoe ze daar werken en wat de bedoeling is van een hoortest.
Als ze maar niet gaan onderzoeken wat er tússen mijn twee oren zich allemaal afspeelt, ze zouden schrikken.
En dan laat ik mijn oordopjes en passant ook eens testen, om te zien of die nog goed werken. Want ik WIL helemaal niet goed horen! Mijn oren zijn voor mij écht van bijkomstig belang. Ik snap niet dat mensen zo nieuwsgierig kunnen zijn om alles rondom hen te willen horen.
Ik ga vragen in het Hoorcentrum of ze m'n oren niet selectief kunnen afstellen, zodat ik alleen nog maar naar aangename geluiden kan luisteren die ikzelf uitkies, en dat m'n oren zich vanzelf sluiten als het me niet bevalt.
Ik wil alleen maar vogeltjes horen fluiten, of brave hondjes in de verte horen blaffen, of koeien die loeien omdat ze gemolken moeten worden. Mooie muziek wil ik beluisteren, en genieten van het geluid van kabbelend water, van knisterend brandend hout in de open haard. Hypnotiserende geluiden, rustgevend en niet storend... en last but not least... zwoele mannenstemmen!
Dus beste lezer, morgen ga ik met mijn oordopjes naar het Hoorcentrum om te zien of die nog goed marcheren. Om mij te kunnen afschermen van alle storende geluiden om me heen. In die zin ben ik wel een beetje autistisch, maar zelf heb ik daar geen last van. Anderen wel.
Mijn oordopjes bewaar ik altijd dicht bij me, ze hebben een vast plekje op de bodem van mijn handtas. Ze zijn een relikwie die ik zorgvuldig koester, ik gebruikte ze vroeger op m'n werk, om me te beschermen tegen het gekakel van mijn kwakende collega's die mij stoorden in mijn bezinningsmomenten.
|