Lezer, u niet blindstaren op de titel. Het gaat vanavond over de aard van moslims, niet wetenschappelijk bedoeld, eerder op de zweverige toer een beetje mijmeren over dat rare moslimvolkje dat zich hier al aardig begint te manifesteren met een tomeloze geldingsdrang.
Ik heb vroeger wel eens nagedacht over het wezen van moslimleerlingen, hoe zij denken, hoe ze zich gedragen, waarom ze als wildemannen het klaslokaal verlieten na elke islamles, waarom ze zo weinig ontvankelijk waren voor klassikale instructies. In zovele opzichten verschilden ze enorm van onze Vlaamse leerlingen die ingetogen godsdienstles volgden, en toch zaten ze samen in dezelfde school om hetzelfde onderwijs te volgen... Mijn hersenspinseltjes kon ik niet aaneenrijgen tot een vast geheel omdat het onderwerp gevoelig lag bij directie, leerkrachten en collega's. Er werd niet over gesproken. De islam en de moslims waren er gewoon, d'r viel niet over te praten.
Ik heb al eens eerder geschreven over mijn visie op moslims, maar ik denk dat de tekst een beetje de mist in ging in de context van een verhaal. Daarom nu opnieuw.
Moslims zijn primitieven. Hun levenswijze is onverenigbaar met onze samenleving. Toch zijn ze erin geslaagd om zich met hopen hier bij ons te nestelen, en ze zijn niet van plan om morgen weer naar huis te vertrekken. Zij kunnen niemand in hun omgeving verdragen, de aanwezigheid van niet-moslims stoort hen. Ze willen iedereen weg die geen moslim is, alle niet-moslims weg ermee. Toch willen ze die drang niet toegeven, maar ze is er wel, die drang en het verlangen om hier nog meer terrein te veroveren. Het is alleen maar afwachten tot ze hier talrijk genoeg zijn.
Achterlijke beschavingen floreren het best als ze stilletjes afgezonderd blijven leven, zonder zich te mengen in westerse gemeenschappen. Als er zo hier en daar toch een islamitische uitschieter zich temidden van ons wil 'integreren', kijkt hij in een spiegel en wordt met zichzelf geconfronteerd. Hij ziet anderen, de niet-moslims, om zich heen. De confrontatie tussen 'ongelovigen' en zichzelf en andere geloofsgenoten in een nieuw en vreemd geheel, doet hem overhellen naar de extreme zijde van het moslim-zijn. En zo denk ik dat radicalen geboren worden... Als moslims op zichzelf zouden blijven, in hun eigen gemeenschap, zien ze niks, zullen ze ook niet radicaliseren, blijven ze gewoon moslim, en trekken ze niet ten strijde, of doen ze geen gekke dingen, gaan ze zeker niet koppensnellen of de moordlustige kwiet uithangen. Syriëstrijders en andere gestoorden hebben alleen maar teveel geproefd van onze westerse beschaving. Ze hadden er beter van afgebleven en in hun eigen kamp gebleven.
|