Atheneum, voorjaar 1993. Het was een mooie lente-ochtend en ik genoot van de stilte in het schoolgebouw. De lessen waren in volle gang. Even een luchtje scheppen en ademen nu het nog kan, want dadelijk begint de speeltijd en dan is het te laat om jezelf nog terug te vinden te midden van buitenlands geweld. In de bomen en op de speelplaats floten vrolijke vogeltjes hun lieflijke deuntje, maar er was er wel eentje bij dat vals kwekte en me waarschuwde voor naderend onheil. Vogeltjes zijn slimmer dan wij denken.
Achter de speelplaats lag een bijgebouwtje waar allochtone leerlingen van de beroepsafdeling theoretische lessen volgden. Vanuit één van die klasjes klonken dolle kreten en uitbundig gelach. Ik wilde weten wat er aan de hand was en toen zag ik een leraar verward en hulpeloos achter zijn bureau zitten, wachtend op het verlossende belsignaal. Ondertussen gingen zijn leerlingen, opgeschoten Turken en Marokkanen, als losgeslagen wildemannen tekeer. Het kabaal zwol aan en was al hoorbaar tot op de speelplaats.
"Als leraar ben ik niet opgewassen tegen deze jongens... Er scheelt altijd iets, agenda vergeten, huiswerk niet gemaakt, je wordt uitgelachen als je hen straf geeft, geen greintje discipline, ik strompel van het ene lesuur naar het andere, we zijn achteruitgeboerd op de maatschappelijke ladder, we zijn naar de bodem getuimeld..."
Allochtone pubers manifesteren zich in groep, tateren er zomaar wat op los, zonder enig respect voor de lesgever. Ze voelen zich onderling sterk verbonden. De bendeleiders spelen de baas en in alle geharrewar slepen ze hun zwakke schakels mee in het bazige geheel. Dan ontstaat er een collectieve chaos waarin geen plaats is voor discipline en respect. Om nog maar te zwijgen over concentratie, prestatiedrang, ijverzucht, en nog zo van die vaardigheden die noodzakelijk zijn om wat op te steken van wat de leerkracht vooraan in de klas vertelt.
De allochtone massa is een sterk samenhangend geheel, maar elk apart schakeltje is slechts een slap individu en deze enkelingen putten uit de kracht van de groep.
Naïeve migrantenwerksters koesterden de pijnlijke illusie dat tucht en discipline aangeleerd konden worden. Zij onderschatten de onderlinge solidariteit bij allochtonen. Aan de eigenheden van Turken en Marokkanen valt niet te prutsen. Het sterke groepsgevoel wordt zichtbaar als een allochtoon een berisping krijgt op de speelplaats en er onmiddellijk een allochtone gemeenschap zich schaart rondom de berispte leerling...
Verdeeldheid moet er gezaaid worden! De onderlinge band moet doorbroken worden. Het is een uitdaging om moslims, vluchtelingen, asielzoekers... onderling te verdelen. Een taak van de overheid!
|