Samira schrijft op het bord: "Jullie zijn ezels", maar dan in haar thuistaal.
************
Gelukkig zat 'k stevig op m'n stoel, anders was 'k er holderdebolder van afgedonderd, van 't verschieten, toen ik las dat anderstalige leerlingen hun thuistaal mogen spreken op de speelplaats en zelfs in de klas.
Dit is geen gewone wartaal meer, maar complete onzin van de bovenste plank.
Het Gemeenschapsonderwijs laat toe dat allochtonen op school mogen tetteren en kwebbelen in hun eigen brousse-taaltje. Voorstanders van de thuistaal zeggen dat leerlingen zich dan beter in hun vel voelen, en hun zelfvertrouwen maakt een sprong opwaarts in de lucht waardoor ze makkelijker Nederlands kunnen leren. Illusies!... En dan zwijgen we nog over de nadelige invloed van uitheems gebrabbel op het welzijn van Vlaamse leerlingen.
Kennelijk is het Gemeenschapsonderwijs gezwicht voor de anderstaligheid van de groeiende massa nieuwkomers. Ze kunnen vreemd taalgebruik op school niet meer verbieden, ze kunnen 't niet meer tegenhouden omdat er téveel anderstaligen plotseling bijgekomen zijn. De toelating van de thuistaal is een teken van onmacht, van overgave aan de 'eigen taal en cultuur van de allochtoon'. Het onderwijs begint zich machteloos op te stellen tegenover de bloeiende opmars van anderstaligen.
Ik merk bij onderwijsminister Crevits een zekere onbeholpenheid als ze zegt dat het Nederlands de onderwijs- en instructietaal moet blijven, "maar dat scholen een visie ontwikkelen om met die meertaligheid om te gaan, is een goede zaak".
30 jaar geleden dacht men in onderwijskringen ook dat het behoud van eigen taal en cultuur integratiebevorderend was, maar van die redenering werd afgestapt omdat het niet werkte, omdat allochtonen nóg meer gingen cocoonen in hun eigen vreemde wereldje met een tanende interesse voor het Nederlands. En nu herhaalt de geschiedenis zich: "laat allochtonen hun thuistaal spreken"...
Er zijn in 't verleden een heleboel projecten gelanceerd om allochtonen Nederlands te leren, gigantische fortuinen zijn erin gepompt, met de achterliggende boodschap dat de kennis van de Nederlandse taal het enige middel is om schools goed te kunnen presteren, en later ook op de arbeidsmarkt. Het effect van logopedielessen, bijlessen Nederlands en integratieprojecten verdween als sneeuw voor de zon bij de koppige verknochtheid van allochtonen aan hun moedertaal en hun cultuur.
De verheerlijking van de thuistaal vind ik alarmerend. Eigenlijk mag er geen thuistaal bestaan. Allochtone ouders tonen hun minachting voor de Nederlandse taal door hun kinderen op te voeden in een andere taal dan die van Nederlandstalig onderwijs. Bij de geboorte van het kleine allochtoontje wordt de thuistaal er al met de paplepel al ingelepeld en als baby en peuter groeien ze ermee op. Als kleuter verstevigen ze nog eens hun anderstaligheid door vele afwezigheden = gemiste kansen om Nederlands te leren. In de verdere schoolloopbaan stapelen leer- en taalachterstanden zich op bij allochtonen die koppig blijven kleven aan hun thuistaal: thuis, in het gezin, bij familie, tijdens lange vakanties in het thuisland, op school, in de klas, op de speelplaats, in de gangen, op straat... Blijft er nog wel tijd over om Nederlands te leren?
De thuistaal is een onoverbrugbare drempel om Nederlands te leren en om te integreren.
|