Moslims, vluchtelingen en migranten, dat zijn de favoriete bevolkingsgroepen van aartsbisschop de Kesel in zijn homilieën. Het is nu al drie jaren op rij dat De Kesel op kerstdag sympathiseert met vluchtelingen.
Vandaag, kerstdag 2017, ging het over hun erkenning en waardigheid: "Miljoenen zijn op de vlucht, er moet plaats zijn voor hen in de herberg."
Kerstdag 2016: "Dé grote uitdaging voor de islam in Europa is om zich te integreren in onze moderne samenleving."
Kerstdag 2015: "Benader vluchtelingen met liefde en eerbied. Ook God kwam naar ons als een vreemdeling voor wie geen plaats was. Laat ons onze deuren niet sluiten, laat ons onze grenzen niet beschermen. "... En twee weken eerder, in zijn eerste homilie: "Wij moeten onze verantwoordelijkheid en solidariteit delen met alle mensen, van welke religie of overtuiging ze ook zijn... We moeten eerbied hebben voor de religieuze overtuiging van iedereen."
De taal van De Kesel klinkt onderwerperig en zet aan tot wegcijfering van onszelf, een soort zelfverloochening, want als we moeten delen met mensen van een andere religie, zijn we gegarandeerd alles kwijt, inclusief ons zelfrespect. In deze tijden van overwoekering door vreemde volkeren, moeten wij meer dan ooit opkomen voor onszelf, ter zelfverdediging, om ons éigen hoofd boven water te houden. Die plicht hebben we tegenover onszelf en onze eigen medemensen.
|