De dochter van mijn zus Tina woont in de buurt van Nice. Zij had ongeveer tien jaar geleden twee vriendinnen met hun gezin uitgenodigd voor een korte vakantie. Twee gezinnen met jonge kinderen. Beide gezinnen hadden geboekt in een hotelletje of gereserveerd op een camping, dat weet ik niet meer.
En toen bleek het strand een keienstrand te zijn ! Dat was Toppié vergeten te vermelden in de mails naar haar Belgische vriendinnen. Voor haar was dat keienstrand immers al jaren vanzelfsprekend.
Voor de peuters en de kleuters valt op de keien weinig te beleven. Het is er moeilijk en hobbelig stappen met kleine voetjes. En er valt niet mee te bouwen of te modderen als met nat zand. Oja, ze rapen wel eens met twee handjes een galet op. Om mekaar daarmee terloops en achteloos een paar blauwe plekken te bezorgen. Wapens te over op een keienstrand. Niet echt geschikt voor jonge kinderen.
Met een zandbakje in haar kleine tuin heeft Toppié dat min of meer kunnen bijsturen, maar het was niet de vakantie die de twee vriendinnen voor ogen hadden. Een zandbak zo groot als het strand zelf, dát was wat ze voor ogen hadden. Ruimte, zand en water voor de kinderen. Ruimte eerst. In de eerste plaats voor de vaders. Want terwijl de dames de ateliers van kunstenaars gingen bezoeken in Vence en omstreken waren de vaders kinderoppas voor de duur van de vriendinnen-vakantie,
In die kleine zandbak hielden de peuters het tamelijk gauw voor bekeken en begonnen aan sloop- en breekwerk tussen de bloemen en de planten in het tuintje van Toppié. Sommige peuters zijn daarin zeer snel, zeer wendbaar en zeer grondig. Ja, sommige peuters zijn daarin een kei.
Trouwgeloften zullen LM en ik denkelijk niet hernieuwen. We geloven het zo ook wel, dat van die voor- en tegenspoed. We hebben mekaar leren kennen in werkomstandigheden, in moeilijke werkomstandigheden. Dat we die situaties toen samen doorgekomen zijn is eigenlijk het fundament hier.
Het kleed?
Twee jaar na de ontmoeting zijn we zijn getrouwd in burger. No frills, geen frullen, het was een administratieve kwestie: in de landen van de Perzische Golf is men beter de echtgenote van de heer in kwestie dan gewoon de vrouw van diezelfde heer. En vermits een tanker zeer vaak in de Perzische Golf moet zijn, hebben wij ons in den echt verbonden. De eerste vrije datum die ze op het gemeentehuis hadden was oké. Zes weken later waren we getrouwd. De bruiloft was navenant. Sober.
Tevoren de lunch met de moeders en de getuigen, om 14h naar het gemeentehuis en achteraf een drink in diezelfde taverne. Daar hadden we plaats besproken voor 10 à 15 mensen. Er was voor ons een ruime zithoek georganiseerd bij de open haard. Het was winter, de haard brandde en het was gezellig. Rond 19h was het afgelopen en ’s avonds hebben LM en ik thuis een schoteltje met gerookte zalm gegeten. Ziezo. Oja, 'k had mijn boeketje laten liggen in de taverne. Dat ben ik 's anderendaags pas gaan halen. Ge ziet hoe begaan ik ben met pomp-and-circumstances.
Het aanbod ivm een kleed was zeer genereus, maar ik ben een simpele meid, ik denk niet dat ik mijn lach had kunnen inhouden in zo'n tenue.
Over onze burgerkledij kregen we enkel van de Moeders goedkeurende geluiden. Zowel de moeder van LM als mijn Ma zagen de strekking: no frills, niet te zot. De zussen van LM waren tot diep in hun burgerlijk fatsoen geschokt en vonden het pover, dat vestje en die rolkraag. En het hemd van LM. Toen hun bloedeigen Moeder (toen 76j) onze keuze openlijk bijtrad was dat voor hen danig slikken. Hoe had Moeder hún trouwerijen dan ervaren? Als ijdel vertoon? Als loze praal?
Later moest een nichtje van LM naar adem happen toen ze een paar kiekjes zag van onze trouwdag. Ze gilde ongeveer een octaaf bijeen terwijl ze het vroeg : "Zijt gelle getrouwd in jéáns?"
Wat is daar mis mee, we hadden toch alles zoals het hoort :
Bouwmaterialen, iets dat zorgvuldig moet overdacht worden want het gaat over het budget, over bestendigheid, over duurzaamheid en dat alles is niet alleen belangrijk, het is ook big business. Hier is een verhaal dat de zaak illustreert :
Moeder varken stuurt haar drie zonen de wereld in om samen een groot en sterk huis te bouwen. De zonen krijgen ruzie en bouwen ieder voor zich een eigen huis. Het eerste big is lui en bouwt een huis van stro. Het tweede big heeft iets meer ijver in zijn lijf en bouwt een huis van hout. Het derde big werkt zich uit de naad om een stenen huis te metselen. Terwijl dat derde big nog naarstig aan het werk is, maken de andere twee al plezier.
Dan komt de wolf die de biggen wil opeten. Hij gaat naar het huis van het eerste big en wil binnen. Het big peinst er niet over. De wolf ademt diep in en blaast het strohuis weg. Hij gaat naar het houten huis van tweede big. Eenzelfde conversatie en ook het houten huis wordt weggeblazen. Bij het derde big lukt dat niet want de wolf kan het stenen huis niet omverblazen. Te stevig. Iedereen gered, iedereen blij.
een kronkel à la moi :parabenen, ’s morgens vroeg in de badkamer
Het staat op de pot hydraterende crème : géén parabenen. Is dat een vekoopsargument ? Van die pot valt dus geen heil te verwachten want eigenlijk hé, want eigenlijk wíl ik wel eens parabenen, dacht ik vanmorgen.
’t Zou geen zicht zijn, ik op twee flinke, getrainde parabenen, maar zo voor een dag of wat zou ik wel eens willen over omheiningen klimmen en over netten klauteren en van hoog naar beneden springen en uit modderpoelen overeind kruipen en zo nog vlotjes een aantal soepele dingen doen puur om te laten zien wat ik dan allemaal kan, à la GI-Jane. Met mijn parabenen.
Tot voor enkele jaren kon ik nog wel een aantal kilometers stappen. Puur voor het genoegen van de cadans stapte ik van de binnenstad naar huis. Maar dat was dan op de eigen beentjes, niet op parabenen. En veel meer dan zes kilometer was het niet. Met parabenen zou ik dagmarsen kunnen doen. Wat een zalig vooruitzicht.
Maar van deze hydraterende crème is dus geen heil te verwachten, ze is gegarandeerd zonder parabenen. ’k Heb dan toch maar opgezocht wat die firma met parabenen bedoelt. Simpel en kort : parabénen zijn bewaarmiddelen.
Parabenen zijn een groep met benzoëzuur verwante stoffen. Het zijn alkyl-esters van para- of 4-hydroxybenzoëzuur, en de natriumzouten van deze esters.
Maar al die moeilijke lange woorden krijgen ze niet op dat potje gezet natuurlijk.
https://nl.wikipedia.org/wiki/G.I._Jane : Demi Moore is in top form in this action-packed hit! Moore stars as gutsy Lieutenant O'Neil, the first woman ever given the opportunity to earn a place in the armed forces most highly skilled combat unit -- the elite Navy SEALS! But the already brutal rigors of training camp turn into an unimaginable test of courage and determination once it becomes clear that no one -- powerful politicians, top military brass, or her male Navy SEAL teammates -- wants her to succeed!
Niet toevallig maar wel zorgvuldig uitgeplozen is mijn huidige kroostje nu eens wel gestreept, en iedereen is er gek op, zeker mijn kleinkinderen, die zijn er niet van weg te slaan, de oudste kleinzonen komen er speciaal naar kijken om hun nieuwe vriendinnetjes te introduceren ! RSL
Knap gezien van uw jong volk, RSL. Op YouTube zijn filmpjes met jonge katten het populairst. Maar als men de aanbeden jongedame die snoezepoezelige aaibaarheid kan laten meemaken, in-het-écht, een nest vol, dat heeft men als verliefde jongeman toch een streepke vóór op alle mogelijke medestrevers zeker ! Enfin, zo zie ik dat. De kattepoezen van Oma als charmetroef …
Toen we kind waren, waren er in de wijk regelmatig nesten, en dan gingen we kijken. Wanneer de buren van Betty of van Arielle jonge poesjes hadden, gingen wij gewoon bij die mensen bellen en vroegen of we de kleine katjes mochten zien.
Bij de buren van Arielle hadden ze nog een echte trekbel met een ijzeren handvat. Met hoorde de bel rinkelen tot op straat. Die mensen hun kinderen waren al groot (waren de deur al uit). Of ze kleinkinderen hadden was niet duidelijk. Die mensen lieten ons dan binnen, heel het huis door, tot achterin, tot in de bijkeuken. Wij volgden, eerbiedig bijna. Die huizen roken naar boenwas en bruine zeep. En dan ... mochten we de katjes zien !
We moesten stil en braaf zijn. Anders mochten we morgen niet terugkomen. Dan wordt men op slag vanzelf stil-&-braaf, want morgen wil men terugkomen natuurlijk. En overmorgen ook.
Ging ik voor de katjes of voor de sfeer van die huizen?
Als de katjes nog te klein waren mochten we alleen maar kijken en afblijven. Wanneer ze groter waren konden we ze strelen en later ook vastpakken en voorzichtig mee spelen. Poezelig was dat allemaal. Gaan katjes kijken, een bezigheid op zich.
Dat zou nu niet meer gebeuren, denk ik, dat kinderen zomaar gaan bellen en zomaar binnen gelaten worden. In de jaren ’60 was het in onze wijk de gang van zaken. Gewoon en vanzelfsprekend. Kinderen laat men binnen.
Soms gingen we vier keer per week bellen. Wanneer het niet schikte dan 'sliepen' de katjes. Dan stonden we daar 's anderendaags opnieuw : 'Mogen we de katjes zien?' Pas wanneer de katjes het huis uit waren, hadden die mensen weer rust. Nuja, rust … om de paar dagen jong volk over de vloer, dat zich gedroeg voor de tijd van het bezoekje. Waarschijnlijk vonden ze onze bezoekjes plezant. Anders hadden ze ons al die keren niet binnen gelaten.
Discussiëren is kennis uitwisselen, ruziemaken is meestal onwetendheid uitwisselen. van P²
Dat is weer een rake, P²Ke, oelala zo raak. Gisteren nog meegemaakt.
’k Heb alles gelaten zoals het was, want een gedachtewisseling met iemand die enkel maar praat en niet bereid is het standpunt van de andere te aanhoren, dat ís geen gedachtewisseling. Dat is verlies van tijd en energie.
Die tijd en energie besteed ik liever anders, aan nuttiger onderwerpen met interessantere mensen. Met mensen die gevoel voor nuance hebben. Choose your battle, heet dat in ’t Engels, kies verstandig waar ge voor gaat en kijk uit met welk soort mensen ge een discussie ofte gedachtewisseling aangaat. Dat doe ik nu al een paar jaren en dat is rustig zo.
Gedachtewisselingen wel, maar als ik merk dat de andere niet bij het onderwerp is/blijft laat ik vallen wat valt, soms zelfs de persoon erbij.
Ik heb een man ontmoet ik weet niet of hij nog de waarheid zocht ik was een wezel hij een vreemdsoortig dier hij tastte met zijn horens of hij tasten wou het was alsof hij even uit zijn schelp wou breken en ik de mijne wilde breken ik was een labyrint ik weet niet of ik nog de waarheid zocht ik kon de ruimte met mijn armen niet omsluiten de rode vingers van de woorden niet bedwingen toch wilden ergens bloemen bloeien de waarheid loog als altijd onbewust.
Oeffe, efkes bekomen. 'k Begreep er niks van, van dit poëtisch gedoe van Cathy Mara. Daarom ben ik eens gaan kijken op 't Net of ik nog meer van haar kon vinden. Kwestie van iets meer te lezen en te vernemen over haar werk, want het ligt zeer zeker aan mijn gebrekkige kennis, dat ik er niks van snap.
Daar las ik al even ontoegankelijke gedichten. En bij momenten zelfs barococo, Cathy Mara propt teveel beelden in één werk, volgens mij.
En wat ze geschreven heeft, heeft ze geen tweede en verdere bewerkingen gegeven, het leesbaar maken. Zoals het daar staat lijkt het rondspartelen op zoek naar een houvast : 'Horens om te tasten' … Meent ze dat? Werkelijk?
We zijn nu twee dagen verder en ik kom terug naar mijn eerste bedenking als leek en amateurke : misschien at Cathy af en toe een vreemd soort zwammen. Dat mag van mij hoor, ze doet maar.
Het niveau van Lennaert Nijgh zal ze toch nooit halen, want die man kende iets meer van paddenstoelen dan van zwammen.
Dit is maar 1 mening natuurlijk en ik ben enorm blij dat ik een werk als dat van Cathy Mara nog eens onder ogen gekregen heb want ik was ongeveer vergeten dat het 'genre' bestond.
Vandaag is de Grote Vakantie begonnen en veel jonge (klein)kinderen gaan nu naar een soort opvang waar ze aan de omgeving moeten wennen, waar veel kindjes zijn aan wie ze moeten wennen.
Eergisteren kreeg ik een interessant artikeltje toegestuurd.
Het is geschreven door een lerares, lagere school vermoed ik, want ze gaat met de kinderen op de grond zitten. De methode die ze beschrijft is ook bruikbaar voor monitors en monitrices, de mensen die op kamp en op speelpleinen instaan voor de veiligheid en de gemoedsrust van de/onze kleinen. En voor onze gemoedsrust erbij !
Kinderen die gepest worden en kinderen die pesten zijn er. Helaas. Vaak zijn ze te jong om te begrijpen waarom ze het doen en wat voor schade het kan aanrichten bij de andere kinderen. Deze lerares heeft een manier gevonden om haar leerlingen alvast iets te doen beseffen.
Dit schrijft de lerares :
Vandaag had ik twee appels meegenomen naar de klas. De kinderen wisten niet dat ik één van de appels verschillende keren op de grond had laten vallen. Het was niet zichtbaar aan de buitenkant: de twee appels zagen er allebei perfect uit. Ik begon over de appels te vertellen, ik ging op de grond zitten en begon de kinderen te vertellen hoe moeilijk ik het vond om hierover te praten. Ik praatte over één van deze appels, dat hij zo’n verschrikkelijke kleur had, en dat het steeltje veel te kort was. Ik vertelde de leerlingen dat, omdat ik de appel zo lelijk en stom vond, ik het me kon voorstellen dat zij het ook een lelijke en stomme appel zouden vinden.
Sommige kinderen keken me aan alsof ik gek was, maar ik liet de appel de kring doorgaan, en kinderen mochten allemaal nare dingen over de appel zeggen. “Je ruikt vies”, “Je zit zeker vol met wormen” en ga zo maar door. We waren echt niet vriendelijk tegen de arme appel, en ik begon bijna medelijden te krijgen met hem en wilde het rondje bijna beëindigen.
Toen ging de tweede appel de kring rond en deze werd overladen met vriendelijke woorden. “Je bent een mooie appel”, “Je ziet er geweldig uit”, “Je hebt een mooie kleur,” was zo’n beetje wat er gezegd werd.
Toen hield ik twee appels voor me en we bespraken we hun overeenkomsten en verschillen. Er was geen verschil tussen hen, ze waren allebei hetzelfde. Toen sneed ik de appels in twee.
De appel waarvoor we vriendelijk geweest waren zag er fris en sappig uit aan de binnenkant. De appel waar we onaardig tegen waren geweest was gekneusd en beschadigd aan de binnenkant. ‘hij had PIJN - PIJN aan de BINNENKANT’
“Op dat moment, denk ik dat veel kinderen het ineens begrepen. Ze hadden nooit echt gevoeld wat er in ons gebeurt als iemand ons pest met woorden of daden. Als mensen worden gepest, vooral kinderen, voelen ze zich vanbinnen vreselijk, maar ze vertellen niet altijd hoe ze zich voelen. Als we dit rondje met de appel niet hadden gedaan, hadden ze niet begrepen hoeveel schade onze woorden kunnen aanrichten.
Wij hebben de mogelijkheid om kwetsuren te voorkomen. We kunnen de kinderen uitleggen dat het niet goed is om nare dingen tegen elkaar te zeggen en dat het goed is om te bespreken hoe onze woorden en daden andere kinderen kunnen kwetsen. We kunnen kinderen leren om voor elkaar op te komen en zo alle vormen van pesten kunnen voorkomen.”
We kunnen pesten nooit helemaal voorkomen, maar iedereen kan iets op zijn of haar manier bijdragen.