Jezus sprak:"wie mij ziet,ziet de Vader" En ook: "Wat staart gij naar boven?" Onder de mensen is God te zoeken, in U en in Mij. Nergens anders. Draag het Idee God uit in je eigen omgeving. dat is een opdracht aan het wezen mens.
Godsbeelden
de mens als beeldhouwer van god
13-11-2006
kindergraf
De kapelaan kwam nogal eens bij een echtpaar waarvan de vrouw invalide was. Zij was nog jong,dertig jaren, en leed aan een ernstige vorm van rheuma. Het echtpaar had een zoontje van tien jaren, die misdienaar was. Na tien jaren was de vrouw weer zwanger geworden en zeer blij dat zij een zoon of dochter er bij zou krijgen. De kapelaan leefde erg mee met het gezin waar ieder uitkeek naar de dag van de geboorte. De kapelaan was elders in de parochie bezig toen de geboorte zich aankondigde. Het werd een zware bevalling en tot groot verdriet van de ouders en hun zoon werd de baby dood geboren. Toen de kapelaan hiervan hoorde spoedde hij zich naar het huis van dit gezin en probeerde hen zo goed mogelijk te troosten. De moeder vroeg hem of hij de engelenmis wilde doen. Natuurlijk wilde de kapelaan dat. Maar de pastoor wilde daar niet van horen. De baby was dood geboren en niet gedoopt. De pastoor liet een dood en niet gedoopte baby niet toe op de begraafplaats. Hij schreef voor dat het kindje zonder ook maar een officiële dienst van de kerk op een plaats achter het kerkhof begraven moest worden. In feite dus achter het prikkeldraad. De eigenlijke begraafplaats was voor hen die het doopsel van de kerk hadden ontvangen. Het kindje was nu in het voorgeborchte waar het moest wachten op het laatste oordeel. Daar zaten alle niet gedoopte kinderen. De kapelaan wist niet wat hij hoorde!!! Hier werd de ouders tweemaal verdriet aangedaan. Eenmaal voor het dood ter wereld komen van de baby en dan nog eens voor het weigeren van een officiële begrafenis door de pastoor. De kapelaan vertelde het de ouders en zei dat hij het hier niet bij zou laten zitten. Hij zou naar de bisschop gaan en hem hier over vertellen. Er was een week verstreken en het kindje lag inmiddels op niet gewijde grond ergens ver weg van de andere graven. Enkele weken later mocht de kapelaan bij de bisschop op bezoek en vertelde zijn verhaal. Hij vroeg of de bisschop het met de pastoor eens was en of dit nu in overeenstemming was met de boodschap van liefde en rechtvaardigheid. De bisschop hoorde alles geduldig aan, fronste zijn wenkbrauwen en mompelde iets wat de kapelaan niet verstond. Tenslotte liet hij de kapelaan weten dat hij persoonlijk contact zou zoeken met de pastoor. Maar de kapelaan kon de familie vertellen dat alles goed zou komen. Een paar dagen later kwam een onthutste pastoor naar de kapelaan en zei hem dat de baby alsnog een engelenmis kreeg en begraven zou worden op gewijde grond. De kapelaan mocht de dienst doen. De bisschop had woord gehouden en de pastoor de les gelezen. De verhouding tussen kapelaan en pastoor was echter verstoord. Een reden voor de kapelaan om overplaatsing aan te vragen naar een ander parochie in het bisdom.
De kapelaan had er nu twee jaren opzitten in zijn eerste parochie. De verhouding met de zeer conservatieve en scrupuleuze pastoor was niet zo best. Met de vernieuwingen van het tweede Vaticaans-Concilie werd die verhouding er niet beter op. De pastoor was een fel tegenstander van het gebruik van de volkstaal in de liturgie en ook het met het gezicht naar het volk de H.Mis doen kon niet op zijn steun rekenen. Echter, het bisdom onder aanvoering van de bisschop gaf aan dat alle vernieuwingen op korte termijn moesten worden ingevoerd. De kapelaan stond er zo goed als alleen voor, wel met steun van een aantal parochianen. Het bisdom had het verzoek tot overplaatsing ontvangen en zou binnenkort reageren. Ongeveer twee maanden na zijn verzoek kreeg de kapelaan van het bisdom een benoemingsbrief waarin stond, dat hij per augustus moest beginnen in een stad dicht tegen de Belgische grens aan. Een dag later werd hij telefonisch benaderd door een collega, een jaar jonger dan de kapelaan, die hem welkom heette in de parochie. Zij zouden samen werken. Omdat de kapelaan een jaar eerder priester was gewijd, was hij eerste kapelaan en plaatsvervanger van de pastoor. Dus niet alleen een overplaatsing maar ook een soort promotie. De pastoor van zijn nieuwe parochie was een oud-bedrijfsaalmoezenier en een groot voorstander van de vernieuwingen. Begin augustus trok de kapelaan naar zijn nieuwe parochie, maakte kennis met de pastoor en de huishoudster, een vlotte jonge vrouw met de nodige humor. Beter had hij het niet kunnen treffen. Onderling werden de taken verdeeld, waarbij de kapelaan als eerste kapelaan taken kreeg die meer op ouderen gericht waren. Zijn collega had vooral te maken met het jeugdwerk in de parochie. Wel kreeg de kapelaan de zorg voor het godsdienst- onderwijs op de middelbare school in de stad. Zondags waren er drie diensten maar van het houden van een lof in de middag was geen sprake. Ook aan veertigurengebeden deed men hier niet. De pastoor en de collega van de kapelaan liepen in een grijs pak met stropdas en zij keken dan ook op van de priesterboord van de kapelaan. Maar die was na een dag ook vervangen door een stropdas. Na twee weken was het net of de kapelaan al jaren aanwezig was in de parochie. Een onderling goede sfeer, veel collegialiteit en respect voor de zorg van de huishoudster, die trouwens altijd aan tafel mee at met de geestelijken. Hier zou de kapelaan zijn draai wel vinden. In deze parochie maakte de kapelaan ook dingen mee die de moeite van het vertellen waard zijn. De parochie had enkele kilometers van de stad een bij-parochie, waar op zon-en feestdagen ook een dienst werd gehouden. Als eerste kapelaan was hij de pastoor van deze bij-parochie. Daar was ook een kleuterschool, die de kapelaan te bezoeken had. Kortom genoeg te beleven, ook bijzondere gebeurtenissen!!!
De filosoof Immanuel Kant: Jezus Christus is een idee of ideaal of voorbeeld, die of dat gepersonificeerd is. De historiciteit van deze persoon is overbodig en zelfs schadelijk. Jezus verpersoonlijkt het ideaal van de menselijke zedelijke volmaaktheid. Geloven is dan primair een handelen pas daarna een "wetën".