André telt al vele seizoenen. Hij is vitaal van binnen. Vol interesse in moderne literatuur en ontwikkeling in de spiritualiteit. Hij is weer begonnen met pianolessen en houdt van lekker eten. Een contente mens. Hij kan even vrolijk dansen als mediteren op zijn eigen wijze. Moderne gebeden raken evenzeer zijn hart als traditionele teksten. Hij "proeft en smaakt"zoals Ignatius dat leert in Geestelijke Oefeningen. Hij staat niet boven of onder het leven, maar er midden in. Hij zegt merkwaardige woorden, zomaar, intuïtief. "Het leven in mij is God..." "Het is niet meer: God lijkt op mist, maar God is mist."
Het is een feest om deze oude mensen te ontmoeten. Ze lijken steeds jonger te worden. Het oorspronkelijke kind in hen herrijst. Je kunt het zien aan hun ogen en horen aan de stem. Voor hen wordt de aarde hemel en de hemel aarde. Zij discussiëren niet meer over God en Kerk en verschillende godsdiensten.Voor hen zijn Boeddha en Jezus broeders. De aarde en de zon, het brood en de lente, de sterren en het water, mensen om hen heen zijn evenzovele tekenen van de Aanwezige. Zoals Boeddha na een lange geestelijke reis eindigt op de markt van het gewone leven. Zoals Jezus Zijn pelgrimage eindigt met een ontbijt op het strand, met Zijn vrienden, de wereld om zich verzameld.
Wat is er nog meer te zeggen over de Gods-ervaringen van ouderen in ons midden? Ieder gaat zijn unieke onherhaalbare weg. God openbaart zich op vele wijzen, telkens nieuw. Aan het eind van ons leven mag ieder van ons zuchten: "U weet dat ik toch van U houd. Wees mij barmhartig." Hoe de weg ook gegaan is, de mens met levenservaring leert stap voor stap zich toe te vertrouwen aan de Barmhartigheid zelf... En dan wordt de mist die zijn Aangezicht verhulde geheel zon.
Judth wist het zeker: vóór Pasen zou ze gaan hemelen. Thuiskomen bij haar Geliefde. De stem had het haar gezegd, de herkenbare stem van Jezus. In de laatste jaren was een intiem, nuchtere verbondenheid gegroeid met de mensgeworden Liefde. Die leiding geeft aan haar dagelijks leven, haar gebed en gesprekken met velen. Nu is het al zomer en ze leeft nog steeds, blijmoedig. Maar ze weet nu zeker: ik word gezien en verwacht aan de overkant. Ze leeft in vrede door, zolang er dagen zijn.
Bij sommige ouderen breekt het Licht door. Vele jaren van wachten en trouw gingen vooraf. Het Licht is niet verdiend en niet de prijs van de prestatie. Vroegere "aanrakingen" van de TROUWE komen steeds weer in herinnering. De gouden draad van het leven wordt steeds duidelijker herkenbaar. Bescheidenheid en dankbaarheid zijn de criteria dat de ervaring van Licht echt is. De ervaring van bemind te zijn door de Beminde zelf: deze vreugde blijft, ook in het dagelijks leven, ook in de pijn van gemis en leed om ons heen. Deze bevoorrechte mensen verlangen om eindelijk thuis te mogen komen en tegelijk ervaren zij de uitnodiging om het ontvangen Licht door te geven. In mededogen.
Wie zomaar een vogelei vertrapt, een nest uithaalt - zomaar een riet knakt, een twijg breekt - is bezig en bereid alle geweld z'n gang te laten gaan. Bid om vrede, ga eerbiedig met alles om.
Wie bang en slap huilt met de wolven in het bos - met alle stromen meedrijft, met alle winden meewaait - is bezig en bereid grote leugens gelijk te geven. Bid om waarachtigheid, wees oprecht, eerlijk als goud.
Wie onverschillig weerlozen laat pakken - zwakken laat vallen, kleinen kleineren - is bezig en bereid alle kwaad te laten gedijen. Bid om zorg, sta in voor elkaar: voor de minsten het meest.
God, we zouden alleen mooie en goede dingen willen meemaken, maar er gaat zoveel kapot. Mensen verdwijnen zomaar uit ons leven. Vriendschappen lopen stuk. We zouden graag willen, dat er geen ruzies meer waren en zinloos geweld niet bestond.
Soms stort de wereld in en mensen voeren oorlog met elkaar. We voelen ons kwetsbaar in zo'n wereld waarin alles vergaat. Mensen kunnen ons maken en breken. En de dood laat niets van ons over....
Of toch wel?
God, geef ons vertrouwen. Geef ons de kracht om puin te ruimen en de scherven bij elkaar te rapen. Doe ons ontdekken dat liefde wonden heelt. Geef ons een onverwoestbaar vertrouwen in de toekomst,in onszelf en in U. (Greeet Brokerkhof - van der Waa)
Alice komt er niet doorheen. Ze is al tegen de tachtig. Maar ze blijft maar piekeren over haar schuldgevoelens. "Had ik die carrièrebaan maar afgewezen. Ik heb jarenlang mijn taak op kantoor nauwgezet gedaan, en me daar nooit echt happy gevoeld. En dat is door blijven zieken tot een complex. Verkeerde man getrouwd? Kinderen fout opgevoed? Wat heb ik met mijn talenten gedaan? Als ik voor de Rechter kom, moet ik rekenschap afleggen! Ik ben zo angstig. Alleen maar vraagtekens." Twee vriendinnen die bij de theevisites vragen: je bent zo'n aardig mens. Heb je nog die lekkere appelvlaai? Gelukkig dat er engelen in de buurt zijn. "God is onzichtbaar dichtbij-ver aanwezig"
Wat tragisch dat vele ouderen lijden aan hun verwrongen Godsbeeld. De opvoeding, de ouders, de school, de kerk hebben alleen maar geleid tot angsten, vele vraagtekens, schuldgevoelens die neerdrukken. Uitleg en discussie helpen nu nauwelijks. En het zijn zulke lieve mensen die zich hun hele leven hebben afgetobd voor anderen; met altijd het gevoel dat het niet in orde komt met God, de Rechter van het Laatste Oordeel. Zelf komen ze er niet meer uit. Wat een zegen dat er naasten nabij blijven met een uitnodiging en een vraag. God komt tot ons met een vraag in de mist.
José weet het niet meer. Toen ze nog op de intensive care werkte, bad ze stilletjes. Neen, het was eigenlijk niet bidden, maar gewoon weten dat de Geest om haar heen was en rondom de patiënt. En nu zij zelf, afgewerkt, in het verpleeghuis de dagen slijt, voelt ze geen verrukking, geen verdriet, geen aandacht, laat staan dat ze geraakt wordt door de mooie teksten die ze ooit in haar dagboek schreef. Ook bij vieringen in de kapel voelt ze eenvoudig niets. Op de vraag: is er dan niets voor u, geen enkel houvast?, antwoord ze: "Jawel hoor. Zolang ik niet word opgeroepen, blijf ik maar gewoon doorgaan. Ik vertrouw maar door. Ik kijk naar de TV; vooral interviews vind ik interessant, "De Wandeling' en 'De Stoel'. Maar daarna.... het zegt me allemaal niets. God is stil aanwezig.
Vele medemensen ervaren in hun laatste levensfase leegte zonder gemis. Dankbaarheid zonder verrukking. Aandacht voor de eerste crocussen zonder verrassing. De sterrenhemel brengt een ogenblik tot stilte die niet verdiept. De gevoelens kunnen niet meer benoemd worden. Het lijkt of alles vervlakt. Een gelaten tevredenheid, rustig doorleven, zolang het kan. Het vertrouwen wordt op de proef gesteld en toch weten zijn vanbinnen dat ze op de ware levensweg zijn. De Aanwezige openbaart zich in de donkere mist.
Robert heeft al jaren een harde , afstandelijke verhouding met zijn vader. Zij waarderen elkaar wel om hun stoerheid. Maar een hartelijk woord kwam er nooit uit. Van beide kanten niet. Nu is vader ernstig ziek en practisch elke dag luistert Robert naar zijn vader; je kunt hem bijna niet meer verstaan. Vroeger had vader zijn mond vol van psalmen en God dit en God dat. En nu haalt hij enkel herinneringen op over wat hij allemaal in zijn leven gepresteerd heeft. Waar is nu zijn geloof, zijn vertrouwen in die God? Niets, dan af en toe een diepe zucht. En plotseling zegt vader: "En jij jongen, hoe maak jij het eigenlijk?" TRANEN. Voor het eerst een wederzijds ontmoeten. Dit zal Robert nooit meer vergeten. God wordt niet genoemd, is stil aanwezig.
Oude bijbelwoorden, psalmen en vrome liederen hebben toch hun werk gedaan. Ze vormden een humuslaag van vertrouwen; van mildheid en aandacht voor anderen. Daar overheen kwamen dikke puinlagen. Teleurstellingen, eigen fouten, gemiste kansen hebben het gemoed verbitterd. Maar aan het einde van het leven dringt de geest toch door, lankmoedig, mededogend, genegen. Soms is dan een gebaar, een enkele vraag genoeg. Heel concreet. God verschijnt in de milde mist.
God, als het stormt in ons leven, als alles overhoop gehaald wordt wat zeker en veilig leek, wees dan onze rots in de branding, geef ons beschutting tegen de harde wind: een plek om op adem te komen. Geef dat we niet constant de luwte zoeken in het leven, dat we af durven stormen op alles wat onrechtvaardig is; dat we niet bang zijn de wind van voren te krijgen maar opkomen voor iedereen die zich niet staande kan houden.
Annie had er al lang over zitten piekeren: "Hoe moet dat nu met Oud en Nieuw? Vroeger baden we met het hele gezin een Weesgegroet en mijn man wou er ook nog een Onze Vader aan toevoegen. De kinderen baden mee, mompelend en ongeduldig, maar ze deden het toch maar. En dit jaar ?? Ik zou het werkelijk niet weten. Ik wil niet te vroom lijken. Ik weet zeker dat de kinderen en mijn zeven kleinkinderen die nu met mij gezellig Oudjaar vieren, zeker niet samen gaan zingen en bidden, om twaalf uur. Ze zouden de slappe lach krijgen. De spanning loopt op; ik wil toch wat doen. En plotseling, op slag van twaalf uur roep ik uit: "Allemaal samen: dank je wel!"Een héél ontroerend moment; iedereen dankt iedereen en de dank golft naar het stille midden. God wordt niet genoemd, is enkel stil aanwezig.
Voor vele oude mensen wordt het verleden een dierbare - pijnlijke herinnering. VOORBIJ. Het dorp met de zustersschool en het beeld met de wijdopen armen: "Komt allen tot Mij". VOORBIJ. Toch blijft ook een zeurende onzekerheid, vooral een zorg over de kinderen: "Ze doen er niks meer aan, maar toch zijn het goede mensen.Ik bid elke dag voor hen". Sterke betrouwbare gelovigen die in stilte God steeds meer ruimte geven. Vriendelijk-stug doorgaan. Zonder houvast aan het verleden. Zonder schuldgevoelens. Gewoon vertrouwen. En geleidelijk aan mogen ze ervaren dat de Aanwezige echt aanwezig is in het samenzijn van mensen van goede wil. Soms verrassend.
Stilte Haast, lawaai en onrust, zijn de kenmerken van een tijd dat stilte uitgebannen wordt. We luisteren niet meer van binnenuit: vanwaar en wie we zijn en waarnaar onderweg. Hoe ver moet je gaan om tot rust te komen? Of kan het ook dichtbij? Luister naar de stilte, wacht tot een ander spreekt met woorden die de jouwe niet zijn. Luister naar de stilte, wacht op de stem van je hart naar wat je beweegt, naar wat je bent. Luister naar de stilte, hoor wat God tegen je zegt, voel de Liefde die ons draagt.
Dankgebed Goede God, dank u voor de warmte van de zon die de kou in ons verjaagt en ons warm maakt van binnen.
Dank u voor het licht dat alles groeien doet, dat het donkere in ons verjaagt en ons vrolijk maakt.
Dank u voor de positieve dingen in ons leven, die ons moed geven en gelukkig maken; geef dat we ze altijd zullen zien.
Dank u voor alle mensen om ons heen die licht uitstralen en warmte geven; geef dat ze er altijd zullen zijn.
Goede god, wees voor ons als de zon, verwarm ons met uw liefde, maak ons leven licht, geef dat ook wij op onze beurt de zon laten schijnen voor anderen.
Barmhartige God, geef dat wij het uithouden, als wij angstig zijn. Geef ons de kracht om geweld niet met geweld te beantwoorden. Geef ons hoop, God, wanneer alles verloren lijkt. Neem ons bij de hand. Wees met ons, en met alle mensen die kwetsbaar zijn. Amen.
Liefde, een groot woord in onze harde wereld. Liefde, woord waar mensen dagelijks van leven. God, het kost zo weinig, het is zo veel, een woord, een uitgestoken hand, een schouderklopje, aandacht en luisteren, zomaar iets doen voor een ander. God, het kost zo weinig, het is zo veel. U hebt Uw liefde aan ons getoond in de man van Nazareth. U laat het nog steeds aan ons zien in de omgang van mensen met elkaar. Laat ons elkaar liefhebben, goed zijn voor elkaar, gewoon een beetje zorg voor elkaar. Houd ons zo verbonden met U en met elkaar, vandaag en alle dagen.
GEBED VAN IGNATIUS Lieve God, leer mij vrijgevig te zijn: te geven zonder de kosten te tellen, te werken zonder beloning te verwachten, behalve dat ik weet dat ik Uw wil doe.
De Heer zij voor je om je de goede weg te wijzen. De Heer zij naast je om je in de armen te sluiten en je te beschermen. De Heer zij achter je om je te bewaren voor valsheid. De Heer zij onder je om je op te vangen als je valt. De Heer zij in je om je te troosten als je verdrietig bent. De Heer zij om je heen om je te verdedigen. De Heer zij boven je om je te zegenen. Zo zegene je de algoede God.
Goede en barmhartige God, als ons leven een grote reis is, laten we dan allemaal reisgenoten zijn, ouders en kinderen, vrienden en vreemden. Geef ons de kracht, om stappen te zetten die we voor onmogelijk hielden, om grenzen te overschrijden en zelf deuren te openen, en vreemden binnen te laten in ons hart. Laat ons vrijgevig en ruimhartig worden, voor al onze naasten, dichtbij en ver weg. Amen.
Bedankt, God, omdat ik kan gelukkig zijn met een bloem, een vogel, een vis ; bedankt omdat ik de sterren en de zon kan zien ; bedankt omdat ik enig ben, uniek ; bedankt omdat ik mensen heb waarvoor ik kan leven ; bedankt omdat U mij helpt de juiste weg te kiezen, de weg van liefde ; bedankt, God, omdat U liefde bent.
God, als we eerlijk zijn lopen we niet echt warm als het om geloven gaat. We hebben zoveel dat onze aandacht vraagt. En daar zijn veel dingen bij die we leuker vinden. Hobby's waarvoor we warm lopen. Vrienden voor wie we ons inzetten. Dingen waarvoor we alles overhebben. God, help ons ontdekken dat geloven meer is dan regeltjes naleven of elke zondag naar de kerk gaan. Doe ons inzien dat geloven ook boeiend kan zijn. Dat het iets is om mee bezig te zijn omdat het te maken heeft met alles en iedereen aan wie we onze aandacht geven. Geef dat we warm lopen voor een geloof dat onze inzet vraagt. Inzet voor elkaar en voor alles wat goed is. Dat vragen wij U God, voor vandaag en alle dagen. Amen.