In zijn vroege jaren was Louis Armstrong het bekendst om zijn meesterschap op kornet en trompet. Het summum van zijn trompetwerk uit zijn vroege jaren is te horen op zijn Hot Five en Hot Seven platen. Zijn op deze platen vastgelegde improvisaties van New Orleans jazz standaarden en populaire werken van die tijd zijn ook tegenwoordig nog briljant, ook in vergelijking met enig werk dat later gemaakt is. Ze zitten vol met heerlijke, geïnspireerde melodieën, creatieve sprongen en subtiele, ontspannen of gedreven ritmes. Het pure genie van deze creatieve passages wordt geëvenaard door de techniek van Armstrong die, gescherpt door constante oefening, de reikwijdte, toon en mogelijkheden van de trompet uitbreidde. Op deze platen schiep Armstrong vrijwel in zijn eentje de rol van de jazzsolist, nam hij iets dat in feite een collectieve volksmuziekvorm was en vormde deze om tot een vorm van kunst en individuele expressie die de klassieke muziek naar de kroon stak.
Naarmate zijn muziek groeide en zijn populariteit toenam, werd ook zijn zang belangrijker. Armstrong was niet de eerste die opnamen maakte van scat als zangvorm, maar hij was er wel de heer en meester van - en degene die het populair maakte. Met zijn spel en zang had hij een hit op "Heebie Jeebies" en terwijl hij "I'm A Ding Dong Daddy From Dumas" opnam, zong hij luidkeels "I done forgot the words" ("Ik ben de woorden kwijt"). Dergelijke platen werden hits en scat werd een belangrijk onderdeel van zijn optredens. Armstrong was echter al veel eerder aan het experimenteren met zijn vocale arsenaal door het strekken en inkrimpen van uitdrukkingen, het inbrengen van improvisaties, het even creatief gebruiken van zijn stem als zijn trompet.
Armstrong was eclectisch, met interesses die zich uitstrekten van de meest aardse blues tot de mierzoete arrangementen van Guy Lombardo, tot Latijns-Amerikaanse volksliedjes tot klassieke symfonieëen en opera. Armstrong bracht al deze invloeden samen in zijn optredens, waarbij hij soms fans verbijsterde en verwarde die liever hadden dat hij zich beperkte tot makkelijke, gelimiteerde categorieën.
Gedurende zijn carrière trad hij op met de grootste en belangrijkste instrumentalisten en vocalisten van de jazz en blues; onder hen waren Jimmie Rodgers, Bing Crosby, Duke Ellington, Fletcher Henderson, Bessie Smith en bovenal Ella Fitzgerald. Met Fitzgerald nam hij drie albums op: "Ella & Louis", "Ella & Louis Again" en voor Verve Records van Norman Granz de muziek van de moderne opera Porgy & Bess.
Zijn platen Satch Plays Fats -- een verzameling nummers van Fats Waller -- en Louis Armstrong Plays W.C. Handy in de jaren '50 waren wellicht de laatste van zijn echt creatieve werken, maar zelf rariteiten als Disney Songs the Satchmo Way hebben hun muzikale momenten.
Gesponsord door het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken ondernam hij een succesvolle wereldtoernee door Afrika, Europa en Azië. Tegen het einde werd hij wereldwijd aanbeden als "Ambassadeur Satch" en had hij internationaal succes met nummers als "Stardust", "What a Wonderful World", "When the Saints Go Marchin' In", "Dream a Little Dream of Me", "Ain't Misbehavin'", en "Stompin' at the Savoy". Met "Hello, Dolly" stootte hij zelfs even de Beatles van de top van de hitlijsten. Tot een paar jaar voor zijn dood hield hij een druk toerschema aan. Hoewel hij in later jaren zijn "standaardnummers" van tijd tot tijd wat mechanisch en houterig begon te spelen, kon hij soms ook de saaiste liedjes verlevendigen met een stroom aan noten die zijn band versteld deed staan.
In 1968 had Armstrong nog een laatste wereldhit met het hoogsentimentele popnummer "What A Wonderful World". Dit nummer kreeg nog een extra boost onder het wereldwijde publiek toen het in 1987 gebruikt werd in de kaskraker Good Morning, Vietnam. Na opnieuw uitgebracht te zijn voor deze film stond dit nummer wereldwijd een tijdlang nummer 1 op de hitlijsten en het is daarom waarschijnlijk het nummer dat het brede publiek van hem het beste kent. Vreemd genoeg was dit nummer er een van de 150 die radioconglomeraat Clear Channel Communications na de aanslagen op het World Trade Center in New York op 11 september 2001 aanraadde om van de radio te weren.
Armstrong is, onder de noemer vroege invloeden, opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. Een aantal van zijn solo's uit de jaren '50, zoals zijn hard rockende versie van "Saint Louis Blues" op het W. C. Hardy album tonen aan dat de invloed wederzijds was.
Reacties op bericht (0)
Over mijzelf
Ik ben Lambrechts Annie
Ik ben een vrouw en woon in Mol (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 25/10/1959 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Fitness, Tai Chi, wandelen aan zee, Breezer kunstjes leren, Standard supporter, computeren, Farmville spelen, Facebook.
RIP Molly
Overleden: Juli 2010
Uploaded with
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Over mijzelf
Ik ben Breezer, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jumper.
Ik ben een man en woon in Mol (België) en mijn beroep is Waker.
Ik ben geboren op 01/01/2009 en ben nu dus 15 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, baasje plagen, konijntje plagen en bang maken, mee naar zee gaan, bij baasje gaan zitten en samen tv kijken, baasje om eten vragen, altijd omhoog springen tegen de glazen deur als baasje thuis komt, daarom de nickname Jumper. En in de veranda en.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek