Beste blogvrienden, het rijmverhaal dat ik schreef van het dagboek van een kennis zijn voettocht naar Santiago de Compostella begint op datum van 28/03/2008.
dit verhaal wordt meegegeven aan jonge cathechisten om hen duidelijk te maken, dat welk beroep je in de toekomst ook gaat uitoefenen, het maakt niet uit, heb respect voor ieders keuze, want de één kan nooit zonder de andere:
Voel jij je ook zo aangetrokken door een bouwwerf? Zie jij ook zo graag het huis groeien? Wat ruwe stenen, een hoop zand, water en vooral veel kundigheid en inspanningen, zorgen er steeds voor dat het ene steentje netjes naast en op het andere komt. Maja is er in ieder geval gek van.Ze kan uren staan turen naar een bouwterrein. Meestal staan er hekkens omheen. Allerlei mensen zijn er druk in de weer, er wordt gemeten, gemetseld, getimmerd. Ze staat er elke dag wat naar te kijken, op weg van en naar school. En nieuwsgierig als ze is vraagt ze aan een van de bouwvakkers: Wat zijn jullie hier eigenlijk aan het bouwen? "Ik heb er geen idee van, ik ben een metselaar, ik moet alleen maar de muren afmaken, dat is mijn taak." Maja was natuurlijk niet tevreden met dit antwoord. Ze wou meer weten. Wat ben jij hier aan het bouwen?,vraagt ze aan de loodgieter en deze antwoordt;"Ik ben alleen maar gevraagd om loodgietwerk uit te voeren, je moet niet zulke moeilijke vragen stellen........ Als je het echt wil weten vraag het aan degene die mij aan het werk heeft gezet. Nieuwsgierig loopt Maja naar de chef van de bouwwerf. Wat zijn jullie hier aan het bouwen? "Dat is een moeilijke vraag. antwoordt de chef.Je kunt er verschillende meningen over hebben. Ik houd me daar niet zo mee bezig.Het gaat er bij mij alleen om dat mensen de handen uit de mouwen steken. Als ieder maar zijn ding doet. Maja vroeg zich af :"Maar als ieder alleen "ZIJN" ding doet, zal alles dan wel goed in elkaar passen ?" Maja had veel gezien op de werf. Ze had ook met veel mensen gepraat. Toen zocht ze de werfleider weer op: "Meneer, dank je dat ik hier een kijkje mocht nemen. Weet je, als ieder zijn steentje bijdraagt dan komt het voor mekaar maar toch moet er samengewerkt worden. Ik heb dat hier gezien. De metselaar kan niet zonder de loodgieter en deze kan niet zonder de elektricien. Ieder heeft zijn taak en doet zijn deel om de bouwwerf groot te maken." " Er zijn grote stenen maar zelfs het kleinste kiezeltje heeft zijn nut en veel waarde in het geheel..." uit: Jeugd cathechese
Een vader wordt te weinig in het zonnetje gezet Een vader is een kameraad maar is door zijn werk zo vaak druk bezet...
Vaders moeten vaak de ´Boeman´ spelen... Vaders worden verafgood of verguisd Vaders moeten straf uitdelen en dat vind ik erg onjuist
Vaders zijn onmisbaar voor hun kind´ren Groot en stoer en weten veel en ook al lijken ze in opvoeding vaak heel passioneel... Toch verdienen ze een grote pluim, want dat schiet er vaak bij in en het raakt te vaak in het verzuim...
Een kind krijgen met de vrouw waar je van houdt Dat is waar vader worden mee begint Je kind te eten geven en laten weten dat je van hem houdt Dat is waar vader worden mee begint Je kind geborgenheid geven en zorgen dat ie je vertrouwt Dat is waar vader worden mee begint Je kind een toekomst bieden en een zorgeloos bestaan Dat is waar vader worden mee begint Je kind helpen met een opleiding en later ook een baan Dat is waar vader worden mee begint
Van je kind oprecht te horen: "Papa jij bent mijn nummer één!" Dan is Papa opnieuw geboren
Heel veel mensen geven geld uit om 'mooi' en 'aantrekkelijk' te zijn. Probeer eens een nieuwe methode, een methode die niets kost en zeer efficiënt is: de glimlach! Deze methode begint in het hart van de mens. Het gaat hier immers niet om de kunstmatige glimlach, die wordt opgelegd om klanten te winnen. Het gaat om de glimlach, die groeit uit de diepe vrede en de innige vreugde van een goed hart. Deze glimlach maakt een ieder van ons 'mooi'! Begin elke dag met een vrolijk gezicht. Doe moeite want er is een wisselwerking tussen je gezicht en je hart. Als er zon is in je hart, krijg je een zonnig gezicht en alles verandert. Je wordt niet meer zo moe van je werk. Je geniet meer van de goede en schone kanten van het leven. Met een open en lachend gezicht zet je elke dag je huisgenoten in de zon. Je bent sterker in tegenslagen. Je mildert het lijden. Zieken worden opgemonterd, anderen krijgen nieuwe moed. Veel mensen danken hun morele redding aan een vriendelijk gezicht en een vriendelijk woord.
we zijn allemaal verschillend, maar in iedereen zit er een goede kant, en dat wordt soms wel eens vergeten....
Er zijn in de wereld vele soorten mensen: grote en kleine, mannen en vrouwen, zwarte en blanke, rijke en arme, machtige en machteloze. Al deze mensen wonen onder eenzelfde zon en in een zelfde dorp dat aarde heet. Toch worden deze mensen niet allemaal gelijk behandeld. In de grote wereld wordt de waarde van een mens meestal bepaald door de waarde van zijn bankrekening, door zijn titel, zijn stand of rang. Een arme, die economisch niet meetelt, een zieke, die op een eiland geraakt, een werkloze, die geen werk vindt, een machteloze die zich nergens kan doen gelden. Voor deze mensen heeft de grote wereld geen aandacht. Toch zijn arme, zieke, kleine en machteloze mensen soms echte parels. Ze hebben ons veel te bieden en ook veel te leren. Wij kunnen elkaar niet missen, we hebben elkaar nodig. Maar te veel mensen kruipen weg als men hen nodig heeft en komen slechts tevoorschijn als er geld zichtbaar wordt. Een goed mens is zoals de zon, sympathiek voor iedereen en hij maakt geen onderscheid zoals de zon geen onderscheid maakt. uit:" het boek der wijzen"
Als ik een vogel was, dan vloog ik sierlijk van plas tot plas, dan hield ik de mensen bij elkaar, dan vloog ik naar om het even waar, dan zong ik mijn hoogste lied, dan had ik ook nooit verdriet, dan gaf ik vrede aan alle mensen, dan deed ik de mooiste wensen, maar helaas ik kan niet vliegen en ik kan niet blijven liegen, dus zeg ik maar: dit was maar een wens, want ik ben zoals iedereen een heel gewoon mens
Je krijgt het niet zomaar, je moet het zelf maken. Je moet het bevechten, bewaren, bewaken. Het is o zo kostbaar, dus koester het goed. Je weet het, je zegt het, je voelt het: het moet! Zorg dat het niet steeds door je vingers heen glijdt, Maar neem voor jezelf af en toe even t i j d ! auteur:P.Nanan
mooi rijmverhaal met een wijze les, zit het je soms even niet mee, laat de moed niet zakken, het wordt heus weer wel okee:
HET DAPPERE VOGELTJE
Er was eens....... Een heel mooi en dapper tropisch vogeltje, haar gekleurde veertjes parmantig en fijn. zij kon de hele grote wereld aan, want zij moest en zou de sterkste zijn...
Niets bedreigde haar onbezorgd bestaan. Kwinkelerend zong ze, jolig en blij. overdag voor de zon, 's nachts voor de maan en 's middags voor haar mooie bruine ei.
Tot er op een mooie dag iets naars gebeurde, Een grote vogel, met een prachtig verenbont Jaloers haar zorgeloze leven verscheurde haar mooie pluimen vlogen in het rond
Die staan je niet, zei hij, terwijl hij plukte en gooide alles in de vieze modder neer, dacht je werkelijk dat mij zoiets verrukte, kom nou toch, hup, daar ging de laatste veer.
Zo, dat is dat, dag kale kip, lachend vloog hij heen haar verlatend met een leeg en warrig verstand en zonder veertjes, helemaal `vel over been' snikkend en tranend kroop ze door het vuile zand
Ze was wanhopig...., en wilde niet meer verder leven niet sterk meer, maar zielig, klein en zwak Ze groeien wel weer aan, dat duurt maar even, zei een oude raaf vanaf een dikke tak
Kop op meisje, het kost een beetje tijd, maar als je een paar weekjes wacht en niet toegeeft aan je depressiviteit, dan heb je een nog veel mooiere verenpracht."
Door haar tranen heen, de ogen vol van hoop Is het eerlijk waar wat U daar zegt, dat ik dan niet meer in mijn blootje loop? dan is het waard dat ik er voor vecht.
En inderdaad een paar weekjes later Zag de oude raaf tot zijn tevredenheid het kleine vogeltje, met veel geschater weer vliegen met veel bevlogenheid...
dit prachtige verhaal kreeg ik doorgestuurd via pps maar wordt ook gebruikt als lezing bij jeugddiensten:
Op zekere dag ontving ik een brief van mijn vriend die mij uitnodigde voor een vergadering Hij was de week ervoor geweest, schreef hij, en raadde mij aan dit ook eens mee te maken. Op de afgesproken dag vertrok ik. Maar groot was mijn verwondering: de plaats van afspraak was een open veld. Geen huis, geen zaal, geen stoel of bank te zien. Bovendien was ik daar heel alleen. Geen enkele andere luisteraar of zelfs spreker kwam opdagen. Eigenaardig! Had ik mij dan vergist in dag, plaats of uur? Het was nu al voor de derde maal dat ik de uitnodiging woord voor woord herlas. Straat, plaats, dag en uur: alles klopte. Was dit weer één van die eigenaardige bevliegingen van mijn vriend? Ik begreep er niets van. Gelukkig was het een prachtige, warme zomerdag en maakte ik van de nood een deugd. Op mijn rug in het warme gras keek ik naar de schaarse avondwolkjes, die zich schijnbaar haastten om nog voor het donker thuis te zijn. Enkel het geruis van duizenden verse eikenbladeren vulde de eeuwenoude stilte die op deze plaats woonde. Het was een stilte die ik nog nooit ervaren had. Je kon haar zien en voelen. Als je luisterde, kon je haar zelfs horen. Hoelang ik daar lag, wist ik niet. In ieder geval was het al donker geworden en zag ik mezelf niet meer. Het was een onbeschrijfelijk gevoel. Ik voelde geen grens meer tussen mezelf en de stilte, tussen mezelf en de nacht. Het was alsof ik zelf dat gras, die warmte, de wind, het leven en de nacht was. Plotseling zag ik alles zoveel bewuster, ruimer en dieper. En in een fractie van een seconde begreep ik ook deze uitnodiging van mijn vriend. De titel van de vergadering was immers: " Als de stilte spreekt, weet dan dat je niet alleen bent. "
ieder mens leeft met zijn eigen dromen, en hoopt dat ze ooit uit zullen komen:
Ik droom van een wereld... waar het goed is om in te wonen. Waar geen tegenstelling meer is tussen noord en zuid, tussen west en oost. Waar verschil tussen arm en rijk is verdwenen. Waar zwart en blank, rood en geel elkaar de hand zullen geven.
Ik droom van een wereld... waar het goed is om te wonen. Waar geen tegenstelling meer is tussen natuur en mens. Waar geen milieuschandalen meer zijn. Waar mens en dier elkaar niet naar het leven staan. Waar de aarde en de mens elkaar de hand zullen geven.
Ik droom van een wereld... waar het goed is om te wonen. Waar geen oorlog en haat meer zijn. Waar mensen elkaar niet naar het leven staan. Waar mensen als broeders en zussen door het leven gaan. Waar mensen elkaar de hand zullen geven.
Wat een droom...
bron: voorgelezen tijdens de Vormselviering in onze parochie
mooi gedicht dat aantoont hoe een simpel woord soms kan leiden tot een goede daad:
Een woord is o, zo gauw gezegd, maar denk: waar komt dat woord terecht? 't is als een klein onooglijk zaad dat stil verborgen wegen gaat.
Een woord van goedheid of venijn, 't maakt mensen groot of ... kraakt ze klein, 't kan zijn een woord dat stil vergeeft, waardoor een mens opnieuw weer leeft.
Soms is het woord een goede raad, ofwel een striem die mensen slaat, per telefoon een lieve groet, die de eenzaamheid verdwijnen doet.
Een woord kan zijn als een gebed, dat nieuwe wegen openzet, een brug voor 't hart dat lijdt, zo'n woord dat overstijgt de tijd.
Hoe kostbaar is de taal, het woord de ene spreekt, ... de ander hoort ... Laat ons luisteren en verstaan, en maak ons woord tot kostbaar graan.
geniet van dit verhaal en besef dat we allemaal mensen zijn,ieder met een eigen karakter,maar probeer de scherpe kantjes zo veel mogelijk af te zwakken:
Er waren eens twee ijsblokken. Tussen hen was een koele verhouding, wat begrijpelijk was. De ene dacht: Waarom komt die andere niet dichter bij mij? " Maar de ijsblok kon niet gaan of komen. Toen dacht de ene: Als de andere ontdooit, dan ontdooi ik ook ". Maar vermits de ijsblok niet uit zichzelf ontdooide, ontdooide geen van beiden.
Zo gebeurde het dat niemand naar hen toekwam en ieder nog meer verijsde in zichzelf. Na maanden -of was het jaren ontdekte de ene ijsblok op een middag, toen de zon straalde, dat hij kon smelten en hij zag dat hij vervloeide tot water, en dat hij toch zichzelf nog was. Ook die andere deed die wonderlijke ontdekking.
Langs alledaagse greppels vloeiden ze naar elkaar toe. Ze ontmoetten elkaar. Ze proefden elkaars koude nog wel, maar ook elkaars kleinheid en goede wil, en elkaars nood en die van anderen. Ze vonden dat ze elkaar nodig hadden, en één moesten blijven.
Toen kwam er een kind, en dan nog één, en andere kinderen, en die lieten kleine scheepjes varen op dat grote, sterke water. Ze hoorden dat de kinderen blij waren. En die vreugde scheen als een zon in het water.
Mensen... stukjes ijs voor elkander, met snijdende hoeken en randen. Toch is het voldoende dat de zon op hen schijnt om de scherpheid te doen verdwijnen.
Een meisje vond een spiegeltje in het zand van de woestijn. Ze keek erin en zag een meisje. Ze stak haar tong uit, dat meisje ook. Ze lachte, het meisje lachte terug. Toen begreep ze dat zij het zelf was. Wonderlijk. Ze werd er stil van. Lang keek ze naar haar eigen gezicht. Twee ogen, zei ze. Twee oren. En toch maar één tong? Moeder, moeder, riep ze, Waarom twee ogen en twee oren? Om scherp te kunnen zien en horen, zei moeder. Maar waarom maar één mond? Dat wist moeder niet en vader evenmin. Ga naar de wijze in het dorp, zeiden ze. En die vertelde: De mens heeft twee oren en toch maar één mond om twee keer zoveel te luisteren dan te spreken....
dit mooie verhaal werd voorgelezen tijdens de Vormselviering in onze parochie:
Heb je ooit een touw van dichtbij bekeken? Van jute, kokos, raffia, of wat dan ook. Uiteengerafeld stelt het niets voor. Wat frêle draadjes ineengestrengeld.
En toch, vele kleintjes maken één groot. Vele dunne strengen maken een sterk touw. De kracht van het touw zit hem juist in het ineenstrengelen. Gevlochten touw valt niet vlug te verbreken.
Bij het aanmeren gooien scheepslui hun touw aan de kade. Een anker alleen kan het niet redden. Het robuuste touw belet de boot bij stormwind een zwalpend schip te worden. Bergbeklimmers rekenen op de vastheid van het touw en op de juiste knopen. Hun leven hangt er letterlijk mee aan een draad.
Wellicht daarom dat "inzet", "samenhorigheid" en "het voor mekaar opnemen" spreekwoordelijk "in het getouw zijn" wordt genoemd...
mooi verhaal dat tot nadenken stemt: gekregen via pps
Op een avond zaten de eekhoorn en de mier naast mekaar op de bovenste tak van de beuk. Het was warm en stil, ze keken naar de toppen van de bomen en naar de sterren. 'Ik ga deze avond bewaren ' zei de mier. 'Vind je dat goed?' De eekhoorn keek hem verbaasd aan. De mier haalde een klein wit doosje te voorschijn. ' Hier zit ook al de verjaardag van de lijster in ', zei hij. ' De verjaardag van de lijster.' vroeg de eekhoorn. 'Ja', zei de mier en hij pakte de verjaardag die zij zich konden herinneren. De mier stopte hem weer in het doosje. 'Daar stop ik deze avond ook bij', zei hij. Er zit al hel veel in.' Hij deed het doosje dicht, groette de eekhoorn en ging naar huis...
Probeer je eigen fijne momenten ook te bewaren in zo'n ' wit doosje ', om ze af en toe uit het doosje te halen en de warme vriendschap, de behulpzaamheid, de luisterbereidheid, de stiptheid, de gezellige babbels en nog zoveel andere fijne dingen die je reeds mocht beleven, opnieuw te ervaren. En om dan het doosje ook weer dicht te doen, naar huis te gaan en.... te weten dat je al deze fijne herinneringen allemaal meedraagt in je hart.. ...
Iedere dag heeft zijn eigen kleur. Iedere dag groeit naar een geheel, dat onvervangbaar in ons verweven ligt. Geen dag zonder vreugde of zonder verdriet, geen schaduw zonder licht.
Zo schuiven de kruimels van de dag in de schaal van de avond: blaadjes uit een zonnebloem, een doorn in je pink, een traan overgebleven van een harde slag, een half woord dat echt goed deed, een harde korst die nog niet verteerd is.
Iedere dag heeft zijn kruimels. Je kan ze bijeenpotten, optasten. Je kan ze 's avonds uitstrooien voor de laatste vogels, en morgen weer blij opnieuw beginnen, hopend dat je meer kan geven...
Geef mij een lach, geef mij wat zonneschijn, geef mij een beetje levensvreugd. Geef mij een lach, geef mij wat zonneschijn. Het doet een mens zo heerlijk deugd...
we beseffen soms niet hoe sterk een mens wel kan zijn :
Kijk naar de stroom die zich een weg baant Door het land, door akkers, dorpen heen Zijn bron is ergens ver ontsprongen. Het gaat zijn weg en niemand weet waarheen. Zo vloeit er ook een stroom vol leven, in elke mens ,in jou en mij Een droom die speelt, je doet bewegen, je weerbaar maakt, oneindig echt en vrij.
't Is een kracht die je doet leven, 't is de kracht die je diep voelt 't Is de wil, die je doet groeien, zodat je sterk staat en nooit ondergaat ook in jou leeft zo een kracht,
Zoals de stroom steeds weer zijn weg herneemt, voel je elke dag een beetje meer, Wie je wel bent, wat 't leven met je voorheeft Je leert vertrouwen, hopend altijd weer. Zo deinen wij, zacht ingenomen in de kring van iemands adem mee. Je deelt zo stil, elkanders pijn en dromen met zo een liefde ,eindeloos als de zee.
't Is de kracht die je zo lief maakt. Heel teder broos en echt. zodat je sterk staat en niet ondergaat. Ook in jou leeft zo een kracht.
Wie alleen loopt raakt de weg kwijt. Alleen uit de gemeenschap komt de wijsheid. Eén hand alleen kan geen touw om een bundel knopen.
Wie alleen loopt raakt de weg kwijt. Wie alleen valt heeft niemand die haar hoort.
Wie alleen loopt gaat zwaar gebukt onder haar last, niemand deelt haar vreugde of verdriet.
Wie alleen loopt raakt de weg kwijt. Twee voeten heeft ze slechts en maar twee armen. Ze heeft slechts twee ogen. Maar in de gemeenschap heeft ieder duizend handen, heeft ieder duizend voeten, loopt niemand ooit alleen....
en we kunnen er zelf heel veel aan doen om soms maar een stukje van die droom te laten uitkomen:
Alle mensen dromen van een dag dat zij vrede vinden in hun hart. Zoals een kind zijn vreugde vindt in al het moois en goeds dat hem omringt. Zo wil ik blij, gelukkig zijn, zo zou ik heel mijn leven willen zijn.
Alle mensen hopen op een dag, dat er iemand is die op je wacht. In ieder mens, een stille wens al roepend vragen om een medemens, die jou ziet staan en jou verstaat, die luisterend jouw pijn en vreugde draagt.