*
Museum Ons' Lieve Heer op Solder is een voormalige schuilkerk, gelegen in de binnenstad van Amsterdam, op de hoek van de Oudezijds Voorburgwal en de Heintje Hoekssteeg. Het pand staat in de Top 100 der Nederlandse UNESCO-monumenten.
Deze kerk is ontstaan in de tijd na de Reformatie, toen katholieken geen openbare kerkdiensten meer mochten houden. Evenals vroeger de nabijgelegen Oude Kerk was deze schuilkerk aan Sint Nicolaas gewijd, maar stond bekend onder de namen Het Haantje en Het Hert. De naam Ons' Lieve Heer op Solder dateert uit de 19e eeuw. De schuilkerk heeft meer dan twee eeuwen dienst gedaan totdat de grote nieuwe St. Nicolaaskerk tegenover het Centraal Station het verving. In 1888 is het toen als museum ingericht.
Oudezijds Voorburgwal 40 lijkt een gewoon grachtenhuis. Het is een vier ramen breed woonhuis met een stoep en een gedeeltelijk houten onderpui met puibalk. Aan de puibalk kunnen we zien dat het pand 17e eeuws is; het dateert uit ±1630. De topgevel is in de 18e eeuw versoberd van een classicistische halsgevel in een tuitgevel. Bijzonder is dat zich aan de voorgevel geen hijsbalk bevindt. Aan de zijgevel, in de Heintje Hoeksteeg, vinden we een hijsinstallatie die vaak bij pakhuizen wordt toegepast: een windkast. In de steeg valt op hoe diep het pand is.
Het huis werd in 1661 gekocht door kousenkoopman Jan Hartman. Hij liet het verbouwen en uit deze periode dateert het fraaie interieur. Het pand staat in de eerste plaats bekend om zijn zolderkerk, gebouwd over de volle diepte van de zolders van het huis aan de Oudezijds Voorburgwal en het daarachter gelegen huisje in de Heintje Hoeksteeg. In de zolder van het woonhuis is een rooms-katholieke kerk gebouwd. De kerkgangers kwamen binnen via een ingang aan het naast het pand gelegen steegje. In de 18e eeuw was de schuilkerk al te klein. Ludovicus Josephus Reyniers, de pastoor van schuilkerk 'Het Hert', kocht daarom op 16 juni 1725 Vredenburgh, aan de overkant van de Oudezijds Voorburgwal, met het doel het te slopen en er daar een nieuwe, grotere schuilkerk te vestigen. Een paar dagen vóór de aankoop kreeg het bestuur van de Hervormde Kerk lucht van de transactie. Men lichtte de vroedschap in. Dat stak op 21 juni 1725 een stokje voor de plannen.
|