Slowakije: zigeuners, natuur en behuizing
Met de moed der wanhoop zijn we uit Wielepole in Polen vertrokken. Het was bitterkoud, er woei een felle wind en een dik pak grijze wolken kondigde niet veel goeds aan. Maar ja, de tijd loopt en we moeten ons programma afgewerkt krijgen.
Onze nieuwe bestemming, Slowakije, spreekt me meer aan dan het zojuist bezochte land. En inderdaad
hoe dichter bij de Slowaakse grens hoe mooier het landschap. We naderen de Hoge Tatra en de Karpaten steken fier hun met verse sneeuw bedekte hoge toppen uit. Weliswaar, zien we ze niet tot boven want intussen is het nog amper 5°en grijs en donker weer. Jammer, jammer, drievoud jammer. Het landschap oogt hier zo mooi en dat we dat niet met zon te zien krijgen. Intussen is het in ons Belgenlandje goed aan het zomeren en wij bibberen hier uit ons vel. Nochtans, wanneer de lucht ook maar eventjes uitklaart is het van kijk, wat een natuur! Laat ons hopen dat het morgen klaarder en droog is en dat we erop uit kunnen trekken.
De eerste indruk van dat nieuwe land is dat de natuur veel indrukwekkender en lieflijker is dan die van Polen maar de bevolking haal wat armer. In Polen waren er streken waaraan we niet meer konden zien dat ze in heropstanding zijn maar daar moeten we hier ver naar zoeken. Sommige dorpen bestaan nog louter en alleen uit die vermaarde woonkazernes van uit de tijd van het communistische regime. De mensen wonen er als in een sardienenblikje en alles is grauw, grijs en onverzorgd. Andere dorpen bestaan uit piepkleine huisjes, amper uit 2 of 3 woonplaatsen en daar leven ze dan met hun gans gezin in. Aan de stoeprand zijn heel diepe groeven waar op de plaats van elke voordeur een plank of enkele stenen overgelegd zijn om de toegang tot de woonst toe te laten. Die diepe groeven, gevaarlijk om er met een autowiel in terecht te komen, dienen dan als waterafvoer of om hun eigen afvalwater in weg te gieten. Ik ben echt geschokt wanneer ik hier nog die grote armoede zie en had niet verwacht dat het nog zo erg was. Hoe het in de grote steden gesteld is, weet ik nog niet want daar zijn we nog niet geweest.
Wat de bevolking betreft valt er dadelijk één groot feit op, de zigeuners zijn hier nog duidelijk in het straatbeeld aanwezig. Ongeveer 1,7% van de bevolking bestaat uit Romazigeuners en ik was geschokt bij het zien van de sloppenwijken waarin ze gedropt zijn, alweer nog een overblijfsel van datzelfde communistische regime. Die sloppenwijken zag ik ook in Zuid-Afrika en deze hier kunnen er zeer goed mee vergeleken worden. Enkele konijnenhokken uit gegolfde plaat moeten dienst doen als woning. Daarrond een smerige troep, te vies om naar te kijken, laat staan erin te wonen. Hun uiterlijk is al even onverzorgd als hun woning en we blijven op onze hoede voor hun gekende kleine criminaliteit. Het moet voor een volk dat een nomadisch bestaan leidde vreselijk geweest zijn om in zulk een getto opgesloten te worden.
Wie er niet in het straatbeeld verschijnt, zijn de mannen van de wet. In Polen zagen we die dagelijks maar hier bestaan ze amper vandaar ook dat de criminaliteit hier groeit. Laat ons hopen dat de regering daar verandering in brengt want het land is te mooi om door een nonchalance optreden de toeristen buiten te houden.
Brrr 3,5°: bij het ontwaken; bitter koud maar een mooi blauwe lucht. We hebben er hoop op, er zit verbetering in het weer. Komen we uit ons bed of wachten we nog op wat zonnestralen? Een moeilijke keuze maar vermits we voor vandaag een goed gevuld programma hebben is de keuze vlug gemaakt. Opstaan mensen, het is tijd. Al bibberend maken we ons klaar en rond half tien vertrekken we voor een deugddoende trip van 3km om Levoca te bezoeken.
Zoals de meeste steden in Slowakije heeft het stadje een prachtig marktplein. We wandelen de stadspoort door en we ontwaren een verrukkelijk middeleeuws plein omzoomd met aardige kleine burgerhuizen. De gevels zijn gedecoreerd met sgraffito en kunstig bewerkt. Elke gevel kreeg een ander kleurtje en het uitzicht is onvoorstelbaar. Maar mij kennende wil ik ook de rest van de stad zien en dan zien we de keerzijde van de medaille. De woonkazernes, bewoond door de marginalen uit de maatschappij, staan er troosteloos bij. Ook de piepkleine huisjes waar de cement van de gevels valt en bewoond zijn door zigeuners of andere mensen die het moeilijk hebben in de maatschappij laten een trieste indruk achter. En, zoals het meestal het geval is, hoe armer de bevolking hoe meer aan de drank. Verscholen in kleine hoekjes of verlaten straten staan de mannen, elk met een fles wodka van anderhalve liter in hun handen, al te drinken. Van in de voormiddag lopen ze er soms al ladderzat bij. Zoeken ze dan echt hun troost in de drank? Waarom kunnen die zigeuners zich niet aanpassen en werk zoeken in plaats van te drinken? Dat blijven voor mij onopgeloste zaken.
Na de middag hebben we op aanraden van een bewoner, een wandeling gemaakt in het Slowaaks paradijs dit is de regio net onder de Hoge Tatra en zijn grote broer zeker waard. De bergen zijn niet zo hoog maar de zichten die we te verwerken krijgen zijn zo lieflijk en de panoramas zo onbeschrijflijk dat we volop genoten. Het weer is intussen zeer aangenaam geworden en voldaan kijken we terug op een eerste dag schitterend lenteweer, ideaal om te wandelen en dat deden we ook. De 20 km die we afgelegd hebben waren meer dan welkom.
Vanmorgen is het minder koud maar er drijven gevaarlijke wolken binnen. Is het mooi weer al over? We zien wel. Op het programma staat het bezoek van een burcht door de Unesco op de lijst van Werelderfgoed gezet en zeker waard om gezien te worden? Nadien rijden we richting Hoge Tatra en we hopen er morgen een mooie bergtocht te kunnen ondernemen. Is intussen onmogelijk wegens overvloedige regenval.
|