Nog niet lang thuis maar de plannen waren reeds gesmeed. We keren terug naar Spanje en in het bijzonder naar de Riojastreek. Neen, niet om te pintelieren maar alweer voor die taal. Ik heb me nl ingeschreven in een tweeweekse conversatiecursus in Santo Domingo de la Calzada. De tweestrijd is groot geweest; doe ik het of doe ik het niet? Op aanraden van verschillende mensen heb ik dan maar de knoop doorgehakt en eind deze week vertrekken Wim en ik opnieuw, richting Spanje. Dagelijks zullen ze daar aan mij veel werk hebben om me gedurende drie uur per dag te doen praten maar ik ga ervoor. Diegenen die mij kennen weten dat ik geen schuchter type ben maar om dat Spaans onder de knie te krijgen mag het ook niet; fouten maken of niet, praten moet ik en zal ik hopelijk doen.
Graag hou ik jullie op de hoogte dus de volgende weken toch maar even de blog openen om te zien of er nog niets verschenen is en misschien.... in het Spaans!
Niet te geloven, alweer een staalblauwe hemel, geen wolkje aan de lucht maar slechts 5°! Maar, zo denken we, eens de zon wat hoger zal staan zal hopelijk de temperatuur ook stijgen.
Vandaag blijven we nog een laatste dag in de Spaanse Pyreneeën om die wat verder uit te kammen. We verplaatsen ons meer noordwaarts en plannen daar een wandeling. Weliswaar geen te lange omdat we zinnens zijn om ook de Franse Pyreneeën eens aan te doen. En, nadat we ons oog op de wegenkaart laten vallen hebben, is het duidelijk dat het geen klein bier zal zijn om tot daar te geraken.
De rit is voor de chauffeur zeer zwaar. Slechts 200 km moet hij overbruggen maar er is alweer geen stuk recht in. Over de Col dAubisque rijden we naar de Col de Soulor om nadien over een even kronkelige weg tot in Gavarnie te rijden. Voor de wielerfanaten klinken die namen als liederen in de oren!
De natuur was ontegensprekelijk grandioos. Jammer dat er zo weinig stopplaatsen waren om alles op papier vast te leggen. Grandioos is één woord en beangstigend is een andere zaak. Een steil bergpad dat op en neer gaat, zonder vangrails aan de kant en op sommige plaatsen slechts de breedte van één wagen. Maar omdat ik gewoon niet uitgekeken geraak op de natuur is er bij mij van angst niets te merken. Wat moeten die renners van de Ronde van Frankrijk sterke benen en een enorm uithoudingsvermogen hebben om zulk een rit aan te kunnen. En niet alleen die renners maar ook de talrijke anderen die hijgend en puffend hetzelfde willen herhalen, en dat zijn er velen. Fier komen ze dan boven aan en allen willen ze een foto met het plaatje van de Col dAubisque. En fier mogen ze zijn want het is een ganse prestatie. Jammer dat we tijdens de klim in de wolken kwamen en dat er daardoor zoveel moois verloren is gegaan.
De afdaling verliep zonder problemen en het vervolg van de weg was even spectaculair. Moe en vrij laat zijn we in Gavarnie aangekomen maar toch zijn we blij van doorgezet te hebben. Voor morgen wordt er stralend weer voorspeld en we zouden graag een prachtige wandeling maken in het hooggebergte.
Lourdes
We zijn er niet geweest maar mijn patroonheilige, Bernadette van Soubirous, moet zeker op haar twee blote knieën achter zon gevraagd hebben aan Onze Lieve-Vrouw terwijl wij hier met vakantie zijn. Want dat is het. Een staalblauwe, wolkenloze hemel, de wind die gaan vallen is en een aangename temperatuur om in te wandelen. Wat moet een mens meer hebben.
Cirque de Gavarnie, voor velen waarschijnlijk geen ijdel woord, staat vandaag op het programma. Neen, niet per ezel of ook niet te paard maar op onze eigen paardenkracht hebben we de wandeling afgewerkt. En wat voor een wandeling. Mijn woordenschat is te arm om alles te beschrijven wat we gezien hebben. Steile bergwanden, geërodeerde bergtoppen in allerlei vormen, maten en kleuren bedekt met sneeuw, een waterval van 423 meter hoog die haar water met volle kracht naar beneden laat schuimen, talloze andere watervallen, weiden doorspekt met kabbelende beekjes en kolkende rivieren met kristalhelder water, een ongekende bloemenpracht, de vogeltjes die voor ons een lenteconcert brachten van hun mooiste melodieën, piepkleine paarse vlindertjes die massaal rond het water fladderen, andere vlinders die onze benen een zalig plekje vinden om van de zon te genieten, af en toe onder ons een helikopter die naar onze toestand komt kijken en daarbij de stilte! Een stilte die we in het dichtbevolkte België niet kennen maar die we telkens we een bergtocht doen terugvinden. Er is maar één woord voor:ZALIG!
Morgen is het onze laatste dag voor we de terugtocht afblazen en ze voorspellen nog warmer dan vandaag. Hebben we deze maand wel wat pech gehad met het weer, de dagen in de Pyreneeën maken alles goed en we eindigen in schoonheid.
Waarschijnlijk is dit de laatste aflevering van deze reis. Over enkele weken volgt er hoogwaarschijnlijk iets anders
Dank aan al de trouwe lezers die onze reis mee gevolgd hebben.
Het thema van de dag. Al van bij het ochtendgloren vechten we tegen een zotte en koude wind. Tegen30 km/uur vliegt hij ons om de oren en dat kan tellen!
Vandaag hebben we de afstand overbrugd van onze overnachtingsplek naar de Spaanse Pyreneeën. Het heuvelend parcours vertoonde zich weer in zijn zondagse uitrusting met een regenboog aan kleuren maar daarbij steeds die gekke wind. De chauffeur moet niet alleen zijn ogen op de baan gericht houden maar ook zorgen dat hij zijn Jerommekes spieren gebruikt om ons vehikel in goede banen te leiden. Honderdvijftig km hebben we zo afgelegd en dan begon de klim naar Torla, een uitvalsbasis om bergwandelingen te maken. Alweer een superroute van amper twee wagens breed en bochtig zoals wij dat kennen van op La palma. Geen honderd meter rechtdoor en constant op en neer lopend. In slaap vallen achter het stuur staat niet op de agenda. Twee tunnels van in de jaren stilletjes, zeg maar een nauwe konijnenpijp moeten we met onze camper door in de hoop dat er geen tegenliggers komen want dan is het de macht van de sterkste of wie van de twee is er bereid om terug achterwaarts uit te tunnel te rijden. Gelukkig is het nog geen hoogseizoen en verloopt alles vlotjes.
Torla zelf is een bergdorp van waaruit er kan gestapt worden maar toeristische dienst is nog niet geopend want het is nog te vroeg op het seizoen. De info van het Nationaal Park van de Ordessa is wel bereikbaar. We worden er zeer vriendelijk onthaald maar wandelkaarten zijn er niet voorradig. Ook in de weinige winkels geen kaart te bemachtigen. We zullen het dan moeten stellen met een zeer summier plannetje waar enkele tochten op staan. En maar hopen dat we niet verdwalen.
Vermits het een zonnige dag is hebben we al een wandeling uitgeprobeerd. Gelukkig staan er langsheen het parcours hier en daar wat aanwijzingen zodat we op het rechte pad blijven. We volgen de loop van een woeste rivier met heel zuiver turkooiskleurig water. Zolang we tussen de bomen lopen, geen enkel probleem. Maar eens op een open vlakte zouden een paar zandzakjes aan de voeten wonderen kunnen doen. In elk geval hebben we terug het gevoel van bergwan delen en daar snakten we naar!
Nadien vinden we een bar met een zonnig binnenkoertje waar we een lekker plaatselijk wijntje degusteren. Voldaan keren we terug naar de camper, nog steeds vechtend tegen mijnheer de wind.
Morgen staat er een langere wandeling op het programma en we hopen dat de wind toch zijn slechtste kanten uitgewerkt heeft en ons een meer rustige dag gunt.
Water
Ons volgende thema.
Langs een smal bergpad waarop er maximum 30 km/uur mag gereden worden rijden we naar het startpunt van onze wandeldag. Het moet blijkbaar een gekende route zijn want we staan er zeker niet alleen. Wat moet dat in hoogseizoen zijn wanneer nu de parkingplaats al bijna volzet is!
Volgens de lieve mevrouw van het infobureau van het Nationaal Park moeten we zeker de wandeling met de watervallen doen. Die zou zeer mooi zijn. Gehoorzaam als we zijn beginnen we eraan en we beklagen het ons niet. Wel is het zo dat we eerst gedurende twee uur doorheen een dicht bos moeten maar eens daaruit gaat er een andere wereld open. We zijn in het hooggebergte met al zijn superlatieven. Een amfitheater van bergen rondom ons; enkelen besneeuwd en anderen al getooid in een lentekleedje. Watervallen zonder weerga, grote en kleine, allen met een andere naam maar de indrukwekkendste is wel de Cola de caballo of de paardenstraat. Het water kletst naar beneden met een kracht waar ik niet graag zou in terecht komen. Wit schuim spuit in het rond en we krijgen dadelijk een flinke opfrisbeurt. Ik geraak er niet op uitgekeken en besef maar al tegoed wat een vernietigende kracht dat water wel moet hebben.
De weiden staan vol jong leven. Kalfjes koesteren zich bij hun mama en deze wijkt geen meter van haar kalfje. De bloempjes zijn blij eindelijk wat zon te hebben en spreiden hun blaadjes maximaal om van dat zonlicht te kunnen genieten. Akeleien, grote malse dotterbloemen, vingerhoedskruid en tal van andere bloempjes in alle maten en kleuren tooien het jonge gras met hun schilderspalet. Blauw, indigo, roze, rood, geel, oranje en alle kleuren er tussenin vinden we in deze wondermooie natuur terug. Overal in het rond beekjes met turkooisblauw water die zich op enkele plaatsen verzamelen tot grote bruisende rivieren. Kijk ik dan even omhoog en daar zie ik dan een staalblauwe hemel zonder een wolkje. Dat hebben we van onze ganse reis nog niet meegemaakt. Kortom; het is een schitterende dag en ik hoop dat we deze week nog zulke dagen krijgen. Het is immers onze laatste week en wie weet welk weer wacht er ons in de thuishaven!
Vandaag de laatste schooldag voor de Spaanse jeugd. Wat krijgen die een lange vakantie; vanaf nu tot midden september. Of de ouders daarmee gelukkig zijn is een andere zaak want er moet steeds voor opvang gezorgd worden voor hun kroost. Maar op dat vlak doet dit land het hier niet slecht. Evenals in België zijn ze hier een week voor het begin van de vakantie klaar met hun examens maar de kinderen zijn verplicht dagelijks op school aanwezig te zijn, tot de laatste schooldag. Vandaar dat wij de laatste week massas schoolgaande jeugd op uitstap ontmoet hebben. En waar die waren was de rust verdwenen. Tetterend en joelend met hun zuiders temperament dat het bijna onhoudbaar was, gingen ze op stap. Maar ze waren blijkbaar zeer gelukkig en de lol hoort er dan natuurlijk bij. Deze laatste week is er hier blijkbaar dagelijks een andere schoolactiviteit voorzien en de ouders hebben geen depanageproblemen voor hun jeugd.
Jawel, de nieuwe dag kondigt zich alweer aan met een blauwe hemel en niet teveel wind. We rijden verder richting Riojastreek. Het is daar dat ik over een maand een conversatiecursus Spaans ga volgen en we zouden graag eens ter plaatse gaan kijken hoe dit gebied zich aankondigt. Want na een voormiddag cursus is er telkens een namiddagactiviteit voorzien waaraan de partners ook mogen deelnemen. Wim is dus even benieuwd als ik om te weten wat ons te wachten staat.
De weg naar Santo Domingo de la Calzada verloopt niet anders dan de vorige dagen. Alweer die woordeloze ritten met een erwt in de broek. We doorkruisen zeer ruwe kloven en woeste gebergten. Tegenliggers zijn er nauwelijks. Maar, dat weer! Waar we vanochtend met 17° gestart zijn, blijven er nu nog 11° van over. Laat ons hopen dat, wanneer we eenmaal uit de bergstreek zijn, de temperatuur terug normale waarden aanneemt. We krijgen wel nog een bui over ons maar dat went en straks is dat al vergeten. We passeren oeroude dorpjes waar het leven heeft stil gestaan. Middeleeuwse toestanden en prachtige burchten op de heuveltop met een verwijzing naar het verleden.
Hoe dichter we Sto Domingo naderen hoe meer wijnvelden er in het landschap te zien zijn. Het is niet voor niets dat deze streek DE wijnstreek van Spanje is; een prachtig heuvelend landschap met een regenboog aan pasteltinten. Ik geraak er niet op uitgekeken.
In de late namiddag zijn we ter plekke en de 18°C staan ons al iets meer aan; nog niet echt zomerse waarden maar toch al draaglijker. Het oude stadsgedeelte is betoverend en ik maak zelfs al kennis met één van de profs. Het is hier echt fijn en we kijken er beiden naar uit om hier die 14 dagen samen door te brengen, hopelijk met beter weer.
Pelgrims!
Vermits Sto Domingo één van de routes is van de Camino naar Santiago de Compostela en we hier nu toch zijn, profiteren we ervan om heel devoot ook een deel van de route te stappen.
Rond negen uur vertrekken we onder een flauw zonnetje maar zijn zeer tevreden met dat weerbeeld. Het is immers droog en niet TE koud. Om de weg te vinden, geen probleem! We hoeven alleen de talrijk aangebrachte schelpen te zoeken en kunnen onmogelijk verloren lopen; vergulde schelpen op lage betonnen paaltjes met een steen bovenop of hogere markeringen eveneens met een gele schelp en een pijl die de richting aangeeft.
Eens het dorp uit belanden we in volle natuur. Heuvelende landschappen met een afwisseling van kleuren en de graanhalmen die weiden vormen als wiegende zeeën door de felle wind. Net een prent uit een boekje. Aanvankelijk zijn we nog alleen maar naargelang het uur vordert ontmoeten we meer en meer boetedoeners, maar dan echte. Wij stappen vandaag wel 19 km maar dat is maar een klein gedeelte van de verre reis. De echten zien er heel wat meer vermoeid uit dan wij. De ene heeft een ferme stap en de andere zijn tred bestempel ik maar als zich voortbewegen ten koste van alles. Voetje voor voetje, hijgend en hopend dat hij zijn volgende stopplaats zal bereiken. Alle middelen zijn goed om boete te doen; te voet zonder bepakking of te voet met zware bepakking en daarbij soms nog een tent en toebehoren meesleurend. Anderen spelen het slimmer en hebben hun paard bij. Dat dier mag de lasten dragen en de pelgrim loopt er rustig naast. Ook de wielerfanaten kleuren hier ook weer de route. Zij leggen eveneens die paar duizend kilometer af maar dan op twee wielen. Iedereen heeft zo zijn eigen manier en zal daartoe wel een reden hebben.
Na drie uur flink doorstappen zijn wij terug op onze bestemming. Fier kunnen we zeggen dat we een deeltje van de camino gelopen hebben maar tegenover diegenen die het ganse parcours afwerken zijn wij maar zeer zeer klein en schamen we ons dood dat we er niet meer van meegenomen hebben. Maar iedereen heeft zo zijn eigen motivatie!
Nadien verplaatsen we ons dan richting Pyreneeën. De wind waait als gek en Wim moet het stuur hevig in handen houden en steeds bijtrekken of we belanden in de gracht. Het landschap is alweer anders en subliem. Woorden schieten tekort om het te beschrijven maar wij hebben het duidelijk in ons klein hoofdje geprent. Op een 150 km voor het woeste berglandschap stoppen we voor de nacht. Een dorpje hoog op een heuvel gelegen trekt onze aandacht. Op het dorpsplein, dat er zeer vredig bij ligt, kiezen we ons een plaatsje met zicht op de omringende bergen en de heuvels gevuld met wijnranken. Gestoord zullen we hier zeker niet worden en van ochtendlawaai zal hier evenmin sprake zijn. We zullen lekker kunnen dromen van al het moois dat we al meegemaakt hebben.
Bij het ontwaken alweer
die twijfels over het weer. Het ziet er niet zo slecht uit maar goed
is anders. En inderdaad, na een uurtje is het weer van hetzelfde
laken een pak. De hemel trekt dicht, de koude wind blaast ons om de
oren en af en toe de hemelsluizen die zich openen. Komt daar nu echt
geen verbetering in!
En toch moeten we
verder. Onze route loopt nu terug wat noordwaarts en de Siërra
de Guadarrama staat op ons programma. Ik hoor jullie al luidop denken
alweer richting bergen! Maar we hebben onze planning al zoveel
moeten bijsturen dat we dat niet kunnen blijven doen. Dit gebergte is
doorweven met kilometers wandelpaden en daar hebben we nu echt
behoefte aan. Of het zal lukken, dat is en blijft een open vraag.
Die siërra
is zowat het recreatiegebied van Madrid. De Madrilenen komen hier
massaal de weekends doorbrengen om aan de hitte van de stad te
ontsnappen. Waarschijnlijk zal dat wel in betere tijden zijn want wij
zouden beter de stad in trekken om wat meer graden Celsius te kunnen
bemachtigen.
Manzanares el
Real is door zijn ligging voor ons een
geschikte uitvalsbasis om de beentjes eens te strekken. In de buurt
ligt de berg La Pedritza met een enorm granieten rots, die het zien
waard is. Maar op weg er naartoe hebben we er beiden genoeg van. De
Spanjaarden zijn blijkbaar bedreven in het aanleggen van heuveltjes.
Niet die van Erika, maar ze hebben ontelbare venijnige molshopen
geconstrueerd t.t.z. op elke plaats waar de mogelijkheid bestaat dat
een voetganger de baan oversteekt, ligt er zo eentje maar dan een
heel hoge met zebralijnen op. En, oh wee, wanneer men daar aan meer
dan 20 km/uur over rijdt! Het nemen van die tientallen hindernissen
met daarbij dat grauwe en koude weer doet onze moed in de schoenen
zakken. Maar we zijn op onze bestemming van vandaag geraakt, hebben
de buurt al wat verkend en hopen dat we morgen eindelijk eens een
behoorlijke wandeling kunnen afwerken.
Intussen vernemen we
via verschillende kanalen dat niet alleen de Spanjaarden met dat
ellendige weer geplaagd zitten maar dat het in de omringende landen
niet veel beter is, om niet te zeggen nog slechter. Dit is een troost
alhoewel maar een magere troost en betekent dat dan de opwarming van
de aarde! Nu hoop ik echt dat ik vanaf morgen eens niet meer over
dat weer moet zeuren maar andere dingen kan vertellen.
Gelukkig zijn wij
met pensioen en kunnen we na deze ellendige
periode nog wel wat warmer oorden opzoeken wanneer het klimaat ons
dat ten minste gunt.
Mijn mama
Niet te geloven!!! 7°
maar staalblauwe hemel. Gekleed als scouts trekken we het bospad op.
Het lukt ons dan toch om te stappen.
Het Parque
Regional de la Cuenca Alta del Manzanares
is veel mooier dan het vorige dat in de boeken overroepen is. Via een
smal pad waar haarspeldbochten niet vreemd aan zijn rijden we naar
het vertrekpunt. En nu maar hopen dat er geen tegenliggers komen want
dan zouden we wel eens in de problemen geraken. Maar de goden zijn
ons vandaag gunstig en ook die klim verloopt naar wens. Op het
startpunt van de trip aangekomen is het wat zoeken naar het beginpunt
van de wandeling. Maar, geen probleem, hulpvaardig zoals wij de
Spanjaarden al de ganse tijd leren kennen hebben, worden wij door een
lieve man op het rechte pad gezet. Aanvankelijk loopt dat door een
naaldbos om nadien, veel hoger, in een open ruimte terecht te komen.
Zo kunnen we tenminste de indrukwekkende omgeving goed op ons
netvlies pinnen. De bergen zijn bezaaid met witte bloemen met en geel
hartje waar de bijtjes flink hun best aan doen. Rondom rond enorme
granieten blokken en als kers op de taart krijgen we een monoliet te
zien van 500 ton. Als die op mijn teentje zou vallen .! Wat dan!
Terug bij de auto
kunnen we best een terrasje gebruiken om te genieten van misschien
wel de laatste zonnestralen. Inderdaad, de
hemel trekt dicht en men voorspelt voor de namiddag regen. Maar wat
we gekregen hebben, kunnen ze ons niet meer ontnemen!
Het vervolg van de weg
naar onze volgende bestemming is gekozen door Wim. Dit wil zeggen;
witte kronkelige baantjes, zeer steil met angstvallige diepten naast.
Zijn adrenaline werkt en die van mij kookt. Niet dat de route niet
mooi is. Een ganse dag genieten we van een uniek landschap en van
tegenliggers geen last. Er zijn weinig gekken, om zo te zeggen GEEN,
die via die paden naar hun bestemming rijden.
Hoe klein de wegen
ook zijn, de rotondes zijn verzorgd en ogen allen even mooi. Steeds
iets anders beeldt men uit en steeds is het een juweeltje. We rijden
en rijden doorheen bossen tot een hoogte van 1860 meter. In die
bossen kijken de spookbomen ons kwaad aan. Zulke grillige vormen heb
ik nog zelden gezien. Sommigen omarmen zich zelfs. Neen, niet uit
liefde maar om zich te beschermen tegen het woeste klimaat van die
grote hoogte. Op de col aangekomen zijn we in een skioord en de
sporen van de winter zijn nog goed merkbaar. Het jonge groen begint
pas te ontluiken en de kale flanken vullen zich met gele bloemen. En,
zoals praktisch overal hier in Spanje, hebben we ook hier de
wielertoeristen. Ze kijken niet op een helling en geven maar door.
Liever zij dan ik, ik zou het trouwens niet aankunnen.
Bij de afdaling
alweer bossen; Het is hier niet de week van het bos maar voor ons de
dag van het bos. Naaldbomen met roestkleurige stammen reiken hun
kruin tot aan het licht, meters hoog zoeken ze dat op. Afdalen
vind ik nog enger dat de beklimming. Mijn chauffeur kan elke bocht
goed inschatten maar bang ben ik en ik krijg het erg benauwd. Al
honderden bochten heeft hij genomen op baantjes waaraan ik niet meer
wil herinnerd worden en toch blijft die angst. Mijn mama was een
schat van een moeder. Ze heeft ons alle belangrijke levenswaarden
trachten mee te geven. Maar helaas heeft ze ook haar angst op ons
overgezet en daar draag ik nog de gevolgen van. Ik blijf angstig en
krijg het moeilijk onder controle. Dank zij Wim heb ik al veel
overwonnen maar hij heeft nog werk aan mij!
De baan zelf
bestempel ik als de route van het vee. Overal vinden we hun
adreskaartje en het vee zelf hindert het verkeer op dat zeer
gevaarlijke pad. Wanneer we eindelijk bijna beneden zijn krijgen we
signaal van onze GPS. Hij laadt niet meer op. Het volgende dat het
begeeft. Onze filmcamera heeft al van de
eerste week de ziel gegeven en nu dat. Gelukkig hebben we het
probleem kunnen oplossen dank zij mijn arendsoog. Door al het
schokken was er een onderdeel op de grond terecht gekomen en vandaar
het probleem.
Maar de stukken
volgen elkaar op. Ook ons infopaneel in de
camper waarop we buiten- en binnentemperatuur kunnen aflezen plus al
de nodige informatie voor de werking van ons rijdend huis slaagt
eveneens tilt. Die herstelling zal wel in de thuishaven moeten
gebeuren en we trekken ons plan. Al bij al zijn we op onze
eindbestemming van de dag goed aangekomen en eindelijk hebben we een
dag gehad met een fijn weertje. In België kondigt men voor volgend
weekend 14° aan dus zullen we nog maar een tijdje hier blijven.
Vermits ik
toch geen safari kan lospeuteren, beslissen we van de natuur eventjes opzij te
zetten en een cultuurdag te versieren. De weg naar Toledo had een paar
verrassingen in petto! Vooreerst worden we door de politie staande gehouden
voor een controle. Ik spreek met Wim af dat we geen Spaans kennen maar wat heb
ik het moeilijk. Telkens de arm der wet een vraag stelt ben ik geneigd te
antwoorden in die vreemde taal. Foei, Bernadette, mag niet. Heb dan maar op
mijn tong gebeten tot we verder mochten.
Volgt er
een volgende versperring. We moeten uitwijken naar de andere kant van de baan
want net voor ons is er een everzwijn overgestoken en dat was niet slim. Het
heeft het met zijn dood betaald en je had de twee wagens moeten zien die het
dier geramd hebben! Volledig verwoest op de plaats van de slag. Arm dier en
gelukkig voor ons dat we geen vijf minuten vroeger ter plekke waren. Dan heeft
die eerste controle toch nog voor iets gediend.
Het weer
oogt vandaag wat vriendelijker hoewel we de airco nog steeds niet moeten
gebruiken. Er staat een zeer krachtige wind en hoger dan 15°, met een
uitschieter tot 19°, hebben we nog niet gekend. Toch klagen we vandaag niet.
De ommuurde
stad Toledo is een prentje wat betreft ligging, aanblik en lichtinval. Het ligt
hoog op een granieten rots met als rechtstreekse buur een grote bocht van de
Taag. Overdag is die hoofdstad van Castilië-La Mancha een goudkleurige vesting
en het is niet voor niets dat ze door de Unesco op de Werelderfgoedlijst
geplaatst werd. Ondanks de talloze souvenirwinkeltjes nodigt ze toch uit tot
het maken van een onvergetelijke wandeling. En dat hebben we dan ook gedaan.
Meer dan
twee eeuwen heeft men nodig gehad om de kathedraal te bouwen en door zijn
grandeur is het één van de mooiste Gotische gebouwen die ik ooit gezien heb met
aan de binnenkant een decoratieve mudéjarstijl. Die combinatie van twee totaal
verschillende stijlen met de sculptuur aan binnen- en buitenkant en daarbij de
waardevolle voorwerpen maken een bezoek onvergetelijk. Jammer dat er niet mag
gefotografeerd worden want het geheel is onbeschrijfelijk.
In de
Iglesia de Santo Tomé is het voornamelijk het schilderij De begrafenis van de
graaf van Orgaz van El Greco dat opvalt. Ook de Joodse wijk en tal van andere
gebouwen vragen om wat aandacht en het is niet moeilijk om een dag in deze stad
gevuld te krijgen. Voldaan keren we met het Openbaar Vervoer terug naar onze
overnachtingsplek en morgen zien we wel weer wat er op ons programma kan gezet
worden.
Het is van in België geleden dat we mochten ontwaken met een grote zon. Weliswaar zijn er nog steeds van die schapenwolkjes aan de hemel die hier in dit land gemakkelijk uitvergroot worden tot dreigende regenwolken. Maar daar denk ik voorlopig niet aan en ik heb er moed in.
Vandaag richten Wim en ik onze schreden naar de Montes de Toledo, een schaduwrijk berggebied van ongeveer 4000 km².en één van de dunst bevolkte gebieden van Spanje. Het Parque Nacional de Cabañeros ligt in het zuiden van het gebied en dat willen we eens van naderbij ontdekken. In de reisgidsen staat het aangeschreven als de Serengeti van Spanje. Wat moet dat voorstellen?
Alweer schuiven er immense vlakten aan ons voorbij. De okerkleurige ondergrond is bezaaid met duizenden olijfbomen wiens schaduwen prachtige silhouetten werpen op het wiegende gras. Daartussen grijze koeien, een kleur van runderen die ik hier nog niet gezien had en veel gaaien, vermoedelijk zijn dat hier Spaanse gaaien en geen Vlaamse zoals bij ons. Af en toe een piepklein huisje, één hoog en waarschijnlijk amper twee woonruimten. Meer kan het zeker niet zijn. Zijn we in Ecuador of een ander land van Zuid-Amerika of is het hier Spanje? Ik zou wel denken dat ik op een verkeerd continent ben terecht gekomen.
Intussen naderen we geleidelijk de Montes de Toledo. Het landschap wordt bepaald door met bossen bedekte bergketens. Maar na de afslag naar het Nationaal Park vragen we ons af of we wel zouden doorrijden. Wim is veel gewoon maar de staat van dat baantje is beneden alles. De bochtige weg zit vol gaten en waar die ontbreken hobbelen en bobbelen we van je welste. Aan 20 km/uur puffen we verder en mijn zitvlak is intussen al op zn zachts gezegd compleet gaar. Elke afgelegde km hoor ik dat getal door mijn chauffeur prevelen; al 2 km van de dertig, al drie km enz. Dat wil wat zeggen! Gelukkig komt er na een tijdje verbetering in het baanvak en halen we al 35 km/uur. Naast ons een afgrond met een variatie aan kleuren die door de wolken die inderdaad dreigend zijn geworden, nog meer schakeringen hebben dan anders.
Aan het bezoekerscentrum gekomen, bezoekerscentrum is een groot woord, proberen we dadelijk een jeepsafari te fixen. In het Park leven nl een aantal bedreigde diersoorten waaronder de Spaanse Keizersarend, de Monniksgier en de Iberische Lynx en mogen we niet zonder gids doorkruisen. Hier ook weer zoals veel plaatsen in Spanje kennen ze maar één taal en dat is de hunne. Ik weer al mijn wijsheid, durf en lef samen geraapt om de conversatie op gang te brengen en dan nog te verstaan ook. Maar dat laatste is niet evident; zij praten zo snel en steeds binnensmond zodat het voor een leek als ik zeer moeilijk is om te kunnen volgen. Maar wat ik intussen wel ben te weten gekomen is dat alle jeepsafaris al volgeboekt zijn voor drie dagen verder dan vandaag. Ontgoocheling alom! We hadden er zo naar uit gekeken maar het mag niet zijn. We zullen dan maar al wandelend het park verkennen en de flora ontdekken. De fauna zal voor een andere keer zijn. Wij die dachten in Zuid-Afrika rond te toeren op zoek naar wild blijven dus met hun twee voeten op de grond en ontdekken Spanje dat uiteraard in Europa ligt. Vaarwel Zuid-Afrika!
12°C, geen temperatuur om over naar huis te schrijven. Het antwoord van Wim op Smsjes van de dochters voor vaderdag: stuur mij thermisch ondergoed, wollen sokken en een dikke trui op. Onze geplande wandeling kan ook niet doorgaan en we trekken verder.
Zoals gewoonlijk houdt mijn Wim van uitdagingen en kiest hij als reisweg voor witte baantjes op de landkaart. En dat met zulk een grote machine! Ik kan hem er niet toe bewegen om de route te wijzigen en ik wacht af. Waar we oorspronkelijk door een bos van eucalyptus rijden verandert het landschap stilaan in een echte fruittuin. Niet honderden maar duizenden kerselaars, met overvolle afhangende takken van het gewicht aan fruit, rijden we voorbij. Hoe vaak wou mijn chauffeur niet stoppen voor zijn geliefkoosde vruchten en vond hij nergens een stopplaats. Maar hij koos immers zelf voor die weg. Een baantje van amper 1 auto breed, met een diepe afgrond naast en onbeschrijfelijk steil. De haarspeldbochten volgden elkaar op met de regelmaat van een klok. Als er ons maar niemand moet kruisen, maakte ik de bedenking! Zal niet, repliceert hij want het is zondag en daarbij genieten ze nog van hun siësta. Maar zijn woorden waren nog niet koud en daar begon het al. Niet 1 keer maar drie maal moesten we stoppen en heel voorzichtig uitwijken. Spreken was mij al te veel en het ademen verliep steeds maar moeilijker. Ook de maag snoerde dicht. Wat was ik blij wanneer dat eng gedoe achter de rug was en dat we het er zonder kleerscheuren afgebracht hadden.
Maar nu hadden we nog geen kersen! Iets verder kregen we kans om te stoppen en wat ik vreesde gebeurde. Niet één maar vijf kilo van die mooie rijpe vruchten kocht hij en ik kon maar zoeken achter een geschikte plaats om ze te stapelen. Maar het lukte wonderwel.
Intussen was het al een eind in de namiddag en de magen begonnen te grollen. Waar stopte Wim? Natuurlijk op een plaats waar hij nog wat kon plukken. Blijkbaar was hij nog niet voldaan met zijn aangeschafte voorraad. We smullen en smullen tot mijn ingewanden protesteren.
Cuacos de Yuste is onze volgende bestemming. Na alweer Onze-Lieve-Heer van zijn kruis gebeden te hebben is het ongeveer zestien uur wanneer we er zijn en geloof me of niet, maar de zon begint door het wolkendek te priemen. Zou het dan toch lukken! Cuacos is een schattig oud dorp dat uit een sprookjesboek lijkt weggelopen. Na alweer een resem fotos geschoten te hebben verkiezen we om daar een wandeling te maken en zo de omgeving op onze harde schijf vast te leggen. De Ruta del Emperador schikt ons het best omdat ze niet te lang uitvalt. We geven onze ogen de kost. Waar we al een ganse dag doorheen een zeer vruchtbaar gebied rijden is het hier niet anders. De vijgenplantages, frambozenkweek, olijfgaarden en kersenplantages wisselen elkaar af. Halverwege de route worden we door Madrilenen die hier een buitenverblijf hebben uitgenodigd om in hun kersenboomgaard een kijkje te nemen. We proeven en smaken uitzonderlijke goede kersen. Beleefd vraag ik of we er een kilogram kunnen kopen want we hebben er immers nog geen. Maar nee hoor; coge, coge dat zo veel wil zeggen als neem maar wat je hartje lust. En wij terug aan het smullen. Intussen breken de eigenaars nog een overvolle tak voor ons af en die mogen we tijdens de verdere wandeling pluimen. Blijkbaar zijn er dit jaar hier een overvloed aan die rijpe blozende vruchten. Ik begin er stilaan meer dan genoeg van te hebben en na, tot aan een waterval gewandeld te zijn, keren we terug. Op het gezellige dorpsplein pikken we nog een terrasje mee en wat merken we wanneer we terug bij de motor home zijn? De cijfers die de thermometer vanochtend aanwees zijn omgedraaid. Voorwaar het is 21°C.
Voor ons vake is de vaderdag een topdag geweest; een massa kersen en eindelijk een zeer aangename temperatuur. Hopelijk genieten we daar morgen nog van. Want intussen is het alweer beginnen regenen maar we bekijken het positief; het zal een HITTEOMWEER zijn! Een ondergaande zon kleurt de alom tegenwoordige wolkenflarden geel, bruin en rood en ook dat hebben we deze vakantie nog niet meegemaakt!
Heeft er nu echt niemand een kaarsje laten branden? Het mindere weer blijft ons achtervolgen. Neen, niet meer die grote storm maar wel de donkere lucht, uiterst lage temperaturen en regelmatig iets dat uit de lucht valt en ons goed nat maakt.
Met de moed der wanhoop trekken we verder Centraal Spanje in. Castilië-Léon is aan de beurt.
Het is 7°C en hopen dat we na een paar uur rijden toch wat hogere waarden mogen zien verschijnen op de thermometer.
We zijn in een andere wereld terecht gekomen. Voorlopig geen bergen meer. Deze hebben plaats gemaakt voor indrukwekkende okerkleurige vlakten waarop bomen verspreid staan van allerlei pluimage. De steeneik met zijn brede kruin luidt het verschil in gevolgd door olijfbomen met grillige vormen. Zo een exemplaar zou ik wel in mijn tuin willen maar dan wel in een bonsai formaat. Daartussen genieten de koeien van een lekkere maaltijd en worden de schaapjes samen gedreven door een bordercolli, een hondje dat zijn taak zeer goed kent. Het doet me denken aan Dribbel, het hondje van onze dochter. Ik zie hem net hetzelfde doen en mis hem wel een beetje. De arenden en valken maken een zweefvlucht boven onze hoofden en de ooievaars zijn niet meer uit het landschap weg te denken. Hun enorme grote nesten weten ze goed te plaatsen. Het moet hier een geschikte habitat zijn want op iedere kerktoren of elektriciteitspaal staan de ooivaarsouders hun kindjes te voeden in hun grote huis. Nadien komen ze dapper aangevlogen om in de weiden geschikt eten te vinden voor hun jongen. Op dat afwisselende platteland liggen verder ook veel aardige oude dorpjes waar we prachtige voorbeelden van lokale architectuur aantreffen. Op het eerste gezicht onbewoonbare panden maar ttoch speelt er zich het dagelijkse leven af.
Maar Castilië-Léon is ook de trotse bezitter van enkele prachtige steden waaronder de universiteitsstad Salamanca. Deze staat vandaag op ons programma en hoewel er geen zon is genieten we toch van dit pronkstuk van de Spaanse architectuur. De goudkleurige huizen van de Plaza Mayor, de twee kathedralen en la casa con las conchas mogen zeker niet op onze verkenningstocht ontbreken.
De Plaza Mayor, voorwaar een van de mooiste pleinen van Spanje, was de plaats waar vroeger stierengevechten werden gehouden. Nu kan men er heerlijk rondwandelen en op een gezellig terrasje genieten van het barokke stadhuis en het Koninklijk Paviljoen. Het plein is omringd met smeedijzeren balkons en schilden die Spaanse koningen gedenken.
De twee kathedralen zijn eveneens een bezoek meer dan waard. De oude en de nieuwe zijn naast mekaar gebouwd en hebben een totaal andere stijl. Gotiek, renaissance, barok, men vindt het er allemaal in terug. Telkens wanneer ik zulke bouwwerken zie vraag ik me af hoe het mogelijk is om met beperkte middelen zulke kunstwerken recht te zetten.
La casa con las conchas, huis der schelpen, dankt zijn naam aan de 400 St-Jacobsschelpen die in de buitenmuren gebeeldhouwd zijn en die het symbool zijn van de pelgrims op hun weg naar Santiago de Compostela. Er is natuurlijk nog veel meer maar dat brengt me te ver. Ik zou zo zeggen: wie de kans heeft moet de stad zeker eens opzoeken. Men zal het zich niet beklagen!
Onze dag zit er nog niet op. We trekken wat zuid-zuidwest om onze overnachtingsplek op te zoeken. La Alberca, een mooi en druk bezocht dorpje ligt in de Sierra de la Peña de Francia. Jawel, alweer een bergachtig gebied en de kans op slechter weer is dus reëel. Maar alles went en we passen ons aan. Smalle wegen kronkelen door pittoreske olijfgaarden en we zien bijzondere dorpjes met houten huisjes. Heel apart en we zijn blij dat we deze bestemming gekozen hebben. Op zoek naar een bakker komen we bij een piepklein huisje terecht. In het Spaans en op een verfrommeld papiertje lezen we dat we aan een klein deurtje moeten kloppen indien we wat nodig hebben. In een donkere gang komt er een oud vrouwtje naar beneden, constant pratend in haar eigen en we mogen zowaar in haar mini-bakkerijtje binnen. We kiezen wat we nodig hebben en vertrekken. Maar Wim met zijn lengte moet wel in twee geplooid lopen wil hij er niet de zoveelste bochel op zijn hoofd aan overhouden. Intussen is het avond, hebben we al een fikse bui gekregen en hopen dat we morgen toch de kans krijgen om in dat mooie gebergte een wandeling te maken. Maar dat is nog andere koek.
Na Cantabrië ontdekt te hebben had ik mijn ogen op Asturië gericht. Alweer een nieuw gebied te ontdekken en wat voor moois zou ik daar te zien krijgen. Maar de realiteit is totaal anders.
Ik bel aan bij onze gastvrouw maar ben haar naam vergeten. Dus wat zeg ik in de parlofoon: cest la maman de Manuela? Aan de andere kant begint er iemand hartelijk te lachen en ik hoor dadelijk dat ik aan het juiste adres ben. Een bijzonder charmante dame ontvangt ons met open armen. We drinken samen een lekker koffietje, kwebbelen wat en maken nadien een dorpswandeling. Onze gids geeft ons de nodige uitleg en het besluit is dat ik de dag nadien op fotojacht zou gaan want vandaag is de dag al goed gevuld.
Tegen de avond komt de zoon van de gastvrouw ons oppikken. Hij toont ons gebieden waar je alleen niet komt; woest zoals ik niet wist dat het hier nog bestaat. Prachtig, maar het weer trekt vieze snuiten. De wolken worden steeds maar dreigender en wanneer we uiteindelijk aan het meest noordelijke punt van Spanje aangekomen zijn, de Cabo de Peñas, valt het water met pakken uit de lucht. Er is niet uit de auto te komen en van fotograferen is er absoluut geen sprake. Jammer, jammer, jammer. Ik had zo graag een fotoreportage gemaakt van dat gebied want het is uniek. En tot overmaat van ramp zijn Wim en ik onze paraplu vergeten en Wim zijn jas lag ook nog thuis. Daar stonden we als twee boeren op open schoenen, zonder iets aangepast bij ons en bij een weer waarvoor geen woorden zijn. Maar onze chauffeur zet door. Hij wil met ons gaan eten in el Molino del puerto, een piratenrestaurant dat omzeggens met zijn voeten in de woeste oceaan staat. De inrichting is heel apart en aangepast aan de omgeving. Om de dranken te koelen, geen koelkast. Achter de toog wordt een riviertje omgeleid in een kanaaltje met ijskoud water waarin de drank staat. Genieus gevonden
Als aperitief moeten we zeker de sidra eens uitproberen. De fles boven het hoofd houdend gieten ze het drankje in rechte glazen die op kniehoogte worden vast gehouden. Tot een drietal cm worden die dan gevuld. Nadien moet dat drankje dan in één keer uitgedronken worden anders krijgt het een totaal andere smaak.
Volgt nadien dan het eten! Om duimen en vingers van af te likken. Nadien probeerde ik dan in mijn beste Spaans de koffie te bestellen en het achterafje mocht er ook zijn; een likeur van appelen. De maaltijd is af, het is uiterst gezellig en we hebben kostbare tips gekregen van Abraham voor het vervolg van onze reis. Niet de Abraham uit de bijbel maar een profeet die nu nog leeft. Onze route die we uitgezet hebben wordt volledig onderste boven gegooid en er staan ons blijkbaar heel mooie dingen te wachten indien het lukken wil.
Want nu komt het voornaamste. Terwijl wij daar binnen gezellig de avond doorbrengen zijn buiten de weergoden al hun duivels aan het ontbinden. De regen wordt een storm om U tegen te zeggen. De eigenaar van het etablissementje is er niet gerust in en komt voortdurend eens aan het raam kijken om te zien wat er daarbuiten allemaal gaande is. Het wordt erger om erger en wij die daar op het einde van de wereld zitten!!! Wat gaat er hier met ons gebeuren. Erg gerust zijn we niet en wijselijk besluiten we toch maar om te vertrekken. Het is intussen al vrij laat en helle donker. Wanneer ik beneden in de kelder de servicios opzoek, heb ik al natte voeten. Er begint zowaar water binnen te lopen. Tot aan de enkels in het water strompelen we tot bij de auto. Op die enkele seconden zijn we drijfnat en doorweekt. Intussen begint het te bliksemen en donderen en we beseffen dat we met een echt noodweer te maken hebben. Onze chauffeur zegt meerdere malen dat hij zoiets nog nooit meegemaakt heeft en dat wil wat zeggen. Want naar ik vernomen heb is hij wel een en ander gewoon. Stapvoets rijdt hij door straten die echte rivieren geworden zijn. Het water stroomt van alle kanten en sleurt mee wat het krijgen kan. Soms klopt er een stuk steen tegen het koetswerk. Verlichting is er niet en je moet de weg kennen om thuis te geraken. Met schrik zitten we met zn allen het goed verloop van de rit af te wachten. Het waait, giet, bliksemt en dondert zoals er nog niemand van ons meegemaakt heeft. Uit de roosters spuit er een fontein van wel 30 à 40 cm hoog het regenwater de lucht in. Onbeschrijfelijk. Wat zijn we blij wanneer we heelhuids terug thuis zijn. Maar onze gastvrouw heeft van de emoties bijna niet kunnen slapen. Haar hart bonsde tot in haar keel.
En nu, een dag later, zitten we hier nog bij diezelfde gastvrouw. De uitstap die gepland was kan niet doorgaan. Want het noodweer woedt nog steeds. Intussen vernemen we dat er 150 liter/m² water gevallen is. Het restaurantje waar we waren bestaat deels niet meer. Een stuk is meegesleurd de oceaan in. De 6 gasten die er nog tafelden hebben ze met de helikopter moeten bevrijden en de rest van het huis is ondergelopen. Niet voor niets dat de uitbaters ongerust waren en wat een geluk dat wij nog net op de limiet vertrokken zijn. Ik zag ons nog niet bengelen aan een touw om in de helikopter getrokken te worden. Dat zou ik nooit overleven Het regenvrouwtje heeft weer haar werk goed gedaan maar mag voorzeker nooit meer een voet in Asturië zetten.
Soms kan een mens een baaldag hebben en dat is voor mij nu het geval. De derde dag op rij krijgen we dat rotweer waar geen enkele activiteit in past. We maken onze pakken en beginnen de Via de la Plata, naar verluid een route door een mooie streek en wat het belangrijkste is, ze loopt zuidwaarts. Eens de cordillera Cantrábica achter ons latend zou het moeten warm en zonnig worden. Maar oh wee!
De regen blijft ons achtervolgen en de temperatuur daalt tot 7 graden. Is dat het zonnige Spanje! Ik had het me anders voorgesteld. Tot de middag rijden we door het gebergte dat volledig in de wolken gehuld is en waaruit de regen met bakken neerstroomt.
Intussen staan we nu iets voor Salamanca waar het normaal rond de 30° zou moeten zijn en we zitten nog steeds met dat vies nat weer en krijgen amper 11°. Lang houd ik dat niet meer vol. En nu duimen maar voor een grote weersverbetering. Wie draagt er voor ons kaarsjes naar de Clarissen?
Dit is
ongeveer de juiste uitdrukking om het baantje van vandaag op onze eigen harde
schijf te zetten.
We
doorkruisen verder Los Picos de Europa en ook vandaag is de natuur
onbeschrijfelijk mooi en dit niettegenstaande het minder fraaie weer. Maar die
unieke natuur heeft ook een keerzijde van de medaille! Gelukkig heb ik een
goede chauffeur die de breedte van ons gevaarte bijzonder goed kan inschatten
en weet hoe hij de talrijke smalle bochten moet nemen. En ze zijn niet alleen
smal maar ook de rotsen spelen ons parten. Op verschillende plaatsen hangen ze
als een zonnekap boven een gedeelte van de baanbreedte. Voor een kleine auto
geen enkel probleem maar met een gaval van 3,10 meter hoog is dat anders en
zeker wanneer men dan juist op het moeilijkste punt een bus moet kruisen of een
vrachtwagen van wegeniswerken. Dan doet mijn eigen voet pijn van op de rem te
drukken alhoewel ik niet aan het stuur zit.
Her en der
hangen er netten boven de baan om afvallende brokstukken op te vangen. En dat is
geen nutteloos werk geweest want er liggen inderdaad meerdere stukken in die
netten. Fijn gevoel, hoor! Het is juist hopen dat er niets naar beneden komt
uitgerekend wanneer wij er doorrijden en dat bovendien die netten hun gewicht
goed houden.
Omzeggens
de ganse route van vandaag loopt door een enge bergkloof met al die problemen.
Maar wanneer we uiteindelijk op onze bestemming zijn aangekomen hebben we wel
van een schilderrijk stukje natuur genoten. En die bestemming is de start van
een even mooie wandeling, de Garganta del Cares. Langsheen de ganse wandeling
zien we diep beneden ons het kolkende water van die Cares in alle mogelijke
blauwe tinten. Wat jammer dat er geen zon is want dat zou het spektakel nog
veel sprookjesachtiger maken. Constant wandelen we langs een rotswand die soms
tot 800 meter hoog uitrijst boven de rivier. Op sommige plaatsen is de weg
uitgehakt uit de rotsen en loopt het pad door een aantal kleine tunnels. Best
is het om niet teveel naar beneden te kijken want daar gaapt een grote diepte.
Het pad is wel voldoende breed om de hoogtevrees wat te onderdrukken.
Conditie
bij die wandeling is geen ijdel woord want het pad gaat van bij het begin al
vrij steil omhoog maar we genieten. Het kalkstenen massief van de Picos is
vergeven van grotten en kloven en daar krijgen we bij deze wandeling enkele
staaltjes van. Ook de vochtige beboste flanken van de rivier zorgen voor een
onvergetelijke aanblik. Alles is hier even imposant en de wandeling is dan ook
een must voor ieder bezoek aan Noord-Spanje.
Ons devoot
overnachten con las monjas heeft zijn
vruchten afgeworpen. Bij het ontwaken schijnt al een weldoend zonnetje en dat
geeft dadelijk een zalig gevoel! Onze plannen worden onderste boven gegooid en
we rijden terug naar Fuente Dé, het plaatsje waar we gisteren de kabelbaan
dachten te nemen en het ons door de liftbediener afgeraden werd. En alleen
waren we niet. Al die toeristen die al dagen op een open hemel aan het wachten
zijn, trekken vandaag hun bergschoenen aan en vertrekken op daguitstap. Zo ook
wij!
Gepakt en gezakt
vertrekken we richting teleférico
om al van op 1800 meter hoogte te kunnen starten met onze wandeling. Boven
hebben we voorzeker een veel mooier zicht dan in het dal. En inderdaad, we
kunnen onze ogen niet geloven. Rondom rond bergen in alle kleuren en vormen.
Waar we tot hiertoe niet anders dan wolken te verwerken kregen, is het vandaag
een lust voor het oog. We stappen en genieten. Dan eens door een rotspartij, dan
over en door malse weiden waar de gentianen hun kelkjes weid open spreiden om
de weldoende zonnestralen binnen te laten en wat verder houden we een
sneeuwgevecht. Ja, jullie lezen goed, we moeten doorheen verschillende
sneeuwplekken en dat geeft de wandeling nog een extra dimensie. Zelfs een
roedel herten laten zich die sneeuw welgevallen en spelen en stoeien erin dat
het een lust is om te zien? Verspreid in het landschap zien we meertjes met om
ter mooiste weerspiegelingen. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand wie is er het
mooiste meertje van dat land. Maar er is er geen enkel die spreekt en het is
aan de wandelaar om uit te maken wat hij verkiest. De wolken spelen een spel
van verstoppen en terug te voorschijn komen maar het weer blijft zijn beste
kant tonen. Vandaag moeten we echt het onderste uit de kan halen want volgens
de weersvoorspellingen is het morgen weer gedaan. Laat ons hopen dat die
vooruitzichten niet kloppen want we zouden morgen dolgraag een wandeling
doorheen een kloof maken alvorens door te rijden naar de moeder van onze buren.
Zij is zo vriendelijk geweest om ons bij haar uit te nodigen en dat aanvaarden
we graag. Maar, moesten de weergoden weer rare snuiten trekken dan aanvaarden
we dat maar. We hebbenvandaag immers
uitgebreid en onverwachts kennis kunnen maken met de Picos de Europa en dat
bejubelen we.
Diegenen
die mij al jaren kennen weten dat ik op elke reis eens een dokterbezoek of een
bezoek aan een spoeddienst moet incalculeren. Begin nu al maar te lachen, het
is zover. Vanmorgen ben ik naar het centro de salud(lees spoeddienst) getrokken.
Niet dat het ernstig was maar de ontsteking in mijn mond waarmee ik al vijf
dagen rondloop, neemt onrustwekkende vormen aan en moet toch maar eens onder
handen genomen worden. In mijn beste Spaans de weg gevraagd en warempel nog
verstaan ook. De dokteres die me te woord stond leek eerder op iemand die in
een viskraam staat; een versleten jeansbroek, een knalgele oliejekker en haar
dat al een tijdje geen haarshampoo gezien had. Daarmee moest ik het doen maar,
geen kwaad woord van dat mens. Ze deed haar best en ik heb de nodige medicatie
gekregen. Daar bovenop moesten we nog niets betalen. Is dat geen service.
En voor de
rest van de dag! Wel, het mooie weer van de twee vorige dagen is gaan vliegen;
We hebben nog 16 graden en leven tot een stuk in de namiddag in de wolken. Dus was
er niet veel leuks aan om op onze overnachtingsplek te blijven staan.
Santillana del Mar is de volgende bestemming. Langzaam aan rijden
we westwaarts en trekken ook iets meer landinwaarts. Aanvankelijk doorkruisen
we een waterrijk gebied dat bij stralend weer een mooie indruk moet nalaten.
Men vergeet echter niet dat ik hier op doortocht ben en men voorziet mij van
mijn geliefde wolken. De baan is smal en bochtig en gestaag klimmen we tot we
het bovengenoemde stadje bereiken. Sartre schreef ooit dat dit de mooiste stad
van Spanje is en of hij gelijk heeft weet ik niet maar het is wel een bezoek
waard. De oudste kerkelijke gebouwen dateren uit de 12de eeuw en de goudkleurige
burgerhuizen uit de 15de en 17de eeuw zijn nog grotendeels
intact. Zie daarbij de straatjes met kleine ronde klinkertjes, de schaduwrijke
steegjes en gracieuze arcades, dan mag men echt wel zeggen dat het een van de
populairste plattelandsdorpen is van de noordkust. Neem de televisieantennes en
de autos uit het straatbeeld weg en we zouden er gemakkelijk een middeleeuwse ridderfilm
kunnen opnemen.
Uitgebreid
hebben we het bezocht en langzaam aan rijden we nu landinwaarts. Na 40 km
krijgen we plots een totaal ander weerbeeld. De 16° van weleer worden in een mum
van tijd 29°C. Cantabrië laten we achter ons en lezen nu Castilla y León, een
veel uitgestrekter gebied dan het vorige.
De Picos de
Europa is ons volgend doel doorheen het noordelijk deel van Spanje. Uit het
verleden weten we dat dit een fabelachtige bergketen is maar we vrezen voor het
weer We wachten af en hopen toch op wat vriendelijkheid van de weergoden.
Brrr!
Vannacht
gaan slapen met zoveel mogelijke ramen wijd open en nadien opgestaan om zoveel als
mogelijk ramen te sluiten. De temperatuur daalt tot 5° en dat voelen we. Bij
het ochtendgloren is het nog steeds maar een acht graden maar alles went.
Terwijl jullie smoren in jullie zweet bibberen wij ons warm.
Donkergroen,
lichtgroen, grijsgroen, geelgroen, mosgroen, lindegroen, in één zin samengevat:
groen is de hoofdkleur van onze rit van vandaag. Met daartussen weer die
bloeiende voorjaarsbloeiers. Een schilder zou er een mooi stilleven van kunnen
op doek zetten. Maar oh wee, die wolken!!!! Waarom vliegen die nu steeds
horizontaal. Vertikaal zou zoveel beter zijn. Dan geraken we minstens van die
grijze lucht af.
Op onze dagtocht
horen we voor het eerst het geklepper van de ooievaars. Het moet een ideale
habitat zijn voor die mooie families. Op elke kerktoren of elektriciteitspaal
staat er een nest. Daarin mama, papa en kindjes ooievaar. Een vertederend beeld
dat we bij ons omzeggens niet kennen. Wat verder op de bergflanken staan ze de
heersers van de weiden, de koeien! Witte, bruine, gevlekte en grijze elementen
staan te grazen in malse en diepgroene weilanden. Wat moeten die dieren gezonde
melk produceren waaruit de mens dan lekkere boter en kaas haalt. Het is niet
voor niets dat men zich hier overal kaas als streekproduct kan aanschaffen.
Voor de
tweede maal in onze campercarrière doen we de Picos aan en voor de tweede maal
krijgen we veel wolken, af en toe een gedruppel en zeer lage temperaturen. Het
is alweer van dat. Wat jammer. Wanneer er sporadisch een opening in dat
wolkendek komt zien we de gekartelde grijze pieken van De Picos, een vertrouwd
beeld waar we zo graag hadden in gewandeld. Maar het mag niet zijn. We rijden
tot Fuente Dé om met een, op twee na
langste kabelspoor van de wereld, naar boven getrokken te worden en daar
voorzien we een wandeling. Maar wat vertelt ons die liftbediener? Niet doen, er
valt niets te zien en het is gevaarlijk om daarin dan een tocht te maken. Die
plannen zijn dus afgeblazen. Trouwens, wanneer het bakje van het kabelspoor
naar boven zweeft zien we het al ras in dat dikke wolkendek verdwijnen. Die man
heeft dus toch gelijk.
Dan maar op
weg naar Pontes, een volgend dorpje
in de Picos. Daar moet een mooi klooster zijn en misschien helpt het om daar
eens een gebedje te doen voor weersverbetering! Het klooster is schitterend
gelegen, op een hoogte van 500 meter met zicht op jawel, de bergen. Uitgebreid
bezoeken we het en beslissen om er te blijven staan voor de nacht. s Avonds
klaart het immers vaak uit en dan genieten we van een prachtig panorama. En het
klopt nog ook. Wat we overdag gemist hebben, krijgen we nu deels te bewonderen
en dat hebben we dan toch gehad.
Alweer grijs in alle schakeringen en de eerste druppen beginnen te vallen. En dan krijgen we zo van die berichtjes dat het bij ons stralende zonneschijn is. Word ik nu alweer gestraft en waarom? Niemand zal met mij nog willen op reis vertrekken want ze krijgen gegarandeerd regen. Alhoewel, mijn zus denkt er anders over want zij beleefde met ons een schitterende vakantieweek op het eiland La Palma.
We hebben op een dertigtal km buiten San Sebastian overnacht en gaan nu met het openbaar vervoer de stad onveilig maken. In het verleden hadden we die al bezocht maar het is zolang geleden dat we het willen overdoen. Dat openbaar vervoer werkt hier trouwens feilloos en is daar bovenop betaalbaar. Waarom dan met ons geval van 7 meter lang tussen al de autos slalommen om uiteindelijk dan toch geen parking te vinden!
De stad is prachtig gelegen aan een schelpvormige baai. Mooie gebouwen, chique winkels en een sfeervol parte vieja. We vinden het er allemaal terug. Donostia is befaamd voor de talrijke kunstfestivals en zou o zo graag in 2012 de Culturele Hoofdstad van Europa zijn. En ze is die naam waardig.
Het eerste wat ik deed is een stevige paraplu kopen en met die nieuwe aankoop gewapend hebben we ons programma afgewerkt. Zon was er niet en dat is altijd jammer voor de kleuren maar toch genoot ik van die sfeervolle stad waar mensen heel gedisciplineerd in een rij op de volgende bus wachten. Geen drommen, geen ellebogengevecht maar ieder komt tijdig op het vervoermiddel en vindt zijn zitplek. Daar kunnen wij nog iets van leren.
Wat mij hier ook al opgevallen is zijn de vele speelpleinen. De Spanjaarden, of hier beter gezegd de Basken, kunnen niet wegsteken dat ze dolveel van kinderen houden. Het krioelt ervan en de Spaanse zon heeft zeker zijn werk gedaan of is het iets anders! Ook de natuur is niet vergeten. In elke stad zijn er talloze groene zones, mooi onderhouden en dagelijks gereinigd met niet te vergeten de uitnodigende terrasjes maar dan liefst met zomerweer. Niettegenstaande het humeurige weer genoot ik toch van dat bezoek.
Adiós
Vaarwel Getaria! Onder een stralende zon hebben we dit schitterende plekjes achter ons gelaten. Een plekje waar de BBQ aan elk restaurantje buiten staat om de hongerige magen te bevredigen, waar de mensen een eenvoud uitstralen die wonderen doet en waar de behulpzaamheid geen ijdel woord is. Ik zal er nog lang aan terugdenken.
We vervolgen onze route, steeds de kust volgend. Niet te geloven hoe de bergen hier echt tegen het water plakken. Alleen een zigzaggend grijs lint van asfalt scheidt die twee natuurwonderen. Wanneer we rond de middag onze volgende plek bereikt hebben is het al lekker warm. Jawel, jullie lezen goed. We genieten vandaag van een zalige temperatuur. Vijf dagen hebben we gewacht en nu krijgen we wat we wensen. Voor hoelang? Ik weet het niet maar in elk geval is het genieten geblazen.
Onze wandeling op de promenade langsheen de kust was mooi en deugddoend. Enkele prachtige kunstwerken versieren de stad. Aan de oude stadspoort staat net een bewaker en op de pier zien we een reuzengroot monument dat de steeds weerkerende golfslag van de oceaan uitbeeldt. Hier ook weer de talrijke groene parterres met de speeltuin voor de rakkers en de terrasjes voor de anderen. Wijzelf hebben op zulk een terrasje een sidra genuttigd. Volgens onze buren is het serveren ervan een gans ritueel maar blijkbaar hebben we een slecht terras gekozen want er werd ons gewoon een glas gebracht met het gevraagde in en het van op hoogte met de fles mikken naar het veel lager gehouden glas kregen we niet te zien. Dus moeten we eens een andere bruine kroeg uitzoeken waar we dat spektakel wel kunnen beleven.
Terug bij de camper was het vijf uur en de school was beëindigd. Een lawaai van je welste. Vermits wij op een grote groene ruimte stonden met alweer speeltuigen voor de kids vonden ze het blijkbaar niet nodig om huiswaarts te keren en bleven ze in onze buurt plakken. Krijgen ze hier dan geen huistaken? Wat was het hier een gejoel en lawaai van al dat jonge volk met daartussen dan het getetter van de grootouders die oppas hadden. Op een bank gezeten lieten ze de bengels maar begaan en zelf hadden ze blijkbaar heeeel veel aan mekaar te vertellen, liefst zo luid mogelijk.
Alweer zie ik hier een ander dorp met een andere bouwstijl maar steeds vinden we die smalle straatjes terug waar je gemakkelijk van de ene gevel naar de andere kunt waggelen wanneer je te diep in het glas gekeken hebt. Bij gebrek aan meer ruimte hangt dan ook steeds het linnen te drogen in de straat zelf, naast de steeds weerkerende Baskische vlag of naast enkele bloempotten die daar niettegenstaande de kleine ruimten toch een plaatsje kregen. De onderbroeken in alle maten, vormen en materialen hangen er te zwieren tussen de lakens en handdoeken. Het hoort hier echt bij het straatbeeld.
Morgen doen we Bilbao aan en ik verwacht mij aan iets totaal anders. We zien wel en jullie krijgen het zeker te lezen.
Zoals
gisteren geschreven wil ik vandaag de visvangst in al zijn facetten bestuderen.
Ik was al vroeg uit de veren en liet Wim rustig verder snurken. Door dat
gesnurk was het niet langer meer vol te houden in het bed en in stilte trek ik erop
uit, op fotojacht. De lucht is nog grijs en nevelig maar het weer van de twee
vorige dagen indachtig denk ik dat het vandaag weer van hetzelfde laken een pak
zal zijn. Ik schiet er dus op los en wacht niet op zonnestralen; fotos van de
baai, de omringende bergen, de haven met de vele bootjes en noem maar op.
Eens terug
in de camper zie ik de eerste grote visserssloep binnen varen. Beiden haasten
we er ons naartoe want er wacht ons een echt spektakel. Zevenhonderd meter
donkerbruin visnet, afgeboord met gele boeien, wordt door middel van een katrol
die hoog boven de sloep uitsteekt, op de kade getrokken. Met veertien vissers
staan ze in een boog er rond om dat hele gedoe in goede banen te leiden. De
vorm van dat uitgerolde net krijgt de vorm van een hemelbed. Een ongelooflijk
zicht hoe die vermoeide schippers aan een hoog werktempo die klus klaren. Allen
met een veel te grote waterdichte vissersbroek en T-shirts die ooit eens een
mooie kleur gehad hebben.
Terwijl ze
de netten op de kade neervlijen worden de kleine visjes die er nog tussen de
mazen zitten op de grond gegooid. De meeuwen schieten er als wilden op af en
vechten voor de grootste hap. Een half uur lang rollen ze die netten over de
grond. En intussen zijn de vrouwen aangekomen. Gewapend met een krukje, naald
en draad, nemen ze plaats op en tussen de netten en het verstellen kan
beginnen. Een ganse voormiddag hebben die zeebonken ons bezig gehouden. Netten
afrollen, netten verstellen, het schip schoon spuiten, messen scherpen, daarmee
dikke touwen onder handen nemen. Alles komt erbij kijken. Om dan nog maar te
zwijgen over het afleveren van de vis. De bakken worden even snel als de rest
op de kade gelicht en dadelijk naar de loods gevoerd voor de visafslag. Echt
boeiend om dat leven te leren kennen. En het beste komt nog: Wim zou Wim niet
zijn wanneer hij glunderend met drie vers gevangen vissen tevoorschijn komt.
Hoe hij het doet weet ik niet maar ik weet wel dat we heel lekkere en verse vis
zullen eten. Niet vandaag, want we trekken vanavond naar een gezellig
visrestaurantje maar het menu voor morgen staat al vast. Terwijl ik nog wat
geniet van de ganse bedoening keert Wim al terug om zijn prooi schoon te maken.
Mij kennende vindt hij het veiliger dat te doen zonder mijn blik want moest ik
het allemaal gezien hebben zou ik morgen zeker geen vis nuttigen.
Onze
voormiddag was goed gevuld en na de middag hebben we dan een fikse wandeling
gemaakt. Wat is het hier een heerlijk leven en de geziene visceremonie vergeet
ik nooit meer. Wat ik nog vergeet te vertellen! De zon heeft zich zowaar voor
een paar uur getoond en dat gaf het hele gebeuren nog een extra dimensie.
Het is
zover. De reis waar ik zo naar uitkeek is gestart. Nadat ik eerst de dag voor
het vertrek nog mee gaan feesten ben met een jarige moest ik s anderendaags om
vijf uur al de baan op zijn. Het deed even pijn maar het lukte wel.
Zoals voorspeld
in de berichten zijn we met een natte dag onze trip gestart. Maar, zo dacht ik,
we leven op hoop. We trekken naar Spanje en daar moeten de weergoden ons
gunstig zijn. En inderdaad, eens de Franse grens voorbij klaarde het uit. Ik
glunderde. Zullen we het deze keer wat beter hebben dan vorig jaar waar we van
stad naar stad en van land naar land trokken, steeds met de paraplu boven het
hoofd?
Toch was de
vreugde van korte duur. Hoe dieper het land in, hoe natter het werd. En toen we
goed en wel onze overnachtingsplek hadden ingenomen was de hemel voorgoed
dichtgetrokken. Het miezeren werd druppelen en het druppelen eindigde in regen.
Heb ik dan toch de naam van regenvrouwtje en is het dan toch zo dat, overal
waar ik verschijn, de hemelsluizen zich openen!
Nochtans
hadden we een schitterende staanplek gevonden; een spookdorpje! Wanneer er 50
mensen wonen zal het veel zijn. Maar zo typisch. Een Romaanse kerktoren torende
uit boven enkele bouwvallige woningen waar geen levende ziel te bespeuren viel.
Toch schoof er plots een gordijntje opzij en zag ik enkele seconden maar een
nieuwsgierig hoofd. En dat was het dan qua leven. Bij nader toezien moeten er
toch nog anderen gewoond hebben want bij de dorpswandeling zie ik plots école
primaire de Bonneuil. Lang hebben we gewacht op dat jonge volkje maar komen
deden ze niet. Moe van het rijden zijn we dan vroeg tussen de lakens gekropen.
Die Truus
toch!
Dag twee is
weer als reisdag bestempeld. We trekken de ogen open en alles ziet er grauw en
grijs uit. De weiden, de talrijke wijngaarden en de peperkoeken huisjes met
krom getrokken daken zijn allemaal even nat. Met wisselende gevoelens leggen we
dat vast op onze harde schijf en hopen op beterschap. Maar alweer hebben we tot
diep in de namiddag moeten wachten voor er een zonnestraal te bespeuren viel.
Pas wanneer we de Spaanse grens overschreden kwam er een schuchter zonnetje te
voorschijn.
Intussen
hadden we de taal van Vondel en Molière al achter ons gelaten en trachtte ik
het uit te leggen in mijn beste Spaans. Maar waarom leert een mens die taal
wanneer ze naar het Baskenland gaan. Het beetje dat ik ken kan en mag ik er
niet gebruiken en van het Baskisch versta ik geen knijt. Maar wanneer ik al het
moois zie vergeet ik al snel dat taalprobleem.
Hondarribia of Fontanarrabia in het Spaans (alles is hier
tweetalig vermeld) is een pareltje. Sinds mensenheugenis bewaakt deze oude
versterkte stad de grens met Frankrijk en heeft ze haar verleden wonderwel
kunnen bewaren.
We reden
langsheen de Golfo de Vizcaya en wilden daar wel ergens overnachten. Het
piepklein dorpje Getaria leek ons
iets wanneer we het op de kaart zagen. Ook de beschrijvingen in de reisgidsen
waren lovend en dat werd dus in de GPS gezet. Maar Truus(lees GPS) stuurde ons
op een heel avontuurlijk baantje; zo klein dat het zelfs geen baannummer had.
In plaats van langsheen het water te blijven stuurde diezelfde Truus ons de
bergen in. Kleine kronkelige wegen moesten we verteren. In een mum van tijd
waren we 300 meter gestegen en zagen we niets meer door een dichte mist. Op de
kaart was het een toeristische route maar we reden zodanig in de wolken dat er
van de omgeving niets te bespeuren viel. Links en rechts van ons scheen er een
afgrond te zijn en water was er niet meer te vinden. Het duurde en bleef maar
duren. Tegen 30 km/uur vordert een mens niet en wat waren we blij toen we de
afdaling konden inzetten en terug iets van de natuur zagen. Na lang rijden
vonden we dan toch onze overnachtingsplek. Het is een wondermooie plek met zijn
kleine ronde baai omringd door een rotskust en enkele rotsige eilandjes die de
ingang van de baai bewaken. Hier blijven we morgen zeker staan. Het is daarbij
een typische vissershaven waar de visvangst een echte religie is. Dat wil ik
morgen zeker beleven. En na twee dagen rijden zal dat een welgekomen
afwisseling zijn.
Oef, Het examen Spaans is achter de rug en nu kan ik echt gaan ontspannen. Nog even de dag voor het vertrek een verjaardagsfeestje meepikken en nadien is het de grote start waar ik zo naar uitgekeken heb.
Dat onze eerste plannen gewijzigd werden weten jullie al. En ik denk dat het een wijze beslissing is. Er is in Spanje zoveel te zien en te doen dat we ons echt moeten beperken tot een bepaalde regio. Vermits we bij de moeder van onze buurvrouw uitgenodig zijn en dat die in Asturië woont, is onze beslissing snel genomen. Dit jaar gaan we het noorden van het land onveilig maken en wanneer onze gezondheid het toelaat zullen we volgend jaar enkele regio's lager uitspitten. We hebben trouwens een ganse resem tips gekregen van plaatsen die we zeker moeten aandoen en daar hou ik rekening mee. Laat ons hopen dat we ons vakantieweer van vorig jaar weer niet moeten ondergaan. Toen zagen we zulke schitterende steden en natuur maar steeds was het onder de paraplu en er zijn meer leukere weersomstandigheden om op reis te gaan! Mijn broer heeft mij ook al de raad gegeven hem niet meer te komen opzoeken op zijn vakantieplek want dan regent het daar ook pijpenstelen. Zou ik er dan toch voor iets tussenzitten?
Nu nog hopen dat we tijdens onze reis regelmatig een cybercafé vinden zodat ik mijn blog in delen kan doorsturen. Ik neem aan dat het voor iedereen aangenamer is om telkens een kortere tekst te krijgen dan ineens een ellenlange boterham te moeten verwerken. We doen ons best.
Inderdaad, het is lang stil geweest rond mij op deze pagine maar het zal niet lang meer duren! Eens mijn examen Spaans achter de rug ga ik mijn kennis toetsen aan de werkelijkheid. We trekken met ons rijdend huisje richting Spanje om daar wat taalpraktijk op te doen. Lees niet verkeerd! Niet dat praten alleen telt. Diegenen die mijn vorige blog gevolgd hebben weten dat wij ook andere en dieper interesses hebben. Maar we zien nu al in dat onze grootse plannen op één reis niet te verwezenlijken zijn. Wim heeft zo maar even een rondje Spanje uitgezet van 4 400 km en ik zie dat absoluut niet zitten. Dat zal veel rijden zijn en weinig ontdekken en genieten. Gelukkig kregen we onlangs buren met Spaanse roads op bezoeken en die hebben Wim tot ander inzichten gebracht. Waar we eerst tot in het zuiden wilden geraken zijn onze plannen nu al heel wat afgeslankt. Het noorden en het zuiden van dat land zijn zo verschillend van cultuur en natuur dat we op vier weken tijd onmogelijk die twee landsdelen kunnen uitspitten.
Voorlopig starten we dus met een uitgebreid bezoek aan het noordelijk landsgedeelte en al naargelang de weersomstandigheden zullen die plannen wijzigen. Ons draaiboek is een leidraad en kan op elk moment bijgestuurd worden. Gelukkig maar. Daarbovenop willen we tijdens de heenreis dag gaan zeggen aan een Grimbergenaar die in het zuiden van Frankrijk met man en macht aan het werken is om een oud huisje om te toveren tot een B&B. Normaal gezien starten ze met hun zaak begin juni maar het zal blijkbaar nog veel zweet kosten om klaar te komen. We duimen maar en het relaas krijgen jullie over een paar weken. Tot dan.
Na een tijdje thuis te zijn en vorige reismomenten verwerkt te hebben, hebben we terug grootse plannen. Evenals de twee vorige jaren ontvluchten we de koude en donkere wintermaanden en gaan we ons geluk beproeven op het steilste eiland van de wereld, La Palma. Op drie na het kleinste van de Canarische eilanden maar wat de schoonheid van de natuur en netheid betreft staat het zeker aan de top. Ik hoor er al velen zeggen: alweer naar dezelfde plek! Maar Wim heeft er zo zijn hart verloren en hij is er nog moeilijk weg te slagen. Voor het eerst gaat mijn zus ons een weekje vervoegen. Om haar in te leiden hebben we onze DVD van vorige vakanties bezorgd en het zweet staat in druppen op haar gelaat. Ze heeft angst ons niet aan te kunnen wanneer we op het wandelpad zijn. Nu ze de beelden van onze wandelingen bekijkt, beseft ze maar al te goed wat ze geboekt heeft. Maar we hebben haar gerust gesteld, we passen ons wandelniveau aan en ik ben ervan overtuigd dat ze met volle teugen zal genieten. Nu nog duimen voor een lekker weertje en alles komt voor mekaar.
Perugia, de hoofdstad van Umbrië staat op het programma. Om de grote menigte en de ongewone hitte te ontvluchten vertrekken we heel vroeg. Pas half negen en we zijn al ter plekke t.t.z. we zijn op een half uur gaan van het historisch centrum. Vermits elke bezienswaardigheid hier op de heuveltop ligt beginnen we aan onze trappen. Geteld hebben we ze niet maar het waren er velen. Na de zware inspanning zijn we eindelijk aan de ondergrondse stad gekomen, een unieke bezienswaardigheid. Nadien verkennen we de rest en zonder twijfel is Perugia een van de meest bekoorlijke steden van deze provincie. Er zijn talloze getuigenissen van Etruskische, Romeinse, Romaanse en Gotische architectuur. Wanneer de hitte ons te sterk wordt, keren we terug en zoeken we een van de schaarse schaduwplekjes op om wat van een normale temperatuur te kunnen genieten.
Assisi is het Scherpenheuvel van bij ons. De dubbele kerk, die veel geleden heeft onder de aardbeving van 1997, is wondermooi hersteld. Niet minder dan 400 000 stukjes fresco heeft men moeten in elkaar puzzelen. Een monnikenwerk!
Vooraleer de grote hitte uitbreekt wandelen we gedurende drie uur doorheen een mooi stukje Umbrië tot aan de plaats waar de heilige Franciscus zich eertijds terugtrok om voor ons zielenheil te bidden. De uitzichten die we te verwerken krijgen zijn subliem en in ons Belgenlandje bestaan zulke landschappen gewoon niet! Na het stadsbezoek vinden we een schitterende staanplek, hoog op een heuvel, met zicht op olijfboomgaarden en wijngaarden.
s Avonds zijn we getuige van festiviteiten temidden van dat middeleeuwse dorpje Montefalco. Het brengt een massa mensen op de been en allen zijn ze de lokale wijn aan het uitproberen.
Spoleto is de volgende plaats die op het programma staat maar de hitte is zo ondraaglijk dat we het snel voor bekeken houden. Na een lunch in een gezellig restaurantje keren we naar de camper terug en zoeken we onze staanplaats van gisteren op in de hoop daar wat koelte te vinden. We zitten er beide door vanwege die hitte en gaan morgen richting bergen. Zouden die ons wat koelte kunnen bezorgen?
Na een bezoek aan Norcia, een stadje gekend voor de verse zwarte truffel, kaas en everzwijnvlees komen we terug bij de auto en kunnen onze ogen niet geloven. Alweer bandenpech, net zoals enkele maanden terug! Daar staan we dan hulpeloos. Wim wil de verzekering opbellen maar dat duurt te lang naar mijn zin. Ik haal mijn beste Italiaans boven, kruid dat met heel veel gebaren en kom zo toch aan hulp. Maar wat blijkt? Het is middag en de Italianen hun siësta is heilig. Daar staan we dan en we kunnen tot 16 uur wachten alvorens verdere hulp zich aanbiedt. Uiteindelijk is het dan gelukt en we vertrekken richting Monti Sibillini. De rit er naartoe is indrukwekkend mooi en adembenemend. De diepte wordt steeds dieper en wilde paarden belemmeren onze weg. Maar van die puur natuur kunnen we wel genieten. Het was genoeg geweest met cultuur! De nodige fotos worden geschoten en aan de Piano Grande gekomen schijnen we in een irreële wereld te zijn beland. Dat amfitheater omgeven met een soort karstgebergte, onnoemlijk versierd met talloze kleuren en tekeningen hebben we nog nooit gezien. Er wordt afspraak gemaakt met de familie Snauwaert om ons daar te vervoegen en de dag nadien samen een wandeling te plannen. Het wordt echter steeds maar later en pas wanneer het al goed donker is, arriveren ze. Beide zijn ze wat overstuur want ze zijn op de weg beroofd. Toch laten we het niet aan ons hart komen en eindigen de avond/nacht in schoonheid t.t.z. we drinken de problemen weg met lekkere Italiaanse wijn.
De dag nadien wandelen we samen en sluiten af in een gezellig agroturismo restaurantje waar we door twee lieve meisjes, zeg maar kinderen, bediend worden.
Voor ons zit de vakantie er ongeveer op en we beginnen langzaam maar zeker aan de terugweg. Onze harde schijf zit boordevol cultuur. Kerken, frescos, monumenten, nauwe steegjes en schitterende bas-reliëfs hebben onze hersenen belast. Gelukkig hebben we kunnen afsluiten met een mooie brok natuur waar het niet te warm was om te wandelen