Heeft er nu echt niemand een kaarsje laten branden? Het mindere weer blijft ons achtervolgen. Neen, niet meer die grote storm maar wel de donkere lucht, uiterst lage temperaturen en regelmatig iets dat uit de lucht valt en ons goed nat maakt.
Met de moed der wanhoop trekken we verder Centraal Spanje in. Castilië-Léon is aan de beurt.
Het is 7°C en hopen dat we na een paar uur rijden toch wat hogere waarden mogen zien verschijnen op de thermometer.
We zijn in een andere wereld terecht gekomen. Voorlopig geen bergen meer. Deze hebben plaats gemaakt voor indrukwekkende okerkleurige vlakten waarop bomen verspreid staan van allerlei pluimage. De steeneik met zijn brede kruin luidt het verschil in gevolgd door olijfbomen met grillige vormen. Zo een exemplaar zou ik wel in mijn tuin willen maar dan wel in een bonsai formaat. Daartussen genieten de koeien van een lekkere maaltijd en worden de schaapjes samen gedreven door een bordercolli, een hondje dat zijn taak zeer goed kent. Het doet me denken aan Dribbel, het hondje van onze dochter. Ik zie hem net hetzelfde doen en mis hem wel een beetje. De arenden en valken maken een zweefvlucht boven onze hoofden en de ooievaars zijn niet meer uit het landschap weg te denken. Hun enorme grote nesten weten ze goed te plaatsen. Het moet hier een geschikte habitat zijn want op iedere kerktoren of elektriciteitspaal staan de ooivaarsouders hun kindjes te voeden in hun grote huis. Nadien komen ze dapper aangevlogen om in de weiden geschikt eten te vinden voor hun jongen. Op dat afwisselende platteland liggen verder ook veel aardige oude dorpjes waar we prachtige voorbeelden van lokale architectuur aantreffen. Op het eerste gezicht onbewoonbare panden maar ttoch speelt er zich het dagelijkse leven af.
Maar Castilië-Léon is ook de trotse bezitter van enkele prachtige steden waaronder de universiteitsstad Salamanca. Deze staat vandaag op ons programma en hoewel er geen zon is genieten we toch van dit pronkstuk van de Spaanse architectuur. De goudkleurige huizen van de Plaza Mayor, de twee kathedralen en la casa con las conchas mogen zeker niet op onze verkenningstocht ontbreken.
De Plaza Mayor, voorwaar een van de mooiste pleinen van Spanje, was de plaats waar vroeger stierengevechten werden gehouden. Nu kan men er heerlijk rondwandelen en op een gezellig terrasje genieten van het barokke stadhuis en het Koninklijk Paviljoen. Het plein is omringd met smeedijzeren balkons en schilden die Spaanse koningen gedenken.
De twee kathedralen zijn eveneens een bezoek meer dan waard. De oude en de nieuwe zijn naast mekaar gebouwd en hebben een totaal andere stijl. Gotiek, renaissance, barok, men vindt het er allemaal in terug. Telkens wanneer ik zulke bouwwerken zie vraag ik me af hoe het mogelijk is om met beperkte middelen zulke kunstwerken recht te zetten.
La casa con las conchas, huis der schelpen, dankt zijn naam aan de 400 St-Jacobsschelpen die in de buitenmuren gebeeldhouwd zijn en die het symbool zijn van de pelgrims op hun weg naar Santiago de Compostela. Er is natuurlijk nog veel meer maar dat brengt me te ver. Ik zou zo zeggen: wie de kans heeft moet de stad zeker eens opzoeken. Men zal het zich niet beklagen!
Onze dag zit er nog niet op. We trekken wat zuid-zuidwest om onze overnachtingsplek op te zoeken. La Alberca, een mooi en druk bezocht dorpje ligt in de Sierra de la Peña de Francia. Jawel, alweer een bergachtig gebied en de kans op slechter weer is dus reëel. Maar alles went en we passen ons aan. Smalle wegen kronkelen door pittoreske olijfgaarden en we zien bijzondere dorpjes met houten huisjes. Heel apart en we zijn blij dat we deze bestemming gekozen hebben. Op zoek naar een bakker komen we bij een piepklein huisje terecht. In het Spaans en op een verfrommeld papiertje lezen we dat we aan een klein deurtje moeten kloppen indien we wat nodig hebben. In een donkere gang komt er een oud vrouwtje naar beneden, constant pratend in haar eigen en we mogen zowaar in haar mini-bakkerijtje binnen. We kiezen wat we nodig hebben en vertrekken. Maar Wim met zijn lengte moet wel in twee geplooid lopen wil hij er niet de zoveelste bochel op zijn hoofd aan overhouden. Intussen is het avond, hebben we al een fikse bui gekregen en hopen dat we morgen toch de kans krijgen om in dat mooie gebergte een wandeling te maken. Maar dat is nog andere koek.
Na Cantabrië ontdekt te hebben had ik mijn ogen op Asturië gericht. Alweer een nieuw gebied te ontdekken en wat voor moois zou ik daar te zien krijgen. Maar de realiteit is totaal anders.
Ik bel aan bij onze gastvrouw maar ben haar naam vergeten. Dus wat zeg ik in de parlofoon: cest la maman de Manuela? Aan de andere kant begint er iemand hartelijk te lachen en ik hoor dadelijk dat ik aan het juiste adres ben. Een bijzonder charmante dame ontvangt ons met open armen. We drinken samen een lekker koffietje, kwebbelen wat en maken nadien een dorpswandeling. Onze gids geeft ons de nodige uitleg en het besluit is dat ik de dag nadien op fotojacht zou gaan want vandaag is de dag al goed gevuld.
Tegen de avond komt de zoon van de gastvrouw ons oppikken. Hij toont ons gebieden waar je alleen niet komt; woest zoals ik niet wist dat het hier nog bestaat. Prachtig, maar het weer trekt vieze snuiten. De wolken worden steeds maar dreigender en wanneer we uiteindelijk aan het meest noordelijke punt van Spanje aangekomen zijn, de Cabo de Peñas, valt het water met pakken uit de lucht. Er is niet uit de auto te komen en van fotograferen is er absoluut geen sprake. Jammer, jammer, jammer. Ik had zo graag een fotoreportage gemaakt van dat gebied want het is uniek. En tot overmaat van ramp zijn Wim en ik onze paraplu vergeten en Wim zijn jas lag ook nog thuis. Daar stonden we als twee boeren op open schoenen, zonder iets aangepast bij ons en bij een weer waarvoor geen woorden zijn. Maar onze chauffeur zet door. Hij wil met ons gaan eten in el Molino del puerto, een piratenrestaurant dat omzeggens met zijn voeten in de woeste oceaan staat. De inrichting is heel apart en aangepast aan de omgeving. Om de dranken te koelen, geen koelkast. Achter de toog wordt een riviertje omgeleid in een kanaaltje met ijskoud water waarin de drank staat. Genieus gevonden
Als aperitief moeten we zeker de sidra eens uitproberen. De fles boven het hoofd houdend gieten ze het drankje in rechte glazen die op kniehoogte worden vast gehouden. Tot een drietal cm worden die dan gevuld. Nadien moet dat drankje dan in één keer uitgedronken worden anders krijgt het een totaal andere smaak.
Volgt nadien dan het eten! Om duimen en vingers van af te likken. Nadien probeerde ik dan in mijn beste Spaans de koffie te bestellen en het achterafje mocht er ook zijn; een likeur van appelen. De maaltijd is af, het is uiterst gezellig en we hebben kostbare tips gekregen van Abraham voor het vervolg van onze reis. Niet de Abraham uit de bijbel maar een profeet die nu nog leeft. Onze route die we uitgezet hebben wordt volledig onderste boven gegooid en er staan ons blijkbaar heel mooie dingen te wachten indien het lukken wil.
Want nu komt het voornaamste. Terwijl wij daar binnen gezellig de avond doorbrengen zijn buiten de weergoden al hun duivels aan het ontbinden. De regen wordt een storm om U tegen te zeggen. De eigenaar van het etablissementje is er niet gerust in en komt voortdurend eens aan het raam kijken om te zien wat er daarbuiten allemaal gaande is. Het wordt erger om erger en wij die daar op het einde van de wereld zitten!!! Wat gaat er hier met ons gebeuren. Erg gerust zijn we niet en wijselijk besluiten we toch maar om te vertrekken. Het is intussen al vrij laat en helle donker. Wanneer ik beneden in de kelder de servicios opzoek, heb ik al natte voeten. Er begint zowaar water binnen te lopen. Tot aan de enkels in het water strompelen we tot bij de auto. Op die enkele seconden zijn we drijfnat en doorweekt. Intussen begint het te bliksemen en donderen en we beseffen dat we met een echt noodweer te maken hebben. Onze chauffeur zegt meerdere malen dat hij zoiets nog nooit meegemaakt heeft en dat wil wat zeggen. Want naar ik vernomen heb is hij wel een en ander gewoon. Stapvoets rijdt hij door straten die echte rivieren geworden zijn. Het water stroomt van alle kanten en sleurt mee wat het krijgen kan. Soms klopt er een stuk steen tegen het koetswerk. Verlichting is er niet en je moet de weg kennen om thuis te geraken. Met schrik zitten we met zn allen het goed verloop van de rit af te wachten. Het waait, giet, bliksemt en dondert zoals er nog niemand van ons meegemaakt heeft. Uit de roosters spuit er een fontein van wel 30 à 40 cm hoog het regenwater de lucht in. Onbeschrijfelijk. Wat zijn we blij wanneer we heelhuids terug thuis zijn. Maar onze gastvrouw heeft van de emoties bijna niet kunnen slapen. Haar hart bonsde tot in haar keel.
En nu, een dag later, zitten we hier nog bij diezelfde gastvrouw. De uitstap die gepland was kan niet doorgaan. Want het noodweer woedt nog steeds. Intussen vernemen we dat er 150 liter/m² water gevallen is. Het restaurantje waar we waren bestaat deels niet meer. Een stuk is meegesleurd de oceaan in. De 6 gasten die er nog tafelden hebben ze met de helikopter moeten bevrijden en de rest van het huis is ondergelopen. Niet voor niets dat de uitbaters ongerust waren en wat een geluk dat wij nog net op de limiet vertrokken zijn. Ik zag ons nog niet bengelen aan een touw om in de helikopter getrokken te worden. Dat zou ik nooit overleven Het regenvrouwtje heeft weer haar werk goed gedaan maar mag voorzeker nooit meer een voet in Asturië zetten.
Soms kan een mens een baaldag hebben en dat is voor mij nu het geval. De derde dag op rij krijgen we dat rotweer waar geen enkele activiteit in past. We maken onze pakken en beginnen de Via de la Plata, naar verluid een route door een mooie streek en wat het belangrijkste is, ze loopt zuidwaarts. Eens de cordillera Cantrábica achter ons latend zou het moeten warm en zonnig worden. Maar oh wee!
De regen blijft ons achtervolgen en de temperatuur daalt tot 7 graden. Is dat het zonnige Spanje! Ik had het me anders voorgesteld. Tot de middag rijden we door het gebergte dat volledig in de wolken gehuld is en waaruit de regen met bakken neerstroomt.
Intussen staan we nu iets voor Salamanca waar het normaal rond de 30° zou moeten zijn en we zitten nog steeds met dat vies nat weer en krijgen amper 11°. Lang houd ik dat niet meer vol. En nu duimen maar voor een grote weersverbetering. Wie draagt er voor ons kaarsjes naar de Clarissen?
Dit is
ongeveer de juiste uitdrukking om het baantje van vandaag op onze eigen harde
schijf te zetten.
We
doorkruisen verder Los Picos de Europa en ook vandaag is de natuur
onbeschrijfelijk mooi en dit niettegenstaande het minder fraaie weer. Maar die
unieke natuur heeft ook een keerzijde van de medaille! Gelukkig heb ik een
goede chauffeur die de breedte van ons gevaarte bijzonder goed kan inschatten
en weet hoe hij de talrijke smalle bochten moet nemen. En ze zijn niet alleen
smal maar ook de rotsen spelen ons parten. Op verschillende plaatsen hangen ze
als een zonnekap boven een gedeelte van de baanbreedte. Voor een kleine auto
geen enkel probleem maar met een gaval van 3,10 meter hoog is dat anders en
zeker wanneer men dan juist op het moeilijkste punt een bus moet kruisen of een
vrachtwagen van wegeniswerken. Dan doet mijn eigen voet pijn van op de rem te
drukken alhoewel ik niet aan het stuur zit.
Her en der
hangen er netten boven de baan om afvallende brokstukken op te vangen. En dat is
geen nutteloos werk geweest want er liggen inderdaad meerdere stukken in die
netten. Fijn gevoel, hoor! Het is juist hopen dat er niets naar beneden komt
uitgerekend wanneer wij er doorrijden en dat bovendien die netten hun gewicht
goed houden.
Omzeggens
de ganse route van vandaag loopt door een enge bergkloof met al die problemen.
Maar wanneer we uiteindelijk op onze bestemming zijn aangekomen hebben we wel
van een schilderrijk stukje natuur genoten. En die bestemming is de start van
een even mooie wandeling, de Garganta del Cares. Langsheen de ganse wandeling
zien we diep beneden ons het kolkende water van die Cares in alle mogelijke
blauwe tinten. Wat jammer dat er geen zon is want dat zou het spektakel nog
veel sprookjesachtiger maken. Constant wandelen we langs een rotswand die soms
tot 800 meter hoog uitrijst boven de rivier. Op sommige plaatsen is de weg
uitgehakt uit de rotsen en loopt het pad door een aantal kleine tunnels. Best
is het om niet teveel naar beneden te kijken want daar gaapt een grote diepte.
Het pad is wel voldoende breed om de hoogtevrees wat te onderdrukken.
Conditie
bij die wandeling is geen ijdel woord want het pad gaat van bij het begin al
vrij steil omhoog maar we genieten. Het kalkstenen massief van de Picos is
vergeven van grotten en kloven en daar krijgen we bij deze wandeling enkele
staaltjes van. Ook de vochtige beboste flanken van de rivier zorgen voor een
onvergetelijke aanblik. Alles is hier even imposant en de wandeling is dan ook
een must voor ieder bezoek aan Noord-Spanje.
Ons devoot
overnachten con las monjas heeft zijn
vruchten afgeworpen. Bij het ontwaken schijnt al een weldoend zonnetje en dat
geeft dadelijk een zalig gevoel! Onze plannen worden onderste boven gegooid en
we rijden terug naar Fuente Dé, het plaatsje waar we gisteren de kabelbaan
dachten te nemen en het ons door de liftbediener afgeraden werd. En alleen
waren we niet. Al die toeristen die al dagen op een open hemel aan het wachten
zijn, trekken vandaag hun bergschoenen aan en vertrekken op daguitstap. Zo ook
wij!
Gepakt en gezakt
vertrekken we richting teleférico
om al van op 1800 meter hoogte te kunnen starten met onze wandeling. Boven
hebben we voorzeker een veel mooier zicht dan in het dal. En inderdaad, we
kunnen onze ogen niet geloven. Rondom rond bergen in alle kleuren en vormen.
Waar we tot hiertoe niet anders dan wolken te verwerken kregen, is het vandaag
een lust voor het oog. We stappen en genieten. Dan eens door een rotspartij, dan
over en door malse weiden waar de gentianen hun kelkjes weid open spreiden om
de weldoende zonnestralen binnen te laten en wat verder houden we een
sneeuwgevecht. Ja, jullie lezen goed, we moeten doorheen verschillende
sneeuwplekken en dat geeft de wandeling nog een extra dimensie. Zelfs een
roedel herten laten zich die sneeuw welgevallen en spelen en stoeien erin dat
het een lust is om te zien? Verspreid in het landschap zien we meertjes met om
ter mooiste weerspiegelingen. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand wie is er het
mooiste meertje van dat land. Maar er is er geen enkel die spreekt en het is
aan de wandelaar om uit te maken wat hij verkiest. De wolken spelen een spel
van verstoppen en terug te voorschijn komen maar het weer blijft zijn beste
kant tonen. Vandaag moeten we echt het onderste uit de kan halen want volgens
de weersvoorspellingen is het morgen weer gedaan. Laat ons hopen dat die
vooruitzichten niet kloppen want we zouden morgen dolgraag een wandeling
doorheen een kloof maken alvorens door te rijden naar de moeder van onze buren.
Zij is zo vriendelijk geweest om ons bij haar uit te nodigen en dat aanvaarden
we graag. Maar, moesten de weergoden weer rare snuiten trekken dan aanvaarden
we dat maar. We hebbenvandaag immers
uitgebreid en onverwachts kennis kunnen maken met de Picos de Europa en dat
bejubelen we.
Diegenen
die mij al jaren kennen weten dat ik op elke reis eens een dokterbezoek of een
bezoek aan een spoeddienst moet incalculeren. Begin nu al maar te lachen, het
is zover. Vanmorgen ben ik naar het centro de salud(lees spoeddienst) getrokken.
Niet dat het ernstig was maar de ontsteking in mijn mond waarmee ik al vijf
dagen rondloop, neemt onrustwekkende vormen aan en moet toch maar eens onder
handen genomen worden. In mijn beste Spaans de weg gevraagd en warempel nog
verstaan ook. De dokteres die me te woord stond leek eerder op iemand die in
een viskraam staat; een versleten jeansbroek, een knalgele oliejekker en haar
dat al een tijdje geen haarshampoo gezien had. Daarmee moest ik het doen maar,
geen kwaad woord van dat mens. Ze deed haar best en ik heb de nodige medicatie
gekregen. Daar bovenop moesten we nog niets betalen. Is dat geen service.
En voor de
rest van de dag! Wel, het mooie weer van de twee vorige dagen is gaan vliegen;
We hebben nog 16 graden en leven tot een stuk in de namiddag in de wolken. Dus was
er niet veel leuks aan om op onze overnachtingsplek te blijven staan.
Santillana del Mar is de volgende bestemming. Langzaam aan rijden
we westwaarts en trekken ook iets meer landinwaarts. Aanvankelijk doorkruisen
we een waterrijk gebied dat bij stralend weer een mooie indruk moet nalaten.
Men vergeet echter niet dat ik hier op doortocht ben en men voorziet mij van
mijn geliefde wolken. De baan is smal en bochtig en gestaag klimmen we tot we
het bovengenoemde stadje bereiken. Sartre schreef ooit dat dit de mooiste stad
van Spanje is en of hij gelijk heeft weet ik niet maar het is wel een bezoek
waard. De oudste kerkelijke gebouwen dateren uit de 12de eeuw en de goudkleurige
burgerhuizen uit de 15de en 17de eeuw zijn nog grotendeels
intact. Zie daarbij de straatjes met kleine ronde klinkertjes, de schaduwrijke
steegjes en gracieuze arcades, dan mag men echt wel zeggen dat het een van de
populairste plattelandsdorpen is van de noordkust. Neem de televisieantennes en
de autos uit het straatbeeld weg en we zouden er gemakkelijk een middeleeuwse ridderfilm
kunnen opnemen.
Uitgebreid
hebben we het bezocht en langzaam aan rijden we nu landinwaarts. Na 40 km
krijgen we plots een totaal ander weerbeeld. De 16° van weleer worden in een mum
van tijd 29°C. Cantabrië laten we achter ons en lezen nu Castilla y León, een
veel uitgestrekter gebied dan het vorige.
De Picos de
Europa is ons volgend doel doorheen het noordelijk deel van Spanje. Uit het
verleden weten we dat dit een fabelachtige bergketen is maar we vrezen voor het
weer We wachten af en hopen toch op wat vriendelijkheid van de weergoden.
Brrr!
Vannacht
gaan slapen met zoveel mogelijke ramen wijd open en nadien opgestaan om zoveel als
mogelijk ramen te sluiten. De temperatuur daalt tot 5° en dat voelen we. Bij
het ochtendgloren is het nog steeds maar een acht graden maar alles went.
Terwijl jullie smoren in jullie zweet bibberen wij ons warm.
Donkergroen,
lichtgroen, grijsgroen, geelgroen, mosgroen, lindegroen, in één zin samengevat:
groen is de hoofdkleur van onze rit van vandaag. Met daartussen weer die
bloeiende voorjaarsbloeiers. Een schilder zou er een mooi stilleven van kunnen
op doek zetten. Maar oh wee, die wolken!!!! Waarom vliegen die nu steeds
horizontaal. Vertikaal zou zoveel beter zijn. Dan geraken we minstens van die
grijze lucht af.
Op onze dagtocht
horen we voor het eerst het geklepper van de ooievaars. Het moet een ideale
habitat zijn voor die mooie families. Op elke kerktoren of elektriciteitspaal
staat er een nest. Daarin mama, papa en kindjes ooievaar. Een vertederend beeld
dat we bij ons omzeggens niet kennen. Wat verder op de bergflanken staan ze de
heersers van de weiden, de koeien! Witte, bruine, gevlekte en grijze elementen
staan te grazen in malse en diepgroene weilanden. Wat moeten die dieren gezonde
melk produceren waaruit de mens dan lekkere boter en kaas haalt. Het is niet
voor niets dat men zich hier overal kaas als streekproduct kan aanschaffen.
Voor de
tweede maal in onze campercarrière doen we de Picos aan en voor de tweede maal
krijgen we veel wolken, af en toe een gedruppel en zeer lage temperaturen. Het
is alweer van dat. Wat jammer. Wanneer er sporadisch een opening in dat
wolkendek komt zien we de gekartelde grijze pieken van De Picos, een vertrouwd
beeld waar we zo graag hadden in gewandeld. Maar het mag niet zijn. We rijden
tot Fuente Dé om met een, op twee na
langste kabelspoor van de wereld, naar boven getrokken te worden en daar
voorzien we een wandeling. Maar wat vertelt ons die liftbediener? Niet doen, er
valt niets te zien en het is gevaarlijk om daarin dan een tocht te maken. Die
plannen zijn dus afgeblazen. Trouwens, wanneer het bakje van het kabelspoor
naar boven zweeft zien we het al ras in dat dikke wolkendek verdwijnen. Die man
heeft dus toch gelijk.
Dan maar op
weg naar Pontes, een volgend dorpje
in de Picos. Daar moet een mooi klooster zijn en misschien helpt het om daar
eens een gebedje te doen voor weersverbetering! Het klooster is schitterend
gelegen, op een hoogte van 500 meter met zicht op jawel, de bergen. Uitgebreid
bezoeken we het en beslissen om er te blijven staan voor de nacht. s Avonds
klaart het immers vaak uit en dan genieten we van een prachtig panorama. En het
klopt nog ook. Wat we overdag gemist hebben, krijgen we nu deels te bewonderen
en dat hebben we dan toch gehad.