Michel Colemans, Penningmeester + Quizmaster + Wijkmeester + Boekenmeester
Rit Goetschalckx, secretaris
Willy Stroobants, wijkmeester
Frederic Kubben en Victoria Morré
DAVIDSFONDS OUDERGEM
Welkom in cultuur
27-08-2008
Arnold Karskens
Arnold Karskens over zijn dertigjarige ervaringen als oorlogsjournalist in alle hete punten ter wereld, van Congo over Gaza naar Afganistan en Irak, DF Oudergem 16 mei 2008
Arnold Karskens is, zoals Willy het in zijn inleiding zei, drie maal Hollander: hij komt uit Nederland, een land dat we nog altijd Holland noemen, hij komt van boven de Moerdijk, waar de echte Hollanders wonen en hij werd geboren in Beemster, het hart van de provincie Noord-Holland en een bekend producent van kaas.Van bij de start gaf Karskens een voorlezing van een passage uit een van zijn boeken over de vernielingen aangericht in Afghanistan, niet door de Taliban, maar, met een veel grotere vernielingskracht, door de Nederlandse troepen. Hierdoor toonde hij zich meteen als een uiterst kritisch journalist die zijn objectiviteit haalt uit zijn gewoonte zich te mengen onder de plaatselijke bevolking en uit zijn weigering mee te gaan met regerings- of NAVO troepen. De verleiding nationalistisch te reageren, te bezwijken voor de mystiek van de oorlog en hierbij zijn objectiviteit te verliezen bestaat reeds sinds het ontstaan van de oorlogsjournalistiek na de mislukte stormloop op Roermond die in 1568 de 80-jarige oorlog inluidde.
Een tweede deel van de uiteenzetting betrof de risicovolle onderneming zonder militaire bescherming te overleven in uiterst gevaarlijke situaties, zoals Karkskens, pas terug uit Afghanistan, die heeft meegemaakt in 30 conflicthaarden overal ter wereld: Contact zoeken met de dorpsoversten, ver van het raam en laag bij de grond slapen, zorgen voor een goede gids-tolk, zich kleden zoals de plaatselijke bevolking en hun gewoontes naleven, een fluitje om de hals dragen, werken met een satelliettelefoon met ingebouwde camera, altijd en overal uiterst voorzichtig zijn.... hij schreef er zelfs een boek over. Maar het leven is niet altijd kommer en kwel: zo maakte Arnold de Amerikaanse bombardementen van Bagdad in 1997 en 2003 mee vanaf het dak van een luxehotel, een aperitief in de hand...
Wat zoekt Arnold Karskens als oorlogsjournalist? Niet zozeer de beschietingen en gevechtshandelingen -daarvoor kijk je beter naar CNN-, maar wel de manier waarop de oorlog ervaren wordt door de plaatselijke bevolking en de onrechtvaardigheden begaan door alle partijen in het conflict. Zo was het Karskens die, na een toevallige ontmoeting in Bagdad, op het spoor kwam van Frans Van Anraat die aan Sadam Hussein de chemische materialen leverde voor zijn moordpartijen op de Koerden. De conclusie van dit alles is: Oorlog is goed voor de slechten, en slecht voor de goeden.
Alles bijeen gaven Karskens voordracht en de zeer vele vragen die erop volgden een buitengewoon interessant inzicht in de oorlogsverslaggeving. We moeten niet altijd klakkeloos geloven wat de pers ons voorhoudt, niet omdat zij ter kwade trouw zou zijn, maar vooral omdat zij soms nalaat alle aspecten van het conflict te bekijken. En dit geldt niet alleen voor Afghanistan, maar ook voor Congo, Servië, Congo en Irak, waar het onbehouwen optreden der Amerikaanse troepen Al Quaeda binnen de kortste keren groot heeft gemaakt.
Lieven Vermote was 21 jaar voorzitter van onze afdeling. Voor persoonlijke redenen heeft hij zijn ontslag ingediend, doch hij blijft lid van het DF Oudergem en hij zal ook nog als vrijwilliger samenwerken met de werkgroep van de "Nacht van de Geschiedenis" voor het jaar 2009. Wij zullen zijn uitroep "Zo jongelui!" missen! Wij bedanken hem voor zijn inzet gedurende deze 21 jaar en wensen hem veel succes met zijn nieuwe uitdaging (voorzitter van de "Orde van de Prins").
De Davidsfondsafdeling van Oudergem nodigt u allen uit op vrijdag 16 mei 2008 om 20u00 in het Gemeenschapscentrum Den Dam Waversesteenweg 1747 te 1160 Oudergem voor een voordracht met multimediapresentatie door
Arnold Karskens, oorlogsjournalist, over
"Mijn dertigjarige ervaringen als oorlogsjournalist in alle hete punten in de wereld, van Congo over Gaza naar Afganistan en Irak."
Arnold Karskens (Beemster 1954) is de langst werkende en meest ervaren oorlogsverslaggever in het Nederlandse taalgebied. Hij kreeg de afgelopen vijfentwintig jaar bekendheid als een van Nederlands beste en volhardendste oorlogsverslaggevers en maakte voor Nieuwe Revu de Slag om Bagdad van nabij mee. Hij staat erop als onafhankelijk journalist te werk te gaan en niet als embedded journalist (= journalist die deel uitmaakt van een legerkorps). Karskens verzamelde de basisinformatie over de wegens oorlogsmidsdaden veroordeelde Frans van Anraat en de daarvan vrijgesproken Guus Kouwenhoven. Hij is tevens voorzitter van de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden.
Entree : DF : 3, niet-DF : 4.
(Bij verhindering van de spreker onderhoudt ons bestuurslid dr. Willy Stroobants ons over Namibië.)
CV:
1981 diploma School voor de Journalistiek, Utrecht.
Freelance oorlogscorrespondent sinds 1980
Sinds 1995 deeltijd in dienst bij het weekblad Nieuwe Revu. Schreef voor dagbladen van Trouw en de Volkskrant tot Intermediair
Ontelbare radioprogramma's voor VARA, NOS, VPRO enz.
Werkzaam voor Nederlandse en Vlaamse televisieprogramma's als EénVandaag, Netwerk, Nova, Zembla en Canvas, Barend, De Wereld draait door, VRT journaal.
Reist sinds 1980 onafgebroken langs 30 verschillende conflicten en oorlogen van
-2001: Pleisters op de ogen, pleister op de mond. De geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving van Heiligerlee tot Kosovo. ISBN 90-290-6912-0
-2002: Reizen langs de frontlijn. Een overlevingshandboek voor journalisten, hulpverleners en avonturiers. ISBN 90-290-7147-8
-2003: Onze man in Bagdad. Dagboek van een oorlogsverslaggever. ISBN 90-290-7408-6
-2006: Geen cent spijt. De jacht op oorlogsmisdadiger Frans van Anraat. ISBN 90-290-7794-8
-2007: AK-47. "Oorlog is goed voor slechte mensen" en 46 andere columns. ISBN 978-90-809740-4-3
Organisator masterclass oorlogsjournalistiek
-Reis je 'embedded' of 'non-embedded' naar de oorlog?
-Hoe leg je schendingen van het internationale oorlogsrecht vast?
-Hoe betrouwbaar zijn defensiewoordvoerders? Wat zien we uiteindelijk terug van het echte slagveld in de krant of op de televisie?
-Hoe opereert een oorlogsjournalist? Hoe verzamel je nieuws? Hoe controleer de juistheid van waarnemingen?
-De ethiek van het vak. Het nadeel van 'zijde' kiezen.
-Ontstaan, de werkwijze en de ethiek uit van de oorlogsverslaggeving: De geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving begint met de mislukte Stormloop op Roermond op 25 april 1568, het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Verder: de Engelse zeeslagen, de Belgische onafhankelijkheidsoorlog, de Eerste en Tweede Wereldoorlog, de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, Korea, Vietnam Irak en Afghanistan.
Enkele uitspraken van Karskens: - Het klinkt simpel, maar praten met lokale mensen heeft de meeste journalistieke waarde. - Afghanistan is geen plaats voor freelancers. Te duur. Wanneer er honderd journalisten zijn en tien jeeps, dan is het een kwestie van betalen - Afghanistan is de belangrijkste Nederlandse oorlog sinds Korea. Het is verbazingwekkend dat de Nederlandse journalistiek onder druk van Defensie buigt. Ik heb een Australische journalist gesproken die ook mee was met het Nederlandse leger in Uruzgan. Defensie vroeg hem ook zijn stukken voor te leggen, dat weigerde hij. Toch reisde hij mee en toch is het gepubliceerd
Op vrijdagavond 18 april 2008 is onze afdeling, gelukkig alleen maar in gedachten, 25 maanden op reis geweest naar de Zuidpool en heeft zij daarbij 13 maanden vast gezeten in het pakijs. Zo levendig was de voordracht en zo realistisch waren de authentieke fotos en reisverslagen van journalist en jeugdschrijver Willy Schuyesmans, dat je het avontuur meeleefde alsof je er zelf bij was.
James Cook reist tussen 1772 en 1775 in een wijde kring rond de zuidpoolcirkel zonder land te zien. Tussen 1820 en 1840 wagen anderen zich binnen die cirkel en ontdekken er het bestaan van een continent. Na de Internationale Zuidpoolconferentie van Londen van 1895 verzamelt Adrien de Gerlache de nodige fondsen bij Solvay en Osterrieth en verlaat Oostende met de Belgica, een kleine omgebouwde stoom-zeil-walvisvaarder. Maar even buiten Vlissingen dwingt motorpech het schip tot een halte in Oostende. In Punta Arenas, de zuidelijkste haven van Chili, komt een laatste proviandering. In het Beagle-kanaal strandt het schip op rotsen en moet men de kolen op een ander vrachtschip overladen om weer vlot te raken. Een matroos valt overboord en verdrinkt. De Belgen overschrijden de zuidpoolcirkel en verkennen als eersten het Antarctisch schiereiland dat als een menselijk appendix naar Peru wijst. Aan de ontdekte gebieden geven zij namen zoals de Adrien de Gerlachestraat of eilanden Brabant en Antwerpen. De winter komt eraan: de wetenschappers willen terug naar het warme noorden, maar de officieren willen nog heel even verder naar het zuiden. Het weer slaat om, de winter valt in, de zee bevriest en het schip raakt gevangen in het pakijs. Ogenschijnlijk ligt de Belgica onbeweeglijk vast maar de wetenschappers zien snel dat de hele reusachtige ijsmassa een grillige reis van 950 km maakt die hen aanvankelijk naar de Gerlachestraat voert om dan weer zuidwaarts af te drijven. De officier Emile Danco sterft aan een hartaandoening. Een matroos wordt gek. Er waren beginnende verschijnselen van scheurbuik, met name tandvleesbloedingen, door vitamine C gebrek. Dit was het gevolg van het ontbreken van groenten en fruit Daarop heeft de dokter het dieet aangepast. Het eten van afschuwelijk smakend vetganzenvlees heeft hen erdoor geholpen en heeft verder scheurbuik voorkomen. Wanneer de ijsvlakte tijdens de tweede zomer weer noordwaarts afdrijft wordt met man en macht een vaargeul gemaakt die het schip bevrijdt! Terug in Punta Arena telegrafeert Gerlache naar Antwerpen waar iedereen de expeditie afgeschreven had. Natuurlijk is het onthaal triomfantelijk.
Deze voordracht gaf een gevoel van fierheid over de verwezenlijkingen van de kleine Belgen: de ontdekking en in kaart brengen van de Straat van de Gerlache, thans trekpleister nummer één van alle toeristische zuidpoolreizen; de eerste overwintering ooit in het Zuidpoolgebied; het bijzonder professionele wetenschappelijk onderzoek; de volstrekt gelijke behandeling tussen matrozen, wetenschappers en officieren (met uitzondering voor het soort servies en de gescheiden verblijfsvertrekken); de inventiviteit om uit het pakijs weg te raken en de ongelofelijke robuustheid van de Belgica die twee strandingen, een inklemming in het ijs en een zware ijsbrekersactiviteit overleefde.
De grote Roald Amundsen maakte deel uit van de bemanning maar kreeg ruzie met de Gerlache. Hij heeft de expeditie steeds straal genegeerd, wat tot de relatieve onbekendheid van deze nationale prachtprestatie heeft bijgedragen. Maar sinds 18 april weet onze afdeling wel beter.
Lieven
Adrien de Gerlache
DE GESCHIEDENIS VAN DE BELGICA
De eerste Belgica werd gebouwd in 1884 in Svelvig (Noorwegen). Het stoomschip heette toen nog "Patria". Het was 36 m lang, 7,6 meter breed en 4,1 meter diep, woog 336 ton, en had een houten romp. Het schip was oorspronkelijk gebouwd als walvisjager, maar werd door Adrien de Gerlache voor de Belgische Antarctische Expeditie gekocht. De Gerlache noemde het schip "Belgica", en vertrok er op 16 augustus 1897 vanuit Antwerpen mee naar Antarctica. Het schip en zijn bemanning brachten als eersten de winter op Antarctica door, toen het schip op 28 februari vastraakte in het ijs. Pas 13 maanden later kon het schip via een door de bemanning zelf gegraven kanaal losbreken. Op 5 november keerde het in Antwerpen terug. Het schip werd later gekocht door de Graaf van Orléans die samen met Adrien de Gerlache aan verschillende andere expedities deelnam. De Belgica bleef in dienst tot wanneer het werd gekelderd door een Duits bombardement in een Noorse fjord. Onlangs hebben "De Steenschuit vzw" en het "Belgica-Genootschap vzw" het plan opgevat een replica te bouwen van deze mythische ijsvaarder.
Op zondag 13 april 2008 nodigde het Davidsfonds alle bestuursleden en andere medewerkers, hun partners en kinderen uit voor een culturele verwendag in Brugge. Meer dan 2000 personen gingen daar gretig op in. We werden aan het Concertgebouw verwelkomd door een comité Europeanen in nationale klederdracht: een Viking met een vislijn, een Spaanse danseres die ons op een flamenco trakteerde, een Griek die het handje ging kussen van het vrouwelijke publiek, een Schot en een Duitser die aan de omstaanders absoluut het langlaufen wou aanleren. Op het programma stonden museumbezoeken, tentoonstellingen, lezingen, gegidste stadswandelingen, concerten.... kortom, voor elk wat wils. Persoonlijk ging mijn keuze naar 2 wandelingen: "Het Monumentale Brugge" en "Tour d'Amour".
Tijdens de eerste wandeling "Het Monumentale Brugge" kwamen we o.a. voorbij de site van het Oud St.Jan en het Hof van Gruuthuuse. Dit gotische paleis is één van Vlaanderens grootste bewaarde privéwoningen uit de Middeleeuwen. Het was de verblijfplaats van een voornaam patriciërsgeslacht dat afkomstig was uit Bourgondië. Weten jullie eigenlijk waar de naam "Gruuthuuse" vandaan komt? Wel, deze familie kreeg in 1200 van graaf Boudewijn IX als énige het 'gruitrecht' en werd daardoor erg rijk. Dit recht betekende dat zij het monopolie hadden verworven voor de verkoop van gedroogde planten, die bij het bierbrouwen werden toegevoegd. Later hield het gruutrecht ook in dat zij belasting mochten heffen op het gebrouwen bier zelf. Daarmee hadden de Gruuthuses rijkdom, status en invloed. De mensen die deze planten gingen kopen zegden dat ze naar het "Gruuthuus gingen.
Daarna trokken we naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk. De gids vertelde ons daar de legende van het kantklossen: Vrouw Barbara was weduwe geworden: haar 5 kinderen werden aan het werk gezet om niet te vervallen in armoede: bijna dag en nacht draaide het spinnewiel in het huis. Serena, de oudste dochter, deed flink haar best, maar voelde goed aan dat het harde werk niet voor een blijvende oplossing kon zorgen. Daarom bad zij elke avond in stilte tot de H. Maria en deed een belofte: indien zij haar familie zou helpen, dan zou zij afzien van elke vreugde en hoop die zij in haar hart koesterde. De lente breekt aan. Om wat te bekomen van het harde werk krijgt Serena een vrije dag en zij gaat een wandeling maken met haar jeugdvriend, Arnold. Terwijl ze uitrusten, gebeurt er plots iets heel bijzonders. Een legertje spinnen, strijkt neer op de hoofddoek van Serena en met verbazing stellen zij vast dat uit het heen en weer geloop van de diertjes een web geboren wordt met figuren, vogels en bloemen. Plots verdwijnen de spinnen: het ragfijne werk blijft achter als bewijs dat het geen droom was. Voor Serena is dit duidelijk een teken van God. Als eenvoudige spinnen een dergelijk werk kunnen maken, dan moet een mens daar toch ook toe in staat zijn? Arnold maakt met enkele takken een houten raamwerk waarop het doek met het web wordt vastgemaakt en Serena neemt het mee naar huis. Diezelfde avond nog zet zij zich aan het werk. Wanneer Arnold haar de volgende morgen komt opzoeken, zit ze hopeloos in de war met al de fijne zijden draadjes. Hij stelt voor de draadjes te bevestigen aan houten stokjes. Het over en weer brengen van de stokjes, de eerste kantklosjes, verloopt eerst nog wat onhandig, maar na enige tijd is het als het ware kinderspel geworden. Het eerste kantwerk komt klaar. Arnold tekent dan andere motieven en de eerste werkjes worden aan rijke kooplieden verkocht. Het kantwerk werd een veel gevraagde en duurbetaalde waar.
Rechtover de kerk staat er een mooie dubbelwoning in art nouveau stijl die in 1904 opgetrokken werd volgens de plannen van architect J.Ledoux. De schilderijtjes boven de ingang stellen links "de dag" en rechts "de nacht" voor.
Tijdens de tweede wandeling "Tour d'Amour " krijgen we aan het minnewater de legende te horen die daarbij hoort: In de tijd toen de Romeinen aan de verovering van Gallië begonnen waren, had een oude zeeman de zee vaarwel gezegd. Hij leefde met zijn enige, mooie dochter, Minna, te Brugge. Brugge was toen nog een kleine nederzetting, omringd door bossen en moerassen. Omdat hij wist dat hij niet zo erg lang meer te leven had, zocht hij voor zijn dochter een geschikte bruidegom. Zijn keuze viel op Horneck, een jonge man die af en toe op bezoek kwam.Minna had echter haar oog reeds laten vallen op Stromberg, een jonge krijger van een naburige stam. Zij verzweeg dit voor haar vader, omdat ze wel wist dat hij die naburige stam niet hoog in het hart droeg. Om onenigheid te vermijden stelde ze dan ook steeds maar een definitieve beslissing uit. Toen de Romeinen het land binnenvielen, trokken de krijgers van alle stammen ten strijde. Zo ook Stromberg die vóór zijn vertrek van Minna de belofte van haar liefde en trouw had verkregen. Nog enige tijd kon Minna haar vader ervan overtuigen dat een huwelijk haar nog niet paste, maar er kwam aan zijn geduld een eind en hij besliste dat bij de derde zonsopgang haar huwelijk met Horneck zou voltrokken worden. Zij was radeloos, verscheurd tussen haar belofte aan Stromberg en de wil van haar vader. De avond vóór de derde zonsopgang vluchtte zij het bos in, om nooit meer terug te keren. Een tijd later kwam Stromberg terug. Het Romeinse gevaar was geweken. Toen hij hoorde dat Minna verdwenen was, begon hij een moeizame speurtocht. Uiteindelijk vond hij haar, verscholen in het dichte struikgewas, aan de oever van een brede beek. Het mocht echter niet meer baten. Minna was van het lange zwerven totaal uitgeput en ze stierf in de armen van haar geliefde. Eerst wou Stromberg zich het leven benemen, maar hij besloot de plaats waar Minna overleden was blijvend te vereren. Na een hut te hebben gebouwd, legde hij een dam in de beek en in het midden van de droge bedding maakte hij een graf waarin hij Minna voor eeuwig te rusten legde. Daarna liet hij het water weer zijn vrije loop. Op de oever waar hij Minna gevonden had, plaatste hij een zware rotsblok waarop hij, als aandenken aan Minna, « MINNA-WATER » beitelde. Het zou op dezelfde plaats zijn dat later de toren werd gebouwd die nu nog steeds het Minnewater domineert. Is dat geen mooi, ontroerend verhaal?
Na een verwarmende cappuccino trokken we terug naar het Concertgebouw om er boeken te kopen aan een spotprijs. We hadden het geluk nog een deel van het concert te kunnen beluisteren van het "Belgian Suzuki Chamber Orchestra".
Peter Peene stak een speech af waarin hij uitvoerig iedereen bedankte die actief werkzaam is in het Davidsfonds.
Deze prachtige dag werd afgesloten door een concert van Yasmine. Binnenkort begint zij een toernee door gans Vlaanderen en Brussel. In Brussel geeft zij op 1 februari 2009 een concert in de AB-Club. Er zijn slechts 125 plaatsen maar we kregen de garantie dat een aantal plaatsen tot een bepaalde datum exclusief voor Davidsfonds afdelingen zullen voorbehouden worden.
DF-Nacht van de Geschiedenis op de Brusselse Waversesteenweg:
Een opeenvolging van hoogtepunten
280 jaar geleden, in de periode rond 1728, werd de Waversesteenweg aangelegd om boomstammen van het Zoniënwoud naar de houtzagerijen te Elsene te verslepen. Gouverneur-generaal Karel van Lotharingen gebruikte die steenweg bijna dagelijks. Nadien ontwikkelde hij zich tot een belangrijke economische en interculturele as. Dit alles werd ludiek herdacht tijdens de 6e Nacht van de Geschiedenis van het Davidsfonds van 18 maart 2008. Het was meteen de eerste grote verwezenlijking van de nieuwe samenwerking tussen de DF-afdelingen van Oudergem, Etterbeek en Elsene, met aanzienlijke steun vanuit het DF Gewest Brussel.
Bij een koude en regenachtige valavond vertrok een bus vanaf het Cultureel Centrum van Oudergem voor een ophaalrit langsheen de Waversesteenweg. Op iedere halte stapte een vers contingent deelnemers op de bus. Enigszins gehinderd door het geschommel van het voertuig speelde intussen Marc Gaij van het ensemble Noizette op zijn fluit enkele deuntjes uit het Vlaamse Renaissancerepertoire. Na een poging tot parkeren op het nauwe Londenplein hield de bus halt aan de Troonlaan waar het gezelschap vergroot werd met het restant der deelnemers en, vooral, met Suzanne Monkasa.
Suzanne Monkasa, geboren in Congo, licentiaat Romaanse van de universiteit van Lovanium en voorzitster van het overlegcentrum der Congolese verenigingen in België, leidde haar Belgische Nonkels en Tantes rond in de wijk Matonge, pal aan het begin van de Waversesteenweg. Levendig en in perfect Nederlands beschreef zij het ontstaan van de Congolese immigratie in deze wijk, die terug te voeren is op een enkele man die hier een tehuis opende. Na wat omzwervingen langs Afrikaanse winkels bereikte de groep de "Espace Matonge", waar de directrice het woord overnam en een gedenkboek overhandigde. Hartelijke mensen, die Afrikaanse Belgen!
In de thans bomvolle bus neemt Louis Schreyers, dè heemkundige van Oudergem en ereburger van deze gemeente, de leiding van het gezelschap op zich. Een ding maakt hij duidelijk: Dit is geen bus, maar de tijdmachine van Professor Barabas. Tijdens de tocht over de volledige lengte van de Waversesteenweg zullen wij een reis maken naar het verste verleden van die steenweg. De machine maakt een ronde aan de rotonde van de Naamsepoort en doorkruist Matonge. Vlak over de Troonstraat ligt, naast de kerk van de Paters van het Allerheiligste Sacrament, de enige camping van het Brusselse Gewest. Voorbij het Museum voor Natuurwetenschappen wordt de Waversesteenweg een wandelstraat met o.m. de Espace Senghor.
Het voertuig stopt aan het mooie maar volslagen onbekende Happark, een oase in Etterbeek. Op het hel verlichte balkon van het herenhuis kruipt acteur Tom Verhofstadt, zoon van Guy (niet de ex-premier), in het kostuum van Jean-Felix Hap. Op een scenario van ons bestuurslid Irène, vertelt hij het verhaal van zijn vader, Felix (notaris) en van de 3 burgemeesters van zijn familie: Albert-Joseph, François-Louis en Pierre HAP.Het wordt een humoristische en boeiende eenmansshow, een topprestatie van een jonge kerel die zijn leven lang in Etterbeek heeft gewoond en diens verleden kent als weinig anderen. Natuurlijk krijgt hij een daverend applaus.
Terug in de tijdmachine gekomen wijst Prof. Louis Barabas ons op de Dancing Roseland, waar velen hun hart verloren en hun lief gevonden hebben, op de Koninklijke Jacht, thans la Chasse, en op de kazernes van Etterbeek, waar nu de ruiterij van de Rijkswacht is gevestigd. Tussen de Generaal Jacqueslaan en de Vorstlaan wordt kort halt gehouden aan het metrostation Hankar met Somvilles schilderij Temps Présents, aan Deco Ligot en aan de wijk met de toepasselijke naam van Kalkoven. De Waversesteenweg klimt omhoog langs de Bergoje, passeert het viaduct Debroux en bereikt Dry Borre aan het Zoniënwoud, waar iedereen voor de derde maal uitstapt.
Daar, aan de zoom van het woud, slepen Bart en Jeff, twee imposante Brabantse trekpaarden, symbolisch twee boomstammen over de Waversesteenweg, zoals dat 280 jaar geleden gebeurde. Iedereen voelt het belang van dit moment: Dit is waar deze Nacht om draait. Dit is dè herdenking. Natuurlijk hoort daar wel wat uitleg bij en Bruno Vermeiren van de VZW Paard en Bos beantwoordt met alle gemak een hele rits vragen.
Onze tijdsreizigers keren terug richting Brussel. Traag defileert de bus voor het domein van het Rooklooster (waarover DF Oudergem reeds tweemaal een Nacht van de Geschiedenis hield). Aan de splitsing met de Tervuursesteenweg stappen allen uit. Louis Schreyers doet er het verhaal van mijlpaal nr 7, een der oudst overgebleven mijlpalen van het Brusselse Gewest die de Gemeente Oudergem speciaal voor deze Nacht in prachtig wit en rood heeft geschilderd. Ze wordt de meest gefotografeerde mijlpaal van het Brusselse Gewest.
Vandaar wandelen allen de 200 meter naar het Vlaams Gemeenschapscentrum Den Dam af, ook op de Waversesteenweg gelegen. Even later arriveren ook Bart en Jeff, gespannen voor een koets. Een witte auto die op hun voorbehouden plaats geparkeerd was wordt door de politie weggesleept.
Binnen in Den Dam is er een sfeer van jewelste. Royaal worden wijn en versnaperingen geconsumeerd. Met gitaar, accordeon en orgel brengt Noizette Vlaamse volksliederen. Iedereen ontvangt een kleurrijk geïllustreerd tweetalig gedenkboek De Waversesteenweg - Van Elsene over Etterbeek tot Oudergem-Een verhaal apart", speciaal voor deze nacht opgesteld door Louis Schreyers en Irène Arquin van DF Oudergem. Ook hun cd-rom met fotos en Hubert Soumillions uitvoering van het Waversesteenweglied krijgt vlot afnemers. Het was trouwens Irène die de algemene organisatie van de Nacht op zich had genomen.
De voorzitter van DF Oudergem, Lieven Vermote, dankt iedereen die aan het project heeft meegewerkt, in het bijzonder Louis Schreyers, Irène Arquin, Jo Bossuyt, regionaal medewerker DF Gewest Brussel, de VZW Paard en Bos, de toneelkring De Eendracht Etterbeek en de subsidiërende overheden (gemeentes Elsene, Etterbeek en Oudergem, het VGC en de Erfgoedcel Brussel). Frank van Bockstal, secretaris van DF Etterbeek en schepen in die gemeente, beklemtoont de betekenis van de Nacht voor het levendig houden van het verleden. De Burgemeester van Oudergem, Didier Gosuin, dankt het DF voor zijn bijdrage tot het creëren van een gemeenschapsgevoel rondom de Waversesteenweg. Andere opvallende deelnemers aan de Nacht waren de Vlaamse Parlementsleden Sven Gatz en Paul Delva en de DF Gewestvoorzitter Mich Meyfroots.
Onder de begeleiding van Noizette bereikt de Nacht een nieuw hoogtepunt met de gezamenlijke uitvoering van een pas herontdekt lied in walsmaat over de Waversesteenweg : Langs een lange, lange straat, die tot over Waver gaat, ligt ons dorpken gul te pronken... Het werd in 1951 gecomponeerd door twee DF-leden en door Jef Burm voor het eerst openbaar uitgevoerd. Ook burgemeester Gosuin van Oudergem zingt het lied uit volle borst mee.
Het was een memorabele avond en allen hadden de indruk bij deze herdenking een uniek - zeg maar historisch - moment meegemaakt te hebben. Zo groot was de vraag tot deelname dat op 8 juni 2008 om 14u een tweede uitgave van dit evenement wordt georganiseerd. En in 2009 komen de afdelingen Oudergem, Etterbeek en Elsene met een nieuw Waversesteenweg-Nacht, die meer participatief zal zijn en langs het internet een zeer ruim publiek zal pogen aan te spreken.
Lieven
Voor iedereen die er bij was; voor degenen die er bij zullen zijn op 8/6/08 en voor degenen die er voor één of andere reden niet bij konden zijn: ziehier de links naar 2 series foto's van de NvdG :
Op zaterdag 16 februari 2008 vond de achttiende interverenigingenquiz plaats in het Gemeenschapscentrum Den Dam te Oudergem.
Een vijftigtal personen kwamen bijeen voor alweer een gezellige namiddag. Negen ploegen van maximum 5 personen kwamen opdagen, m.n. DAVIDSFONDS Oudergem I & II, DAVIDSFONDS Sint-Pieters-Woluwe, Jeugdhuis ALLEMAN, K.A.V., SAMEN I & II, Juliaan Sr. & Jr. en de Fanfare St.-Cecilia uit Lovendegem.
Zoals altijd kon de quizmaster rekenen op Roza om de vragen uit te delen en de antwoorden op te halen en op Chantal om de dorstigen te laven. Een driekoppige jury verbeterde de antwoorden op strenge doch neutrale wijze.
Dit jaar waren volgende themas aan de orde:
GLAMOUR EN GLITTER
20 PUNTEN
SPORT
20 PUNTEN
GEOGRAFIE
20 PUNTEN
BELGISCHE UITVINDINGEN
20 PUNTEN
CULINAIR
20 PUNTEN
FOTOS
20 PUNTEN
MUZIEK
20 PUNTEN
GESCHIEDENIS
20 PUNTEN
FILM/TV
20 PUNTEN
180 PUNTEN
+ RODE DRAAD
20 PUNTEN
TOTAAL
200 PUNTEN
De Rode Draad bestond dit jaar in een proef waarbij één deelnemer van elke ploeg, die zichzelf een muziekdeskundige achtte, 10 fotos van artiesten op elpeehoezen moest herkennen gaande van Strauss tot Harry Belafonte!
Michel Colemans presenteerde voor de achtste maal deze quiz en Jacques Deceuninck, alias de Spelbreker, had opnieuw een hamvraag voorzien die deze keer handelde over Columbo of Colombo-tantaliet uit voormalig Belgisch Congo. Er waren zodanig veel gelijke stands dat er een schiftingsvraag moest aan te pas komen. Pas daarna kon de jury twee winnaars aanduiden: de ploeg Samen II en die van Davidsfonds Oudergem I.
Jacques Deceuninck slaagde er zoals altijd in de behaalde punten van de algemene quiz tijdig samen te tellen en hier volgen de resultaten op een totaal van 200 te behalen punten:
Jeugdhuis ALLEMAN
169 punten
DAVIDSFONDS OUDERGEM I
164 punten
SAMEN I
163 punten
DF ST.-PIETERS-WOLUWE
162 punten
JULIAAN SR. & JR.
154punten
DE FANFARE ST.-CECILIA UIT LOVENDEGEM
138 punten
SAMEN II
134,50 punten
DAVIDSFONDS OUDERGEM II
116 punten
K.A.V.
91 punten
Zoals blijkt uit de resultaten waren de ploegen erg aan mekaar gewaagd en scheelde het hier en daar slechts een schamel puntje. Onze bewondering gaat uit naar de dames van de K.A.V. die elk jaar beter scoren. Proficiat!
De quizmaster dankt de bereidwillige helpers en de volgende sponsors: Kappers BORRA & BORRA (Waversesteenweg), COLRUYT, Boekenmeester Gilbert Vanden Eynde, Slagerij DEBUSSCHER-DEPESER (Invalidenlaan), Kruidenier Ann & Lieven (Pinoyplein) en Paul Delva (Vlaams Volksvertegenwoordiger)
Davidsfonds Oudergem nodigt iedereen uit op 18 maart 2008 voor de
"Nacht van de Geschiedenis" Iedereen weet waar de Waversesteenweg ligt. Maar kennen jullie de oorsprongvan deze steenweg? Weten jullie dat die steenweg door 3 Brusselse gemeenten loopt? Dat hij de langste steenweg is in Brussel? De afdelingen Davidsfonds Etterbeek-Elsene en Davidsfonds Oudergem wijden de "Nacht van de Geschiedenis" aan de geschiedenis van de Waversesteenweg.
Tot de 17e eeuw waren er in de Zuidelijke Nederlanden weinig goede wegen die onze dorpen en steden met elkaar verbonden. Door verschillende oorlogen konden de toenmalige bestuursorganen geen deftige wegen bouwen. Even eraan herinneren dat Brussel in 1695 gedurende drie dagen door het leger van Lodewijk XIV plat gebombardeerd werd. Met het Verdrag van Utrecht, in 1713, startte het "Oostenrijks Bewind". De nijverheid ging erop vooruit, de handel bloeide en onze economie kende een nieuwe start. Maar wie van het ene dorp naar het andere wou moest nog altijd langs oude, vaak zeer modderige wegen of paden. Steeds meer was er noodzaak aan betere vervoerswegen. De houthandelaars van Elsene grote houtleveranciers van onze toekomstige hoofdstad hadden al meermaals om bestrating van de weg naar Oudergem gevraagd. Om het hout dat in het Zoniënwoud gerooid werd naar hun bedrijven te vervoeren, moesten ze langs uiterst moeilijke slechte wegen. In 1726 heeft de aanbesteding plaats voor een brede baan naar Oudergem, die een oude kronkelende en uiterst lastig berijdbare weg zou vervangen.
Met een autocar gaan we gans de Waversesteenweg ontdekken, vanaf de "Naamsepoort", in Elsene, tot aan "Dry Borre", in Oudergem. Onze gids is Louis Schreyers, heemkundige van Oudergem. Gedurende een wandeling van ongeveer 25 minuten laat Louis Schreyers het gidsen over aan een Afrikaanse gids die ons toelaat "Matonge" te (her)ontdekken. Deze wijk, gelegen tussen de Waversesteenweg en de Edinburgh- en Dublinstraat, heeft zijn naam te danken aan de handelswijk van Kinshasa met dezelfde naam. Daarna gaat de autocarrit verder tot aan het "Happark" in Etterbeek. Daar wacht een afstammeling van de familie Hap ons op om ons het ontstaan van dit prachtige park te vertellen. Vanaf hier legt Louis Schreyers ons de geschiedenis uit van de Waversesteenweg en levert hij commentaar op alle bezienswaardigheden waar we voorbijrijden: "Roseland", "De Jacht, de "Kazernes", de "Koninklijke Jacht", metrostation Hankar, "Ligot", "Kalkoven","Bergoje", "Dry Borre" en de "Mijlpaal".
Aan Dry Borre slepen 2 Brabantse paarden (Jeff en Bart) symbolisch een boomstam. Na de laatste halte - aan de mijlpaal - eindigen we met een receptie in het GC Den Dam. Iedereen krijgt een gedenkboek. Een cd-rom kan aangekocht worden.
Praktische inlichtingen
-vertrek om 18u45 aan het CC van Oudergem
-deelnemers kunnen onderweg op 2 stoppunten opgepikt worden:
- Sint Juliaan (Oudergem) 18u55
- Jacht (Etterbeek) 19u05
- Londenplein (Elsene) - 19u20 - deelname: 12 (DF leden : 10) te betalen op bankrekening
nr 425-4156921-82 van het DF Oudergem. De plaatsen zijn beperkt,
vlug inschrijven is dus de boodschap.
Meer informatie is te bekomen bij Irène ARQUIN 0476 75 65 16
Concert 'Muziek te Parijs en Londen in Mozarts tijd'.
Goedele Heidbuchel Florian Heyerick
Donderdag 29 november Ensemble Ex Tempore
Sint-Annakerk te Oudergem
Eén keer per jaar organiseert Davidsfonds Oudergem - samen met het plaatselijke gemeenschapscentrum Den Dam - een feestelijk concert in de Sint-Annakerk. Dit jaar werden we op donderdag 29 november vergast op een origineel programma van het befaamde Ensemble Ex Tempore: Muziek te Parijs en Londen in Mozarts tijd. Het ensemble staat onder leiding van de onovertroffen Florian Heyerick, die ook nog de klavecimbel voor zijn rekening neemt
Meer dan ooit vormde de Sint-Annakerk een geschikte plek voor dit concert. We wisten al lange jaren dat de akoestiek er echt heel goed is (dit werd ons al diverse keren bevestigd door grote musici zoals J. Sluys of M. Ponseele). Maar dit jaar was de kerk ook een lieve lust voor het oog: het interieur was herschilderd in warme, mooie kleuren. Het deed me wel iets om de kerk waar mijn echtgenote en ikzelf zes jaar geleden in het huwelijk traden, in volle glorie te zien .En de prachtige adventskrans, door priester Guido eigenhandig opgehangen aan het hoge plafond, bracht al een begin van kerstsfeer in de kerk.
Ex Tempore wisselde muziekstukken van gekende componisten (zoals W.A. Mozart en C.W. Gluck) af met minder gekende: had u al gehoord van F. Devienne en F.A. Danican-Philidor? Het geheel werd deskundig aan elkaar gepraat door Florian Heyerick. Op een rustige en goed verstaanbare manier leidde hij de diverse muziekstukken in. Heyerick bleek niet alleen een uitstekende muzikant, maar ook een fijne pedagoog te zijn.
Bij de twee liederen voor sopraan en klavier van W.A. Mozart (Abendempfindung en Dans un bois solitaire) ging een lichte siddering door de kerk. De stem van sopraan Goedele Heidbuchel klonk als een zuivere, klaterende waterval. De aanwezige muziekliefhebbers lieten zich gewillig meevoeren op de hemelse klanken
Dit was voor mij niet zomaar een concert. Het was een stijlvolle belevenis, een avondje pure verwennerij die me een warm hart bezorgde, en die me blij naar huis deed weerkeren. Een prachtig staaltje van hoogstaande cultuur, in onze Oudergemse achtertuin Onvergetelijk.
Een bestuurslid van onze afdeling geeft een gans andere versie aangaande deze activiteit:
Een andere klok
Gelokt door deze veelbelovende titel en de erbij horende afbeelding die verwees naar Flanders Technology en Michelangelo, organiseerden wij onze maandelijkse activiteit, ditmaal met de Antwerpse Kempenaar Frans Crols, die zijn boterham verdient bij Trends en dus dagelijks pendelt naar de hoofdstad.
Groot was mijn verbazing toen deze uiteenzetting niet wetenschappelijk doch politiek bleek te zijn. Hierna volgen mijn vaststellingen en commentaren:
Vlot spreker, iets te vlot, op het demagogische af, een journalist onwaardig!
Een Kempenaar die absoluut niet weet hoe het er hier in Brussel dagelijks aan toe gaat, zoals trouwens de meeste Vlamingen en ook Walen.
Brusselaars worden altijd beschouwd als bastaards.
Deze uiteenzetting was zijn geld niet waard! Spijtig dat er zoveel nonsens te aanhoren waren!
Het is door Vlamingen zoals hij (sommige Antwerpenaars en Aalstenaars, radicalisten, Vlaams Belangers, e.d.) dat de verhouding tussen Nederlands- en Franstaligen in Brussel en in België verzuurd is.
Vlaanderen zal nooitonafhankelijk zijn zonder Brussel (Broeksele).
België is geen Tsjechoslowakije waar men vreedzaam heeft kunnen splitsen tussen Tsjechen en Slowaken, omdat het probleem Brussel er niet bestond.
Heeft men in geval van een splitsing al eens gedacht aan de vele gemengde gezinnen en families? Is het op een burgeroorlog dat men zit te wachten?
Brussel is een enclave in Vlaanderen zonder enig verbindingspunt met Wallonië (enkel Sint-Genesius-Rode ligt tussen beide in en is zeer gegeerd door Elio di Rupo!).
België moet blijven bestaan, weliswaar onder een andere vorm, een CONFEDERALE staat met meer autonomie voor Vlaanderen, Wallonië, de Duitstalige gemeenschap EN Brussel en alle Belgen moeten dezelfde rechten en plichten hebben.
Een Nederlandstalig Brusselaar moet overal in het Nederlands bediend worden: overheid, winkels, restaurants, artsen en ziekenhuizen, ziekenfondsen
Dit is nu in Oudergem nog altijd niet het geval. Een voorbeeld: Partena, Onafhankelijk Ziekenfonds, is sinds enkele maanden gefuseerd met de Onafhankelijke Ziekenhuizen Vlaanderen (De Familie) en vertikt het mij nog in het Nederlands te woord te staan: sterker nog, ik moet mij wenden tot de hoofdzetel in Gent. Als ik doe opmerken dat dit toch wel een beetje overdreven is, antwoordt men mij in het Engels: You go to Wezembeek (sic).
Alle problemen zijn begonnen met de splitsing van de tweetalige provincie Brabant in 1995: in Vlaams- en in Waals-Brabant. Brussel viel uit de boot en stond daar middenin zonder provincie! Op alle officiële documenten waar men mij vraagt naar mijn provincie moet ik helaas het antwoord schuldig blijven. Ik kan zelfs niet meer supporteren in een TV-spelletje als de Provincieshow, ik die mij meer Brabander voelde dan Belg!
Frans Crols liet een geluidsfragment horen als bewijs dat de Vlaamse cultuur tot in New York bekend was: Praga Khan, met name. Het kan zijn dat die muziek bekend is in enkele discotheken over de oceaan, maar wie heeft de meeste cds verkocht over de hele wereld? Niet Helmut Lotti met zijn 8 miljoen exemplaren, maar wel Salvatore Adamo met 80 miljoen schijfjes tot in Japan toe! Jawel, een Franstalige Belg, ook van Italiaanse afkomst, zoals Elio
Wij streven al 50 jaar voor een verenigd Europa en nu gaan sommige Vlaamse separatisten België willen versplinteren en zich afscheiden zoals Basken, Catalanen, Bretoenen en andere minderheden.
Als polyglot voel ik me trouwens een wereldburger en niet zo bekrompen als sommige Vlamingen!
Toen ik de vraag stelde wat er met Brussel ging gebeuren antwoordde Frans Crols doodleuk dat men desnoods de 200.000 Nederlandstalige Brusselaars in de kou zou laten staan.
Achteraf kwam hij zich toch verontschuldigen bij mij omdat hij zo radicaal was geweest. Mijn antwoord was klaar en duidelijk: wij zullen ons niet zomaar laten doen en indien Vlaanderen ons in de steek laat, dan zullen wij onze conclusies daaruit trekken!
Een zwaar ontgoochelde Nederlandstalige Brusselaar in hart en nieren.
Hoe sterk zijn onze politieke, economische en culturele overlevingskansen?
Een uiteenzetting door Frans Crols, Den Dam, 15 november 2007
Ooit schreef iemand in de zestiger jaren een ophefmakend boek getiteld Haalt de Sovjet Unie het jaar 2000? Dezelfde vraag, maar dan toegepast op Vlaanderen, behandelde die avond voor een goed gevulde zaal Frans Crols, hoofdredacteur van het gezaghebbend economisch weekblad "Trends". Het antwoord was een volmondig Vlaanderen haalt 2050, als het dat wil.
Van bij de start weerlegde deze medeauteur van het rapport "De Warande" de bewering dat Vlaanderen, met zijn 6 miljoen inwoners, te klein zou zijn voor politieke, economische of culturele zelfstandigheid: op de schaal van de inwonersaantallen staat dit gewest de 100e op de ongeveer 200 landen die de aarde telt. Binnen de EU zijn er 11 staten met minder inwoners. Door de groeiende democratisering gaan alle tendensen naar de creatie van kleinere staatkundige eenheden die aan onderlinge kruisbestuiving doen en die zich inwerken in grotere netwerken zoals de EU. Groot staat niet langer garant voor efficiënt en machtig. De wereld wordt gefragmenteerd en multipolair.
Vlaanderen is dus bekwaam tot politieke zelfstandigheid. Het rapport van de "Warande" en de ophefmakende RTBF reportage van einde 2006 hebben een keerpunt betekend in het Vlaamse onafhankelijkheidsdenken. Dit gewest heeft dan ook enorme troeven. Het heeft, ook vandaag nog, een vooraanstaande cultuur: zie de filmwereld, de literatuur en de muziek; zie Fabre, De Keersmaker en "La Petite Bande. Het onderwijs is uitstekend: zie Vlerick. De economie presteert schitterend: Umicor, KBC, ING, CMB, Duchâtelet, Roularta en de financieel-economische pers. We zijn niet alleen sterk in het maken van producten maar ook in uitvindingen en innovatie: IMEC, OMA, Crepin, zelfs Lernout & Hauspie. Vandaag staat Vlaanderen er beter voor dan in de gouden 60er jaren.
Evenwel zijn er enkele zwaktes: de creatiegraad van nieuwe ondernemingen is te laag. Er is te weinig durfkapitaal. En we zijn eeuwen verloren door de uittocht van de intellectueel economische bovenlaag tijdens de godsdienstoorlogen van de 16e eeuw en de daaropvolgende onderdrukking.
Het debat was al even boeiend als de uiteenzetting. Er werden dan ook enkele scherpe vragen gesteld: heeft Vlaanderen er geen voordeel bij België te blijven? In het huidige België worden Vlaanderen's vleugels afgerukt. Het Belgisch fiscale systeem is te ingewikkeld. Er is geen doorzichtigheid in de geldtransferts. De heterogeniteit van dit land kost 30% van het staatsbudget. Een sterkere federalisering zou een belastingsbesparing van 10% opleveren. De nationale politiek verhindert een liberalisering van de economie. De politiek-culturele verschillen tussen noord en zuid zijn te groot. Vlaanderen is veel meer milieubewust. Het discours is politiek aan de ene kant en pragmatisch aan de andere. De huidige conflicten zijn symptomatisch voor een laatste fase van de interne dekolonisering van Vlaanderen.
Zal de politiek in Vlaanderen er dan anders uitzien dan in België? Er moet alleszins een afbouw komen van de particratie en de corruptie. Ook is er nood aan een centrumrechts project. Geen wonder dat de vakbonden maar schoorvoetend de federalisering steunen.
Kan Vlaanderen stand houden tegenover de andere superstaten? Dreigt er geen uitverkoop van de Vlaamse economie aan buitenlandse reuzen met een daaropvolgend sociaal bloedbad? De US verliest haar macht. Indië heeft een enorme reserve aan incompetente universitairen. China is de grootste slavenstaat ter wereld. Europa vergrijst. Bedrijven komen en gaan, maar het moderne Vlaanderen kan alle crisissen te boven komen.
Wat met Brussel? Brussel is multicultureel geworden en verloren voor zowel Vlaanderen als Wallonië. De federalisering met drie was een blunder van formaat. Maar er zijn er nog altijd die Brussel willen behouden. In dit geval moet er een akkoord komen tussen Vlamingen, Franstaligen, Eurocraten en migranten.
Welk is de invloed van de media? De journalisten zijn algemeen al te links geïnspireerd. Maar hun invloed op de publieke opinie is minder groot dan men denkt.
Ondanks het overslaan van de pauze duurde het tot 10 u 20 voor een punt achter de avond gezet kon worden. En het algemene gevoel was er een van: We hebben enorm aan Vlaams zelfvertrouwen gewonnen, maar liefst zouden we het toch nog even samen met België willen proberen.
Op 20 oktober 2007 werd er op 76 plaatsen in Vlaanderen gequizt. Meer dan 5200 mensen, jong en oud gingen de strijd met mekaar aan. Iedereen ging alvast naar huis met een Roetskalender voor 2008 en de drie beste ploegen kregen daarbovenop voor elk ploeglid een geschenkboek. De 76 plaatselijke winnende ploegjes nemen het op vrijdag 23 november tegen elkaar op tijdens de nationale finale in de Concert Noble in Brussel. De andere ploegen kunnen volgend jaar opnieuw hun kans wagen!
DF OUDERGEM Op die warme zaterdag waren 17 ploegen van ieder 4 -overwegend jonge!- quizzers naar de mooie zaal De Moriaan te Etterbeek afgezakt. De drie DF-afdelingen van Etterbeek, Elsene en Oudergem en het Gewest Brussel hadden de handen in elkaar geslagen om gezamenlijk deel te nemen aan de Nationale Cultuurquiz die het Davidsfonds die avond overal in Vlaanderen organiseerde. Hierbij past een bijzondere pluim voor de Gewestconsulent Jo Bossuyt die bekwaam en onvermoeibaar het leeuwendeel van het werk op zich heeft genomen.
Een ander persoon die bijzonder bedankt moet worden is de quizmaster van de avond, Michel Colemans, penningmeester van de Oudergemse afdeling en organisator van diens succesvolle interverenigingenquiz die jaarlijks in februari plaatsvindt. Rustig en vastberaden leidde hij de avond, las hij de vragen voor en pareerde hij de commentaren en vragen tot opheldering.
De voorstelling van de 17 ploegen was een lol op zich. Er waren natuurlijk ernstige groepsnamen zoals Davidsfonds Anderlecht, maar de meeste namen waren ronduit leuk zoals In ignorantia virtus, De Ignorantibus, Op zoek naar het vergeten antwoord, de Woestijnvossen, De Sponzen, Alsikhetwist, de Everwriters (uit Evere), Amnesia en De Simpsons. Drie ploegen kwamen uit Oudergem, nl. De Heppi Loezers, Het Paard van Christus en Juliaan. De gouden palm voor de grappigste ploeg gaat naar Amnesia 2 die met droedels liefdesverklaringen op haar antwoordblad debiteerde.
Er vielen 11 rondes van elk 8 vragen te beantwoorden over de meest gevarieerde onderwerpen zoals de eeuw tijdens dewelke bepaalde gebeurtenissen plaatsvonden (in welke eeuw ligt het geboortejaar van Karel V- 1500?) de familienaam van Marva (Mollet) en de mooiste gemeenten van België. Er rees wel enig protest toen in de serie Eigen Streek 7 vragen werden gesteld over Vlaams-Brabant en slechts 1 over Brussel. Bovendien was het antwoord hierop verkeerd op de DVD ingegeven (In welke gemeente ligt het kasteel van Hertoginnedal? Zeker niet Watermaal-Bosvoorde!). Gelukkig hadden we een alerte quizmaster die vooraf de fout had vastgesteld en verbeterd. Hertoginnendal ligt uiteraard in Oudergem! Ere wie ere toekomt.
De laatste vraag van iedere reeks was er één over muziek onder wiens heerlijke tonen telkens een drank- en sandwichpauze (al dan niet gevolgd door een plaspauze) werd ingelast.
Intussen waren de Oudergemse bestuursleden Josseline en Chantal samen met Edith Verplaetsen uit St.-Lambrechts-Woluwe, druk in de weer om de deelnemers te verwelkomen en om de antwoordformulieren uit te delen en op te halen. François Van Bellingen uit Evere beheerde de beamer met de PowerPoint. Een jury, samengesteld uit de gewestvoorzitter Mich Meyfroots, onze bestuursleden Willy Stroobants en Lieven Vermote en Bert, de huisbewaarder van de Moriaan, verbeterde de antwoorden. Hierbij kregen ze de uitstekende hulp van een EXCEL-programma van DF-Nationaal en dat François een waar computergenie- ter plekke nog vervolmaakte.
De quiz was bijzonder interessant en afwisselend maar toch niet gemakkelijk. Er was spanning in de zaal, maar iedereen nam het nogal luchtig op. Natuurlijk was er ook ergens een ploeg van spuiters die de anderen op het verkeerde been poogden te zetten door luidop verkeerde antwoorden door te geven.
Uiteindelijk kwam de volgende uitslag uit de bus: 1) Op zoek naar het vergeten antwoord, 2) De Woestijnvossen, 3) Het Paard van Christus. De schiftingsreeks kwam er aan te pas om laureaten nrs 3 en 4 uit elkaar te houden, die ex aequo uit de quiz tevoorschijn gekomen waren. Iedereen kreeg de culturele Roetskalender mee naar huis, maar voor de drie eerste ploegen kwamen daar bovenop nog een krat bier (dank u, Brouwerij Haacht, onze sponsor) en een boekenpakket (je bent DF of je bent het niet). En de winnaars van de avond worden op 24 november 2007 in het Concert Noble verwacht voor de nationale finale.
Na afloop werd ondanks het late uur -23 u- nog flink wat nagepraat: De DF-as Elsene - Etterbeek -Oudergem werkt. En het moet gezegd: Met zoveel jong en schoon volk als die avond heeft het Davidsfonds, ook in Brussel, nog een mooie toekomst voor zich.
Lieven
De winnende ploeg OP ZOEK NAAR HET VERGETEN ANTWOORD
Sinds 1978 is DF-Oudergem verbroederd met DF-Merelbeke. Ten tijde van het Egmontpact van 1977 wou Merelbeke steun leveren aan een DF-afdeling uit een der meest verfranste gemeenten uit het Brussels gewest. Na navraag bij het Nationaal DF-Secretariaat viel de keuze op DF-Oudergem. Een telefoongesprek tussen de twee voorzitters, Wim Criel uit Merelbeke en Julien Jacobs uit Oudergem bezegelde het pact. Na een gezamenlijk diner der besturen volgde een uitstap van Oudergem naar Gent in 1978. Sindsdien zijn de contacten uitgegroeid tot een hechte persoonlijke vriendschapsband. De besturen gaan om de twee jaren samen uit eten en ontmoeten elkaar altijd op de nationale Congressen van het Davidsfonds te Wilrijk. Geregeld neemt een delegatie deel aan de interverenigingenquiz van de andere afdeling. Maar de hoogdagen van de verbroedering zijn de tweejaarlijkse gezamenlijke uitstappen.
Zo was het ook op die zonovergoten zaterdag 22 september 2007. Deels in een overvolle trein, deels per auto was Oudergem met 17 m/v naar Gent St. Pieters afgezakt. Onder de hoede van Wim Criel besteeg het gezelschap de tram die in geen tijd naar het slot van Geeraard den Duivel voer. Tijdens de hartelijke begroeting met 35 Merelbekenaars werd heel wat rechts of links afgekust. Een uitmuntend stadsgids nam de twee afdelingen voor de rest van de dag op sleeptouw: een krachtige, welbespraakte, alwetende, humoristische, vriendelijke en dynamische lerares geschiedenis die haar megafoon eigenlijk helemaal niet nodig had; de beste gids die we hebben meegemaakt sinds de prestatie van de heer De Vlaeminck tijdens ons eerste bezoek van 1978.
Langs de Stropdragers van Rodin (wij Gentenaren zijn een stout volk, en Keizer Karel heeft het geweten), liepen wij naar de H. Grafkapel (hier kwamen vrouwen die gebaard hadden om zich te zuiveren) en het St. Baafsplein met zijn standbeeld van Jan Frans Willems (verre voorganger van het Davidsfonds), zijn opera met Nederlandse opschriften (gebouwd om te tonen dat Gent Vlaams is) en zijn Belfort (eerst stond er geen toren, en ze lachten ons uit; toen kwam er een houten toren, en die is tweemaal afgebrand; de ijzeren toren roestte door; en toen we eindelijk geld hadden bouwden we een toren in steen, die er nog staat). Uit een huwelijksstoet maakte de deken van de St.-Baafskathedraal zich los om de gids en ons allen gedag te zeggen.
De kathedraal binnen getreden leerden we, in het zicht van de schilden van de laatste bijeenkomst der Ridders van het Gulden Vlies in 1445, de origine van de uitdrukking"iemand zwart maken. En bij de prachtige preekstoel kwamen we te weten dat je in Gent B(éh)ête, Vil(l)ain of Triest moet heten om tot een notabele familie te behoren. Bij het onnoemelijk schone Lam Gods (na dat van Beaune, het grootste retabel van Europa) werd verteld dat het de Vlamingen waren die de olieverfschildering hebben uitgevonden waardoor zij torenhoog uitstaken boven hun Italiaanse concurrenten. (In 1978 vertelde gids Devlaeminck ook dat de prachtige gewaden op de schilderijen der Vlaamse Primitieven pure hofpubliciteit waren voor de Gentse wevers).
De volgende halte was het Groot Vleeshuis, een halle uit de 15e eeuw onder wiens houten overkapping we de beste Waterzooi ooit hebben geproefd. Maar dat is dan ook een Gentse uitvinding. Vlakbij, op de Graslei, bestegen we een boot voor een anderhalf uur durende tocht over de Leie, de Ketelvest en de Schelde, met hun kloosters en lusttuintjes. In de donkere tunnel onder de Brabantdam kwam het bijna tot een aanvaring met een tegenligger, die dan ook een verlichtingslamp kapot voer.
Na de ontscheping ontdekten we de ingewikkelde hydrografie van Gent tijdens een wandeling langs Leie naar de samenvloeiing de Schelde. Tegen 2009 zal de oude Schelde-arm aan de Brabantdam heropend zijn zodat een kayaktocht doorheen Gent tot een ultiem genot zal verheven worden.
Van al dat wandelen word je moe. Terug aan het slot van Geeraard den Duivel werden de afscheidsredes gehouden. In een café op het St. Baafsplein werd nog een laatste maal een Gents Bolleke of een Brusselse Geuze geheven op de broederschap, het Davidsfonds, en het weerzien, want de volgende keer moet Oudergem de uitstap inrichten.
De tram naar St. Pieters en de trein naar Brussel zaten weer overvol. Maar ook vol mooie herinneringen was het gemoed van die Merelbekenaars en die Brusselaars die weer een dag van gezelligheid, cultuur, natuur en ontspanning hadden meegemaakt.
Jullie weten (of niet) dat onze afdeling verbroederd is met het DF Merelbeke. Op initiatief van Lieven (voorzitter DF Oudergem) werd er besloten een dineetje te organiseren voor de bestuursleden van de twee afdelingen, uiteraard met echtgenoten.
Chantal en Michel stelden DEN ANKER voor in Zele. Zij waren er al geweest en vonden dit restaurant sfeervol en het eten lekker. Zo gezegd, zo gedaan. Wim (voorzitter DF Merelbeke) & co vonden het een schitterend initiatief en gingen er enthousiast op in.
Chantal hield de inschrijvingen bij en Irène zorgde voor de reservaties en de contacten tussen beide afdelingen.
We spraken af op VRIJDAG DE 13e !!! Wij zijn niet voor niets de dappersten onder de Galliërs en een beetje bijgeloof zou ons niet afschrikken!
Josseline, Jo en Irène kwamen als eersten aan, om 19u stipt. Terwijl ze op de anderen wachtten bewonderden ze al de schitterende en unieke ligging aan de Schelde van het restaurant. Dit restaurant is gevestigd in een historisch pakhuis uit 1930 waarvan de structuur behouden is gebleven. Een romantisch kader, véél groen, rust en een ideale ligging; wat kan een mens nog méér verlangen!
Voor sommigen onder ons was het een eerste kennismaking met de leden van de andere afdeling. Al vlug werden er contacten gelegd en werd er over alles en nog wat gepraat. Na een kir als aperitief, vergezeld met een koud en een warm hapje, gingen we aan tafel. We gingen kris kras door elkaar zitten zodat de leden van de twee afdelingen beter kennis konden maken. Het eten was lekker en de drank niet te versmaden. Jan bezorgde Josseline de slappe lach, Jo en Yves gingen in discussie over politiek en Irène ging heen en weer met haar fotoapparaat. Spijtig genoeg is de helft van de foto's naar de vaantjes vanwege flitsproblemen. Hans weigerde te zingen, niettegenstaande hevig aandringen van Irène, maar beloofde tot actie over te gaan in Gent op 22 september a.s., voor zover iedereen zal willen meezingen. Dus... iedereen aan zijn toonladders!!
Wim en Paul (penningmeester DF Merelbeke) kregen het schitterende idee om aan Michel (penningmeester DF Oudergem) voor te stellen het aperitief en de koffie voor rekening te laten van de kassa van beide afdelingen. Michel verklaarde zich akkoord en ze kregen alle drie een daverend applaus!
Wim en Lieven staken allebei een speech af. Wim vertelde hoe de verbroedering ontstaan was en hoe ze in enkele jaren tijd aan een verjongd bestuur raakten. Lieven was in een nostalgische, romantische bui en had het over liefde, vriendschap en de pracht van de Schelde. Hij wou na het etentje nog een wandelingske gaan maken langsheen de Schelde, maar vond geen gehoor bij de anderen. Het was ondertussen al laat geworden en iedereen wou eigenlijk naar zijn bedje.
Iedereen schijnt enorm genoten te hebben van de avond en iedereen was het er mee eens dat dit voor herhaling vatbaar is.
We spraken af in Gent op 22 september, waar DF Merelbeke ons uitnodigt voor een gegidste rondleiding van de stad en een bootreis op de kanalen. Alle leden van Merelbeke en Oudergem zijn welkom.
10 juni 2007: ledenmis- wandeling- receptie- verkiezingszondag
Het is bekend dat de mensen van Oudergem niet kunnen stilzitten, maar op die 10 juni 2007 hebben ze toch wat overdreven. Wie gaat nu op een luie zondag naar een gezongen mis, wandelt even 3 kilometer, koelt af in een ondergronds stormbekken, verwerkt een receptie met enkele glazen champagne, overmeestert thuis nog een snelle hap en vervult nog net vóór sluitingstijd zijn nationale kiesplicht? Voor zoiets moet je bij het Davidsfonds van Oudergem zijn.
Nochtans had de wet van Murphy (Als iets verkeerd kàn lopen, zàl het verkeerd lopen) van bij de aanvang toegeslagen. De druk bijgewoonde ledenmis in de St. Juliaankerk moest zonder proost Jos Fannes verlopen omdat die bij een val zijn dijbeen had gekneusd. Maar E.H. Guido Kayaert, zelf ook DF-lid, leidde de dienst op zijn onnavolgbare, gemoedelijke manier. Ook het Gorikskoor, een frequente gast van de afdeling, gaf het beste van zichzelf met minder bekende maar toch prachtige Vlaamse liederen. Jammer genoeg moesten ook het heengaan van ex-bestuurslid en koster Albert Smet en van Albert Levecke worden herdacht.
Na de mis leidt Louis Schreyers, dè heemkundige van Oudergem en een uiterst beminnelijke man, een 25-tal leden en niet-leden doorheen een wandeling waarbij de meesten, nochtans ervaren Oudergemnaren, de weg en de kluts kwijtraken. Langs de Drie Bruggenstraat, voorheen de houtweg naar Elsene, overzien we de diepe berm van de metrolijn: onbekend gebied. Langs deze weg wandelen wij naar het station Delta waar een gehavend muurfresco van Jan Van Den Abeel (Delta Mouvement) kruisende metrolijnen voorstelt. Pauze op de Sint-Verhaegen-bestendige rustbanken van het station, in het zicht van een ware Alechinsky (Sept Ecritures) die vanuit metro Anneessens hierheen gevlucht is: terra incognita.
Op de viaduct aan metro Beaulieu ontdekken we het kunstwerk van Tim Roosen, De Zon. Het was de bedoeling een replica van het zonnestelsel uit te beelden in 9 Belgische gemeenten, op een schaal van 1/40.000.000. De Zon (die hier symbolisch uitgebeeld is) en Mercurius in Oudergem, Venus in Bosvoorde, de Aarde et de Maan in Ukkel, Mars in Hoeilaart, Jupiter in Kampenhout, Saturnus in Gembloux, Uranus in Tongeren, Neptunus in Oostende et Pluto in Florenville. Niemand die het kende.
Langs een onbekende trap dalen we af naar de liefelijke vallei van de Watermaalbeek waar ons rust, groen, water en een prachtige natuur wachten. Daar ging de jonge Louis ooit riet plukken. Eens te meer voelen we ons totally lost. Langsheen een blauwe vierpikkel boven een bassin, die een logische redenering ("La Pensée Verticale" van Guy Bauclair) moet voorstellen, bereiken we de Kleine Wijngaardstraat. Louis glimlacht mysterieus want achter een doodgewone poort wacht ons de beloofde verrassing van de dag. Op een binnenkoer gaat de deur open van het indrukwekkende controlecentrum van het overstromingsbekken van Oudergem. Al even indrukwekkend is de uitleg van hoofdingenieur Dubois. Onder het gebouw dalen we in verbazing af naar een kelder van 119 x 83 x 5,5 meter die 43.000 m3 water kan omvatten. Niettemin had de Woluwe in 2005 slechts 17 minuten nodig om het hele ding en de naburige huizen vol te laten lopen. Sindsdien zijn hier watervloedkeringen opgesteld.
In de metro Herrmann Debroux leest Irène de beschrijvingen voor van de werken van Jan Cox (The fall of Troy) , Roel DHaese (de Vliegenier) en Rik Poot (Ode aan een bergrivier). In de geborgenheid van het Bergojepark doorspartelt een kikker de Rookloosterbeek.
We stellen het bezoek aan de planeet Mercurius nabij het gemeentehuis, evenals aan de kunstwerken van Alfred Blondel ( Anne Pascal) en Jacques Moeschal (Sculpture Architecturale Cubique)uit en rusten uit bij enkele glazen Spaanse champagne in Den Dam, één der weinige plekken van deze wandeling die ons bekend is. Ook daar is Louis Schreyers de ziel van het gezelschap. En samen met hem worden er snode plannen gesmeed voor de ambitieuze "Nacht van de Geschiedenis" die de Davidsfonds-afdelingen van Oudergem, Etterbeek en Elsene in petto hebben voor dinsdag 18 maart 2008.
Op donderdag 21 juni reisden we met het DF van Etterbeek per autocar naar Antwerpen. Daar werden we in de binnenstad rondgeleid en ontdekten we enkele mooie verscholen hoekjes. Kennen jullie bijvoorbeeld de Vlaeykensgang? Dit héél oude straatje is een pareltje waar de tijd is blijven stilstaan. Volgens de legende was er destijds een cabaret, op het nr 12. Als we onze gids André mogen geloven, zou het woord "Caberdouchke" daarvan afgeleid zijn (Cabaret douze).
Beter bekend is de Lange Wapper. Zijn legende dateert uit de 16e eeuw. Hij kon zichzelf zo klein maken als een kind, of zo groot als een reus. Hij pestte dronkaards en speelde met de kinderen. Hij nam ze in het ootje om daarna met een diabolische lach te verdwijnen. Het standbeeld van de Lange Wapper staat vóór het Steen (Oud Nederlands woord voor "versterkt gebouw"). Het is rondom deze burcht dat de stad Antwerpen werd gebouwd.
Op de handschoenmarkt, vóór de O.L.Vrouwkathedraal, vinden we de "Put van Quinten Metsijs". Voor deze waterput uit 1490 smeedde Metsijs het ijzerwerk; hij was aanvankelijk smid alvorens schilder te zijn. Hij werd verliefd op de dochter van een schilder maar deze laatste wou slechts zijn dochter aan Quinten Metsijs uithuwelijken voor zover hij schilder werd. Een grote kunstschilder werd die dag geboren! Wat ware liefde niet allemaal kan teweegbrengen!
Verder bezochten we nog het Marktplein, de fontein van Brabo en het Vleeshuis en belandden terug op de kade, waar de Flandriaboot, de "Mozart", ons opwachtte. De bootreis kon beginnen, eerst de Schelde opvaren en daarna het kanaal.
Eerst een beetje historiek over het zeekanaal Brussel-Schelde (ook Willebroekse vaart genoemd). De website van de Gemeente Willebroek vertelt er het volgende over:
"Het idee om een rechtstreekse waterweg te graven tussen Brussel en de Rupel ontstond reeds in de eerste helft van de 15de eeuw. Reeds in 1436 verleent Filips de Goede toestemming om de werken aan het kanaal uit te voeren. Door protest van de stad Mechelen werden de plannen echter gedurende ruime tijd opgeborgen. De stad Mechelen had immers als enige tolrecht op de schepen die via de Zenne naar Brussel voeren. Het is pas in 1531 dat Keizer Karel voor een ommekeer zorgt en de toestemming van Filips de Goede voor het graven van een kanaal, hernieuwt. Uiteindelijk duurt het nog tot 1550 vooraleer de nieuwe landvoogdes Maria Van Hongarije, de toestemming geeft om de werken te starten. Op 16 juni 1550 geeft Jean van Locquenghien, burgemeester van Brussel, de eerste spadesteek. In 1561, na elf jaar, wordt het kanaal met een indrukwekkend feest geopend."
Onze boottocht duurde wel langer dan gepland. Inderdaad, we moesten nog door de sluizen van Wintam en Zemst. De eerste versassing verliep vlot, de tweede minder. In Neder-Over-Heembeek gingen er een aantal mensen aan wal. Ze moesten echter eerst overstappen op een andere boot, wat niet van een leien dak liep. Het kostte onze schipper enorm véél moeite om de boot tegen de andere boot te loodsen en vooral om de uitgangspoorten van beide boten pal tegenover elkaar te plaatsen. Na méér dan een half uur slaagde hij er eindelijk in en konden we verder varen. Terug een obstakel: om onder de laatste brug door te kunnen moest de kapitein eerst nog zijn stuurhut afbreken; die was inderdaad te hoog. Terwijl we onder de brug doorvaarden moest de kapiteinzich dan nog eens bukken om te vermijden dat hij een kopje kleiner werd gemaakt. Het was wel een bizar spektakel!
Iedereen kwam heelhuids toe in Laeken, wel met 1u30 vertraging, maar de meesten toch tevreden over hun daguitstap. De deelnemers waren vooral inwoners van Etterbeek, maar er waren ook inwoners bij van Oudergem en Overijse. Het weer was maar zus en zo, véél wind, maar geen regen. We leerden nieuwe mensen kennen en wisselden telefoontjes en E-mailadressen uit. Al bij al toch een interessante en plezierige dag.
Op dinsdag 15 mei 2007 heeft Marleen Reynders voor een volle zaal een schitterende uiteenzetting gehouden over de Revolutie van Achnaton en Nefertiti.De multimediapresentatie van deze licentiaat in de egyptologie en de musicologie, docent DF-Universiteit Vrije Tijd, gids bij de Davidsfondsreizen, ex-voorzitter van Egyptologica Vlaanderen en auteur van vele Davidsfonds-boeken, was zoals verwacht van topniveau. Na afloop kreeg men het gevoel een tijdlang aan het hof der Egyptische faraos verbleven te hebben.
Mevr. Reynders bracht een zeer volledig overzicht van alle aspecten van de 18-jarige ambtsperiode van Farao Achnaton (ca. -1360). Onder zijn oorspronkelijke naam Amenhotep IV erfde hij van zijn vader een koningschap dat zwaar beperkt was door de politiek-religieuze overmacht der polytheïstische priesterorde. Hij poogde deze macht te breken door zichzelf voor te stellen als de enige zoon van de zonnegod Aton en de als enige bemiddelaar tussen Aton en het Egyptische volk. Bovendien liet hij een rituele moord plegen op de andere goden. Hij veranderde zijn naam tot Achnaton (=hij die verplicht is aan Aton), verliet de hoofdstad Thebe met zijn donkere koningsgraven en stichtte Achet-Aton (= horizon van Aton, nu Amarna), naar ligging en urbanisme volledig gericht naar de zon. Op centrale plaatsen prijkten een 700 meter lange tempel zijn eigen graftombe. Tegelijk vernieuwde Achnaton de kunst door het plechtstatige te vervangen door het meer intieme en huiselijke.
Maar intussen verloor Achnaton zijn machtspositie in Syrië aan de Hittieten en kwam de reactie van de priesterorde op gang. Toevallig ontdekte kleitabletten in spijkerschrift onthullen een scherpe diplomatieke correspondentie met noordelijke koninkrijken. Achnatons voornaamste vrouw Nefertiti, moeder van 4 dochters, werd eerst voorgesteld als zijn mindere, maar promoveerde later tot co-regentes en werd, na Achnatons overlijden (moord ?), koningin-regentes. De priesterorde en de militairen namen weer de bovenhand. Toetanchaton, Achnatons 18-jarige zoon uit zijn huwelijk met Teje moest zijn naam veranderen tot Toetanchamon. Achet-Aton werd verlaten. De absolutistische droom was voorbij. Maar er bleef toch een breuk in de kunst hangen en het polytheïsme zou een diepe crisis blijven doormaken. Na -950 raakt het oude Egypte onder de heerschappij van, achtereenvolgens, de Libiërs, Ethiopiërs, Assyriërs, Perzen, Grieken, Romeinen en (+641) de Arabieren.
Ook naar de vorm was dit een prachtige voordracht: zonder omwegen naar de essentie; een gezapig ritme, een duidelijke taal, indrukwekkende beelden en de rode draad van de af en toe terugkerende stamboom van de 18e dynastie. Op geen enkel ogenblik verzwakte de aandacht van het publiek. Tijdens het sper-vragenuur toonde Marleen Reynders haar volledige beheersing van de materie. Als relatiegeschenk kreeg de spreker het boek van Louis Schreyers en Irène Arquin mee over Oudergemse Verhalen. En tijdens het drankje achteraf viel herhaaldelijk te horen dat onze afdeling nog meer dergelijke kwaliteitsactiviteiten zou mogen brengen.
Op 2 juni 2007 ging de jaarlijkse daguitstap van het Gewest Brussel richting
Biercée, waar we de distilleerderij bezochten.
Een gids leidde er ons rond en legde ons o.a. uit hoe 10 kg vers fruit wordt omgetoverd in een fles eau-de-vie of likeur.Ook werd ons in geuren en kleuren verteld hoe bijvoorbeeld Eau de Villée en P'titPeket gebrouwen worden. De dag van ons bezoek rook het er vooral naar sinaasappelen. In de "Kamer van Distilleerders" bewonderden we een collectie van oude distilleerkolven, werktuigen en boeken. We woonden er een korte audiovisuele voorstelling bij. In de "kamer van smaken en geuren" mochten we de verschillende kruiden opsnuiven en aanraken en hadden we het raden naar de kruiden; kortom: een héél moeilijke opdracht!
In de "Grange des Belges" mochten we naar keuze een likeur en/of bier proeven.
Daarna bezochten we de Sint-Ursmaruskerk van Lobbes. Deze kerk werd omstreeks het jaar 900 gebouwd en is de enige Karolingische (abdij)kerk die in België bewaard bleef.
Na een heerlijke maaltijd bezochten we in de namiddag de majestueuze ruïnes van de voormalige Abdij van Aulne. Deze plek is genoemd naar de elzenboom
(geslacht Alnus, in het Frans aulne), die hier wellicht in grote hoeveelheden voorkwam toen de abdij werd gesticht (in 657).
De geschiedenis van Aulne is een opeenvolging van luisterrijke en van rampspoedige periodes, oorlogen en plunderingen.
In 1794 werd Aulne door de Franse Revolutie in de as gelegd en tot ruïne herleid. De plaatselijke bevolking, die het al een tijdje moeilijk had met het autoritaire beleid van de invloedrijke abten (onder meer m.b.t. de graanprijzen) maakte het werk af nu ze de kans kreeg haar opgekropte haatgevoelens te luchten.
Vanuit de autobus hadden we een prachtig zicht op de hangende tuinen van Thuin. De gedichten van de plaatselijke schrijver, Mathieu Anciaux, beter bekend onder zijn pseudoniem "Jean de la Biesmelle",bevestigen wat destijds de pracht en praal van de hangende tuinen van Thuin moet zijn geweest: "de in terrassen aangelegde tuinen, die trapsgewijs als een waterval op de heuvels lagen, boden, van de rivier tot aan de hemel, hun manden vol planten, vruchten en bloemen".
Het was een prachtige dag. We leerden véél bij en hebben lekker gegeten en gedronken.
De deelnemers vormden een gezellige en sympathieke groep.