na eerst nog een zijsprongetje met een Novy kreeg ik een tip dat er een "zware" moto te koop stond in Snaaskerke recht tegenover het voetbalplein.
over die 2de Novy zijn er nog maar 2 dingen te vertellen "miserie" en "ergernis" met die motor heb ik geen meter kunnen rijden, de motor wilde niet lopen en de "boite" miste 1 versnelling en hij had er maar 3.
we hebben geduwd, getrokken en op de kickstarter gestampt dat het niet meer schoon was, en iedereen wist wel iets waar het aan lag, maar niets hielp.
een detail wil ik nog vertellen, ik kocht de Novy in Moere op de wijk Moerdijk, ik kan het huis nog ongeveer aanwijzen, het was gelegen niet ver van de verblijfplaats van de Amerikaanse Motown zanger Marvin Gaye die, later, begin de jaren 80 in Moere heeft gewoond en daar onder andere zijn LP Sexual healing en Midnight love heeft geschreven. later toen hij teruggekeerd was naar de USA is hij vermoord door zijn eigen vader die dominee was. ik wil maar zeggen een ongeluk komt nooit alleen, toch wil ik niet zeggen dat er een slechte invloed zou uitgaan van Moere en de Moerdijk.
tezamen met mijn vriend Raf van de bandencentrale gingen we op prospectie naar Snaaskerke, de motor stond geparkeerd in een afgedankte bus die langs de gevel van een huis stond, het was een zwarte motorfiets zoals bijna alle motoren vroeger van het merk FN.
(pas later werd het duidelijk dat het een 350 cc zijklepper (lateral) was van het type M91)
de motor zag er vrij goed uit maar had een zeer lelijk zadel, het zag eruit alsof de eigenaar het zelf had gemaakt, de eigenaar, de heer Casteleyn woonde aan de ander kant van de straat en kwam de motor wat bewieroken, hij had hem altijd gebruikt om naar het werk te rijden en er nooit ofte nooit mee in panne gestaan.
het woordje "panne" stond reeds vetjes in ons woordenboek maar "nooit panne" dat was nieuw, in mijn gedachten was het al de mijne maar de heer Casteleyn had nog een verassing in petto, de motor moest 500 frank en 2 motorwielen kosten, want hij wilde een steekkarretje maken. wielen hadden we genoeg, en 500 frank had ik ook (verdiend door noeste arbeid bij André) en we maakten aanstalten om de motor uit de bus te halen, maar mijnheer Casteleyns vingertje ging in de hoogte, eerst die 2 wielen en dan pas de motor, ja dat was een man met ervaring.
aangekomen met de 2 wielen en de 500 zuur verdiende centen werd zijn motor de mijne, we waren met de fiets gekomen en hadden elk een wiel vervoerd, de terugreis zou Raf met de fietsen doen, je kent dat wel op de ene rij je en de andere neem je bij het stuur in het midden vast en trek je zo mee.
in onze naïviteit tankten we nog rap 2 liter benzine bij de plaatselijke "fiets - brom en motorhandelaar" Willy Verhoegstraete, en toeval of niet hij herkende die motor want hij had er altijd het onderhoud van gedaan.
Willy vertelde dat hij na de oorlog de mechanische voorvork had vervangen door een " telescoop" vork en het zweefzadel de plaats had geruimd voor een "duozadel" ,hij vertelde ook rustig onder het tanken dat de motor al een 10 tal jaar stil stond. (wij kenden daar de gevolgen toen nog niet van)
we beslisten om de motor langs de "snaaskerkestraat" naar Gistel te rijden, maar de motor pas te starten een eind buiten het dorp.
je kunt het al raden, de motor gaf geen kik en ik heb de motor naar Gistel geduwd ipv gereden en Raf voor of achter mij met de 2 fietsen aan zijn hand.
Thuis begonnen ze er zo een beetje genoeg van te krijgen van al dat motorgedoe, temeer omdat mijn schoolresultaten een beetje teveel rood vertoonden.
ik had dus wijselijk gezwegen over die aankoop en de motor bij mijn zuster in de serre gezet, waar we eigenlijk niet op gelet hadden was dat de nummerplaat (rechthoekig blauw met witte letters) aan de motor was blijven hangen.
3 dagen later belde een wat zenuwachtige heer Casteleyn aan bij mijn ouders met het verzoek zijn nummerplaat terug te krijgen, hoe hij mijn adres had weten te vinden is een ander verhaal, en nog dezelfde dag lag de nummerplaat in de brievenbus van mijheer Casteleyn.
bij mijn ouders kwam ik weg met een leugentje om bestwil en ik vertelde, dat niet ik, maar Raf de motor had gekocht maar dat zijn ouders het niet mochten weten.(wat waren we toch goed bezig)
met deze FN M91 zijklepper heb ik goed kunnen rijden, de crossperiode liep zo een beetje op zijn einde en ik stalde de motor na een tijdje bij een andere vriend Luc Kimpe, zijn vader was aannemer en ze woonden op een prachtige "doeninge" met een groot bos vooraan en een kasteeltje achteraan die zo uit de film van Dokter Jivago kwam.
mijn vader had wegens gezondheidsredenen intussen de boerderij verkocht, en we verhuisden naar Gistel, ja dat was een van de betere dagen in mijn leven, het feit dat ik er al vrienden had maakte mijn inburgering des te makkelijker en ik genoot met volle teugen van het "stadsleven".
Luc en ik reden met de motor op de smalle wegen door het "nieuwland" die zich uitstrekten tot Moere, de motor ging goed maar naar ons gedacht niet snel genoeg en ik besloot hem wat te "tunen", van een crosser had ik gehoord dat er met de nokkenassen een en ander kon gefixt worden.
ik had van nokkenassen wel al gehoord en geleerd op school en ik had er zelfs een boek over dat ik gekregen had van mijn schoonbroer Guido. in het boek stond dat de nokkenassen gemerkt waren met "in" voor de inlaat en "ex" voor de uitlaat( ons eerste Engels woord was binnen en er kon niks meer verkeerd gaan) via een zijdeksel kon je tot bij de nokkenassen komen en vermits ze toch gemerkt waren zag ik er geen probleem in om eerst de "in" en dan de "ex" er uit halen, de bewerking zou eruit bestaan de ronde kant van de nok wat of te slijpen zodat de FN rapper zou lopen. zover is het nooit gekomen want tot mijn verbijstering zag ik op geen van beide nokken een merkteken staan (dat er geen merktekens stonden ben ik later nooit meer tegengekomen)
over een handleiding beschikten we niet, en als je met iemand over het probleem sprak waren het altijd die merktekens die het probleem vormden.
na vele pogingen met of zonder boek bij de hand bleek het een onoverkomelijk probleem en FN M91 stierf een stille dood en gelijktijdig ook mijn eerste crossperiode.
Maar vooraleer of te sluiten wil ik toch nog even wat vertellen over FN in het algemeen, FN heeft fietsen, motorfietsen en auto's gemaakt van zeer degelijke kwaliteit.
eigenlijk begon het allemaal in 1870 met een wapenfabriek die heden ten dage nog wapens en munitie maakt, rond 1895 begonnen ze fietsen en nog wat later motorfietsen te produceren.
de fabriek in Herstal begon rond 1920 veel belangstelling te vertonen voor snelheidswedstrijden evenals hun concurrenten Gillet en Sarolea wilden ze de snelste motor bouwen.
de FN's hadden bijna vanaf het begin een "blokmotor" en dus geen afzonderlijke versnellingsbak, de sportmotoren kregen kopkleppen en de wedstrijdmotoren zelfs bovenligende nokkenassen en methanol als brandstof.
de belg René Milhoux (een jaar of twee geleden overleden op zeer hoge leeftijd, ik heb hem in 1998 nog ontmoet op het circuit van Chimay) was een van de bekendste rijders en heeft tal van rekords op zijn naam gezet)
van de piloten die ik noemde in het verhaaltje over de Sarolea Regina zijn er zeer veel overgestapt naar FN, om reden dat FN misschien wat beter en sneller was dan Sarolea.
de crosser René Baeten die in 53 en 54 telken 2de was geworden op Sarolea in het EK 500cc was na een tussenstop op Matchless, overgestapt naar FN en won er in 1958 het wereldkampioenschap mee.
Baeten verongelukte echter in 1960 met een Matchless 500 in de gelaagputten in Stekene (België) hij was toen 33 jaar, ook Auguste Mingels en Victor Leloup waren lange tijd succesrijke fabrieksrijders bij FN.
FN spitste zich echter meer toe op de snelheidswedstrijden en ook daar zijn veel rijders die eerst op Sarolea reden overgestapt naar FN, ook Eric Haps (Noir) en Leopold Demeuter stapten over maar verongelukten beiden op dezelfde dag op de Sachsenring in Chemnitz Duitsland.
de oorzaak van de vele dodelijke valpartijen had een paar duidelijke oorzaken namelijk de zeer beperkte vering van de motorfietsen, achteraan was er geen en vooraan een beetje door middel van een mechanische voorvork ook wel Webbvork genoemd, ook de circuits waren vaak in zeer slechte staat en de snelheden lagen vaak veel te hoog voor de povere mechaniek van toen, vergeet niet dat er toen al vaak snelheden werden genoteerd van tegen de 190km per uur, de circuits waren vaak lang met veel rechte stukken en dus met alle gevolgen van dien.
ja het was een lang verhaal, ik zou nog uren kunnen doorgaan met allerlei vertelsels en anekdotes maar we moeten vooruit, de toekomst ligt aan ons voeten, en er moet nog zoveel gebeuren.
volgende keer een verhaal over "onze boot" maar ik beloof dat we het snel daarna terug zullen hebben over auto's en motoren.
tot volgende week
copyright etienne willems
|