door het overlijden van mijn vader had mijn leven een andere wending gekregen, de ondoordachte capriolen met brom en motorfietsen lagen achter de rug en de studies kregen wat meer aandacht.
ik weet niet meer wie op het idee kwam Luc, Raf of ikzelf maar we besloten een boot te kopen voor de ronde som van 600 franken.
het leek op het stichten van een vennootschap want we legden elk 200 frank in de pot en klopten aan bij Bruno in de Zonnelaan te Gistel.
Bruno was zo een beetje de botenbouwer van het dorp en vaak gingen we kijken naar het grote ijzeren yacht dat hij aan het bouwen was, in een garage aan de Zevenkoteheirweg een paar straten vanwaar hij woonde.
ik weet niet of Bruno zich mismeten had maar de boot kon zeker niet meer uit die garage zonder een stuk uit de muur weg te kappen.
de boot die we kochten bij Bruno was eigenlijk een sloep waar een voordek en een "cabine" opgebouwd was (dat kun je zien op de foto)
voor onze 600 frank kregen we er ook een motor van een auto bij die we volgens Bruno zonder problemen in de boot zouden kunnen bouwen (ik meen me te herinneren dat het een motor van een of andere Ford was, maar zeker ben ik het niet meer)
de boot moest zeker een laagje verf krijgen en vanbinnen moest er teer ingegoten worden, aan de buitenkant moesten de grote spleten gedicht worden met een "jute" die met een bruine vetpasta was ingesmeerd (wij noemden dat "vetlap")
de "vetlap" werd ertussen geklopt met een stompe beitel.
de boot lag in een loods van Luc zijn vader en daar gebeurden gevaarlijke werkzaamheden, om de boot aan de binnenkant van teer te voorzien hadden we er niet beter op gevonden dan een pot met teer op te warmen op een groot gasvuur, 1 man stond in de boot en de andere schepte met een pollepel de gesmolten teer uit de pot en gaf de pollepel door.
eerst was het mijn beurt, door een verkeerd "manoeuvre" raakte de pollepel met de hete teer mijn linkerarm , daar ik zogezegd gehandicapt was kroop Raf in de boot en werd ik aangever, tot ik vanuit de stuurhut een paar grote vloeken hoorde en het bericht dat hij de teer over zijn duim had gegoten.
de boot kreeg een lichtblauwe kleur en het voordek en de stuurhut schilderden we spierwit.
na een kleine maand werken was de boot klaar, de motor lieten we nog even naast de boot staan, want we wilden zo rap mogelijk te water gaan.
voor de aandrijving gingen we zelf zorgen met een "peddelroeispaan", dat is een lang roeispaan dat op de achterkant van de boot in een gleuf ligt, met de roeispaan maakt men dan een soort 8 vormige beweging in het water en de boot gaat met een zigzagbeweging vooruit.
met een geleende kar van Bruno, speciaal om een boot te vervoeren, brachten we hem naar de Moerdijkvaart, die een eindje verder aansloot op de Bourgongevaart (ja we zaten weer in de buurt van Marvin Gaye)
alles ging goed toen we plots merkten dat er water begon binnen te sijpelen en een paar uur later stak enkel de stuurhut nog boven water.
volgens insiders was dat allemaal normaal en binnen een paar dagen zou de boot wel waterdicht zijn door het uitzetten van het hout, maar dat konden we moeilijk geloven.
de volgende dag schepten we met man en macht de boot leeg en tot onze verwondering bleef hij drijven en er is nooit geen druppel water meer ingekomen of het was door de regen.
met de boot hebben we veel tripjes gemaakt en er waren altijd jongens die meewilden, dat kon, onder voorwaarde dat zij roeiden en wij op het voordek in de zon konden zitten.
we hebben de boot een paar jaar gehad en hebben hem toen doorverkocht aan een bewoner aan de andere kant van de Moerdijkvaart voor dezelfde prijs als we hem hadden gekocht, ja het systeem van kopen en verkopen met winst hadden we nog niet onder de knie.
de motor die bij de boot hoorde is er nooit ingeraakt, misschien wel door het feit, dat we toch af en toe gratis stuwkracht hadden van de jongens die ook eens wilden meevaren.
het ging wel niet over een auto of een motor maar het had toch wel een beetje met techniek te maken.
op de foto zie je Raf bovenop de stuurhut zitten en de sukkelaar met de roeispaan in zijn handen en een pijp in zijn mond dat ben ikzelf (we waren toen 15, 16 jaar)