Realisme in de
schilderkunst
Schilders proberen zo dicht mogelijk bij
de waarheid te blijven
Een kunstenaar
kan de werkelijkheid op verschillende manieren weergeven. Een schilder kan
bijvoorbeeld kiezen voor een realistische of onrealistische stijl.
Als
de kunstenaar kiest voor het realisme dan zal hij wat hij ziet ook zo weergeven
(zoals op een foto). Hij probeert de waarneembare werkelijkheid zo dicht
mogelijk te benaderen. De kunstenaar geeft weer wat hij letterlijk ziet, maar
bepaalt wel onderwerp en compositie. Een voorbeeld hiervan is een stilleven.
Naturalisme
Een andere mogelijkheid is het naturalisme: Het zo natuurlijk mogelijk
afbeelden van een onderwerp. Dit onderwerp kan echter door de kunstenaar worden
bedacht. Hij hoeft het niet per sé letterlijk te zien. Hij gaat er wel van uit
het onderwerp weer te geven zoals het er in de werkelijkheid uit zou zien. Een
schilderij of tekening die de werkelijkheid vereenvoudigd weergeeft is
gestileerd. De afbeelding is nog steeds herkenbaar, maar ontdaan van
detaillering. Een voorbeeld hiervan is de tekenstijl van de Mangastrip, of de
Jugendstil affiches van Mucha.
Associatie
Een nog verdere ontleding van de werkelijkheid leidt tot een geabstraheerd
kunstwerk: de herkenbare vormen zijn zodanig vervreemd of vervormd dat je alleen
door associatie of herleiden van de vorm kunt herkennen wat er te zien is.
Interpretatie
Een kunstenaar maakt altijd een keuze in wat hij afbeeldt. Ook een kunstenaar
die realistisch werkt geeft zijn interpretatie van de werkelijkheid. Toch is er
een verschil. Hij doet dat door onderwerp, compositie en materiaalgebruik te
bepalen. Nadat die keuze is gemaakt, probeert hij de waarneembare werkelijkheid
te benaderen.
Niet-realistisch
Daarnaast is er de kunstenaar die de waarneembare werkelijkheid als
uitgangspunt neemt en vervolgens een persoonlijke interpretatie geeft van die
werkelijkheid. Hij verbeeldt wat hij ziet, maar probeert niet de werkelijkheid
te benaderen. Impressionisten schilderen bijvoorbeeld het moment en
expressionisten geven eerder de emotie weer.
Ontwikkeling
In de beeldende kunst is er in de loop van de 19e en 20e eeuw een grote
verschuiving geweest van realisme naar abstractie. Halverwege de 20e eeuw
kwamen er steeds meer musea voor moderne kunst en het belang van die musea werd
in de loop van de jaren steeds groter. Er zijn nu musea voor oude kunst zoals
het Rijksmuseum in Amsterdam waar realistische en naturalistische kunst uit
bijvoorbeeld de 17e eeuw te zien is. Musea als het Stedelijk Museum in
Amsterdam en het Haags Gemeentemuseum hebben veel kunst van 20e eeuwse
kunstenaars. In hun collecties zitten allerlei soorten kunst. Van figuratieve
kunst tot abstract.
Realisme in hedendaagse kunst
Toch zijn er nog steeds kunstenaars die werken in de traditie van de grote
meesters van de 17e eeuw. Er zijn ook kunstenaars die de techniek van het
realistisch en naturalistisch schilderen gebruiken voor hedendaagse themas.
Deze kunstenaars zie je niet zo vaak in de musea voor hedendaagse kunst terug.
Ze stellen hun werk voornamelijk ten toon in galeries.
Techniek
Bij het realistisch en naturalistisch schilderen is de schildertechniek van
groot belang. Dit kost veel tijd, omdat je erg precies moet zijn. De schilder
moet de kleuren bijvoorbeeld goed mengen en in lagen op het doek aanbrengen.
Dit vereist een opperste concentratie en veel geduld.
|