Klik op de foto voor meer informatiexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Marc Van Trimpont, stichtend voorzitter (1996) van de Geschied- en heemkundige kring Gerardimontium, is geen onbekende voor Geraardsbergen en omstreken. Op 13 december 1933 werd hij geboren te Overboelare (Geraardsbergen). Sinds zijn brugpensionering in 1992 is hij, als autodidact, vrijetijdshistoricus en besteedt hij al zijn beschikbare tijd aan lokale geschiedenis. Enkele publicaties sieren zijn palmares:
- Het land en de baronie van Boelaere, 2de druk, 2001
- 150 jaar gerecht in het kanton Geraardsbergen (1795-1945), 2002
- La Territoriale in Belgisch Congo, een anachronistische job (Beni en Goma, Noord-Kivu, 1956-1960), 2005
- Publicaties van de Geschied- en Heemkundige Kring Gerardimontium (1997-2006), 2007
Ook verleende hij zijn medewerking aan:
- Archiefbeelden Geraardsbergen, 2002
Laatst ontmoette ik Marc nadat we elkaar een tijdje uit het oog waren verloren. Weer werd ik overweldigd door zijn warme en intense blijk van genegenheid met in zijn galante houding de rust en diplomatie & in zijn pretoogjes vonkjes levenslust. Maar deze keer verraste hij me nog meer toen hij me vertelde dat ook hij enkele gedichten had geschreven. Marc bewonder ik voor zijn uitmuntend taalgebruik waarvan mijn mond werkelijk openvalt. Groot was mijn verwondering toen ik een paar van zijn gedichten las die naar mijn oordeel bewijzen wie hij is: een wijze man die door zijn levenservaring niet ongevoelig is voor de pijnpunten van deze wereld. Hij pureert zijn woorden tot een boodschap met een soepele eindrijm. Lees zelf maar.
Die mooie liefde
(Opgedragen aan alle weduwen en weduwnaars die lief hebben gehad.)
Geluk dat verder reikt dan t einde hunner jaren,
ziedaar wat ik gescheiden geliefden toewens!
Steeds in gedachten doch zonder hoop te baren
blijven dafwezigen leven, zijn ze heel en al mens
Maanden zijn nu voorbij maar elke dag besef ik steeds weer
dat ik je mis want nog altijd ben je mijn lief!
Je bent, oh zo moeilijk, te vervangen! Ik mis je toch zozeer
Ben je me niet ontstolen door Pietje, die gemene dief?
Neen, nooit of nimmer zal ik vergeten
wat ze me heeft gebracht, wat ze heeft betekend,
die mooie liefde die, begrijpe wie kan, velen niet heeft gebeten
maar die MIJN leven onuitwisbaar heeft getekend
© Marc van Trimpont
(5 oktober 2002)
*
De zeven hoofdzonden*
Wie hoort er nu nog van de zeven hoofdzonden?
Ja, geaardheden van zo en zus: dàt kennen we stilaan wel.
Maar welke zijn dan die razende honden
die je eertijds dreven naar de hel ?
De eerste in de rij heet Hoogmoed.
In t Giesbaargs spreekt men van e stik stront.
Alleen op eigen voetstuk voelt hij zich goed,
doch dit staat op drijfzand of losse grond.
Kort op zijn hielen volgt de vrek..
Gierigheid maakt van hem een arm man
Neen, aan aardse goederen is geen gebrek..
Maar genieten van zijn bezit? Is iets wat hij niet kan.
Niet lang geleden was Onkuisheid nog de ergste van de zeven
Inmiddels lijkt ontucht van de zondenlijst geschrapt (?).
Wie wil, kan gerust in ZIJN Sodom en Gomorra gaan leven !
Of zeg me : WIE wordt nu nog op verboden sex betrapt ?
Voor sommigen is Gulzigheid een plezante zonde.
Een drink- en vreetpartij is vast een leuk spel.
Maar schijn bedriegt! Er blijft een wonde
Men heeft een kater en voelt zich niet wel.
Fysiek gevaarlijk is woede of Gramschap.
Asjeblief, hoed je voor die razende furie
en laat je niet meeslepen door gezelschap
dat niet vrede zoekt maar veeleer ruzie.
En wat gezegd van de profiteur ?
Traagheid heette de ziekte waar hij aan lijdt.
Bekeur hem niet ! Vooral geen gezeur !
Zalig nietsdoen, dàt is wat hem verblijdt
Maar de geduchtste van alle zeven is vast en zeker Nijd !
Oorzaak van zoveel kwaad, hield ik ze als laatste in de rij.
Die chagrijnigaards verdienen vooral meewarigheid :
door hun kankerende afgunst zijn die sukkels nooit blij !
Wat IK daar zo allemaal van denk, lieve mensen?
Dat elk zou moeten weten wat is recht en wat is krom!
Laat me echter voor elkeen t beste wensen.
En tegen mezelf zeg ik : Marc, doe wel en zie niet om
© Marc van Trimpont
(februari 2002)
* In deze tekst wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt, maar vanzelfsprekend dient men steeds m/v voor ogen te houden.
|