Theo Maes xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
werd in 1921 geboren in Mechelen waar hij Grieks-Latijnse humaniora volgde. Zijn vader was leraar en zijn moeder had er een atelier voor de productie van wandtapijten.
Tijdens de oorlog studeerde hij Germaanse filologie aan de Gentse Rijksuniversiteit. Een van zijn medestudenten was iemand over wie hij ons met grote bewondering vaak vertelde, de latere doctor Maurits Gysseling (1919-1997), een Europese autoriteit inzake Naamkunde en vooral bekend om zijn tweedelig "Toponymisch Woordenboek van België..." (1960).
Voor zijn scriptie koos Maes echter een andere richting. Bij prof. Paul De Keyser wijdde hij zijn licentiaatsverandering aan "Koning Ermerics wonderbare schat in Reinaerts Historie" (1943).
Na enkele omzwermingen vestigde hij zich in Geraardsbergen waar hij huwde en waar hij van 1948 tot 1982 hoofdzakelijk Nederlands en Duits doceerde in de hoogste humanioraklassen van het Koninklijk Atheneum.
Theo gaf er les aan Kalligraaf Albert Godfroid, aan de latere echtgenote van wijlen Ben Cami (bekend dichter, wiens werk regelmatig wordt uitgegeven), Jo Van Damme (tv-man)...
Wie Maes kent bewondert zijn onvoorstelbare belezenheid zowel wat proza als wat poëzie betreft. Dat zijn kennis van en voorliefde voor de poëzie immens zijn hebben we al dikwijls ervaren.
Sinds het verlies van zijn echtgenote zowat tien jaar geleden brengt Theo het grootste deel van de dag door in zijn studeerkamer waar hij, ondanks zijn leeftijd, actief met onze taal en letterkunde bezig is. Met de regelmaat van een klok schrijft hij ook niet-onverdienstelijke poëtische stukken. Zie hieronder.
De korte versie (twee strofes) heet "Ode aan Gheraardsbergen".
Uitvoeriger behandelt hij de aantrekkelijkheid van onze stad in "Verheerlijckt Gheertsberghe" (vijf strofes).
Ode aan Geraardsbergen
(versie 1)
Giesbaarg, je bent wel geen Brugge of Praag,
de Oudenberg is niét een bult der Pyreneeën,
de kronk'lende Dender, ce n'est pàs la Loire,
de Gavers nicht geheimnisvoll wie Alpenseen,
maar is een veldbloem vaak niet éven mooi
als fameus-pretentieuze orchideeën?
Giesbaarg, je charmes -velen zién ze niet-
zoals zoveel waardevols in het leven.
© Theo Maes
Verheerlijckt Gheertsberghe
(versie 2)
Giesbaarg, je bent wel geen Brugge of Praag,
de Oudenberg is niét een bult der Pyreneeën,
de kronk'lende Dender, ce n'est pàs la Loire,
de Gavers nicht geheimnisvoll wie Alpenseen,
maar is een veldbloem vaak niet éven mooi
als fameus-pretentieuze orchideeën?
Giesbaarg, je charmes -velen zién ze niet-
zoals zoveel waardevols in het leven.
"In dit geloof wil ik leven en sterven"
(Uit d'Akte van Geloof heb ik het afgeschreven).
Mijn Akte van Hoop: hiér mogen sterven...
maar liefst... na nog enk'le poeskafeekes van het leven.
En mijn Akte van Liefde die zing 'k zelfs al brommend,
met éven volle stem als destijds voor de klas:
Lieve Vrouwe Fortuna, die mij hiér dropte,
nen dikke mersee, zunne, (of chiquer) muchas gracias!
P.S. Mocht ik ooit dees hoge droge plek
voor een ander stek, èlders, willen ruilen,
dan ben ik klaar om naar Raspaillebos te
trekken als kandidaat-collega van de uilen!
© Theo Maes
(met dank aan Albert Schrever)
|