xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
ontwakend Vlaams landschap
Die grond
-ophefmakend in hoogtes en laagtes- dauwt
het land hermelijnwit. Soepel slingert
een beek met zachte heupslagen langs velden
liggend als lakens op de bleek. Boerderijen dicteren
wat overleven is onder wolken als borsten
door stuwing ontbloot. De bodem beweegt en
van slag dreunen kerkdeunen de zwoegvloek
van mannen met klauwen aan hun lijf. Ik kende ze,
niet van horen vertellen. Ik zag ze, de vrouwen
met stevige benen, bezige bezems en
boezems als melkbrood, zacht en rond,
ze wortelen jonge wilgen secuur in kleigrond.
Dat volk
-opzienbarend in drift en bedaren- klapt uit de tijd
draaiend op scharnieren van wel en wee. Raadselachtig
het verschiet. Het landt kakelvers in mijn schaduw,
vliegt uit en fluit een langgerekt schemerlied.
© Marleen De Smet
|