Op woensdag 30 april stelde Rik Van Damme zijn dichtbundel voor.
Gedicht met zicht op zee werd letterlijk en figuurlijk én muzikaal boven het doopvont gehouden in de hospitaalkerk aan de Gasthuisstraat in Geraardsbergen.
De verzen werden voorgedragen door Rik himself en Anneleen Van Nylen en de academieleerlingen uit haar klas. Het zangensemble 'Fil d'Art' o.l.v. Thomas Meert bracht tussendoor profane renaissanceliederen waarmee meteen een hemelse toon werd gezet en het geheel op een meer dan voortreffelijke manier én met klasse werd ingekleed. De opkomst was hoog. De poëzie deed wat het moest doen: raken.
En de sfeer? Er viel een voile van rust over de luisteraars. Zelfs een duivin, dommelend in haar verenkleed in een hoek van een glasraam, bewoog geen pen. Een doffer scheerde zo nu en dan voorbij. Halverwege de vertoning, tussendoor de talrijke regenvlagen, viel een straal zonlicht in de kerk.
'Wat hebben duiven en Rik gemeen?' vroeg ik me af. 'Vrede en verzoening?' Ik legde een link met zijn poëzie. Verzoende Rik zich via zijn gedichten met het verdriet uit het verleden? Kan men ooit vredig omgaan met het besef van verlies van een geliefde familielid of met wat ooit was en plots werd weggegomd?
'Dat betekent niets dan goeds,' mijmerde ik verder en warempel ik dacht aan de duiven in het nok van het dak van de buur van Rik toen ik hem een bezoek bracht (lees hieronder). Bij wonder bewoog geen hoofd uit verveling, verroerde geen mond. De aandacht vestigde zich op wat zou volgen en zo nu en dan zag ik een traan. En neen, ik overdrijf niet. Ik weerspiegel wat ik zag, ik weerspiegel de herkenbaarheid.
De avond werd afgesloten met een heerlijk glaasje. Er werd nagepraat en er vielen welgemeende en terechte felicitaties. Inderdaad het warme onthaal en de hartelijke gesprekken bevestigden dat de avond -zoals voorspeld - onvergetelijk werd. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
MarLeen
Rik Van Damme, dichter met zicht op zee
Zijn dat uw duiven in de nok van het dak van de buren? vroeg ik aan de goedlachse man in de deuropening. De duiven in roekoegelid onderhielden zich met hun veren als een ontvangstdelegatie in maatpak.
Neen, dat zijn die van de buren, antwoordde Rik. Hij glimlachte en met een vriendelijk gebaar nodigde hij me uit zijn huis te betreden.
Met een onlogische maar tactische vraag werd het ijs gebroken en ruimde u plaats voor je.
Naar het schijnt is de eerste indruk de belangrijkste. Onbewust of juist heel bewust bepalen de eerste 30 seconden het verdere gedrag ten opzichte van een persoon. Juist, wat moet Rik Van Damme hebben gedacht?
Rik ontmoette ik voor het eerst tijdens een tentoonstelling. Hij vergezelde me tijdens een korte rondgang. Voor een van de kunstwerken bleven we stilstaan. Daar wees hij me op details waar ik nooit aandacht aan besteedde. Nee, ik moest me niet bukken met mijn rug naar het kunstwerk gericht om vervolgens door gespreide benen te kijken. Doorgaans laat ik het werk op me afkomen. Ik stap er in, wandel er doorheen en leg de emoties als dichtvoer vast. Hij trok mijn aandacht met de opmerking dat in alles wat men doet de techniek een stevige wortel en dus het uitgangspunt is.
Zoek een plaatsje en ga zitten, zei hij nadat ik de leefruimte was binnengestapt. De sobere en met smaak ingerichte woonkamer bezorgde me een zengevoel. Tussen de fris ogende overgordijnen stroomde het daglicht binnen dat speelde met de glans van een glasverzameling. Hier en daar hing een kunstwerk als gegoten aan de muur. De ruimte ademde zacht en zuiver en straalde witheid uit. De rust bedwelmde.
Na zijn studies aan de K.U. Leuven was Rik Van Damme leraar geschiedenis en esthetica aan het Sint-Aloysiuscollege in Ninove. Hoewel literatuur hem reeds van in zijn prille jeugd boeide, is het pas op latere leeftijd dat hij door de muze van de poëzie werd bezocht.
Ik schrijf niet zomaar een gedicht, vertelde Rik bescheiden, pas als iets me raakt krijgt het een bestemming.
Onder de salontafel liggen zijn woorden gestapeld, op de salontafel ligt zijn bundel geëtaleerd.
Ik doe ook aan fotografie, vervolgde hij, de foto op de omslag van de bundel is
.
Ik luisterde en luisterde en kreeg door zijn openhartigheid niet eens de behoefte iets over mezelf te vertellen.
Bij het verlaten van zijn woning toont Rik enkele van zijn kunstwerken. Zijn veelzijdigheid is merkbaar in schetsen, kleurrijke portretteringen en dan weer serene (opper)vlaktes.
Rik Van Damme is niet alleen een manusje-van-alles. Bovendien beschikt hij over een flinke dosis ernst en wijsheid maar ook over een portie humor.
Je hoeft niet achterwaarts te rijden om de oprit te verlaten. Ik ben een grootgrondbezitter," lachte hij, "je kunt via een rit rond het huis mijn domein verlaten.
Rik knikte genegen en ging terug naar binnen.
De wagen start en rijdt recht in een vergezicht. Tussen de bomen gaapt het weidse landschap. Ik blader heel even door zijn dichtbundel en werp bij het voorbijrijden van de woonkamer snel een blik door het venster. Rik Van Damme bladert ongestoord door mijn bundel.
Mijn beknopte visie over Gedicht met zicht op zee
De gedichten zijn kort en krachtig en daardoor uiterst aangenaam om lezen, laat staan in één ruk de bundel te verslinden.
Wat me opvalt, is de verzorgde schrijfstijl. Ontdaan van overtolligheden en voorzien van doorgaans frappante slotregels verwondert en ontroert hij de lezer. Opvallend is dat Rik als dichter dicht bij zichzelf blijft, zichzelf niet verloochent. Hij schrijft zoals hij praat: ongedwongen, transparant (zoals zijn glascollectie) en oprecht.
Marleen De Smet
Met dank aan Albert Schrever voor onderstaand artikel dat hij schreef voor het weekblad 'De Beiaard' n.a.v. de publicatie van de bundel.
Rik Van Damme schreef "Gedicht met zicht op zee"
"Gedicht met zicht op zee" is de eerste dichtbundel van Geraardsbergenaar Rik Van Damme (°1939) verlucht door Academieleraar Marnik Baert. Als leraar geschiedenis en kunstgeschiedenis in het St.-Aloysiuscollege in Ninove had Van Damme regelmatig contact met kunstschilder Maurice Van Saene die hem inwijdde in de wereld van de schilderkunst. Sommigen weten dat Van Damme ook lessen plastische kunsten volgt o.m. aan de Kunstacademie in Geraardsbergen waar hij zelf regelmatig ook theoretische cursussen over de hoogtepunten in de plastische kunsten geeft. Slechts enkele vrienden weten dat Rik regelmatig ook poëzie pleegt:
Een gedicht is vechten
met woorden, snoeien in volzinnen
zoeken naar toevallige akkoorden
gespeeld op een orgel vol dromen
en de vele noten van het alfabet
onder mijn pen, in elkaar gezet...
Zelfs wie slechts gelooft in klassieke poëzie stelt vast dat de vrije verzen en de meestal strofenloze gedichten van Rik Van Damme niet alleen een stevige structuur en een opvallende doorzichtigheid uitstralen maar ook uiting zijn van diepmenselijke gevoelens en persoonlijke gedachten wat duidelijk is in
"Mijn laatste les":
De lichten zijn gedoofd
de borden schoongeveegd
de laatste leerling weg
Ik heb nooit geloofd
dat de weemoed
van een lege klas
zo overweldigend was.
Rik Van Damme schildert, niet alleen met het penseel maar niet minder vaardig en gedreven met de pen in "Wit vlokje":
Wanneer het land krom ligt
onder 't gewicht van verse sneeuw,
is er geen levende ziel te zien
in de holle wegen met volle boorden
en het haast onzichtbare spoor
van dat dwarrelend witte vlokje
dat viel, smolt en genadeloos bevroor.
De poëzie van Rik is niet in een woord te vatten. Ze is narratief en autobiografisch, zeer individueel en toch algemeen menselijk, weemoedig en metafysisch, rijk aan beelden en metaforen en toch direct maar boven alles is ze klaar geschreven en bevattelijk, in duidelijke woorden:
"Vaderhuis"
Mijn ouders'huis wordt afgebroken
genadeloos op een hoop gegooid;
pannen, stenen, tegels, opgebroken,
gekleind, gehakseld, vergruisd;
ons huis blaast zijn laatste adem uit;
ik voel me haveloos, ontheemd, berooid,
mijn kinderjaren op straat gegooid...
Elk van de 33 gedichten is meer dan zomaar een verhaal: "Een gedichtje schrijven is (dan) niet meer dan in de voetsporen lopen van alles wat ons ontroert en helpt om door de harde korst te bijten van de dagelijkse realiteit en door te dringen tot de onzichtbare maar levensnoodzakelijke mystieke kern van ons vluchtig en broos bestaan".
Albert Schrever
|