4.8.0.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hoe Jan en Joke en sommigen uit hun kring hun oude plunje verwisselden voor iets nieuws
· Jan Donker: worstelen en boven komen 4.8.1.1
· Joke Donker: liefde contra leedvermaak 4.8.1.2
· Fred Donker: leren van je zoon: 4.8.1.3
· Wilma Donker: door reserve getemperde blijdschap 4.8.1.4
· Margo Donker: omsingeld en ontzet 4.8.2.1
· Piet Willems: kiene kijk op kernkoppen 4.8.2.2
· Ans Willems: eerste kans mis, tweede kans raak 4.8.2.3
· Michiel Willems: postillon d'amour 4.8.2.4
· Paul Donker: met de zaak verlegen 4.8.3.1
· Marian van der Stok: lasso's van alle kant 4.8.3.2
· Nancy Kuipers: zoiets gebeurt toch alleen maar in een boek 4.8.3.4
· Frans Montfort: geschudde zekerheden 4.8.4.1
· Jos van Dalen: tot meeleven leidende liefde 4.8.4.2
· Diana van Dalen: ruilen doet huilen, voor háár niet waar 4.8.4.3
· Jan Donker:
en gij zult mijn getuigen zijn
4.8.4.4
· Joke Donker: Gods volk wordt uitgeleid, het gaat met vreugde
voort 4.8.5.1
· Bart Vonk: gedenk de weg, waarin de Here u geleid heeft 4.8.5.2
· Aaf Vonk: een terugtocht die een opmars bleek 4.8.5.3
· Gert Buursma: sterke vent
zware verzoeking 4.8.5.4
· Ilona Verhoeven: via een keihard absoluut 'nee' in de verkeerde
poot van de V 4.8.6.1
· Lotty Swagers: een nieuwe lente, een nieuw geluid 4.8.6.2
· Henk Scholtens: als een inktvlek in een vloeiblad verbreidt zich
het 'nee' 4.8.6.3
· Corrie Bakker: het is veel eenvoudiger dan je denkt 4.8.6.4
· Helma Huygen: sta schoor met je schoenen, houd je vast aan
het touw 4.8.7.1
· Jeroen Westhoven: druk bezig om de boot af te houden 4.8.7.2
· Niels de Jong: wat is het goed, dat er vaders in het geloof zijn 4.8.7.3
· Lucy de Jong: geef je nederige gave aan de Here, koninklijk
geeft Hij terug 4.8.7.4
· Leen de Raad: 't verstand komt met de jaren 4.8.8.1
· Inge de Raad: het verhaal van de vergulde man 4.8.8.2
· Jan Donker: wat waard is om gedaan te worden, is waard om
goed gedaan te worden 4.8.8.3
· Joke Donker: óp naar het nieuwe motto 4.8.8.4
· Schreeuwschrik: het gebruikelijke genijdas 4.8.9.1
· Klankvol: positief van vleugeltip tot vleugeltip 4.8.9.2
4.8.1.1
Jan Donker: worstelen en bovenkomen
29 november 1982: Wél, dat is een tijd geleden. Eens kijken
: de laatste keer, dat we elkaar ontmoetten, had ik mijn ontslagaanzegging per 1 april te pakken. Je weet nog wel, ik zat er hevig mee. En dan nog wel met die baby in aantocht. Nou, die is er; sinds 21 augustus. Ja, dank je, dank je, een jongen hoor: Marcel dus.
Alles goed met Joke. Ze werkt al weer. Het kind is in de crèche. Daarover zullen jullie misschien heel wat willen zeggen, maar laat dat nu maar even. Er is zoveel bij te praten. Ik heb een báán, om maar iets te noemen.
Je weet: ik ben bekeerd en wedergeboren. Maar in mijn dagelijkse gedoe zat nog zoveel werk buiten Jezus om. Ik verzon bij voorbeeld van alles om per 1 april of zo kort mogelijk daarna een betrekking te hebben. Tót ik er opeens aan dacht, dat Joke zoiets gezegd had van
dat we al het dode werk, dat tóch nergens toe leidde, wég moesten doen (zie 3.8.8.2 en ook het motto van dit deel).
Opeens zag ik zo duidelijk dít
ik stopte God wel van alles tóe, maar ik gaf Hem nét niet, wat Hij nu eigenlijk van mij verwachtte: vertrouwen. Ik zei opeens, opgelucht door die ontdekking, tegen Hem:
"Heer, U laat toch de mensen, die in U geloven, niet in de steek. Er zal immers altijd een boterham zijn voor ons én voor Marcel (Ps. 37:25)."
(Want ik rekende er al steeds meer op, dat het een jongen zou zijn).
En toen kwám de oplossing. Gods stem in de vorm van een positieve gedachte, die bij me opkwam.
"Laat je omscholen tot computeroperator. Nee, niet eens tot programmeur, gewoon tot operator."
De mensen zeiden:
"Dat je niet wat actiever zoekt."
Maar ik liet mij niet intimideren door dat onbegrip, nu de Heer zo duidelijk de weg had uitgezet. Ik heb Joke uitgelegd, dat ik alles op de kaart van de omscholing had gezet. Van háár kant geen woord van twijfel. Ze zei:
"We wagen dit getweeën en met God als derde (Pred. 4:12). Vroeger hebben we van de welvaart gedronken uit gouden bekers, kan je haast wel zeggen. Maar zélf waren we van hout. En maar klagen
én maar huursubsidie, waar we geen recht op hadden. Nóg meer goud en hout. Nu zijn wij door de hulp van de loutering van Jezuswege goud aan het worden (Zach. 13:9). Al zóuden de bekers van hout worden, dan zoude we nu nóg God loven (Hab. 3:17).
Overigens, met die houterigheid zal het best meevallen."
Wijfie hè!
Wel, 1 april ging ik de laan uit. Maar ik had geluk. Kon zó geplaatst worden op een cursus van het Gewestelijk Arbeidsbureau. Door mijn kantoorervaring en studie had ik een voorsprong. Na een half jaar was ik klaar. Had op 1 oktober al een baan ook. Soms denk ik wel: heb ik wel góed geluisterd. Want mijn studie SPD, herinner je je dat nog- is er bij ingeschoten. Op zulke momenten bestookt de duivel mij met twijfel. Hij gebruikt er nog bijbelteksten bij ook. De slechtaard. Zo van:
"Je moet de oude palen niet verzetten. Je zat in de boekhouding. Dáár had je moeten blijven."
Ik word dan wat onzeker. Die palen, waarop mijn geloof staat, kráken dan. Ze zijn nog niet helemaal safe. Maar wat niet is, zal komen.
Ik doe dit werk met plezier. God heeft ín mijn hart en náár mijn hart gesproken met dit advies. Hij zéi niet alleen wat, maar raakte ook de goede snaar bij mij aan om mij te laten gehoorzamen.
Wat die palen betreft, waarop mijn geloofshuis staat; ik ga ook het laatste molmgaatje dichtspuiten met kit. Als mijn geloofshuis op steviger palen minder zwiept, dan zal ik mijn gebed nóg beter kunnen richten. Ik ga dán ook zeker bij Hém de goede snaar raken, waardoor Hij mij nog meer kan leren.
Nu wil je natuurlijk nog veel meer weten. Maar ik heb Ger op bezoek gehad, je weet wel, die man, die alles opschrijft. Hij zei:
"Jan
bekort het nou."
Ik zeg:
"Maar die gesprekken met pa en ma dan
en met die anderen."
En hij weer:
"Die vertellen zélf wel. Maar ja, luister: ik krijg last met de uitgever."
"
En die geboorte van Marcel dan?"
probeerde ik nog.
Hij bleef onverbiddelijk:
"Nee, dat gaat Jo vertellen."
Nou ja, het moet dan maar. Feit is: dat wilde ik toch nog even zeggen, dat ik geestelijk gezien- bezig ben om me in het nieuw te steken.
|