Er was eens een man vanuit Melle die het zonder liefje moest stellen dat zat hem niet mee maar was toch te vree want zo kon niemand hem ook niet kwellen.
En zij spant nog even haar boogpees ’t staat op Hand in Hand dat ik dit lees daar schrijft men wel meer allerander moois neer die gedachte zomaar bij me oprees.
Als de poolster vanavond nog straalt en niet door wolken is achterhaalt dan brengt ze je rust al is het geen must maar alzo menigeen 's weg heeft bepaald.
Zal het er dan ooit eens van komen waar ik alleen maar van kon dromen ik heb niets gedaan aan die bocht in de baan maar waarom wou je mij dan dwarsbomen.
De tijd verzacht het leed misschien dat dacht ik toch tot mijn negentien maar ik was toen mis 'k weet nu hoe 't leven is vele dingen die zijn niet te voorzien.
Ik kan niet verder zonder jou 'k beloof je ik blijf je eeuwig trouw zei ik tegen jou jij werd toen mijn vrouw en daarvan heb 'k nog steeds geen berouw.
Op een nacht liep ik heel toevallig op jou, ik vond jou zo lieftallig maar wist ik toen wat je mij ging aandoen ik liep een straatje om, heel angstvallig.
Al duizend heb 'k er hier geschreven en word er steeds weer toe gedreven kan niet meer zonder is dat dan een wonder nee want zonder zou 'k niet kunnen leven.