Vreemd hoe een plaats je kan bekoren daarin raak ik echt ooit verloren het sprak mij zo aan ben dan verdergegaan deed mijn best daar om niemand te storen.
Daar zie ik ‘t roodborstje opduiken komt ook mijn voederplaats gebruiken ik vond dat een eer plots zag ik het niet meer ‘t zat verborgen tussen al die struiken.
Het maal begint als de prooi nog trilt als eerste wordt ‘t vel er afgevild dan begint het feest tot ze allen zijn geweest een natuurwet die geld bij al het wild.
De wind die streelt zachtjes mijn gehoor hou het in mij vast als een trezoor er niet van afwijk voel me dan even rijk dat gevoel, daar doe ik het meestal voor.
Een dagje meer dat kan ik wel aan maar hoe zit het met de baviaan heeft geen kalender misschien een nieuwszender maar daar had ik nog niet bij stilgestaan.
Ben er voor een weekje even niet naar plaatsen die je anders niet ziet maar de tijd gaat vlug ben dan ook snel terug het langs deze weg dan maar weten liet.
‘k Zal 't overleven of sterf misschien ik weet niet of ik dat wel verdien wat heb ik daaraan om nu al dood te gaan hopelijk heb ik nog een jaar of tien.
Ik lig in bed geveld door griep mijn heel lijf heeft een geweldige dip ik voel er wel iets het is niet voor niets dat ik nu langzaamaan mijn tee glas nip.
Wat doe jij dan toch met al die tijd ‘k heb tijd over doch raak hem niet kwijt een filosoof zei ’t is geen blufferij ontspanning is het zout van de arbeid.