Voor ouders, hulpverleners, en leerkrachten, die zich zorgen maken over kinderen, met Hechtingsprobleem, Hechtingsproblemen, hechtingsstoornis, hechting, gehechtheid, ouders, babys, kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen,jeugd, volwassenen, hulpverleners, onderwijs, jeugdzorg
27-04-2008
Het onverwoestbare kind
Rubin, Lillian B. Het onverwoestbare kind
Primaire gegevens van het gelezen werk: Auteur: Lillian B. Rubin Titel: Het onverwoestbare kind Ondertitel: Verhalen over overwinningen op het verleden Verschenen in: 1997 Uitgever: Ambo | Anthos Uitgevers Verwachtingen vooraf: psychologisch geneuzel, alsof het een lesboek zou zijn van de studie psychologie, met een hoop vaktermen en andere moeilijke woorden.
Samenvatting van de inhoud:
Lillian Rubin is psychologe. Zelf heeft ze een moeilijke jeugd gehad. Haar alleenstaande moeder was erg agressief en had weinig op met haar kinderen. Rubin beschrijft dat ze het vreemd vond dat ondanks hun band, haar broer zich niet heeft kunnen onttrekken uit de greep van zijn moeder. Rubin is ondanks de verbale en lichamelijke aanvallen van haar moeder in haar jeugd, er goed bovenop gekomen. Haar broer heeft die kracht nooit gehad en pleegde zelfmoord. Daarom schreef Rubin dit boek waarin ze slachtoffers van een verschrikkelijke jeugd vol geweld en vernederingen interviewt. De acht mensen die opgevoerd worden hebben allemaal iets vreselijks meegemaakt, maar hebben toch een goedlopende carrière en genieten van het leven. Hun broers en zussen, als ze die hebben, komen er vaak minder goed vanaf. Hieronder korte samenvattingen van de levensverhalen van die mensen.
Sara Mikoulis Omdat haar ouders niet voor haar kunnen zorgen, sturen ze haar als baby naar haar oom en tante. Ze heeft het er prima naar haar zin en wordt liefdevol opgevoed. Totdat ze zeven jaar oud is. Haar moeder besluit dat ze haar dochter weer bij zich wil hebben en Sara gaat terug naar haar moeder. Haar broertje, die daar altijd is blijven wonen, ziet in zijn zus een rivale als het gaat om zijn moeders aandacht. Van broer en zusliefde is dus geen sprake. Ook haar moeder moet eigenlijk niets van Sara hebben, en tuigt haar regelmatig af. Zelfs als ze nog maar vier jaar is wordt ze al tot bloedens toe geslagen met de gespkant van een broekriem. De enige die lief voor haar is, is haar stiefvader. Alleen misbruikt hij haar wel seksueel en neemt hij het niet voor haar op als haar moeder weer eens op haar inslaat. Ook haar broer begint Sara te misbruiken. Hij weet haar op een dag zelfs een boerenschuur in te lokken, waar ze door drie jongens verkracht wordt. Dan heeft Sara er echt genoeg van. Ze slaat haar broer letterlijk van zich af door een hamer onder haar kussen te bewaren. Als haar stiefvader haar in de keuken benadert bedreigt ze hem met een mes. Haar moeder stuurt haar weg en Sara gaat bij haar biologische vader en zijn vrouw wonen. Uiteindelijk gaat ze succesvol psychologie studeren. Ze krijgt tweemaal een relatie met uiterst gewelddadig mannen tot ze haar huidige man vindt. Ze is een liefhebbende moeder van twee kinderen.
Petar Steprovic Petar komt uit Slovenië. Hij woont daar nog steeds als zijn moeder hem meeneemt naar het lijkenhuis. Hij is dan vijf jaar oud. Zijn vader is overleden, zelfmoord zegt zijn moeder. Ze neemt hem mee naar het lijkenhuis zodat hij het lijk ziet van zijn vader. Zo weet je tenminste dat hij dood is. Naderhand is Petar het pispaaltje in de uiterst katholieke familie. Zelfmoord is een doodzonde, dat kan echt niet. Daar komt bij dat Petars vader een alcoholist was. Zijn moeder noemt Petar de zoon van zijn vader, een nietsnut, gedoemd om ook alcoholist te worden. Hij ondergaat het verbale geweld van zijn moeder, tantes en zijn oma, die ook allemaal een hekel aan hem hebben. Dan hertrouwt zijn moeder met een Amerikaanse sergeant en ze verhuizen naar Amerika. Hij mag vervolgens nooit meer over Slovenië praten, het is alsof er een sluier over getrokken werd. Hij is nu Amerikaans, zegt zijn moeder. Hij is nog maar acht jaar en spreekt geen woord engels, toch is dat de enige taal die ze voortaan nog spreken thuis. Ook zijn naam wordt verengelst. Hij heet nu Peter Bancroft, hij háát die naam. Daar komt bij dat Petar geboren is met een lichte afwijking in zijn gezicht. De artsen hadden tegen hem gezegd dat het maar een kleine ingreep zou zijn, en dat hij er daarna weer normaal uit zou zien. Maar dat heeft ze nooit laten doen: Je bent een Steprovic, het is Gods bedoeling om je te laten lijden! Petar weet te ontsnappen in zijn studieboeken en gaat zelfs studeren aan de universiteit van Yale. Hij verandert zijn naam weer terug in Petar Steprovic.
Lynne Halsted De meeste mensen in het boek van Rubin komen allemaal uit achterstandswijken en arme gezinnen. Lynne niet, haar moeder is ontzettend rijk. Ze hebben meerdere huizen en minstens zestig man personeel. Haar moeder is alcoholica en nooit thuis, ze is altijd druk. Als ze wel thuis is slaat ze Lynne verschrikkelijk, vaak om de stomste redenen. Ook haar broer is ontzettend gemeen, hij duwt haar de trap af of slaat haar. Als hij zes jaar oud is verdwijnt hij naar kostschool, en Lynne kan ook niet wachten tot zij naar kostschool mag. Dan is ze tenminste niet zo eenzaam. Want ondanks huishoudster Phoebe moet Lynne hele dagen alleen doorbrengen in het grote huis. Ondertussen hertrouwt haar moeder met Craig Halsted, een lieve zachte man. Hij biedt Lynne enige troost al is hij ook alcoholicus en zijn haar ouders bijna altijd van huis. Op twaalfjarige leeftijd vertrekt Lynne dolgelukkig naar kostschool. Ze komt vele kilos aan, iets dat haar moeder verschrikkelijk vindt. Vooral nu het debutantenbal eraan zit te komen. Haar moeder vindt Lynne zo een veel te gênante vertoning en stopt haar in een ziekenhuis waar ze gedwongen wordt af te vallen. Dat lukt niet. Na haar studie heeft Lynne een centrum opgericht voor rijke vrouwen die iets met hun vele geld willen doen. Ze is een succesvolle zakenvrouw en goeddoener.
Wayne Morgan Waynes moeder leeft voor haar man. Dat ze samen een kind hebben is een bijkomstigheid, maar eigenlijk kan ze hem helemaal niet gebruiken. Alle aandacht van haar man die ze door Wayne misloopt wordt hem kwalijk genomen. Als Wayne tien jaar oud is overlijdt zijn vader. Zijn moeder gaat aan de drank en leeft haar woede uit op haar zoon in de vorm van verbaal en fysiek geweld. Ze laat hem nooit met rust en zit constant op hem te vitten. Wayne en zijn moeder wonen in hetzelfde huis als zijn tante en oma. Die twee kunnen Waynes moeder niet velen. Er is constant ruzie in het huis. Als Wayne zeventien jaar oud is en zijn moeder weer eens tegen hem aanschreeuwt, vliegt hij zijn moeder aan. Hij grijpt haar rond de nek en wil haar op laten houden met schreeuwen. Hij zet niet door en laat zijn moeder dus leven. Maar een paar dagen later is hij verhuisd naar een studentenflat. Daar ontmoet hij Diane, een meisje. Ze raakt zwanger van Wayne en ondanks dat ze niet echt van elkaar houden, gaan ze samen wonen. Ze krijgen een dochter: Erin. Diane kijkt niet echt naar haar kind om, maar Wayne neemt maar wat graag de zorg van zijn kind op zich. Op een dag verongelukken Diane en Erin in de auto. Erin is dan net zes maanden oud. Wayne stort zich in de drank en besluit naar Vietnam te gaan. Als hij alle sores uit zijn lijf gevochten heeft, gaat hij terug naar Amerika waar hij een opleiding begint om priester te worden. Ondanks dat hij af en toe de regels aan zijn laars lapt (hij is verschillende malen met een vrouw samen geweest), is hij gelukkig als priester.
Ana Gutierreze In Californië werken veel seizoenarbeiders, zo ook de ouders van Ana. Ze komen uit Mexico en hebben lang als illegalen gewerkt op het Amerikaanse land. Samen met haar ouders, broers en zussen woont ze in een houten keet, waar maar één kamer in zit. Daar eten, slapen en leven ze in. De wc staat buiten en wordt gedeeld door de andere seizoensarbeiders. Ze verhuizen vaak, daar naartoe waar er werk is. Haar vader is ontzettend streng en agressief. Als ze ook maar één keer niet luistert wordt ze hardhandig aan haar haren rondgeslingerd of krijgt een flinke stomp. Ana kan zich ook vaag iets herinneren van seksueel misbruik van haar vader, maar hoe het precies zat weet ze niet (meer). Als ze oud genoeg is werkt Ana mee op het land. Om aan haar vaders tirannie te ontsnappen trouwt ze met Ramon. Samen krijgen ze een dochter Angela. Ramon is ontzettend jaloers en net zo gewelddadig als haar vader was. Ondertussen komt het feminisme in die tijd op zetten. Ana leert dat er meer voor haar is dan kersen of uien plukken. Ze besluit avondcursussen te volgen. Ramon staat het niet toe en als ze toch gaat weigert hij voor hun dochter te zorgen. Hij wordt steeds agressiever en gaat steeds meer drinken. Uiteindelijk wordt het Ana te veel en vertrekt ze bij Ramon. Hij blijft hen nog een tijd stalken en bedreigen. Als Ana hem daarvoor een tijd laat opsluiten door de politie is het afgelopen. Ana is nu een succesvolle lerares.
Kevin McLaren Kevin is een intelligente jongen die op zevenjarige leeftijd al meer weet en kan dan zijn ouders. Zijn vader is een alcoholicus en zijn moeder is manisch depressief. Hun relatie is gestoord, zoals Kevin het noemt. Als zijn moeder depressief is heeft ze de neiging om haar man te lijf te gaan, bijvoorbeeld met een broodmes. Kevin leert thuis niets over cultuur zoals muziek of boeken. Als hij van een tante een speelgoedpiano krijgt, ontstaat zijn liefde voor muziek. Hij leert zichzelf piano en altviool te spelen. Ook later als hij volwassen is en optredens verzorgt met een groot orkest achter zich, snappen zijn ouders niets van wat hij nu is: beroepsmusicus. Ze weten niet of ze trots moeten zijn op hun zoon, of verdrietig dat hij een vreemde voor hen is.
Karen Richards Karen heet eigenlijk Kareena en komt uit Finland. Als ze vijf jaar oud is neemt haar moeder haar mee naar de haven. Ze zegt dat ze naar Amerika gaat, waar ze heel veel speelgoed en jurkjes zal krijgen. Kareena is erg enthousiast, totdat ze door heeft dat haar moeder niet achter haar aan loopt als een matroos Kareena de grote boot opbrengt. Kareena is in tranen en wordt zes dagen lang in een hut alleen gelaten. Ze moet constant braken en huilt om haar moeder. Het personeel van het schip is Zweeds en ze snapt dus niet wat er tegen haar gezegd wordt. Wat blijkt: haar moeder heeft haar verkocht aan een Amerikaanse advocate die er een Amerikaanse familie voor zoekt. Eenmaal in Amerika aangekomen blijkt dat de advocate geen gezin gevonden heeft, dus neemt ze haar zelf in huis. Haar naam is Vivian Thompson. Vivian is ontzettend wreed tegen Karen, wat haar nieuwe Amerikaanse naam is. Het is duidelijk dat ze niets van het meisje moet hebben en Karen heeft een verschrikkelijk leven bij Vivian. Vaak wordt ze s nachts aan haar haren uit bed getrokken om de keukenvloer te boenen, krijgt ze slaag zonder reden of moet ze rechtop op een stoel zitten terwijl ze allerlei verbaal geweld naar zich toe geslingerd krijgt. De rest van het gezin doet niets om Karen te beschermen. Op een gegeven moment, Karen is dan vijftien jaar oud, probeert Vivian haar het raam uit te duwen van de tweede verdieping. Karen weet zich te verzetten en schreeuwt het uit naar haar stiefmoeder dat zij haar nóóit meer zal aanraken! Karen weet te ontsnappen door als oppas bij een gezin in te trekken. Ze neemt avondcursussen en gaat studeren. Ze raakt ook zwanger en na lang wikken en wegen besluit ze haar kind te houden. Een dochter wordt geboren: Jennifer. Ondertussen is Karen een succesvol advocate en gaat ze op zoek naar haar Finse familie. Vivian is ondertussen overleden, Karen stond niet in haar testament. Van een tante hoort Karen dat haar Finse familie haar lange tijd gezocht heeft, onder andere haar broer Lars, die zelfs in de VS is geweest. Hij heeft Vivian gesproken maar die zei tegen hem dat Karen niets meer met hen te maken wilde hebben. Uiteindelijk vindt Karen haar familie weer terug en alles gaat goed met haar. Totdat haar dan negentienjarige dochter omkomt. Haar wereld stort in. Toch weet ze er bovenop te komen en vindt ze haar troost bij haar nieuw gevonden broer en haar man.
Chris Lydon Neem een typische zwarte getto in een Amerikaanse stad. Dat is waar Chris is opgegroeid. Het was erg druk en erg vol bij hem thuis. Zijn ouders hadden vaak ruzie en ze hadden regelmatig te weinig eten. Slapend komt hij de middelbare school door, niet omdat hij zo slim is, maar omdat het niet veel voorstelt. Ze laten hem gewoon overgaan. Chris zoekt zijn heil op straat. Samen met een vriend van hem begint hij met winkeldiefstallen, op een gegeven moment zelfs op bestelling. Op zijn zestiende belandt hij in een jeugdgevangenis. Niet omdat hij gepakt was, nee, zijn vriend was gepakt. Maar omdat deze bang was het nooit te kunnen redden in de bak, besloot Chris zich ook te laten pakken. Als hij er terug uit komt gaat het leven als winkeldief gewoon door. Hij wordt zwendelaar, een tijdje cokedealer en zelfs pooier. Totdat hij bij een speciaal project van de overheid de psychologe Linda Martin leert kennen. Hij wil alles doen om met haar samen te werken. Hij besluit naar college te gaan en later naar de universiteit. Hij moet er keihard voor werken, maar bereikt op een gegeven moment zelfs de titel doctor. Beetje bij beetje laat hij het straatleven los en verkoopt zijn zwarte cadillac om er een beschaafde Volkswagen voor terug te kopen. Nu is hij psycholoog, docent aan de universiteit, (alleenstaande) vader van vier kinderen en adviespersoon bij buurtorganisaties.
Titelverklaring: Rubin praat constant over het onverwoestbare kind. Wat maakt een kind onverwoestbaar en een ander niet? Hoe kan het dat sommige kinderen zelfs na zeven keer vallen toch nog een achtste keer opstaan? De mensen in het boek, de slachtoffers, zijn allemaal onverwoestbare kinderen. Ze hebben verbaal en lichamelijk geweld en vernederingen moeten doorstaan. Veel van hun broers en zussen zijn het slechte pad opgeraakt of eerder overleden door onder andere zelfmoord. Maar zij zijn doorgegaan, zij hebben nu een redelijk succesvol leven en weten te genieten van het leven. Ze zijn niet verwoest door hun (stief-)ouders.
Opbouw: Het boek bestaat uit tien hoofdstukken. Het eerste en het laatste hoofdstuk gaan over de visie van Rubin, Rubins jeugd en waarom ze dit boek heeft geschreven. De andere acht hoofdstukken zijn vernoemd naar de hoofdpersonen, de slachtoffers. Daarin vertellen ze wat hen, chronologisch gezien, is overkomen in hun leven.
Taalgebruik: Als de slachtoffers aan het woord zijn, is het taalgebruik vlot en goed leesbaar. Soms verdwaal je een beetje in de vele namen die opgevoerd worden. Dit komt omdat ze hun levensverhaal in tien paginas vertellen, dan staat alles toch vrij dicht op elkaar. Als Rubin commentaar geeft op de gebeurtenissen die de slachtoffers vertellen, wordt het taalgebruik wat moeilijker. Ze noemt psychologen, titels van boeken over de psychologie en vele vaktermen. Dat is gewoon wat minder interessant om te lezen.
Tijd: Omdat dit boek geen roman is en niet bestaat uit één verhaal, is het moeilijk om hier de tijd te gaan beschrijven. Wat ik wel kan zeggen is dat de verhalen van de hoofdpersonen zo goed als chronologisch verteld worden, al dan niet afgewisseld door flashbacks.
Het duurde bij mij ongeveer zeven uur voordat ik dit boek van 251 paginas uit had.
Plaats en ruimte: Omdat dit boek geen roman is en niet bestaat uit één verhaal, is het moeilijk om hier de plaats te gaan beschrijven. Elk verhaal speelt zich in andere steden af. Er is niet één plek die eruit springt.
Spanning: Er is vrijwel geen spanningsopbouw. De hoofdstukken zijn ingedeeld op de verhalen van de personen: één hoofdstuk per persoon. In die hoofdstukken wordt hun verhaal zo goed als chronologisch verteld. Het levensverhaal van Rubin is iets spannender opgebouwd, dat vertelt ze tussen de verhalen van de andere personen door. Dan geeft ze bijvoorbeeld commentaar op hun handelen en probeert dat dan te verduidelijken door te vertellen hoe zij dat deed als haar iets dergelijks overkomen was.
Vertelperspectief: Alles wordt verteld door Lillian Rubin, in het ik-perspectief.
Personages: Alle personen worden beschreven bij 'Plot'.
Thema en motieven: Omdat dit boek geen roman is en niet bestaat uit één verhaal, is het moeilijk om hier het thema en de motieven te gaan beschrijven. Maar waar het duidelijk over gaat is het onverwoestbare kind, dat komt elke keer terug. De slachtoffers hebben zich in hun jeugd weten te redden door allemaal dezelfde dingen te doen. Ten eerste door zich te desidentificeren met de rest van het gezin. Ze hadden altijd al het gevoel er niet bij te horen. Ten tweede door een mentor of een vertrouwenspersoon te vinden buiten het gezin. Dit komt door hun adopteerbaarheid: ze zijn in staat om mensen voor zich in te nemen, mensen voelen snel de neiging om voor hen te zorgen. Zon iemand wordt dan een mentor of vertrouwenspersoon genoemd. Dat kan een pianolerares zijn, een psychologe of een moeder van een vriendin. Bovendien zijn de mensen opgevoerd in het boek altijd positief: zij zien een half vol glas terwijl iemand anders misschien een half leeg glas ziet.
Genre: Dit boek is geen roman, maar het is ook geen naslagwerk of studieboek. Dit boek vertelt de verhalen van negen mensen over hun verschrikkelijke jeugd en hoe ze daaruit gekomen zijn, allemaal verteld door een psychologe. Je zou het een psychologische autobiografie van negen mensen kunnen noemen.
Een hechtingsprobleem is een grotere handicap dan lichamelijke gebreken
De Stelling:
Een hechtingsprobleem is een grotere handicap dan lichamelijke gebreken
De rubriek waarbij uw mening telt. In ieder nummer een nieuwe stelling waar reacties op binnengekomen zijn. Uw bijdrage wordt zeer op prijs gesteld. Lees wat uw collega-pleegouders en andere partners in de pleegzorg van de stelling vinden. Wilt u ook uw mening geven: de nieuwe stelling staat op de deze pagina.
Een lichamelijk gebrek is vaak zichtbaar, een hechtingsprobleem wordt soms pas na jaren herkend. Voor de lichamelijke beperking is vaak alle begrip en er wordt rekening mee gehouden. Op het afwijkende gedrag wordt het kind of de (pleeg)ouder aangesproken. Van een lichamelijk gebrek is vaak bekend hoe het behandeld moet worden, door wie en hoe groot de kans op succes is. Over de behandeling van hechtingsproblematiek wordt verschillend gedacht. Inderdaad: Een hechtingsprobleem is een grotere handicap dan lichamelijke gebreken.
Rijk, bestandspleegvader
De grootste handicap bij een hechtingsprobleem is het isolement waar (pleeg)ouders in terechtkomen. De overlevingstechnieken van het (pleeg)kind zijn zo geraffineerd en sterk dat een buitenstaander niet door heeft wat zich afspeelt binnen het gezin en dat ook niet gelooft, want naar buiten toe zijn het zulke leuke voorbeeldige kinderen en dus zeuren de (pleeg)ouders. Zolang (pleeg)ouders hun verhaal niet kwijt kunnen zijn zij gehandicapt en een onzichtbare handicap is geen handicap. Uit ervaring weet ik dat het zo werkt. Met andere woorden, neem de verhalen van (pleeg)ouders serieus.
Arno, zelf ooit pleegkind, nu vader en pleegvader
Een hechtingsprobleem is een handicap die niet zichtbaar is (tegenstelling 1: een lichamelijk gebrek is zichtbaar). Een hechtingsprobleem wordt niet opgemerkt door mensen die het kind oppervlakkig kennen, soms niet eens door mensen die het kind goed kennen (tegenstelling 2: een lichamelijk gebrek wordt opgemerkt door anderen). Voor een hechtingsprobleem zijn geen hulpmiddelen beschikbaar (tegenstelling 3: voor een aantal lichamelijke gebreken zijn hulpmiddelen). Toch durf ik het niet aan om te zeggen dat een hechtingsprobleem een grotere handicap is, daar is het mij ook niet om te doen. Ik wil erkenning dat een hechtingsprobleem een HANDICAP is, met ernstige gevolgen voor het leven van het kind en de omgeving. En dat is vergelijkbaar met accepteren van en leren leven met een lichamelijk gebrek.
Anne, moeder van vier kinderen, waaronder twee pleegkinderen
Ten eerste vind ik dat beide problemen vrijwel niet met elkaar te vergelijken zijn. Het is een beetje appels en peren met elkaar vergelijken. Ten tweede vraag ik me af waar we naar kijken: naar het welzijn en geluk van de persoon en zijn omgeving of naar het functioneren als lid van de maatschappij. Ik denk dat op beide gebieden: zowel geluk als het "mee kunnen draaien" de personen met de hechtingsproblemen het er slechter af kunnen brengen dan hun collega's met een lichamelijk gebrek. Dan ben ik het wel met de stelling eens. Maar het geheel is natuurlijk sterk afhankelijk van de mate waarin de mensen beschadigd zijn.
Kitty, moeder van drie kinderen, waaronder een pleegkind
Heel lang werd gedacht dat babys als een onbeschreven blad ter wereld komen. Pasgeborenen hebben een onvolgroeid zenuwstelsel en dus werd aangenomen dat ze geen ervaringen opdoen tijdens de zwangerschap of tijdens de geboorte. Er werd ook aangenomen dat babys geen geheugen hebben en dus geen prenatale en perinatale ervaringen kunnen vasthouden of herinneren. Niets blijkt minder waar: het prenatale kind blijkt sensitiever, reactiever en communicatiever dan ooit werd gedacht. Het blijkt vormen van bewustzijn te hebben, te kunnen leren en over vormen van geheugen te beschikken. Steeds meer wetenschappelijk onderzoek bevestigt dit nieuwe beeld van de competente foetus en van de competente baby. Alhoewel deze nieuwe inzichten nog te veel en te vaak worden genegeerd, vooral door artsen, hebben ze toch belangrijke consequenties. Zo kunnen traumatische geboortes tot heel wat emotionele problemen leiden tussen moeder en kind. Deze problemen kunnen voorkomen of opgevangen worden als ze vroegtijdig worden onderkend.
Een casus.
In onze praktijk meldde zich een koppel aan met hun vier maanden oude baby Jonas. Jonas werd vier weken te vroeg geboren. Zijn tweelingbroertje is vlak voor de geboorte gestorven en ook zijn leven heeft aan een zijden draadje gehangen. Er was sprake van een placenta-loslating. Hij is met een spoed keizersnede geboren en zijn leven kon gered worden na een reanimatie. Hij verbleef nog één week in een couveuse. Zijn moeder en vader waren emotioneel in verwarring: blij om de geboorte van Jonas, verdrietig om de dood van hun zoontje Ward. Baby Jonas was hyperalert en snel overprikkeld; hij kon zich moeilijk overgeven aan slapen; hij kende periodes van intens en langdurig huilen, waar zijn ouders geen raad mee wisten; zijn bewegingen straalden een grote mate van onrust uit; zijn moeder vertelde dat hij alleen maar in haar lijfelijke aanwezigheid tot rust kwam. Haar eigen emotionele problemen en die van baby Jonas ondermijnden haar draagkracht en verstoorden daardoor de relatie met haar overlevende baby.
Gelukkig had de geconsulteerde osteopaat de emotionele problemen van Jonas en zijn ouders snel onderkend en doorverwezen naar onze praktijk voor babypsychotherapie. Jonas had een traumatische geboorte achter de rug: zijn eigen leven was in gevaar, hij heeft zijn broertje verloren, en hij is via een keizersnede op de wereld gekomen. Na zijn geboorte heeft hij het lichaam van zijn moeder een week lang moeten missen door zijn verblijf in de couveuse. Bovendien is zijn moeder emotioneel in verwarring.
Hun relatie dreigt te ontsporen.
Kunnen pasgeborenen getraumatiseerd zijn?
Over het prenatale leven bestaan nog steeds twee grote misvattingen. Vaak wordt gezegd dat de baarmoeder een paradijs is met zeer sterke geluksgevoelens, waar alle negatieve invloeden buiten gehouden worden door de placenta. Onderzoek aan de universiteit van Utrecht toont bijvoorbeeld aan, dat stress van de moeder tijdens de zwangerschap wel degelijk een invloed heeft op de foetus. Bij gestresste moeders is de kans op vroeggeboorte met lager geboortegewicht en met meer complicaties aanzienlijk hoger. Foetussen en babys kunnen dus al vroeg in hun leven stress opgelopen hebben. De tweede misvatting is dat de pasgeborene zich niets kan herinneren van zijn prenataal leven noch van zijn geboorte. Een baby kan echter zijn verhaal vertellen. Er bestaat een lichaamsgeheugen, waarmee de baby kan onthouden wat er is gebeurd. Hoe dit lichaamsgeheugen precies werkt is nog niet volledig bekend, maar dat het bestaat is een vaststaand feit. Ingrijpende ervaringen kunnen worden opgeslagen in het geheugen van het lichaam en worden gecommuniceerd via lichaamstaal of via orgaantaal. Zo kunnen een slechte vertering, krampjes of reflux signalen zijn van emotioneel belaste organen. Ook hoge koorts, zonder aanwijsbare lichamelijke oorzaak, kan duiden op een stressreactie van de baby. De baby gebruikt geen woorden, maar zijn lichaam spreekt over zijn ervaringen. Er zijn verschillende aspecten van zijn lichaamstaal die ons samen een beeld kunnen geven van de vroegste ervaringen van de baby. Via zijn motoriek en houding, via mimiek, alertheid, hechtingsgedrag en oogcontact of communicatie door huilen kan de baby signalen geven over zijn gevoelsleven. De opdracht voor de babypsychotherapeut is om de taal van de baby te begrijpen ener empathisch op te reageren. Om met de bekende Franse kinderpsychiater Françoise Dolto te spreken: de therapeut luistert naar de pijn van de baby. Een belangrijke valkuil voor de babypsychotherapeut is dat hij vervalt in sympathie voor de baby, terwijl zijn opdracht is om met empathie in te gaan op zijn pijn.
Voor een baby kan de geboorte traumatisch zijn. Een geboorte kan zon ingrijpende ervaring zijn dat deze sterke gevoelens oproept welke moeilijk te verwerken zijn. Omdat de mogelijkheden van een baby nog beperkt zijn om te reageren op overweldigende situaties, loopt hij meer risico dat een ingrijpende gebeurtenis traumatisch wordt, met blijvende emotionele schade tot gevolg. Ogenschijnlijk routinematige medische ingrepen, als het inleiden van de bevalling of een tangverlossing, kunnen voor de baby dramatische gevolgen hebben. Ook geboortes die te lang duren (vastzitten) of die juist veel te snel verlopen (stortgeboorte) kunnen door de baby ervaren worden als een inbreuk op het biologisch geprogrammeerd verloop van zijn geboorteproces. Dergelijke inbreuken op het subtiele verloop van de geboorte kunnen, in min of meerdere mate, traumatisch zijn. Zo is een keizersnede,als andere uitganguit de baarmoeder, niet voorzien in de biologische programmas van de menselijke soort. Een keizersnede kan levensreddend zijn, maar heeft ook ingrijpende emotionele gevolgen. Babys die via een keizersnede geboren zijn vertonen vaak een overprikkeld zijn, een hyperalertheid, en een ambivalente verhouding tot aangeraakt worden. Ze kunnen het ook moeilijk hebben als een activiteit (zoals borstvoeding krijgen) plotseling wordt afgebroken; dit kan tot intens huilen leiden.
Geboortetraumas leiden tot drie clusters van emotionele problemen: de ervaring van een overweldigende shock, het verlies aan hechting met de moeder, én het verlies van grenzen en controle. De behandeling van babys in psychotherapie richt zich dan ook op het ontladen van de lijfelijke spanning die zich heeft vastgezet op bepaalde plaatsen, afhankelijk van waar het trauma lijfelijk voelbaar is geweest. Daarnaast wordt er gewerkt aan het herstel van de hechtingsrelatie met de moeder en aan het herstel van grenzen en controle over het eigen lichaam.
Trauma-huilen.
Huilen is misschien wel een van de krachtigste manieren om te communiceren waarover een baby beschikt. Als een baby huilt dan huilt hij met heel zijn lichaampje en geeft hij krachtige signalen aan zijn omgeving. De Amerikaanse babytherapeut William Emersonheeft een onderscheid gemaakt tussen behoefte-huilen en trauma-huilen. Veel ouders gaan ervan uit dat als een baby huilt, hij uitsluitend een fysiologische behoefte kenbaar maakt. Dit is een belangrijke vergissing van ouders, maar ook van hulpverleners. Naast het kenbaar maken van noodzakelijke levensbehoeften, kan een baby via zijn huilen ook aangeven dat hij pijn heeft. Niet omdat hem pijn wordt gedaan, maar omdat hij zich via het huilen wil bevrijden van zijn opgelopen pijn. Deze vorm van huilen wordt door William Emerson trauma-huilen genoemd. Het is de ontlading van emotionele pijn die de baby in zijn verleden heeft opgelopen. Trauma-huilen is een vorm van loslaten van innerlijke spanning, van verwerken van opgelopen belastingen of traumas. Deze vorm van huilen is veel krachtiger en krijsender dan behoefte-huilen en gaat gepaard met angst en paniek, die goed in de oogjes van de baby te zien zijn. Bij trauma-huilen heeft de baby meer spanning in zijn lichaam, de neiging om zich te overstrekken; zijn vuistjes zijn vaak gebald en de bewegingen van armpjes en beentjes nemen sterk toe.
Dit trauma-huilen kan, als de onderliggende emotionele problematiek niet behandeld wordt, soms maandenlang duren, vaak vele uren per dag. Dit is een poging van de baby om de emotionele pijn van de traumatische ervaring tot ontlading te brengen en zich zo te bevrijden van deze pijn. Echter, deze ontlading kan pas echt optreden als de baby zich gesteund en gedragen voelt door een omgeving die zijn trauma onderkent en hem de veiligheid en containment (houvast) biedt die hij nodig heeft om zijn pijn toe te laten. Een baby in trauma-huilenmag nooit alleen gelaten worden. Als dit wel gebeurt dan zal zijn huilen sneller verstommen en stopt de baby met huilen, misschien voorgoed! Het beleven van zijn pijn wordt dan onmogelijk, met als gevolg dat elke pijn in de rest van zijn leven afgeweerd moet worden.
Terug naar Jonas.
In de behandeling lag de nadruk op zijn verdriet over het verlies van zijn tweelingbroertje, op het gemis van niet door het geboortekanaal te zijn gegaan als gevolg van de keizersnede, en op zijn ontreddering als gevolg van het gemis van zijn moeder in de eerste week van zijn leven, en dat na zijn levensbedreigende traumatische ervaring. Bovendien is het noodzakelijk om duidelijkheid te creëren in de relatie met zijn moeder. De behandeling duurde 8 sessies van telkens 1,5 uur. Met zachte technieken werd de emotionele pijn van Jonas naar boven gehaald en dit in een veilig en houvastbiedend klimaat. Door de therapeuten wordt aan zijn verhaal woorden gegeven, omdat een baby onze taal zeer goed kan begrijpen lang voordat ze kunnen spreken. Uiteraard spreken de therapeuten mét de baby en niet óver de baby. Voor Jonas was het belangrijk te weten, of beter te ervaren, dat zijn moeder niet verdrietig was omdat hij in haar leven is gekomen. Ze liet hem voelen dat ze blij was met hem en voor hem, maar verdrietig over de dood van zijn broertje Ward.
Tot slot.
Voor het onderkennen van vroege traumas bij pasgeborenen is het van belang dat de kennis van de prenatale psychologie meer verspreid wordt onder hulpverleners en ouders. Achterhaalde ideeën over babys moeten vervangen worden door empathie met het mogelijke lijden van pasgeborenen door prenatale belastingen of door geboortetraumas. Babypsychotherapie is volop in ontwikkeling, vooral in landen als de USA, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. Er worden volop nieuwe methoden ontwikkeld om babys vroeg in hun leven te helpen. Dit vereist een grondige kennis over de psychologie van de vroegste ontwikkeling van het kind, inclusief zijn prenataal leven. Het vereist van de hulpverleners ook een grote mate van sensitiviteit en empathie. Misschien is nog wel de belangrijkste voorwaarde dat de hulpverlener zijn eigen prenatale traumas en geboortetraumas heeft herbeleefd en verwerkt. Babypsychotherapie is geen hype, geen overbodige luxe; babypsychotherapie kan veel latere problemen voorkomen door een vroege interventie. Zowel de baby als zijn ouders kunnen er wel bij varen.
Rien Verdult is ontwikkelingspsycholoog en prenataal psychotherapeut voor volwassenen en babys. Samen met zijn partner Gaby Stroecken behandelt hij babys met prenatale- en geboortetraumas. Hij heeft hiervoor een opleiding gevolgd in Zwitserland bij William Emerson en Karlton Terry. Hij werkt in zijn eigen praktijk in Borgloon (B), niet ver van Maastricht. Hij geeft voordrachten en bijscholingen over de vroegste ontwikkeling van het kind.
Correspondentie:
Opeeuwstraat 59, B 3840 Gors-Opleeuw (Borgloon)
rien.verdult@skynet.be
www.stroeckenverdult.be
Literatuur.
Chamberlain, D., Life in the womb: dangers and opportunities. In: The Journal of Prenatal and Perinatal Psychology and Health, 14,1-2, 1999.
Dolto, F. , La difficulté de vivre. Vertiges du Nord, Carrere, 1986.
Eliacheff, C., Het kind dat een kat wilde zijn. De Bezige Bij, Amsterdam, 1995.
Emerson, W., Birthtrauma: the psychological effects of obstetrical interventions. In: The Journal of Prenatal and Perinatal Psychology and Health, 13,1, 1998.
Emerson, W.,Das verletzliche Ungeborene: Behandelungstechniken und forschungsergebnisse.. In : Harms, Th., Auf die Welt gekommen; die neuen Babytherapien. Ulrich Leutner Verlag, Berlijn, 2000.
Harms, Th., Auf die Welt gekommen; die neuen Babytherapien.Ulrich Leutner Verlag, Berlijn, 2000.
Klaus, M, en Klaus, Ph, Your amazing newborn. Perseus Books, Reading, 1998.
Nossent, S., Babyvisie; wat babys denken en voelen. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1998.
Solter, A., Babys weten wat ze willen. De Toorts, Haarlem, 1991.
Solter, A., De taal van huilen. De Toorts, Haarlem, 2000.
Stroecken, G., Het miskende kind in onszelf. MOM, Houten, 2001. (alleen nog verkrijgbaar via www.stroeckenverdult.be)
Stroecken, G., De stem van het jonge kind. MOM, Houten, 2003. (alleen nog verkrijgbaar via www.stroeckenverdult.be)
Szejer, M., Platz für Anne; die Arbeit einer Psychoanalytikerin mit Neugeborenen. Kunstmann Verlag, München, 1998.
Terry, K., Accurate empathy. In: Verdult, R., Op maat van de mens. EVPP De Bakkerij, Borgloon, 2005.
Verdult, R., De competente foetus: op weg naar hechting. Tijdschrift voor Vroedvrouwen, 2004 (1), pg 15-19.
Verdult, R. , Die Neuverdrahtung des Gerhirns; Entwicklung des Gehirns, pränatale Bindung und die Konsequenzen für Psychotherapie. In: Schindler, P. ( in press). Am Anfang des Lebens. Schwabe Verlag, Basel, 2007.
Verdult, R. en Stroecken, G., Babytherapie: spreken met de baby. Tijdschrift voor Vroedvrouwen, 3, 2004, pg 132-135.
Verny, Th., Tomorrows baby. Simon&Schuster, New York, 2002.