Voor ouders, hulpverleners, en leerkrachten, die zich zorgen maken over kinderen, met Hechtingsprobleem, Hechtingsproblemen, hechtingsstoornis, hechting, gehechtheid, ouders, babys, kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen,jeugd, volwassenen, hulpverleners, onderwijs, jeugdzorg
14-11-2010
Zwangerschapsbegeleiding
Zwangerschapsbegeleiding
Waarom zwangerschapsbegeleiding? Elke vrouw die een kind heeft gebaard zal zich de zwangerschap herinneren als een periode van fysieke, sociale én emotionele verandering. Zwangerschap is een natuurlijk proces en dit proces kan in principe zonder al te veel problemen doorgemaakt worden. Maar het kan ook anders verlopen: aanstaande moeders kunnen met verrassende ervaringen geconfronteerd worden. Zo kunnen er storende emoties de kop opsteken: onzekerheid, twijfels, verdriet, woede, verlatenheid. Een zwangerschap kan angst oproepen: om de gezondheid van het kind, om de oudertaak die te wachten staat, om de partnerrelatie. Ook onbestemde angsten kunnen naar boven komen.
De emoties van de moeder. Zwanger-zijn is een emotioneel gebeuren.Zowel uit vakliteratuur als uit ervaringen in onze praktijk blijkt, dat sterke emoties in de zwangerschap een onbewuste achtergrond hebben. Het zijn oude emoties die door de zwangerschap geactiveerd worden. Ze kunnen verband houden met de eigen kindertijd, met de relatie van de zwangere vrouw met haar eigen moeder, ja zelfs met de eigen geboorte- en prenatale ervaringen. Dit kan de zwangere vrouw kwetsbaar maken.
De band met de baby. Een foetus leeft niet alleen in het lichaam van zijn moeder; hij is ook sterk verbonden met haar psyché. Reeds vóór de geboorte zoekt de baby naar een hechte band met zijn moeder. Deze band is voor hem van levensbelang. Helaas kan de relatie met zijn moeder verstoord geraken, als er te veel (onbewuste) emoties of stress van zijn moeder in zijn wereld terecht komen. Een foetus is daar heel gevoelig voor. Zijn moeder kan een veilige bonding' geven door zichzelf te zuiveren' van haar onbewuste emoties, door stress te vermijden of te ontladen, en dicht bij haar eigen gevoelens te komen.
Waaraan wordt gewerkt? De zwangerschapsbegeleiding die wij aanbieden richt zich vooral op de emotionele en relationele aspecten van de zwangerschap. Zij omvat de volgende aandachtspunten: het verhelderen van de veranderingen in het psychische leven van de vrouw, het eventueel bewust maken van haar eigen onverwerkte ervaringen, de versterking van de relatie tussen de vrouw en haar prenatale kind, én het bespreekbaar maken van de veranderingen in de partnerrelatie.
Een reactieve hechtingsstoornis is een psychische aandoening die in het DSM-IV is ingedeeld bij de ontwikkelingsstoornissen. De aandoening ontwikkelt zich in de eerste vijf levensjaren. Het DSM-IV onderscheidt het geremde (waakzaam, terughoudend) en het ongeremde type (gebrek aan onderscheid). In het ICD-10 is het ontremde type afzonderlijk beschreven (F94.2).
Kinderen die aan deze stoornis lijden, slagen er niet in om zich op een gepaste wijze emotioneel te hechten aan hun ouders of anderen die voor hun zorgen. De oorzaak kan liggen in verwaarlozing of mishandeling (geestelijk of lichamelijk), maar kan ook ontstaan als het kind niet voldoende gelegenheid krijgt om emotionele banden te vormen, bijvoorbeeld als het regelmatig andere verzorgers krijgt.
Emotioneel zijn de relaties van het kind korter en oppervlakkiger dan normaal. Het reageert op jongere leeftijd teruggetrokken of overdreven waakzaam. Ook zijn de reacties vaak onvoorspelbaar: het kind wijst soms toenadering van verzorgers af, is vaak overdreven waakzaam of verzet zich tegen troosten, gedraagt zich teruggetrokken en kan sociaal geïsoleerd raken (geremde type). Op wat oudere leeftijd maakt het kind vaak te weinig onderscheid tussen vertrouwde en onbekende personen (ontremde type). Soms slaat het gedrag om in een korte, maar zeer sterke aanhankelijkheid, ook bij relatief onbekenden. Het kind is verminderd gevoelig voor straf of pogingen het gedrag te corrigeren.
De reactieve hechtingsstoornis is gevoelig voor comorbiditeit, dat wil zeggen dat deze gepaard kan gaan met of oorzaak kan zijn van andere stoornissen. Zo kunnen groei-, leer- en eetstoornissen (bv. pica) optreden.
Een verleden van RHS speelt op later leeftijd soms een rol bij het ontstaan van angst- of gedragsstoornissen..
Voor diagnose moet worden vastgesteld dat er geen sprake is van mentale retardatie of een pervasieve ontwikkelingsstoornis.