Toch wel een fijn gevoel hoor! Terwijl je gelukzalig
slaapt en de zachte deining amper voelt hebben we vannacht 249
kilometer of 135 zeemijl gevaren tussen Kusadasi en het Griekse eiland
Santorini. Een eindje voor de kust van Fira, de hoofdstad van
Santorini, gaan we voor anker. Zoals steeds kan je begeleid of
individueel het eiland verkennen. Enkele jaren geleden waren we reeds
op Santorini, dus trekken we er alleen op uit. Het wordt een prettig
weerzien. Wanneer we het zelf wensen dalen we af naar dek 1 in de buik
van het schip. Daar stappen we over in een tender. Tenders zijn kleine
motorboten die een regelmatige pendel tussen het cruiseschip en de kade
verzorgen, daar waar er onvoldoende diepgang is of de nodige
faciliteiten ontbreken om de oceaanreus aan een kademuur aan te meren.
Na slechts enkele minuten dobberen bereiken we het lieflijke haventje
van Fira.
Santorini is het meest zuidelijk gelegen eiland van
de Cycladen. Het hele eiland, in de vorm van een halve maan, is een
enorme massa vulkanische lava. Bruinrode klippen rijzen hoog uit
de zee op en Fira is gebouwd aan de rand van een steile rots, 260 meter
boven de zeespiegel. Te voet, op de rug van een ezel of met de
kabelbaan bereik je vanuit de kleine haven Santorini's
hoofdstad(je) Fira.
Vroeger vroegen we ons wel eens af waar toch die mooie, typisch Griekse
anzichtkaarten gefotografeerd zouden zijn. Nu weten we het zeker. Hier
op Santorini, in de trotse stad Fira en in het een beetje verderop
gelegen stadje Oia, zo pittoresk dat het weggelopen lijkt uit een
reisfolder voor de Griekse eilanden. Dorpen met witte huizen, die zich
krampachtig lijken vast te klampen aan de steile hellingen, kerkjes met
felblauwe koepeldaken, hagelwitte terrasjes met kobaltblauwe
vouwstoeltjes uitkijkend over een al even azuurblauwe zee, het is
onvergetelijk mooi! Hier op Santorini kunnen we met onze kleine camera
foto's nemen die kunnen wedijveren met de mooie prentkaarten.
We maken een fikse wandeling door Fira. Trapjes op, trapjes af, een
klokkentoren links, een verrassend doorkijkje, een poesje onder een
tafeltje, een wijds zicht met ginder beneden de witte cruiseboot die
mooi contrasteerd tegen de blauwe zee.... zoals op de prentkaarten,
maar dan in het echt.
Verschillende restaurants en tavernes hebben prachtige terrassen met
adembenemende panorama's. In de adembenemende prijs van onze koffie met
gebak is dat uitzicht blijkbaar bij ingerekend.
Het is tijd om terug af te dalen en een tender voert ons tot bij de cruiseboot.
Telkens we ergens aan wal zijn geweest en terug aan boord komen brengen
we onze seapass in in een computer. De seapass bevat onze gegevens en
een recente foto. Die foto en de inschepende passagier worden
vergeleken. Een waterdicht systeem. We worden telkens alleen een beetje
bruiner, zo lijkt.
Om acht uur 's avonds vertrekken we uit Santorini. Terwijl een
dieporanje zon langzaam ondergaat zijn we al op weg naar Korfoe, een
ander Grieks eiland.
Mooi
op tijd, precies op schema wordt 'The Splendour' deze morgen de haven
van Kusadasi binnengeloodst. Kusadasi is een stad gelegen aan de Zuid-West kust van Turkije.
We hebben ons ingeschreven voor de begeleide excursie naar de ruïnestad
Efeze. Alle passagiers die een excursie boekten worden in kleine
groepen verdeeld en naar de klaarstaande reisbussen op de kade
begeleid. Het is een korte rit naar de vroegcristelijke stad Efeze. We
krijgen er een deskundige rondleiding. Efeze beleefde een bloeitijd
gedurende het Romeinse rijk. Het werd één van de belangrijkste steden
van de opkomst van het cristendom. Apostel Johannes heeft hier
gepredikt, volgens de overlevering zou de H. Maagd hier hebben gewoond
na de kruisiging en in de bijbel vinden we geschriften terug van de
apostel Paulus aan de cristenen van Efeze. In de derde eeuw begint het
verval van de stad en tijdens de eerste jaren van het Osmaanse rijk
raakt de stad in vergetelheid; verlaten en onbewoond verdwijnt ze bijna
geheel. Rond 1869 werd begonnen met archeologische opgravingen. Nu kan
de wereld opnieuw van de antieke schoonheid van de stad genieten. De
bibliotheek van Celsus, de tempel van Hadrianus en het Romeinse theater
zijn uitzonderlijk goed bewaard. Op het einde van de rondgang worden de
cruisereizigers verrast op een stukje romeins theater, gladiatoren en
zwaardvechters incluis.
Terug inKusadasisluit
deze excursie af in een onvermijdelijke tapijtenzaak. Mierzoete Turkse
koekjes en kleine tasjes sterke koffie waar je je lepeltje kunt in
rechtzetten worden ons aangeboden.
Tientallen tapijten, karpetten en lopers in levendige kleuren en
gedurfde dessins worden voor onze voeten uitgerold. Het zijn mooie, kunstige
vloerkleden maar voor de arbeidsters die hier werken is het weken, soms
maanden hard labeur. We houden het snel voor bekeken en lopen nog even
door de winkelstraten van Kusadasi. Turkse mannen, modieus gekleed in hemd en
das spreken ons aan in vloeiend Nederlands, soms zelfs met een Antwerps
of Limburgs accent. Ze proberen ons 'echte' Turkse tapijten en 'echte'
lederen jassen te verkopen.
Op een zonnig terras met zicht op de haven ronden we het bezoek aan
Kusadasi af. Vandaag liggen hier vier cruiseschepen zusterlijk naast elkaar.
Wij dachten dat 'The Splendour' groot en luxueus was! Dat is ook zo,
maar vlak naast onze boot heeft zich de 'Ruby Princess' aangemeerd. Ook
in cruiseboten is er blijkbaar een overtreffende trap; groot, groter,
grootst, dat bewijst deze reus van een oceaancruiser wel! En dat het
nog groter kan... jawel! De Royal Caribbean line pakt in november 2009
uit met 'The Oasis of the seas', op dit ogenblik het grootste
cruiseschip ter wereld! Op de nagelnieuwe boot die einde 2009
zijn maidentrip maakt is er plaats voor 6200 passagiers en meer dan
2000 bemanningsleden. Een varende stad!
Om 18 uur zetten we koers naar de Griekse eilanden.
Als we 's avonds laat nog een frisse neus halen op het buitendek is men
druk in de weer om een middernachtelijke barbecue te openen.
Onvoorstelbaar! Het mag toch niet gebeuren dat er iemand met nog
een klein beetje honger in bed zou moeten kruipen!
Het is onze eerste cruise en we zijn wel onder de indruk van het ganse gebeuren.
We kunnen (nog) geen rederijen vergelijken maar de Royal Caribbean line
voert luxe en efficiëntie voor haar gasten wel hoog in het vaandel.
Nieuwgierig als we zijn willen we toch meer weten over het wel en wee aan boord.
Regelmatig maken we een praatje met het vriendelijke personeel. Ze zijn
blijgezind en zitten vol werklust. Een Turkse man, gehuwd en vader van
twee kinderen is blij en fier want hij heeft een kontrakt van 6 maanden
weten te versieren aan boord van dit schip. Dat is bijna heel de
periode dat 'The Spendour of the seas' de ene na de andere cruise maakt
in de Middenlandse zee. Begin december maakt de cruiseboot de grote
oversteek en in onze wintermaanden vinden we het schip terug in de
Zuid-Amerikaanse wateren. Een Braziliaanse jongen legt uit: " het
overgrote deel van het personeel werkt 7 dagen op 7, ongeveer 12 uur
per dag. Door een gunstige evaluatie van de passagiers kunnen we enkele
uren of een halve dag vrij verdienen. 's Avonds laat, in onze kajuiten
op deck 0, daar waar de glamour en glitter verdwenen is, durven de
gemoederen na een dag hard labeur wel eens verhit raken. Maar
nooit voor lang. 's Morgens vroeg is alles weer opgeklaard en zetten we
onze breedste glimlach op voor weer een schitterende cruisedag".
Flexibel zijn hoort ook bij de job. Onze vriendelijke ober dient 's
avonds de borden op, bij het ontbijt vinden we hem aan de koffie
automaten en overdag helpt hij mee aan de voorbereidingen in de inmense
keuken. Het loon is ondermaats maar dat wordt een beetje goedgemaakt
door de gegeerde fooien die op het einde van elke cruise gegeven
worden door de passagiers. En dan is het personeel dat in onmiddellijk
contact komt met de passagiers nog het gelukkigst, zo bedenken we. In de catacomben van
de boot, daar waar zich de machinekamers en de wasserij bevinden wordt
de klok rond bed-en tafellinnen gewassen en gestreken. Geen jobke om
jaloers op te zijn, zo lijkt ons. Het is uiteraard niet toegestaan dat
passagiers hier komen, maar op een film van de rederij wordt ook het
zware werk benedendeks getoond.
Evenmin toegankelijk voor nieuwsgierige ogen is 'de brug', het
zenuwcentrum van de boot. Sinds de aanslagen van september 2001 in
New-York is dit deel van het schip strikt voorbehouden terrein voor de
stuurlui en de kapitein.
We horen kapitein Tommy Nyseter wel dagelijks door de microfoon. Hij
vertelt ons de huidige vaarroute en maakt het mooie weer.
Vervelen zullen we ons deze dag
op zee zeker niet doen. Er zijn voldoende mogelijkheden aan
boord om je te ontspannnen. Er is een groot buiten- en binnenzwembad,
een spa, een bibliotheek, een klimmuur, een looppiste en een minigolf
parcours. Je kan eten, drinken, ijsjes likken à volonté, vrolijke
orkestjes houden er op, verschillende plaatsen, de sfeer in en spelen ten
dans. De koks demonstreren het kunstig in figuren snijden van groenten
en fruit. De kameroversten leren aan en geven uitleg over de handdoeken
die elke avond opnieuw leuk geplooid in de vorm van een sierlijke zwaan
of gek aapje op het bed gedresseerd worden. Als ik dat thuis wil nadoen
om mijn echtgenote eens te verrassen lijkt mijn sierlijke zwaan nog het
meest op een..... opgerolde handdoek! De meeste gasten maken er vandaag
een luie dag van.
Vanavond is het kapiteinsavond. Er wordt gevraagd je een beetje
feestelijk op te smukken.... en kijk eens aan... iedereen staat 's avonds
te blinken in hun beste pak en mooiste cocktailjurk. De heren kunnen
zich eventueel aan boord een gehuurde smoking laten aanpassen. In een
grote zaal staat de kapitein, ook al op zijn paasbest, met veel gouden
sterren en strepen op zijn sneeuwwit uniform, klaar om de handjes te
schudden van de gasten. In een lange rij schuift iedereen geduldig aan
tot het hun beurt is. Het hele gedoe heeft naar ons gevoel een hoog
sinterklaasgehalte. Als kind gingen we ook naar de
heilige man, werd er een foto genomen en vroeg hij of we wel braaf
geweest waren. De oude, heilige man met lange, witte baard is nu een 34
jarige vlotte kerel uit Noorwegen en gezagvoerder over dit cruiseschip.
Zijn vraag is nu of we het naar onze zin hebben en uit welk land we
komen.
Na het handengeschud heet de kapitein ons welkom aan boord en stelt hij
de hogere officieren voor. Enkele markante cijfers die ons uit zijn
verwelkoming bij bleven zijn dat er 720 man bemanning is,
gerekruteerd van over gans de wereld. De meeste bemanningsleden komen
uit Midden-en Zuid-Amerika, de thuisbasis van de Royal Caribbean line.
Ook personeel uit Azië en Europa maken deel uit van het mondiale
gezelschap.
We zijn op deze cruise met welgeteld 1972 opvarenden van maar liefst
55 verschillende nationaliteiten. Amerikanen en Canadezen zijn in
de meerderheid, een heleboel Italianen, 16 Nederlanders, 4 Belgen en 1
Keniaan.
Later die avond lopen we voorbij de fotostudio aan boord. Honderden,
nee, duizenden grote kwaliteitsfoto's staan er te wachten op gewillige
kopers: foto's van bij het inschepen, bij het aan wal gaan in Dubrovnik, bij de
kapitein, als showkoppel voor een kunstzinnige achtergrond. Steeds weer
staan er fotografen klaar om de passagiers op 'duur' fotopapier vast te leggen.
Het verrukkelijke avondmaal wordt ons geserveerd door hoofdkelner
Jelena uit Lithouwen en kelner Yucel uit Turkije. Ze beginnen hun
dagelijkse klanten al te kennen en vertellen graag over hun wedervaren
aan boord.
In het theater treden deze avond 'The Rat Pack' op, een meer dan
geslaagde imitatie van het beroemde crooner-trio: Dean Martin, Frank
Sinatra en Sammy Davis Jr.
En de boot....... hij cruisde voort.
Het is niet mogelijk om in bed te
blijven als we in de vroege ochtend zeer langzaam vlakbij een prachtige
kustlijn varen. Dit moet de kust van Kroatië al zijn.
Terwijl het schip in de haven van Dubrovnik wordt binnengeloodst staat
er in de ruime ontbijtzaal een uitgebreid ontbijtbuffet klaar.
Thuis voor de computer, in het reisbureel en ook hier aan boord kan je
een keuze maken uit een gevarieerd aanbod aan excursies. In elke
aanlegplaats van de cruise kan je kiezen tussen tal van begeleide
excursies, ofwel kies je voor een individuele uitstap of je blijft
gewoon aan boord. We zijn aangenaam verrast door de vlotheid en
efficiëntie waarmee de vele passagiers aan wal worden gebracht.
Op deck 1 gaan we met onze seapass door de douane. Wij kiezen om de
stad individueel te bezoeken en stappen in de klaarstaande shuttlebus
die ons naar de historische binnenstad brengt.
Dubrovnik is een compleet onmuurde vestingstad en staat op de
werelderfgoedlijst van de UNESCO. Tijdens de Kroatische
onafhankelijksoorlog in 1991 werden de vestingsmuren en historisch
centrum door het Joegoslavische leger vanuit de bergen zwaar onder vuur
genomen en erg beschadigd. De stad en de omwalling zijn helemaal in hun
oude glorie hersteld en opnieuw ligt Dubrovnik zeer fotogeniek te
blinken in de zon.
We maken een wandeling over de twee kilometer lange vestingsmuren,
helemaal rond de stad. Zeer indrukwekkend. De muren zijn tot wel 25
meter hoog en bieden een mooi, weids panorama over de vernieuwde daken
met hier en daar een kerk met koepel.
We dalen af naar de hoofdstraat van de oude stad: 'de placa' met zijn
souvenirswinkels, statige kerken, sfeervolle pleintjes, nauwe steegjes
en leuke restautants.
Aan de haven is het druk. Je kan er met een 'piratenboot' een rondvaart
maken. Dubrovnik is heel fotogeniek. Dat weet blijkbaar ook een oude
man dat met een uniek fototoestel uit de jaren stillekes plaatjes
schiet.
'En ze zijn nog danig goed van kwaliteit' zo vertelt hij ons.
In de namiddag nemen we de shuttlebus terug naar de boot. Bij het aan
boord gaan registreert een computer onze seapass en wordt de handbagage
telkens gescand. Veiligheid voor alles. Om 18 uur stipt varen we af.
Wachten op telaatkomers wordt niet gedaan. Diegenen die nu niet aan
boord zijn hebben grote pech.
's Avonds tovert de chef-kok geassisteerd door sous-chefs, koks,
patissiers en keukenhulpjes, samen 150 man sterk, een culinair festijn
op de borden van de bijna 2000 opvarenden.
De volgende bestemming is Kusadasi in Turkije waar we overmorgen zullen aanleggen.
Na een korte vlucht landen we even na
acht uur 's morgens op de Marco Polo luchthaven van Venetië. De meeste
passagiers haasten zich naar de boottaxi's die vanaf de luchthaven
regelmatig over en weer varen naar de belangrijke aanlegplaatsen in de
historische binnenstad.
Wij moeten naar de cruiseterminal en daar rijdt een lijnbus naartoe. Na
een halfuurtje rijden langs een saaie baan die helemaal niet Venetiaans
aanvoelt, komen we op de Piazzale Roma, een groot plein waar talrijke
lijnbussen een halte hebben. Hier stappen we over op de shuttle bus van de
rederij, die ons in luttele minuten tot bij de cruiseterminal brengt.
En daar ligt hij dan: 'The Splendour of the seas' van de Royal
Caribbean line onder de vlag van Nassau, de hoofdstad van de Bahamas.
Met zijn 264 meter lengte en 11 dekken hoog is 'The Splendour' één
van de kleinere cruiseschepen. Het is nog maar 10 uur en daar staan we al nietig te wezen vlak voor
deze kanjer van een cruiseboot. De afvaart van onze Middenlandse zee
cruise is pas om 17 uur in de namiddag, dus zullen we nog veel geduld
moeten oefenen, dachten we. Niets is minder waar. Terwijl de passagiers
van de binnengelopen cruise nog volop aan het uitschepen zijn kunnen wij
onze valiezen al inchecken. Die zullen we pas straks terugzien in onze
kajuit. Bedienden van de rederij zijn volop in de weer een grote
vertrekhall in orde te brengen om de bijna 2000 passagiers vlot te
laten inchecken. Inmiddels is de rij wachtenden al aanzienlijk gegroeid
en kort voor 11 uur begint de inscheping. Juist zoals op een luchthaven
worden paspoorten en documenten nagekeken en de handbagage gescant. We
ontvangen een seapass, een plastiek kaartje, gelijkend op een
identiteitskaart, dat onze gegevens bevat. We zullen die kaart de
volgende week gebruiken telkens we aan wal gaan, terug aan boord komen,
als kajuitsleutel, als betaalkaart aan boord.....
Even later zwaaien de deuren open en stappen we het schip op. Onze
kajuit is op deck 7 en pas om 14 uur klaar. Alle tijd dus om aan een
grondige verkenning van het schip te beginnen. Met grote ogen kijken we
rond en verbazen ons over de grootte en luxe van dit drijvend 5
sterren hotel. Een overdadig lunchbuffet staat voor ons opgesteld in het
Windjammer café. De Mexicaanse griep was toen al in aantocht en als
voorzorg staan pompjes met handgel aan de ingang van het restaurant.
Het is tijd om ons naar deck 7 te begeven en onze kajuit op te zoeken.
Da's niet mis! De kajuit is erg ruim, heeft een verzorgde badkamer, een
salon en een groot schuifraam met balkon. Op TV worden we verwelkomd
en er op attent gemaakt dat er om halfvijf stipt een verplichte
evacuatie oefening wordt gehouden waaraan iedereen moet deelnemen ....
in reddingsvest. Glashelder wordt in een TV spot uitgelegd hoe je de
life jacket aantrekt en op welk punt we moeten verzamelen. Ik krijg
bijna de slappe lach als je, stipt op tijd, jong en oud ziet toekomen
allen gekleed in een flaterende knaloranje reddingsvest mét pillamp en
bijpassend fluitje. Sommige passagiers hebben het reddingsvest wel
achterstevoren aan en worden geholpen door het gedienstige personeel.
Een komisch zicht van een weldoordachte reddingsoperatie. Gelukkig is
het bij die korte oefening gebleven en hebben we een ganse week
gecruisd over een rimpelloze zee.
Drie loeiharde signalen uit de scheepshoorn kondigen het vertrek uit
Venetië aan. Matrozen gooien de armdikke touwen los en langzaam maakt
de boot zich los van de kade. Honderden passagiers staan op de
buitendekken 9 en 10 en bewonderen het gekende Venetiaanse panorama dat
traag voorbijglijdt. De dominante 98 meter hoge Campaniletoren, het
Dogenpaleis en de rijke palazzi.
Vanop het San Marcoplein zwaaien mensen naar het witte cruiseschip en zijn blijgezinde passagiers. Zeer indrukwekkend.
Het avondmaal kunnen we gebruiken in het informele Windjammer café in
buffetstijl of in 'The King and I', een sfeervol Thais gedecoreerd
restaurant met tafelbediening. In 'The King and I' zijn er twee
seatings; om 18.30u en om 21u.
In een ruime theaterzaal kunnen we elke avond genieten van een andere
proffecionele show, shows gemaakt en gebracht door artiesten die heel
wat in hun mars hebben.
Terug in de kajuit ligt op het kingsize bed een cruise compass krantje.
Daarin lezen we de aktiviteiten aan boord en aan wal voor de volgende
cruisedag. Buiten zien we niks, alleen de verlichting van de boot
weerspiegelt in het donkere water. Op kanaal 25 van de TV kan je de
vaarroute schematisch volgen. Venetië ligt al een heel eind achter ons
en we varen gestaag tegen een gemiddelde snelheid van 37 km per uur
over de Adriatische zee richting Kroatië.
Met
spijt in ons hart staan we in de vroege ochtend aan de canyonrand en
kijken nog een laatste maal naar de enorme canyonkloof. Dit panorama
hebben we al zo dikwijls in reisgidsen, tijdschriften en op internet
gezien, maar de werkelijkheid overtreft de allermooiste foto !
En dan is het tijd om ons klaar te maken voor de laatste grote rit,
terug naar Las Vegas. We nemen Highway 64, van de Grand Canyon village
tot de stad Williams, honderd kilometer lang en kaarsrecht. Tussen de
stadjes Seligman en Kingman volgen we een deel van de historische Route
66. Dit is slechts een klein stukje van deze zeer bekende route. Gans de
Route 66 is 3940 kilometer lang en loopt van Chicago tot Santa Monica.
Op 54 kilometer van Las Vegas ligt de reusachtige Hoover stuwdam. Hij
werd gebouwd in de jaren dertig en is genoemd naar de 31ste president
van de Verenigde Staten, Herbert Clark Hoover. De 222 meter hoge dam
moet overstromingen voorkomen die veroorzaakt worden door
onvoorspelbare waterstijgingen van de machtige Colorado rivier.
Zeventien reusachtige generatoren leveren electriciteit voor de staten
Nevada, Arizona en een deel van Californië. Zonder deze dam zouden de
neonreklames in Las Vegas donker blijven. Het reusachtige stuwmeer (
645 vierkante kilometer groot, 185 kilometer lang en 180 meter diep ) dat ontstond heet 'Lake Mead', een recreatiegebied voor allerlei watersporten.
Kort nadat we dit gigantische bouwwerk op foto en video hebben
vastgelegd, komen we terug in de gokstad Las Vegas. Na een canyontour
van ongeveer 2300 kilometer die ons door de staten Nevada, Utah en
Arizona bracht is de cirkel rond.
We hebben nog één overnachting gepland in het in piramidevorm gebouwde
casino-hotel 'Luxor'. Juist zoals in Egypte wordt het bewaakt door een
inmense sfinx. Tijdens onze laatste avondwandeling door flikkerend Las Vegas openen we
op een computer, midden een bos gokautomaten, een mailtje van het
thuisfront met als bijlage... de eerste foto van onze eerste kleinzoon
' Maurice'. Vandaag is Maurice al een flinke kleuter van 3 jaar !
De terugreis verloopt vlekkeloos. In vier uur vliegen we van Las Vegas
naar Atlanta. De transatlantische vlucht duurt bijna acht uur.
Gelukkig, voldaan en met een flinke jetlag landen we 's anderendaags op
Brussel nationaal. Nog dagen zijn we om 3 uur 's nachts
klaarwakker geweest, om in de namiddag om te vallen van de slaap. Da's
jetlag, en dat gaat vanzelf weer over. Wat niet overgaat zijn de
karrevracht mooie herinneringen aan deze prachtige reis.
Ik heb ze voor onszelf én voor U, beste lezer, in deze blog trachten te beschrijven.
Wenst U al onze foto's van deze overgetelijke rondreis te bekijken surf dan naar:
seniorennet - fotoalbum - categorieën - reizen en vakantie - Noord-Amerika - de westkust in de VS
De
schitterende canyon laat zich langs vele kanten bewonderen. Op de west
rim drive, een gedeelte dat in de zeer drukke zomermaanden verboden is
voor particuliere voertuigen, rijdt een hop on, hop off shuttlebus. De
eindhalte is Hermit's Rest, dertien kilometer westelijk van het dorp.
Onderweg stopt de bus achtmaal aan de meest interessante uitkijkpunten.
Vanaf de Bright Angel lodge daalt een wandelpad kronkelend naar de
bodem van de canyon, 1200 meter diep. Deze tocht is zeer zwaar en je
moet over een uitstekende fysieke conditie beschikken. Misreken je
niet, je doet hier net het omgekeerde dan wat je in de bergen zou doen.
Je daalt eerst af en als je al moe bent, wacht er nog een zeer lastige
beklimming. De canyon is zeer aantrekkelijk maar elk jaar opnieuw eist
hij mensenlevens. Ook nu hangen er her en der affiches om
uit te kijken naar een jonge vrouw die van een moeilijke trektocht in
de canyon niet is teruggekeerd. Parkrangers vertellen dat het
onontbeerlijk is om voldoende voedsel en veel water mee te nemen, niet van
de wandelpaden af te wijken en de steeds wisselende weersomstandigheden
in de canyon nauwlettend in 't oog te houden. Zoniet is deze
avontuurlijke tocht riskant, zelfs gevaarlijk.
In het stadje Tusayan, slechts dertien kilometer ten zuiden van de
canyon, staat het Grand Canyon IMAX theater. In deze filmzaal wordt op
een reuzenscherm de film 'Grand Canyon, the hidden secrets'
geprojecteerd. De film vertelt het waar gebeurde verhaal van Majoor
John Wesley Powell die in 1869 een eerste expeditie leidde en de woeste
Colorado rivier afvoer over de gehele lengte van de canyon. Hij bracht
de inmense kloof in kaart. De film is ook hier in België op DVD
verkrijgbaar maar het IMAX effect, alsof je mee in de aktie zit, kan je
op je televisietoestel niet verkrijgen.
Nog vanuit Tusayan organiseert de firma 'Papillon' helicoptervluchten
boven de canyon. We checken in voor een vlucht van een half uur. Naast
de tarmac wachten we op onze vlucht, terwijl we de af- en aanvliegende
helicopters gadeslaan. Juist voor de middag nemen we plaats in een
witgele helicopter met panoramische ramen. Rakelings scheert het
toestel over de bomen en plots gaapt er een enorme diepte onder ons. We vliegen
over en tussen de canyonwanden. Op onze koptelefoon klinkt aangepaste
muziek en een boeiende uitleg. Veel te snel is deze supermooie tocht voorbij.
Op 28 maart 2007 is er aan de westkant van de canyon, daar waar de
Hualapai indianen wonen, nog een spectaculaire attraktie voor het grote
publiek geopend: de Grand Canyon skywalk. Een ovale loopbrug met
glazen(!) wanden en een glazen(!) vloer, steekt ongeveer 20 meter over de
gapende canyonrand. We kunnen het (nog) niet proefondervindelijk beschrijven,
maar ons lijkt het sensationeel!! We
hebben de canyon op verschillende manieren bekeken. Vanop de rand,
vanuit de lucht, op film en in 't echt. Onnodig te vertellen dat we
ogen tekort kwamen om deze fascinerende canyon in ons op te nemen. We stonden 's
morgens,'s middags en 's avonds aan de canyonrand, uitkijkend over
steeds weer dezelfde kloof, maar telkens zo anders !
Als we gaan dineren in de canyonlodge steekt er plots een kort onweer op.
Het regent ! Dat hebben we op onze rondreis nog niet gehad !
Een
staalblauwe hemel kondigt weer een mooie dag aan. Daar, aan de overkant
van de 12 kilometer brede kloof ligt de zuidrand, duidelijk en scherp
te blinken in de zon. Om er met de wagen te geraken moeten we wel een
slordige 342 kilometer rijden ! Maar de weg is uitstekend,
spectaculaire panorama's wisselen mekaar af.
Voorbij het stadje Cameron begint de eindspurt naar de Grand Canyon. We
rijden over de Little Colorado rivier, een zijrivier van de grote broer,
en slaan rechts highway 64 in. Een groot bord met daarop 'You're
entering Grand Canyon national park' kondigt aan dat we dra aan de
canyon zullen komen. Het feest kan beginnen. Voortdurend gaat onze blik
naar rechts. Verschillende uitkijkpunten nodigen uit tot stoppen,
uitstappen, bewonderen en fotograferen.
Desert view met de Watchtower, Lipan point, Moran point, Grandview point en Yavapai point
zijn plaatsen waar we telkens een subliem vergezicht hebben over een
deel van de canyon.
En zo komen we aan in het Grand Canyon village, hét toeristische
centrum aan de zuidrand. Een gans dorp, aangelegd om de toeristenstroom
op te vangen. Hier zijn alle voorzieningen voor een aangenaam verblijf.
Hotels (ondermeer het befaamde El Tovar hotel), lodges, een
kampeerplaats, een supermarkt, souvenirswinkels, geneeskundige zorgen,
een benzinestation, een postkantoor...zelfs een treinstation. Vanuit het stadje Williams, 100 kilometer ten
zuiden van de canyon, kan je in tweeënhalf uur met een far-west
stoomtrein naar de canyon sporen. Bij aankomst en vertrek horen we hem
fluiten en toeteren zoals in de goeie ouwe tijd.
We hebben twee overnachtingen geboekt in de 'Thunderbird lodge'
dichtbij de canyonrand. Hier aan de south rim is zoveel leuks te
beleven dat het doodzonde zou zijn om er maar even bij stil te staan !
De
meest overweldigende, de allergrootste, de allerbekendste canyon hebben
we voor het laatst bewaard: de Grand Canyon. Deze canyon, één van de
merkwaardigste geologische fenomenen ter wereld is enkel in
superlatieven te beschrijven. Met een totale lengte van meer dan 350
kilometer, 12 tot 16 kilometer breed en een diepte van ongeveer 1600
meter is hij inderdaad 'the biggest in the world'.
Natuurelementen en de Colorado rivier deden er miljoenen jaren over om dit natuurwonder te creëren.
We willen de canyon in al zijn glorie bekijken, ook aan de noordrand.
Slechts 10% van de miljoenen toeristen die jaarlijks de Grand Canyon
bezoeken, brengen ook een bezoek aan de north rim. Toch heeft de door
de toeristen 'vergeten' noordrand wel degelijk enkele sterke troeven.
De noordkant is hoger, kouder, groener, intiemer en veel rustiger dan
de zuidrand die we later zullen verkennen. De noordrand bevindt zich op
een gemiddelde hoogte van 2400 meter, dat is 400 meter hoger dan de
zuidkant. Van midden oktober tot midden mei zijn de noordrand en alle
faciliteiten gesloten, dan is alles meestal ingesneeuwd.
Het is een mooie, rustige rit van Lake Powell naar de noordrand van de
Grand Canyon. De uitstekende wegen voeren ons door dichte bossen van
pondorosadennen, berken, espen en sparren. Het is einde september en
vele bomen staan hier reeds in hun herfstkleuren.
We logeren in de Grand Canyon lodge, knusse houten bungalows
verspreid tussen het groen. We rijden en wandelen naar verschillende
uitkijkpunten.
Point Imperial op 2683 meter is het hoogste punt van de north rim. De Bright Angel Trail is een smal paadje waarop we een kort wandelingetje maken naar een onbeschrijfelijk mooi uitzicht.
De 'Cape Royal' wandeling brengt ons naar een 'balkon' vanwaar we weer
een ander schitterend uitzicht hebben over de canyon. Het is het enige
uitkijkpunt op de noordrand vanwaar we de Colorado rivier kunnen zien.
In de late namiddag wandelen we terug naar Bright Angel point waar we
samen met vele toeristen een prachtige zonsondergang aanschouwen.
In de luidruchtige saloon van de lodge drinken we nog een biertje maar
voor elf uur 's avonds is het aan de canyon muisstil en aardedonker.
Tijd om onder de wol te kruipen !
Vlakbij de kleine stad Page en het Powell meer ligt Antelope Canyon.
We zouden het de 'vergeten' canyon durven noemen want slechts weinige
toeristen die naar de canyons in het westen van de Verenigde Staten
reizen vinden en bezoeken deze goed verscholen canyon. Antelope Canyon
kan en mag je niet op eigen houtje verkennen. De Navajo indianen
brengen je er, mits betaling, naartoe. In 'the middle of nowhere' staat een gammele houten barak met
golfplaten dak. Dat is het visitor's center van Antelope Canyon. Hier
kopen we de inkomkaarten voor de canyon. Met even gammele open jeeps
rijden de Navajo's op vastgestelde tijden naar de inkom van de kloof.
Met een struise indiaanse vrouw aan het stuur stuiven we op een brede
zandweg richting Antelope Canyon. Het is een zeer kleine, nauwe canyon,
slechts twee meter breed en tweehonderd meter lang. Het lijkt alsof de
natuur een smalle doorgang heeft gekerft tussen hoge wanden die
naargelang de stand van de zon rood, oranje en paars kleuren. Het beste
tijdstip van de dag om deze canyon te bezoeken is rond het middaguur.
Dan staat de zon loodrecht boven de canyon en lichten de door erosie
glad geschuurde wanden het mooist op.
Het is een prachtige kloof, een uitgelezen plek voor fotografen die
hier kunstzinnige, een beetje abstracte foto's kunnen maken. We hebben
ruim de tijd om de kleine canyon enkele malen door te wandelen alvorens
met de jeep terug te keren... als die wil starten tenminste ! Enkele inzittenden van de jeep hebben zich reeds als volleerde
automecaniciens onder het vehikel gelegd om naar het defect te speuren.
Even later zullen ze met vereende krachten proberen de jeep in gang te
duwen... maar niets helpt.
Een andere jeep, van een iets recenter bouwjaar, brengt ons even later
veilig terug naar de inkom van het park. Weer een belevenis om nooit
meer te vergeten.
Voor ons is Antelope Canyon inderdaad een canyon die we nooit meer zullen vergeten, en dit voor nog een heel andere reden.
Tijdens gans de rondreis door de nationale parken hebben we met onze GSM
(bijna) nergens kontakt gehad met het thuisfront. Terug in Las Vegas
zullen we pas vernemen dat ons eerste kleinkind geboren werd, juist op
het ogenblik dat wij door deze fascinerende canyon wandelden !
We hebben vandaag een rit van ongeveer tweehonderd kilometer voor de boeg van Monument Valley tot Lake Powell.
Het bekende panorama met de roodbruine rotsformaties aan de horizon
blijft ons nog een tijdje vergezellen, terwijl we langs de rechte
eenzame highway 163 richting Kayenta rijden. Dit beeld hebben we al
vaak gezien in allerlei avonturenfilms en reklamespots. Kort na ons
vertrek uit Monument Valley rijden we de staat Arizona, ook wel de
Grand Canyon state genoemd, binnen.
Op een boogscheut van het stadje Page ligt het Powell meer, het op één na grootste kunstmatige meer in de Verenigde Staten.
Een beetje geschiedenis.
Tot voor 1957 was deze streek Navajoland, een canyon vergelijkbaar met
Canyonlands of de Grand Canyon. In 1957 besloot de overheid de enorme
Glen Canyon stuwdam te bouwen die de watermassa van de Coloradorivier
moest afdammen en die massaal elektriciteit moest produceren. Dankzij
of spijts deze stuwdam ontstond dit kunstmatige meer, met zijn
onwaarschijnlijk blauwe water. Het contrasteert fel met de oranjerode
toppen van de rotsformaties die boven het water uitsteken.
Aan de rand van de vroegere canyon rezen huizen op om onderdak te
bieden aan de massa arbeiders en ingenieurs die aan dit megaproject
werkten. Ondertussen is er veel veranderd. De stuwdam is al lang klaar
en de vrachtwagens hebben plaatsgemaakt voor waterski's, woonboten en
bootexcursies.
Het Powell meer is een drukbezochte plek. Toeristen komen de schoonheid
van het meer bewonderen, rijke Amerikanen komen er met hun boten
spelevaren.
Het is grappig en ook een beetje decadent om te zien met welk een
'konvooi' ze soms komen voorbij varen. Een luxe jacht trekt een
speedboot die op zijn beurt nog een kleiner bootje meesleept.
Wij genieten en verkennen het Powell meer met zijn grillige kusten,
grotten en fjordachtige canyons tijdens een georganiseerde boottocht.
Op een langzame grote 'cruiseboot' maken we een excursie naar de
'Rainbow Bridge'. Het is een 83 meter hoge boog uit roodbruine steen.
Het meer is soms zeer wijds, dan weer erg nauw, maar de kapitein loodst
zijn boot feilloos langs de soms veraderlijke rotskliffen. We leggen
aan en de laatste honderden meter moeten we stappen tot we vlakbij
'Rainbow Bridge' komen. Zoals al zo dikwijls deze reis hebben we hier
weer dat 'wauw' gevoel. Enorm... ruw...onwezenlijk mooi... zijn maar
enkele woorden die spontaan opkomen bij het zien van zoveel pure
natuur. De boottocht terug verloopt vredig kalm.
We avondmalen in het grote ronde restaurant van het Lake Powell resort.
Jonge uitwisselingsstudenten zorgen voor een vlotte bediening. Ze
dragen badges met daarop hun naam en hun thuisland. Wij worden bediend
door een Braziliaanse schone. Maar ook jongeren uit vele Aziatische en Europese
landen zijn er aan de slag. Ze zorgen ervoor dat de gasten in
het inmiddels bomvol gelopen restaurant keurig worden bediend.
Twee Navajo indianen begeleiden ons op een georganiseerde excursie door de vallei.
Gekleed in een knalrood hemd, een jeansbroek, hun lange zwarte haren in
een vlecht en met hun roodbruin gebrande huid zijn het onmiskenbaar
echte indianen.
We rijden door Mistery valley, een gebied in Monument valley dat je
enkel begeleid mag bezoeken. Heel regelmatig zijn er fotostops voorzien.
We rijden echt door een westerndecor. Enkel 'the good, the bad and the ugly' ontbreken in dit plaatje.
Onze goedlachse indianen animeren het bonte gezelschap. Ze vertellen
over hun leven in de vallei en over de indrukwekkende rotsen.
Drie Amerikaanse dames (leraressen op pensioen?) nemen vlijtig notities.
Weer een fotostop verder willen de indianen laten zien hoe stoer ze wel zijn.
We staan voor een hoge natuurlijke rotsboog (zoals we ze hebben kunnen bewonderen in Arches). Eén van de indianen klimt, lenig als een kat, in geen tijd tot helemaal
boven op de boog. Iedereen van ons gezelschap legt deze stunt vast op
foto of video.
De jongste van de gepensioneerde leraressen wil deze prestatie ook eens
proberen. Als dat maar goed afloopt... Op handen en voeten begint ze
aan de klim. Op een steil stuk bedenkt ze zich, durft niet meer verder,
maar ook niet meer terug. Ze probeert op haar buik af te dalen tot onze
vriendelijke indiaan ze uit haar hachelijke en belachelijke positie
komt redden.
's Middags bereiden de indianen een barbecue voor ons midden de
machtige natuur. De stukken vlees ruiken heerlijk terwijl de andere
indiaan in een zwartgeblakerde en gedeukte koffiekan koffie zet.
"John Wayne koffie" grapt hij, terwijl hij een sterk, gitzwart
brouwsel voor ons uitschenkt. Wilde paarden die in de vallei
rondzwerven komen ook onze kant uit.
We zetten onze tocht verder en komen aan de mooiste rotsformaties en vergezichten op deze avontuurlijke tocht.
's Avonds bekijken we in de 'Goulding's lodge' een diashow die ons nog
meer leert over het verleden en heden van de streek en haar bewoners. We
avondmalen in het restaurant van de lodge. Een fris biertje of glaasje
wijn zal smaken na een warme, stoffige dag. Maar dat is buiten onze
vrienden, de indianen, gerekend. Hier schenkt men géén alcohol. Ons pintje
bier is alcoholvrij en de fles wijn die onze vrienden bestellen ziet
eruit als wijn, is gebotteld in een wijnfles, draagt een mooi etiket
maar smaakt.... als fruitsap !
Raak hier maar eens boven je theewater !
Vanuit onze kamer zien we in de verte bliksemschichten aan de hemel. Een uniek lichtspel
tegen de strak afgetekende contouren van Monument Valley.
Zijn er warmteonweders op komst?
Steeds maar verder rijden we door de staat Utah, vol verwachting uitkijkend naar het volgende park.
Zoals gewoonlijk pick-nicken we 's middags op een leuke plek.
We spreiden ons tafelkleedje uit op een picknicktafel aan het
uitkijkpunt over de 'Goosenecks' van de San Juan rivier. De San Juan
rivier is een zijarm van de Coloradorivier. 'Goosenecks' betekent
ganzennekken zoals het geërodeerde rivierlandschap genoemd wordt. Het
panorama is overweldigend. We staan op een plateau, 300 meter boven de
rivier. Van hierboven schijnt de San Juan een kleine, rustige rivier
die zich in wijde bogen door een kaal en donker landschap slingert.
Even verder tekenen zich de scherpe contouren van Monument Valley aan
de horizon af. Hebben we dit prachtige landschap al eens niet eerder
gezien? Herkennen we het niet van in de bioscoop of van op de TV,
vragen we ons hardop af ? Juist, oude westerns zoals 'Stagecoach' met
John Wayne in de hoofdrol, maar ook veel recentere films zoals 'Back to
the future III' van Steven Spielberg en 'Thelma and Louise' werden hier
gedeeltelijk opgenomen.
De merkwaardige rode rotsen, soms wel 300 tot 400 meter hoog dienden als natuurlijk decor. Monument Valley is een immens grote, dorre, vlakke vallei waarin
bizarre rotsformaties, als waren het monumenten, hoog oprijzen. Vandaar
komt de naam 'Monument Valley', één van de imposantste
natuurverschijnselen in de Verenigde Staten. Met een beetje verbeelding
zie je de cowboys die vervaarlijk met hun lasso zwaaien achterna
gezeten door indianen die luidkeels hun oorlogskreten slaken.
Want we zitten wel degelijk in een indianengebied. In de uitgestrekte
vallei wonen nog altijd de Navojo indianen die leven van de landbouw,
schapenteelt en voornamelijk van het toerisme. We overnachten in de Goulding's lodge, gelegen midden in Monument Valley en uitgebaat door de Navajo's.
Vanaf het visitor's center kunnen we de vallei met onze huurwagen verkennen.
Het wordt ons echter niet aangeraden. De weg is onverhard en verkeerd in slechte staat.
De kans dat we vastrijden in het soms mulle zand is groot.
Met sterke vier maal vier terreinwagens doen de Navajo indianen
excursies door de vallei. We besluiten een dagexcursie te bestellen.
Dat is weer iets om naar uit te kijken.
Een uitgebreid Amerikaans ontbijt gebruiken we in het 'Jailhouse café'.
'Eggs sunny side up' (dat zijn spiegeleitjes), met uitgebreid garnituur
zal ons smaken. We maken even kennis met twee Belgische koppels die
bijna identiek dezelfde reisweg volgen dan wij.
Niet
ver van Moab en Arches national park ligt Canyonlands, een 1400
vierkante kilometer groot park en een van de meest woeste gebieden in
de Verenigde Staten. Canyonlands is minder gekend dan zijn grote broer
de Grand Canyon, maar volgens velen wel even mooi. Het park heeft alles
wat de grote parken van het westen zo uniek maakt; de natuurlijke bogen
van Arches, de rode pilaren van Bryce en diepe ravijnen vergelijkbaar
met die van de Grand Canyon.
De Coloradorivier, de Green river en de natuurelementen hebben dit
landschap uitgesleten tot een grote doolhof met kloven, stenen pilaren
en ravijnen.
De twee woeste rivieren verdelen het park in drie gedeelten: het meest
bezochte 'Island in the sky', 'The Needles' en 'The Maze', enkel
toegankelijk voor terreinwagens met vierwielaandrijving.
Trekkers, moutainbikers en liefhebbers die de Coloradorivier willen
afvaren komen hier ruimschoots aan hun trekken. Wij doen aan een minder
avontuurlijke sport: wandelen en genieten van de schitterende natuur.
De meest populaire wandeling is de ongeveer drie kilometer lange 'grand
view point trail' helemaal tot het uiterste punt van het 'Island in
the sky' district.
Op de voorgrond staat 'monument basin', vol met stenen pilaren.
Daarachter daalt het gekerfde landschap trapsgewijs af naar de Green -
en Coloradorivier die in de verte samenvloeien. Dit panoramische
uitzicht over het grillige landschap ervaren we als het hoogtepunt van
ons bezoek aan Canyonlands.
Een vrouwelijke parkranger geeft aan de canyonrand uitleg over het
ontstaan van Canyonlands. Als een onderwijzeres schildert de jongedame
met potjes plakkaatverf de breuken, kloven en rotsformaties op een groot
blad papier.
Na haar deskundig pleidooi zijn we toch weer iets wijzer geworden in de wondere wereld van de canyons.
De
volgende dagen verkennen we de streek rond Moab, een stadje in het
oosten van de staat Utah. Highway 191 die pal door de kleine stad
loopt, is zo te zien een drukbereden weg, vooral door grote trucks.
Onze vrachtwagens lijken wel speelgoed tegenover de supergrote,
fijnbeschilderde en felverlichte monstertrucks die hier over de wegen
denderen. Op een namiddag staan we aan een kruispunt om er enkele te
fotograferen. In hun luxueuse cabine en op 18 reuzenwielen rijden de
chauffeurs duizenden kilometers om vrachten van de ene naar de andere
staat te brengen.
Moab is ideaal gelegen om weer twee andere nationale parken te bezoeken.
Elke canyon, elk park is zo verschillend en zo uniek dat we vol energie
de 30 kilometer lange, geasfalteerde weg door het Arches park
inslaan. Het stadje is tevens een ontmoetingsplaats voor jongeren die
per mountainbike de parken bezoeken. Ook voor een avontuurlijke afvaart
van de machtige Colorado rivier is Moab de uitvalsbasis bij uitstek.
Arches, vrij vertaald 'bogen', is een beschermd natuurgebied, vooral
beroemd om zijn unieke, natuurlijke rotsbogen. Hier vindt men de meeste
bogen op zulke kleine oppervlakte, ter wereld. Er zijn er tot nu toe
meer dan tweehonderd
ontdekt. Van kleine, nauwelijks één meter brede raampjes tot
machtige
stenen poortbogen waar makkelijk een vliegtuigje doorheen kan vliegen.
De bogen ontstonden miljoenen jaren geleden door erosie.
Wind, regenwater en vorst drongen de roze zandsteen binnen en zo
vormden zich scheurtjes en speten die door de eeuwen heen steeds groter
werden.
De 'vensters' werden door de natuurelementen steeds verder uitgeslepen
en kregen geleidelijk rondere contouren, totdat er grote, sierlijk
gevormde 'bogen' waren ontstaan. Arches nationaal park was klaar !
Aangezien de bogen nu nog steeds aan sterke verwering blootstaan, zal
dit er uiteindelijk onherroepelijk toe leiden dat ze instorten.
Arches maakt het de bezoekers niet al te moeilijk. Verschillende bogen
kan je reeds van op loopafstand van de hoofdweg bewonderen. Andere
bereiken we na een lastige wandeling over soms moeilijk begaanbaar
terrein.
'Balanced rock' is één van de blikvangers in het park. Een
druppelvormig blok zandsteen staat in wankel evenwicht, dreigend naast
de hoofdweg. Geologen en parkrangers hebben uitgerekend dat het
ongeveer 3500 ton weegt.
'Landscape arch' verdient ook een speciale vermelding. De frele boog van
32 meter hoog en 89 meter lang is daarmee de grootste natuurlijke
stenen boogoverspanning ter wereld. Je moet geen geoloog zijn om te
weten dat deze boog, één van de aantrekkelijkste in het park,
ooit zal instorten. Zo dun en freel is hij geworden nadat er in de
voorbije decennia (in 1991 en 1995) grote stukken rots zijn
afgebrokkeld.
Een stevige klim brengt ons naar de meest gefotografeerde 'triomfboog'.
Het is 'Delicate arch', met in de achtergrond de met sneeuw bedekte
toppen van de La Sal mountains in de staat Colorado. In de hoofdstraat van Moab zijn er talrijke gezellige restaurants en winkels.
's Avonds ontdekken we zowaar een restaurantje met een leuk terras.
Maar een terrasje doen in de Mormonenstaat, Utah, is toch een beetje anders dan bij ons.
Alcoholische dranken mogen niet verkocht en geschonken worden zonder
dat je een maaltijd besteld.
Een beetje een rare maar makkelijk omzeilbare wet, want als we bij onze
biertjes een pakje chips, portie kaas of borrelnootjes bestellen is er
geen enkel probleem.
Kan je voorstellen met welk assortiment kaasjes, chips en andere dikmakers we na enige tijd aan tafel zaten?
De weg tussen Zion en Bryce canyon wordt omschreven als één van de mooiste
'scenic highways' in de staat Utah. De twee parken liggen een goeie
twee uur rijden, of naar Amerikaanse maatstaf een spreekwoordelijke
boogscheut, van elkaar.
We reserveerden twee overnachtingen in de historische 'Bryce canyon
lodge', gelegen in een dennenbos vlakbij de canyon. We opteerden om
tijdens deze rondreis in
de parken zelf te logeren. De lodges in de parken zijn vrij duur en
zeer lang op voorhand volgeboekt. Onze overnachtingen bijvoorbeeld zijn
ruim 9 maanden voor de afreis geboekt en bevestigd. Het is naar ons
gevoel een unieke belevenis om vanop je terras de zon te zien
opkomen boven de loodrechte wanden van Zion canyon, de contouren van
Monument Valley of uit te kijken op het blauwe water van het Powell
meer.
We nemen onze intrek in gezellige houten bungalows, wijd verspreid rondom het centrale hoofdgebouw.
We openen onze kamerdeur en een eekhoorntje springt mee de kamer in en
steelt de snoepjes die op de nachttafeltjes liggen. Het vlugge diertje
is snel weer weg.
Het is warm op de kamer maar de terrasdeur openzetten is geen goed idee. De
eekhoorn is even snel weer terug binnen op zoek naar nog meer snoepjes,
gevolgd door nog zo een lief diertje..... en nog een.....
Bryce canyon is een van de kleinste nationale parken in het westen van
de VS, maar volgens velen het allermooiste. Maar waar is Bryce canyon?
De statige, torenhoge rotsformaties van Zion canyon zie je al van ver
opduiken maar Bryce zien we (nog) niet. Dat kan ook niet want deze
canyon is een immens grote kuil waarin rotsformaties en kalkpilaren
staan. De kleur van de rotskolommen gaat van wit over okergeel tot
feloranje en dieprood. Wind, water, sneeuw, ijs en hitte sculpteerden de
meest bizarre vormen in dit labyrint van rotsen en pilaren in kalk-en
zandsteen.
In het visitor's center krijgen we allerlei informatie over het park
evenals een plannetje met wandelpaden, hoeveel tijd je voor een
wandeling moet uittrekken en hoe moeilijk ze zijn. We ontdekken het
park vanop de canyonrand, om daarna te voet af te dalen naar de bodem
van de canyon. De stoffige wandelpaden lopen door een feeërieke wereld
van rode, oranje en paars gekleurde formaties en fijne kalkpilaren in
de grilligste vormen. Velen hebben toepasselijke namen gekregen zoals
de Chinese muur, het kasteel van Gulliver, de tower bridge, Wall
street, de alligator....Met een rijke verbeelding kun je dat misschien
wel in de rotsen ontdekken. Lang
geleden woonden in de streek rond Bryce canyon de Paiute indianen. De
eerste mormoon die zich hier in 1875 vestigde, en naar wie het park
genoemd is, was Ebeneezer Bryce. Hij was veehouder en van hem is de
uitspraak over Bryce canyon: "raak hier in godsnaam je koeien kwijt".
Samen met vele andere toeristen staan we aan 'sunset point', waar we
een mooie zonsondergang bekijken. Het lijkt wel alsof er lichtjes
branden tussen en achter de rode rotsen.
We schrikken wel even als we na het avondmaal het restaurant verlaten.
Het is erg koud geworden ! Niet te verwonderen eigenlijk, Bryce canyon
ligt op een hoogte van 2400 meter. Vanaf half oktober tot laat in april
vallen hier dikke pakken sneeuw !
We
ontwaken in een stad die nooit slaapt. Het nerveuze neongeflikker is
gedoofd maar de speel en gokwoede duurt onverminderd voort, 24 uur op
24.
Van 's morgens heel vroeg, of misschien nog van gisterenavond, zitten
(gokverslaafde?) mensen voor de jackpots, een beker met jetons in de
ene en een grote cola in de andere hand.
We laten de gekke gokstad achter ons en rijden gezwind naar het eerste
nationale park op onze rondreis, Zion Canyon, gelegen in de Mormonenstaat Utah.
De afstand tussen Las Vegas en Zion Canyon bedraagt ongeveer 158 miles
of 250 kilometer. In de VS worden de afstanden in miles aangegeven.( 1
mile = 1,6 kilometer). Uitnodigend liggen de goede, soms kaarsrechte wegen voor ons open, en
dat geeft de verleiding tot snel rijden. Maar opgepast, overal geldt een
snelheidsbeperking van 55 mph, een kleine 90 kilometer per uur,
nauwlettend in het oog gehouden door de highway patrol ( onze
zwaantjes).
Zion Canyon is een ruwe, smalle canyon met huiveringwekkende afgronden,
loodrechte rotswanden en torenhoge rotspartijen. De meeste
rotsformaties kregen toepasselijke namen. Zo is er de 'Great white
throne', 'Angels landing' en 'Weeping rock'.
In 1919 kreeg Zion de status van nationaal park, en is daarmee het oudste in de staat Utah. Zion Canyon is een drukbezochte canyon. Door het jaarlijks toenemend
aantal bezoekers mogen er geen individuele wagens door de canyon
rijden, behalve die van de gasten die in de Zion lodge verblijven. Alle
andere bezoekers moeten hun wagen op de parkings achterlaten en rijden
met een hop on, hop off shuttlebus naar alle uitzichtpunten in het
park. Aan elk uitzichtpunt vertrekken talrijke wandelingen variërend
van een makkelijke vlakke wandeling tot een moeilijke klimpartij. We
kopen in het informatiecentrum een ' golden eagle pass' die ons toegang
verschaft in alle nationale parken die we zullen bezoeken.
We logeren in de Zion lodge, de enige lodge in het park, mooi
geïntegreerd in de uitbundige natuur. Onze wandelbottinnen komen goed
van pas als we enkele mooie wandelingen maken. In de late namiddag
kleurt de zon de rotsen in de mooiste kleurschakeringen.
Het avondmaal wordt in de lodge geserveerd. Op de uitgebreide menukaart
is er een ruime keuze tussen vis- en vleesgerechten. We stellen vast dat
het een fabeltje is dat je in de Verenigde Staten enkel hamburgers,
cheeseburgers en ander soort junkfood kan eten. De maaltijd smaakt
lekker en is ook nog mooi geserveerd.
Opeens krijgen we een man in 't oog helemaal alleen aan een tafel. We
krijgen spontaan de slappe lach als we zien hoe hij zijn grote steak
eet. Hij hanteert zijn mes en vork als zijn het dolken waarmee hij het
stuk vlees nog moet doden. Gierend van 't lachen kruipen we achter onze
servet weg, als hij nadat de eerste lap vlees is 'doodgedaan' en
opgepeuzeld, er doodleuk nog een tweede besteld. Tafelmanieren heeft de
man zeker niet, maar wel een heel gezonde eetlust!
Ik ben Jos Dom, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jodo.
Ik ben een man en woon in Edegem (Belgie) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 14/04/1948 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Reizen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek