Het moet einde jaren zestig geweest zijn dat Jules Wijns, de personeelschef, mij bedacht met 'Dienst Kolen'. Zouden er nog postmannen en postvrouwen zijn die vandaag kunnen vermoeden wat die kolendienst inhield? Een gure winterdag einde jaren zestig. In het goederenstation van Lier was er een wagon met steenkool toegekomen. Die steenkool was bedoeld voor meerdere scholen in Lier en omstreken. Kolenleverancier 'Van Rickstal' vanop de Antwerpsesteenweg in Lier was aangeduid om die wagon te lossen en in de desbetreffende scholen te leveren. Een postbode moest gans dat gebeuren controleren en toekijken of er geen onregelmatigheden gebeurden. De firma 'Van Rickstal' waren vroege vogels en om zes uur 's ochtends stonden zij in de bijtende koude kolen in zakken te scheppen. En ikke, ik stond erbij en keek ernaar. Meestal zat ik wel in de cabine van hun camion waar de koude wind en het kolenstof doorheen blies. Na uren hard labeur voor Van Rickstal en lang gewacht voor mij was een eerste lading klaar. We reden met de camion de de zakken kolen naar een weegbrug op de Lispersteenweg. ( die weegbrug is reeds jaren uit het Lierse stadsbeeld verdwenen. ) Een eenvoudige rekensom later ( tarra,bruto, netto ) wisten we hoeveel kilogram kolen we bij hadden. Die steenkool werd in de kelder van de school 'geschud'. Ik herinner me nog heel duidelijk een school in Kessel. En zo ging het gans de tijd door tot de wagon leeg was. Ik zie nog de lachende maar tegelijk bezorgde blikken van thuis als ik zwart, alsof ik had meegeschupt, thuiskwam.
Om vijf uur in de morgen, naar mijn gevoel midden in de nacht, moesten de meeste postbodes beginnen. Maria, de poetsvrouw, zorgde ervoor dat drie grote kolenkachels in de winter warm werden gestookt. Een postcamion uit het sorteercentrum van Antwerpen ( toen gelegen onder het centraal station ) kwam aanrijden in de Florent van Cauwenbergstraat. Vele grijsbeige postzakken werden door de postbodes door de lokettenzaal naar de achterliggende facteursruimte gesleurd. Zakken werden geopend, de poststukken gescheiden, kranten en allerlei abonnementen verdeeld, de postmannen namen plaats aan de sorteerkasten. Daar werd alle brievenpost gesorteerd volgens ronde, een werk dat, al naargelang de hoeveelheid post vlug 1 tot 2 uur duurde. Als goeie sorteerder kende je alle straten van Lier uit het hoofd en wist je precies welke straten tot welke ronde behoorden. Aan zijn eigen werkplaats maakte de postbode zijn ronde klaar volgens straat en nummer. Aangetekende stukken en ouderdomspensioenen waren de belangrijkste stukken die de postbode bij zich had. Een dagelijks terugkerend onderdeel in het voorbereidende werk was 'den afroep'. ( zou dat in 2011 nog gebeuren, ik twijfel.) Bijna onleesbare poststukken, brieven zonder straatnummer, zonder straat of zonder achternaam werden door de chef-facteur in de groep afgeroepen. Dikwijls zijn qua onbestelbare brieven toch nog kunnen gepost worden door de opmerkzame postbode die de mensen op zijn ronde stuk voor stuk kende.
Dagen, weken en maanden gingen voorbij en stilaan leerde ik mijn postcollega's kennen.
- De Wollants: goed in het vel zittende postbode, toen al aftellend op zijn pensionering. - Chareltje De Swert: een kleine man met een hese stem en een droge lever. 's Morgens vroeg was hij nog aan te spreken, doch na zijn ronde dikwijls volledig in de wind door de vele borrels en pintjes die hij kreeg bij o.a. brouwerij Cuyckens. Hij had één van de zwaarste rondes in Lier, de Mechelsesteenweg helemaal tot aan de grens met Duffel, de Lintsesteenweg tot in Lint. - Frans 'Sooi' Vervloet: een echte postbode, steeds in de weer voor zijn klanten, die toen al in de nieuwjaarsperiode zijn eigen gestencilde kaartjes op zijn ronde in de brievenbussen stak. Ik herinner me nog goed de eerste woorden van zijn nieuwjaarswens:" Ik drentel door de sneeuw...." - Bob Hermans: zonder twijfel de vlugste postbode van toen. Lang voor de anderen was hij gereed met het klaarmaken van zijn ronde, hij had zijn postronde gedaan nog voor sommige beginnende postbodes moesten vertrekken. - Jos Schoofs: had volgens mij een auto ronde om jaloers op te zijn. Buslichtingen en het wegbrengen van de overlasten, zakken post die naar een bepaald adres werden gebracht waar de postbode kon gaan bijladen. Maar Jos ergerde zich elke morgen danig aan postbodes die naar zijn gevoel te traag waren met het klaarmaken van hun overlastzak.Bijna elke morgen opnieuw was er wel een postbode waarop hij vloekte en tierde dat het een lieve lust was. Totaal over zijn toeren en rood van woede vertrok hij met zijn postauto. - Frans Elst: verdeelde zeer plichtsgetrouw de post op de Antwerpsesteenweg en de tuinwijk Zevenbergen. Hij had een grote wasmand vooraan op zijn postfiets gemonteerd en zwaarbeladen maar steeds goedgemutst vertrok hij op ronde. Bij regenweer was steevast zijn uitspraak:" regen voor acht uren blijft niet duren". Als het dan toch eens een ganse voormiddag had blijven regenen waren de andere postbodes op Frans slecht gezind. - Jules Wijns: de personeelschef, klein van gestalte, goed van inborst. Steeds in een grijze stofjas gekleed, potlood en gom binnen handbereik om de personeelslijsten bij te werken. - Gommaar Vermylen: loketbediende met veel jaren dienst. Kende de post door en door en had daardoor tijdens zijn dienst nog genoeg tijd om meer met zijn zeer omvangrijke postzegelverzameling bezig te zijn dan met zijn postwerk.
Het zijn maar enkelen van de vele postmensen van toen die ik me nog zeer levendig voor de geest kan halen. Als ik er zo over terug peins zouden ze zo kunnen weggelopen zijn uit 'De Collega's'
Het was in 1964 dat nonkel Bernard me vertelde dat er een examen werd uitgeschreven van wat toen het 'Bestuur der Belgische Posterijen' noemde. Later werd dat moderner 'De Post' en vandaag op zijn Engels 'Bpost' genoemd. Toen, meer dan 47! jaar geleden, was een 'staatsplaats' en daarna een 'vaste benoeming' een gegeerd iets. Zo gebeurde dat ik op sinterklaasdag, grieperig en helemaal niet gemotiveerd de trein nam naar Brussel waar in een grote zaal het examen werd afgenomen. Enkele weken later kreeg ik een brief dat ik geslaagd was en nog enkele maanden later kreeg ik een aangetekende brief dat ik op het postkantoor van Lier mocht beginnen als hulpkracht-besteller, in mensentaal heet dat een beginnende postbode.
Op een mooie zomerdag moest ik me om negen uur aanmelden in het imposante postkantoor in de Florent van Cauwenbergstraat in Lier. In het gebouw hebben zich al jaren andere diensten gevestigd, enkel de geklasseerde voorgevel met grote brievenbussen is nog in de oorspronkelijke staat en herinnert aan het postgebouw van toen. Ook Gommaar van de Velde, een jongeman uit Emblem, moest zich die morgen aanmelden. Een kleine, wat oudere man in een iets te lange grijze stofjas kwam naar ons toe en heette ons welkom. "Dat is zeker de postmeester" zo dachten we verkeerd, dàt was Jules Wijns, de personeelschef. De postmeester, stijf in kostuum met een gezicht als een donderwolk en een dikke sigaar in zijn mond kwam tevoorschijn tussen de hoge ladenkasten. Streng maar rechtvaardig, zoals een postmeester past, las hij op een gebiedende toon de post reglementen. We moesten ook een post eed zweren maar wat wij in die jaren stillekes hebben gezworen weet ik echt niet meer. Aan het gezicht van de postmeester te zien was het wel heel erg serieus. In een walm van sigarenrook verdween de postmeester en Jules Wijns gaf ons elk een grote schrift met lege etiketjes. Met een naamstempel van het kantoor moesten we op die etiketjes LIER stempelen, mooi recht in 't midden, gans die schrift vol. Maar hoe gaat dat bij jongemannen van juist achttien, op de eerste bladzijden zagen die stempels er mooi, recht en goed leesbaar uit. Doch tegen ons stempelwerk ten einde was, stonden die stempeltjes schots en scheef en was dit echt niet meer mooi om te zien. En dan kwam de postmeester himself ons werk keuren en zag dat het niet goed was. Een eerste strenge vermaning zat eraan te komen. Mijnheer Dom, Mijnheer Van de Velde, zò werken wij hier niet hé!! Ik heb postmeester De Cuyper in al de jaren dat hij postoverste was nooit een postbode bij zijn voornaam weten noemen, het klonk altijd mijnheer hier en mijnheer daar. En zo kenden we ineens het humeurige karakter van mijnheer Jules De Cuyper, postmeester van Lier. Daar viel niet mee te lachen.
Vroeg in de ochtend vaart 'The Splendour' de haven van Venetië terug binnen.
Onvoelbaar legt de stuurman de boot tegen de kademuur, juist op
dezelfde plek waar we een week geleden vertrokken. Nog drie andere
cruiseboten, waaronder de schitterende Ruby Princess die we al in
Kusadasi konden bewonderen, zijn zopas de haven van Venetië
binnengelopen.
Terwijl we nog genieten van een vorstelijk ontbijt gaan de eerste
passagiers van boord. De talrijke Amerikanen en Canadezen schepen eerst
uit, zij hebben nog een lange vliegreis voor de boeg.
Ruim twee uur later is het aan onze 'groene label groep' om een beetje met tegenzin het cruiseschip te verlaten.
De valiezen staan netjes kleurlabel bij kleurlabel gerangschikt in de aankomstterminal.
Niettegenstaande het vroege uur is het rond de boot al een drukte van jewelste.
Er vormt zich een stoet vrachtwagens van waaruit containers vol met
voedingswaren aan boord worden gehesen. We kunnen er ons geen gedacht
over vormen hoeveel ton goederen er mee moeten om 2000 passagiers van
eten en drinken te voorzien en dat gedurende een ganse week.
Zelden hebben we zo een 'vol' luchthavengebouw gezien. Hoe kan het ook
anders. Vele honderden uitgecruisde reizigers schuifelen in lange rijen
naar de incheckbalies. Maar nadat de Amerikanen, Canadezen en Japanners
vertrokken zijn gaat het al snel beter. Enkele uren later landen we op
Zaventem.
Nog een hele tijd heeft onze seapass in mijn portefeuille gezeten als
prettig kleinood van een zeer geslaagde cruise. We hebben hem zelfs
eens aangeboden voor een havenrondvaart in Antwerpen met de
Flandria..... maar we mochten niet mee...... erg hé !!!
Rimpelloos cruisden we de voorbije week op de Middenlandse zee.
Even rimpelloos maakten we, deels in onze slaap, de overgang tussen de
kunststad Venetië, de vestingstad Dubrovnik, de ruïnestad Efeze, de
witte stad Fira en de hoofdstad van Korfoe.
Het animatieteam doet zijn best om de gasten op deze laatste cruisedag
te animeren, maar de meeste passagiers geven er blijkbaar de voorkeur
aan om zalig te genieten op het zonnedek.
We kijken geamuseerd rond aan boord. In een heus reisbureel kan je, heel makkelijk, je volgende cruise bespreken en boeken.
De kasten en laden van de fotostudio puilen uit van de vele foto's die
nog steeds wachten om verkocht te worden. Morgen als alle gasten
uitgecheckt zijn gaan al die mooie foto's van al die blije mensen
waarschijnlijk in de papierversnipperaar.
Terug in de kajuit vinden we 4 enveloppen voor de gebruikelijke fooien
aan het kamermeisje, de kelner, hoofdkelner en de
tafelverantwoordelijke. Die gegeerde fooien maken, naar men ons heeft
verteld, het karige loon goed.
De groengekleurde valieslabels betekenen dat we
morgenvroeg als voorlaatste groep het schip kunnen verlaten. Al
naargelang het vertrekuur van de terugvlucht verschillen de
valieslabels van kleur. Deze avond laat zullen we onze gepakte valiezen
voor de kajuitdeur zetten en morgen staan ze in de aankomsthall van de
cruiseterminal, netjes geordend, kleur bij kleur. Zoals we al meer op
de cruise mochten ondervinden is de ontscheping van de bijna 2000
opvarenden goed doordacht, ordelijk en helemaal geen drukke bedoening.
Na het laatste avondmaal en de afscheidsshow heeft kapitein Tommy
Nyseter het laatste woord. Uit zijn korte toespraak onthouden we nog
enkele indrukwekkende cijfers. We cruisden zo'n 3411 kilometer bij
elkaar en 150 koks maakten de voorbije week in totaal 40.000 maaltijden
klaar. Indrukwekkend!
We zouden nog wat souvenirs kunnen kopen in de dure winkels aan boord,
nog poseren voor een laatste foto op de showtrap, nog wat geld
vergokken in het casino in Vegas stijl of nog een kleurrijke cocktail
drinken in één van de talrijke bars.......... het feest is (nog altijd
niet) gedaan.
Is het de zeelucht of het zachte wiegen van de boot, maar we hebben geen enkele moeite om de slaap te vatten.
Een nieuwe dag, een nieuw eiland om te ontdekken.
Korfoe is één van de Ionische eilanden, het meest groene van alle Griekse eilanden.
Tijdens de excursie over het eiland Korfoe bezoeken we in het stadje Gastouri het Achilleion paleis.
Het Achilleion paleis werd in 1890 gebouwd voor keizerin Elisabeth van
Oostenrijk, beter gekend als keizerin Sissi. Bijna iedereen kent haar
levensverhaal. Veel minder geweten is dat het leven van de keizerin en
haar huwelijk met keizer Franz Joseph niet zo sprookjesachtig was.
Elisabeth maakte verre reizen en verbleef lange tijd op Madeira, Korfoe
en in Beieren. Omstreeks 1891 was het Achilleion paleis, genoemd naar de
mytische held Achilles, klaar.
Het interieur van het paleis is, helemaal naar de wens van Sissi,
gedecoreerd met kunstwerken uit de Griekse mythologie. In de
keizerlijke tuinen, uitkijkend over groene heuvels en de Ionische zee
staan exotische planten en bomen en talrijke Griekse standbeelden. De
mooi onderhouden tuinen zijn een lust voor het oog. Maar haar liefde voor
Korfoe en het paleis was van korte duur, de keizerin raakte
snel haar interesse kwijt en het paleis werd verkocht aan de
Duitse keizer Wilhelm II. Zeer
tragisch is haar dood. Keizerin Elisabeth werd op 10 september 1889 aan
het meer van Geneve vermoord door anarchist Luigi Lucheni. Ze was 60
jaar.
Vanop het uitzichtterras in Kanoni kijken we naar een postkaartenpanorama.
Op een schiereilandje in de lagune ligt het witte klooster van
Vlacherna en verderop het piepkleine muizeneiland. Dit idyllische
plaatje is één van de meest gefotografeerde landschappen op Korfoe. Het
geluid dat we er ongevraagd bij krijgen is veel minder idyllisch. Op
enkele honderden meter is namelijk de start- en landingsbaan van de
luchthaven. Met een hels lawaai stijgen de vliegtuigen voor onze neus
op. Wel ideaal voor vliegtuigspotters.
We kuieren door Korfoe-stad en onze aandacht gaat onmiddellijk naar de
fraaie, driehonderd jaar oude Sint Spiridon kerk. Sint Spiridon is de
beschermheilige van het eiland.
Op de esplanade in het hartje van Korfoe-stad genieten we van de
zon. Bonkige gebouwen en Venetiaans aandoende arcaden omzomen het plein.
Zoals gewoonlijk varen we om 18 uur af. Er rest ons nog een zeereis van
37 uur tussen Korfoe en Venetië waar we overmorgen zullen
aankomen.
Toch wel een fijn gevoel hoor! Terwijl je gelukzalig
slaapt en de zachte deining amper voelt hebben we vannacht 249
kilometer of 135 zeemijl gevaren tussen Kusadasi en het Griekse eiland
Santorini. Een eindje voor de kust van Fira, de hoofdstad van
Santorini, gaan we voor anker. Zoals steeds kan je begeleid of
individueel het eiland verkennen. Enkele jaren geleden waren we reeds
op Santorini, dus trekken we er alleen op uit. Het wordt een prettig
weerzien. Wanneer we het zelf wensen dalen we af naar dek 1 in de buik
van het schip. Daar stappen we over in een tender. Tenders zijn kleine
motorboten die een regelmatige pendel tussen het cruiseschip en de kade
verzorgen, daar waar er onvoldoende diepgang is of de nodige
faciliteiten ontbreken om de oceaanreus aan een kademuur aan te meren.
Na slechts enkele minuten dobberen bereiken we het lieflijke haventje
van Fira.
Santorini is het meest zuidelijk gelegen eiland van
de Cycladen. Het hele eiland, in de vorm van een halve maan, is een
enorme massa vulkanische lava. Bruinrode klippen rijzen hoog uit
de zee op en Fira is gebouwd aan de rand van een steile rots, 260 meter
boven de zeespiegel. Te voet, op de rug van een ezel of met de
kabelbaan bereik je vanuit de kleine haven Santorini's
hoofdstad(je) Fira.
Vroeger vroegen we ons wel eens af waar toch die mooie, typisch Griekse
anzichtkaarten gefotografeerd zouden zijn. Nu weten we het zeker. Hier
op Santorini, in de trotse stad Fira en in het een beetje verderop
gelegen stadje Oia, zo pittoresk dat het weggelopen lijkt uit een
reisfolder voor de Griekse eilanden. Dorpen met witte huizen, die zich
krampachtig lijken vast te klampen aan de steile hellingen, kerkjes met
felblauwe koepeldaken, hagelwitte terrasjes met kobaltblauwe
vouwstoeltjes uitkijkend over een al even azuurblauwe zee, het is
onvergetelijk mooi! Hier op Santorini kunnen we met onze kleine camera
foto's nemen die kunnen wedijveren met de mooie prentkaarten.
We maken een fikse wandeling door Fira. Trapjes op, trapjes af, een
klokkentoren links, een verrassend doorkijkje, een poesje onder een
tafeltje, een wijds zicht met ginder beneden de witte cruiseboot die
mooi contrasteerd tegen de blauwe zee.... zoals op de prentkaarten,
maar dan in het echt.
Verschillende restaurants en tavernes hebben prachtige terrassen met
adembenemende panorama's. In de adembenemende prijs van onze koffie met
gebak is dat uitzicht blijkbaar bij ingerekend.
Het is tijd om terug af te dalen en een tender voert ons tot bij de cruiseboot.
Telkens we ergens aan wal zijn geweest en terug aan boord komen brengen
we onze seapass in in een computer. De seapass bevat onze gegevens en
een recente foto. Die foto en de inschepende passagier worden
vergeleken. Een waterdicht systeem. We worden telkens alleen een beetje
bruiner, zo lijkt.
Om acht uur 's avonds vertrekken we uit Santorini. Terwijl een
dieporanje zon langzaam ondergaat zijn we al op weg naar Korfoe, een
ander Grieks eiland.
Mooi
op tijd, precies op schema wordt 'The Splendour' deze morgen de haven
van Kusadasi binnengeloodst. Kusadasi is een stad gelegen aan de Zuid-West kust van Turkije.
We hebben ons ingeschreven voor de begeleide excursie naar de ruïnestad
Efeze. Alle passagiers die een excursie boekten worden in kleine
groepen verdeeld en naar de klaarstaande reisbussen op de kade
begeleid. Het is een korte rit naar de vroegcristelijke stad Efeze. We
krijgen er een deskundige rondleiding. Efeze beleefde een bloeitijd
gedurende het Romeinse rijk. Het werd één van de belangrijkste steden
van de opkomst van het cristendom. Apostel Johannes heeft hier
gepredikt, volgens de overlevering zou de H. Maagd hier hebben gewoond
na de kruisiging en in de bijbel vinden we geschriften terug van de
apostel Paulus aan de cristenen van Efeze. In de derde eeuw begint het
verval van de stad en tijdens de eerste jaren van het Osmaanse rijk
raakt de stad in vergetelheid; verlaten en onbewoond verdwijnt ze bijna
geheel. Rond 1869 werd begonnen met archeologische opgravingen. Nu kan
de wereld opnieuw van de antieke schoonheid van de stad genieten. De
bibliotheek van Celsus, de tempel van Hadrianus en het Romeinse theater
zijn uitzonderlijk goed bewaard. Op het einde van de rondgang worden de
cruisereizigers verrast op een stukje romeins theater, gladiatoren en
zwaardvechters incluis.
Terug inKusadasisluit
deze excursie af in een onvermijdelijke tapijtenzaak. Mierzoete Turkse
koekjes en kleine tasjes sterke koffie waar je je lepeltje kunt in
rechtzetten worden ons aangeboden.
Tientallen tapijten, karpetten en lopers in levendige kleuren en
gedurfde dessins worden voor onze voeten uitgerold. Het zijn mooie, kunstige
vloerkleden maar voor de arbeidsters die hier werken is het weken, soms
maanden hard labeur. We houden het snel voor bekeken en lopen nog even
door de winkelstraten van Kusadasi. Turkse mannen, modieus gekleed in hemd en
das spreken ons aan in vloeiend Nederlands, soms zelfs met een Antwerps
of Limburgs accent. Ze proberen ons 'echte' Turkse tapijten en 'echte'
lederen jassen te verkopen.
Op een zonnig terras met zicht op de haven ronden we het bezoek aan
Kusadasi af. Vandaag liggen hier vier cruiseschepen zusterlijk naast elkaar.
Wij dachten dat 'The Splendour' groot en luxueus was! Dat is ook zo,
maar vlak naast onze boot heeft zich de 'Ruby Princess' aangemeerd. Ook
in cruiseboten is er blijkbaar een overtreffende trap; groot, groter,
grootst, dat bewijst deze reus van een oceaancruiser wel! En dat het
nog groter kan... jawel! De Royal Caribbean line pakt in november 2009
uit met 'The Oasis of the seas', op dit ogenblik het grootste
cruiseschip ter wereld! Op de nagelnieuwe boot die einde 2009
zijn maidentrip maakt is er plaats voor 6200 passagiers en meer dan
2000 bemanningsleden. Een varende stad!
Om 18 uur zetten we koers naar de Griekse eilanden.
Als we 's avonds laat nog een frisse neus halen op het buitendek is men
druk in de weer om een middernachtelijke barbecue te openen.
Onvoorstelbaar! Het mag toch niet gebeuren dat er iemand met nog
een klein beetje honger in bed zou moeten kruipen!
Het is onze eerste cruise en we zijn wel onder de indruk van het ganse gebeuren.
We kunnen (nog) geen rederijen vergelijken maar de Royal Caribbean line
voert luxe en efficiëntie voor haar gasten wel hoog in het vaandel.
Nieuwgierig als we zijn willen we toch meer weten over het wel en wee aan boord.
Regelmatig maken we een praatje met het vriendelijke personeel. Ze zijn
blijgezind en zitten vol werklust. Een Turkse man, gehuwd en vader van
twee kinderen is blij en fier want hij heeft een kontrakt van 6 maanden
weten te versieren aan boord van dit schip. Dat is bijna heel de
periode dat 'The Spendour of the seas' de ene na de andere cruise maakt
in de Middenlandse zee. Begin december maakt de cruiseboot de grote
oversteek en in onze wintermaanden vinden we het schip terug in de
Zuid-Amerikaanse wateren. Een Braziliaanse jongen legt uit: " het
overgrote deel van het personeel werkt 7 dagen op 7, ongeveer 12 uur
per dag. Door een gunstige evaluatie van de passagiers kunnen we enkele
uren of een halve dag vrij verdienen. 's Avonds laat, in onze kajuiten
op deck 0, daar waar de glamour en glitter verdwenen is, durven de
gemoederen na een dag hard labeur wel eens verhit raken. Maar
nooit voor lang. 's Morgens vroeg is alles weer opgeklaard en zetten we
onze breedste glimlach op voor weer een schitterende cruisedag".
Flexibel zijn hoort ook bij de job. Onze vriendelijke ober dient 's
avonds de borden op, bij het ontbijt vinden we hem aan de koffie
automaten en overdag helpt hij mee aan de voorbereidingen in de inmense
keuken. Het loon is ondermaats maar dat wordt een beetje goedgemaakt
door de gegeerde fooien die op het einde van elke cruise gegeven
worden door de passagiers. En dan is het personeel dat in onmiddellijk
contact komt met de passagiers nog het gelukkigst, zo bedenken we. In de catacomben van
de boot, daar waar zich de machinekamers en de wasserij bevinden wordt
de klok rond bed-en tafellinnen gewassen en gestreken. Geen jobke om
jaloers op te zijn, zo lijkt ons. Het is uiteraard niet toegestaan dat
passagiers hier komen, maar op een film van de rederij wordt ook het
zware werk benedendeks getoond.
Evenmin toegankelijk voor nieuwsgierige ogen is 'de brug', het
zenuwcentrum van de boot. Sinds de aanslagen van september 2001 in
New-York is dit deel van het schip strikt voorbehouden terrein voor de
stuurlui en de kapitein.
We horen kapitein Tommy Nyseter wel dagelijks door de microfoon. Hij
vertelt ons de huidige vaarroute en maakt het mooie weer.
Vervelen zullen we ons deze dag
op zee zeker niet doen. Er zijn voldoende mogelijkheden aan
boord om je te ontspannnen. Er is een groot buiten- en binnenzwembad,
een spa, een bibliotheek, een klimmuur, een looppiste en een minigolf
parcours. Je kan eten, drinken, ijsjes likken à volonté, vrolijke
orkestjes houden er op, verschillende plaatsen, de sfeer in en spelen ten
dans. De koks demonstreren het kunstig in figuren snijden van groenten
en fruit. De kameroversten leren aan en geven uitleg over de handdoeken
die elke avond opnieuw leuk geplooid in de vorm van een sierlijke zwaan
of gek aapje op het bed gedresseerd worden. Als ik dat thuis wil nadoen
om mijn echtgenote eens te verrassen lijkt mijn sierlijke zwaan nog het
meest op een..... opgerolde handdoek! De meeste gasten maken er vandaag
een luie dag van.
Vanavond is het kapiteinsavond. Er wordt gevraagd je een beetje
feestelijk op te smukken.... en kijk eens aan... iedereen staat 's avonds
te blinken in hun beste pak en mooiste cocktailjurk. De heren kunnen
zich eventueel aan boord een gehuurde smoking laten aanpassen. In een
grote zaal staat de kapitein, ook al op zijn paasbest, met veel gouden
sterren en strepen op zijn sneeuwwit uniform, klaar om de handjes te
schudden van de gasten. In een lange rij schuift iedereen geduldig aan
tot het hun beurt is. Het hele gedoe heeft naar ons gevoel een hoog
sinterklaasgehalte. Als kind gingen we ook naar de
heilige man, werd er een foto genomen en vroeg hij of we wel braaf
geweest waren. De oude, heilige man met lange, witte baard is nu een 34
jarige vlotte kerel uit Noorwegen en gezagvoerder over dit cruiseschip.
Zijn vraag is nu of we het naar onze zin hebben en uit welk land we
komen.
Na het handengeschud heet de kapitein ons welkom aan boord en stelt hij
de hogere officieren voor. Enkele markante cijfers die ons uit zijn
verwelkoming bij bleven zijn dat er 720 man bemanning is,
gerekruteerd van over gans de wereld. De meeste bemanningsleden komen
uit Midden-en Zuid-Amerika, de thuisbasis van de Royal Caribbean line.
Ook personeel uit Azië en Europa maken deel uit van het mondiale
gezelschap.
We zijn op deze cruise met welgeteld 1972 opvarenden van maar liefst
55 verschillende nationaliteiten. Amerikanen en Canadezen zijn in
de meerderheid, een heleboel Italianen, 16 Nederlanders, 4 Belgen en 1
Keniaan.
Later die avond lopen we voorbij de fotostudio aan boord. Honderden,
nee, duizenden grote kwaliteitsfoto's staan er te wachten op gewillige
kopers: foto's van bij het inschepen, bij het aan wal gaan in Dubrovnik, bij de
kapitein, als showkoppel voor een kunstzinnige achtergrond. Steeds weer
staan er fotografen klaar om de passagiers op 'duur' fotopapier vast te leggen.
Het verrukkelijke avondmaal wordt ons geserveerd door hoofdkelner
Jelena uit Lithouwen en kelner Yucel uit Turkije. Ze beginnen hun
dagelijkse klanten al te kennen en vertellen graag over hun wedervaren
aan boord.
In het theater treden deze avond 'The Rat Pack' op, een meer dan
geslaagde imitatie van het beroemde crooner-trio: Dean Martin, Frank
Sinatra en Sammy Davis Jr.
En de boot....... hij cruisde voort.
Het is niet mogelijk om in bed te
blijven als we in de vroege ochtend zeer langzaam vlakbij een prachtige
kustlijn varen. Dit moet de kust van Kroatië al zijn.
Terwijl het schip in de haven van Dubrovnik wordt binnengeloodst staat
er in de ruime ontbijtzaal een uitgebreid ontbijtbuffet klaar.
Thuis voor de computer, in het reisbureel en ook hier aan boord kan je
een keuze maken uit een gevarieerd aanbod aan excursies. In elke
aanlegplaats van de cruise kan je kiezen tussen tal van begeleide
excursies, ofwel kies je voor een individuele uitstap of je blijft
gewoon aan boord. We zijn aangenaam verrast door de vlotheid en
efficiëntie waarmee de vele passagiers aan wal worden gebracht.
Op deck 1 gaan we met onze seapass door de douane. Wij kiezen om de
stad individueel te bezoeken en stappen in de klaarstaande shuttlebus
die ons naar de historische binnenstad brengt.
Dubrovnik is een compleet onmuurde vestingstad en staat op de
werelderfgoedlijst van de UNESCO. Tijdens de Kroatische
onafhankelijksoorlog in 1991 werden de vestingsmuren en historisch
centrum door het Joegoslavische leger vanuit de bergen zwaar onder vuur
genomen en erg beschadigd. De stad en de omwalling zijn helemaal in hun
oude glorie hersteld en opnieuw ligt Dubrovnik zeer fotogeniek te
blinken in de zon.
We maken een wandeling over de twee kilometer lange vestingsmuren,
helemaal rond de stad. Zeer indrukwekkend. De muren zijn tot wel 25
meter hoog en bieden een mooi, weids panorama over de vernieuwde daken
met hier en daar een kerk met koepel.
We dalen af naar de hoofdstraat van de oude stad: 'de placa' met zijn
souvenirswinkels, statige kerken, sfeervolle pleintjes, nauwe steegjes
en leuke restautants.
Aan de haven is het druk. Je kan er met een 'piratenboot' een rondvaart
maken. Dubrovnik is heel fotogeniek. Dat weet blijkbaar ook een oude
man dat met een uniek fototoestel uit de jaren stillekes plaatjes
schiet.
'En ze zijn nog danig goed van kwaliteit' zo vertelt hij ons.
In de namiddag nemen we de shuttlebus terug naar de boot. Bij het aan
boord gaan registreert een computer onze seapass en wordt de handbagage
telkens gescand. Veiligheid voor alles. Om 18 uur stipt varen we af.
Wachten op telaatkomers wordt niet gedaan. Diegenen die nu niet aan
boord zijn hebben grote pech.
's Avonds tovert de chef-kok geassisteerd door sous-chefs, koks,
patissiers en keukenhulpjes, samen 150 man sterk, een culinair festijn
op de borden van de bijna 2000 opvarenden.
De volgende bestemming is Kusadasi in Turkije waar we overmorgen zullen aanleggen.
Na een korte vlucht landen we even na
acht uur 's morgens op de Marco Polo luchthaven van Venetië. De meeste
passagiers haasten zich naar de boottaxi's die vanaf de luchthaven
regelmatig over en weer varen naar de belangrijke aanlegplaatsen in de
historische binnenstad.
Wij moeten naar de cruiseterminal en daar rijdt een lijnbus naartoe. Na
een halfuurtje rijden langs een saaie baan die helemaal niet Venetiaans
aanvoelt, komen we op de Piazzale Roma, een groot plein waar talrijke
lijnbussen een halte hebben. Hier stappen we over op de shuttle bus van de
rederij, die ons in luttele minuten tot bij de cruiseterminal brengt.
En daar ligt hij dan: 'The Splendour of the seas' van de Royal
Caribbean line onder de vlag van Nassau, de hoofdstad van de Bahamas.
Met zijn 264 meter lengte en 11 dekken hoog is 'The Splendour' één
van de kleinere cruiseschepen. Het is nog maar 10 uur en daar staan we al nietig te wezen vlak voor
deze kanjer van een cruiseboot. De afvaart van onze Middenlandse zee
cruise is pas om 17 uur in de namiddag, dus zullen we nog veel geduld
moeten oefenen, dachten we. Niets is minder waar. Terwijl de passagiers
van de binnengelopen cruise nog volop aan het uitschepen zijn kunnen wij
onze valiezen al inchecken. Die zullen we pas straks terugzien in onze
kajuit. Bedienden van de rederij zijn volop in de weer een grote
vertrekhall in orde te brengen om de bijna 2000 passagiers vlot te
laten inchecken. Inmiddels is de rij wachtenden al aanzienlijk gegroeid
en kort voor 11 uur begint de inscheping. Juist zoals op een luchthaven
worden paspoorten en documenten nagekeken en de handbagage gescant. We
ontvangen een seapass, een plastiek kaartje, gelijkend op een
identiteitskaart, dat onze gegevens bevat. We zullen die kaart de
volgende week gebruiken telkens we aan wal gaan, terug aan boord komen,
als kajuitsleutel, als betaalkaart aan boord.....
Even later zwaaien de deuren open en stappen we het schip op. Onze
kajuit is op deck 7 en pas om 14 uur klaar. Alle tijd dus om aan een
grondige verkenning van het schip te beginnen. Met grote ogen kijken we
rond en verbazen ons over de grootte en luxe van dit drijvend 5
sterren hotel. Een overdadig lunchbuffet staat voor ons opgesteld in het
Windjammer café. De Mexicaanse griep was toen al in aantocht en als
voorzorg staan pompjes met handgel aan de ingang van het restaurant.
Het is tijd om ons naar deck 7 te begeven en onze kajuit op te zoeken.
Da's niet mis! De kajuit is erg ruim, heeft een verzorgde badkamer, een
salon en een groot schuifraam met balkon. Op TV worden we verwelkomd
en er op attent gemaakt dat er om halfvijf stipt een verplichte
evacuatie oefening wordt gehouden waaraan iedereen moet deelnemen ....
in reddingsvest. Glashelder wordt in een TV spot uitgelegd hoe je de
life jacket aantrekt en op welk punt we moeten verzamelen. Ik krijg
bijna de slappe lach als je, stipt op tijd, jong en oud ziet toekomen
allen gekleed in een flaterende knaloranje reddingsvest mét pillamp en
bijpassend fluitje. Sommige passagiers hebben het reddingsvest wel
achterstevoren aan en worden geholpen door het gedienstige personeel.
Een komisch zicht van een weldoordachte reddingsoperatie. Gelukkig is
het bij die korte oefening gebleven en hebben we een ganse week
gecruisd over een rimpelloze zee.
Drie loeiharde signalen uit de scheepshoorn kondigen het vertrek uit
Venetië aan. Matrozen gooien de armdikke touwen los en langzaam maakt
de boot zich los van de kade. Honderden passagiers staan op de
buitendekken 9 en 10 en bewonderen het gekende Venetiaanse panorama dat
traag voorbijglijdt. De dominante 98 meter hoge Campaniletoren, het
Dogenpaleis en de rijke palazzi.
Vanop het San Marcoplein zwaaien mensen naar het witte cruiseschip en zijn blijgezinde passagiers. Zeer indrukwekkend.
Het avondmaal kunnen we gebruiken in het informele Windjammer café in
buffetstijl of in 'The King and I', een sfeervol Thais gedecoreerd
restaurant met tafelbediening. In 'The King and I' zijn er twee
seatings; om 18.30u en om 21u.
In een ruime theaterzaal kunnen we elke avond genieten van een andere
proffecionele show, shows gemaakt en gebracht door artiesten die heel
wat in hun mars hebben.
Terug in de kajuit ligt op het kingsize bed een cruise compass krantje.
Daarin lezen we de aktiviteiten aan boord en aan wal voor de volgende
cruisedag. Buiten zien we niks, alleen de verlichting van de boot
weerspiegelt in het donkere water. Op kanaal 25 van de TV kan je de
vaarroute schematisch volgen. Venetië ligt al een heel eind achter ons
en we varen gestaag tegen een gemiddelde snelheid van 37 km per uur
over de Adriatische zee richting Kroatië.
Met
spijt in ons hart staan we in de vroege ochtend aan de canyonrand en
kijken nog een laatste maal naar de enorme canyonkloof. Dit panorama
hebben we al zo dikwijls in reisgidsen, tijdschriften en op internet
gezien, maar de werkelijkheid overtreft de allermooiste foto !
En dan is het tijd om ons klaar te maken voor de laatste grote rit,
terug naar Las Vegas. We nemen Highway 64, van de Grand Canyon village
tot de stad Williams, honderd kilometer lang en kaarsrecht. Tussen de
stadjes Seligman en Kingman volgen we een deel van de historische Route
66. Dit is slechts een klein stukje van deze zeer bekende route. Gans de
Route 66 is 3940 kilometer lang en loopt van Chicago tot Santa Monica.
Op 54 kilometer van Las Vegas ligt de reusachtige Hoover stuwdam. Hij
werd gebouwd in de jaren dertig en is genoemd naar de 31ste president
van de Verenigde Staten, Herbert Clark Hoover. De 222 meter hoge dam
moet overstromingen voorkomen die veroorzaakt worden door
onvoorspelbare waterstijgingen van de machtige Colorado rivier.
Zeventien reusachtige generatoren leveren electriciteit voor de staten
Nevada, Arizona en een deel van Californië. Zonder deze dam zouden de
neonreklames in Las Vegas donker blijven. Het reusachtige stuwmeer (
645 vierkante kilometer groot, 185 kilometer lang en 180 meter diep ) dat ontstond heet 'Lake Mead', een recreatiegebied voor allerlei watersporten.
Kort nadat we dit gigantische bouwwerk op foto en video hebben
vastgelegd, komen we terug in de gokstad Las Vegas. Na een canyontour
van ongeveer 2300 kilometer die ons door de staten Nevada, Utah en
Arizona bracht is de cirkel rond.
We hebben nog één overnachting gepland in het in piramidevorm gebouwde
casino-hotel 'Luxor'. Juist zoals in Egypte wordt het bewaakt door een
inmense sfinx. Tijdens onze laatste avondwandeling door flikkerend Las Vegas openen we
op een computer, midden een bos gokautomaten, een mailtje van het
thuisfront met als bijlage... de eerste foto van onze eerste kleinzoon
' Maurice'. Vandaag is Maurice al een flinke kleuter van 3 jaar !
De terugreis verloopt vlekkeloos. In vier uur vliegen we van Las Vegas
naar Atlanta. De transatlantische vlucht duurt bijna acht uur.
Gelukkig, voldaan en met een flinke jetlag landen we 's anderendaags op
Brussel nationaal. Nog dagen zijn we om 3 uur 's nachts
klaarwakker geweest, om in de namiddag om te vallen van de slaap. Da's
jetlag, en dat gaat vanzelf weer over. Wat niet overgaat zijn de
karrevracht mooie herinneringen aan deze prachtige reis.
Ik heb ze voor onszelf én voor U, beste lezer, in deze blog trachten te beschrijven.
Wenst U al onze foto's van deze overgetelijke rondreis te bekijken surf dan naar:
seniorennet - fotoalbum - categorieën - reizen en vakantie - Noord-Amerika - de westkust in de VS
De
schitterende canyon laat zich langs vele kanten bewonderen. Op de west
rim drive, een gedeelte dat in de zeer drukke zomermaanden verboden is
voor particuliere voertuigen, rijdt een hop on, hop off shuttlebus. De
eindhalte is Hermit's Rest, dertien kilometer westelijk van het dorp.
Onderweg stopt de bus achtmaal aan de meest interessante uitkijkpunten.
Vanaf de Bright Angel lodge daalt een wandelpad kronkelend naar de
bodem van de canyon, 1200 meter diep. Deze tocht is zeer zwaar en je
moet over een uitstekende fysieke conditie beschikken. Misreken je
niet, je doet hier net het omgekeerde dan wat je in de bergen zou doen.
Je daalt eerst af en als je al moe bent, wacht er nog een zeer lastige
beklimming. De canyon is zeer aantrekkelijk maar elk jaar opnieuw eist
hij mensenlevens. Ook nu hangen er her en der affiches om
uit te kijken naar een jonge vrouw die van een moeilijke trektocht in
de canyon niet is teruggekeerd. Parkrangers vertellen dat het
onontbeerlijk is om voldoende voedsel en veel water mee te nemen, niet van
de wandelpaden af te wijken en de steeds wisselende weersomstandigheden
in de canyon nauwlettend in 't oog te houden. Zoniet is deze
avontuurlijke tocht riskant, zelfs gevaarlijk.
In het stadje Tusayan, slechts dertien kilometer ten zuiden van de
canyon, staat het Grand Canyon IMAX theater. In deze filmzaal wordt op
een reuzenscherm de film 'Grand Canyon, the hidden secrets'
geprojecteerd. De film vertelt het waar gebeurde verhaal van Majoor
John Wesley Powell die in 1869 een eerste expeditie leidde en de woeste
Colorado rivier afvoer over de gehele lengte van de canyon. Hij bracht
de inmense kloof in kaart. De film is ook hier in België op DVD
verkrijgbaar maar het IMAX effect, alsof je mee in de aktie zit, kan je
op je televisietoestel niet verkrijgen.
Nog vanuit Tusayan organiseert de firma 'Papillon' helicoptervluchten
boven de canyon. We checken in voor een vlucht van een half uur. Naast
de tarmac wachten we op onze vlucht, terwijl we de af- en aanvliegende
helicopters gadeslaan. Juist voor de middag nemen we plaats in een
witgele helicopter met panoramische ramen. Rakelings scheert het
toestel over de bomen en plots gaapt er een enorme diepte onder ons. We vliegen
over en tussen de canyonwanden. Op onze koptelefoon klinkt aangepaste
muziek en een boeiende uitleg. Veel te snel is deze supermooie tocht voorbij.
Op 28 maart 2007 is er aan de westkant van de canyon, daar waar de
Hualapai indianen wonen, nog een spectaculaire attraktie voor het grote
publiek geopend: de Grand Canyon skywalk. Een ovale loopbrug met
glazen(!) wanden en een glazen(!) vloer, steekt ongeveer 20 meter over de
gapende canyonrand. We kunnen het (nog) niet proefondervindelijk beschrijven,
maar ons lijkt het sensationeel!! We
hebben de canyon op verschillende manieren bekeken. Vanop de rand,
vanuit de lucht, op film en in 't echt. Onnodig te vertellen dat we
ogen tekort kwamen om deze fascinerende canyon in ons op te nemen. We stonden 's
morgens,'s middags en 's avonds aan de canyonrand, uitkijkend over
steeds weer dezelfde kloof, maar telkens zo anders !
Als we gaan dineren in de canyonlodge steekt er plots een kort onweer op.
Het regent ! Dat hebben we op onze rondreis nog niet gehad !
Een
staalblauwe hemel kondigt weer een mooie dag aan. Daar, aan de overkant
van de 12 kilometer brede kloof ligt de zuidrand, duidelijk en scherp
te blinken in de zon. Om er met de wagen te geraken moeten we wel een
slordige 342 kilometer rijden ! Maar de weg is uitstekend,
spectaculaire panorama's wisselen mekaar af.
Voorbij het stadje Cameron begint de eindspurt naar de Grand Canyon. We
rijden over de Little Colorado rivier, een zijrivier van de grote broer,
en slaan rechts highway 64 in. Een groot bord met daarop 'You're
entering Grand Canyon national park' kondigt aan dat we dra aan de
canyon zullen komen. Het feest kan beginnen. Voortdurend gaat onze blik
naar rechts. Verschillende uitkijkpunten nodigen uit tot stoppen,
uitstappen, bewonderen en fotograferen.
Desert view met de Watchtower, Lipan point, Moran point, Grandview point en Yavapai point
zijn plaatsen waar we telkens een subliem vergezicht hebben over een
deel van de canyon.
En zo komen we aan in het Grand Canyon village, hét toeristische
centrum aan de zuidrand. Een gans dorp, aangelegd om de toeristenstroom
op te vangen. Hier zijn alle voorzieningen voor een aangenaam verblijf.
Hotels (ondermeer het befaamde El Tovar hotel), lodges, een
kampeerplaats, een supermarkt, souvenirswinkels, geneeskundige zorgen,
een benzinestation, een postkantoor...zelfs een treinstation. Vanuit het stadje Williams, 100 kilometer ten
zuiden van de canyon, kan je in tweeënhalf uur met een far-west
stoomtrein naar de canyon sporen. Bij aankomst en vertrek horen we hem
fluiten en toeteren zoals in de goeie ouwe tijd.
We hebben twee overnachtingen geboekt in de 'Thunderbird lodge'
dichtbij de canyonrand. Hier aan de south rim is zoveel leuks te
beleven dat het doodzonde zou zijn om er maar even bij stil te staan !
Ik ben Jos Dom, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jodo.
Ik ben een man en woon in Edegem (Belgie) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 14/04/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Reizen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek