Ik ben Gisela Altruye, kantdocente en al 35 jaar bezeten van Kant. In 1979 ben ik gestart met kantgroep "Terug naar 't kantkussen" en tot op de dag van vandaag zijn er nog altijd dames die reeds komen van in het begin.
Zoeken in blog
Gezien in Ieper
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Chantilly Lace
Spaanse kantkussens in het Begijnhof van Diest
In Spanje is men gek op kantklossen en hun creativiteit kent geen grenzen!!
"de klantklosster" van Sveltlana Pavlickova, bekeken door de ogen van Hilde. Eigenlijk is Hilde wel een stukje "kunstenaar" want zonder al te veel technische bagage klost ze in het verre Turkije toch mooie kantwerken.
Rosaline is het pareltjeonder de bloemenkanten !!
Deze kantsoort is ontstaan rond het einde van de 19é eeuw en werd geklost tot ongeveer 1955. Het Land van Aalst was het Mekka van deze prachtige kant.
Kenmerkend is het 3- of 5-bladig roosje ,versierd met openluchtjes, dat meestal een guirlande vormt. De grond bestaat uit spijltjes (vlechtjes) al of niet voorzien van een inkeloog.
Er zijn 2 soorten Rosalinekant : 1. de platte Rosaline
2. de geparelde Rosaline
De geparelde Rosaline of Rosaline Perlée dankt zijn naam aan het kleine pareltje, met de naald gemaakt ,dat in het hartje van het bloempje genaaid wordt.
Bij Rosaline wordt nooit een sierdraad gebruikt, de verschillende motiefjes worden meestal in linnenslag gewerkt. Soms eens in halve slag.
Bij blaadjesen motiefjes klost men aan de kant reliëfstreepjes, ook wel borduurseltjes genoemd.
Het is dank zij Kantatelier Rozemarijn te Aalst en onder het impuls van mevr.Gie Moors , dat de Rosaline vandaag de dag nog altijd vervaardigd wordt!!
Zoals Vlaanderen beschouwd wordt als de wieg van de kloskant, is men het er over eens dat de naaldkant in Italië is ontstaan. Zeker weten we dat echter niet.
Uit het "gesneden werk" de RETICELLA zou de Venetiaanse naaldkant ontstaan zijn.
Venetiaanse naaldkant is een stevige, tamelijk grove kant. De sierlijke motieven zijn onderling verbonden door gefestonneerde spijlen, voorzien van picots.
Kenmerkend is wel dat de motieven zware omrandingen hebben.Vroeger gebruikte men paardenhaar om de randen op te vullen en zo reliëf te verkrijgen.
De eerste naaldkanten hadden geometrische motieven (cfr gesneden werk) om nadien te evolueren naar doorlopende ranken waaruit bloemen en bladeren ontspringen.
Door het gebruik van vele siergronden, krijgt de Venetiaanse naaldkant een luchtiger uitzicht.
Het centrum van Venetiaanse naaldkant situeert zich op het eiland BURANO waar men heden ten dage nog altijd kantwerksters aan het werk kan zien.
Foto : Kraag met boord in Reticellakant en Punto in Aria (punt in de ruimte).
Lierse Kant Lierse kant is een 19é eeuwse kantuitvinding.
Men bewerkte rond het midden van de 19é eeuw enorm grote stukken tule voor gordijnen, alben, communiebanken, sluiers enz.
Dit kantvolume was financieel niet haalbaar voor klos- en naaldkant.
Werkwijze Lierse kant wordt geborduurd met een haak of naald op mechanisch geweven tule. Deze tule wordt eerst op een borduurraam gespannen zodat de mazen open zijn.
Dan tekent men het ontwerp op de tule.
Schaduwen en perspektief bekomt men door te werken met katoenen draad in verschillende diktes en door de speling en trekkracht van de hand op de draad.
In Lierse kant komen veel bloemen en gronden voor, steeds uitgevoerd in kettingsteek die, op verschillende manieren verwerkt, een mooi resultaat geeft !
Zo bekom je Lierse haak-naaldkant !!
Lierse kant : *is uniek en niet na te maken door naald- of kloskant. *heeft een zeer eigen stijl en tekening en uitwerking. *verhoogt in waarde naargelang de motieven en siergronden. *is universeel aanvaard als kant. Bron : Liers Cultuuratelier
Point de Paris of Parijse kant is, in de 18é eeuw, ontstaan in de omgeving van de Franse hoofdstad maar het is vooral Turnhout dat zich ontpopte als het centrum van Parijse kant bij uitstek !!
In de 18é eeuw waren er,in Turnhout,zon duizendtal kantwerksters geregistreerd die deze prachtige kant vervaardigden!
Parijse kant wordt daarom ook wel Turnhoutse kant genoemd.
Enkele kenmerken
Parijse kant is een kantsoort met doorlopende draden.
Het voornaamste kenmerk is de zeshoekige tralie, gevormd door het elkaar kruisen van driehoeken.
De tekeningen bestaan meestal uit bloemen, bladeren, ranken en dierenmotieven. De motieven worden uitgevoerd in linnenslag met een sierdraad errond. Verschillende siergronden tussen de motieven verfraaien het geheel.
Het is een stevige kant, vooral gebruikt voor tafellinnen en altaarkleden.
Milanese kant Milanese kant heeft een grotere verscheidenheid aan decoratieve slagen binnen het lint, dan gelijk welke andere kant.
Het is deze verscheidenheid,die aan de barokke stijl van zijn ontwerpen wordt toegevoegd, die Milanese tot de mooiste van de Italiaanse kanten maakt.
In de vroegste voorbeelden werd er gewerkt met zilver engouddraad en daarom is er zeer weinig overgebleven,waarschijnlijk smolt men de kant voor zijn waarde aan goud en zilver.
Maar het weinige dat gebleven is toont ons,hoewel decoratief,dat het vroegere werk niet die variatie aan versieringen kende als het latere kantwerk ,geklost met linnengaren.
Met de komst van het veel soepeler vlas, kon men in de linten ook meer versieringen aanbrengen zonder dat de draadvoortdurend brak.
De 17é eeuw was de bloeiperiode van de Milanese kant.
De motieven bestonden hoofdzakelijk uit sierlijke krullen,bloemen en bladvormen maar de schoonheid van de kant kwam toch het meest tot uiting door zijn prachtige versieringen binnen de linten.
Milanese kant werd voornamelijk geklost voor kerkgewaden en altaarkleden.
De onderwerpen waren meestal klassieke en bijbelse taferelen.
Maar de kant werd ook gemaakt voor de adel die in de ontwerpen wapenschilden en speciale gebeurtenissen lieten aan bod komen.
De hedendaagse Milanese kant heeft een heel anderelook gekregen maar de sierlijke linten zijn gebleven.
Vlaanderse kant is gegroeid uit de Oud-Vlaamse kantsoorten in de 17é eeuw.
Uit die 17é eeuwse kanten is een typische tralie ontstaan,tamelijk vierkant van uitzicht,de zogenaamde Vijfgaatjesgrond of Vlaanderse tralie.
In de Oud-Vlaamse kanten,vooral diegenen die in het Antwerpse zijn geklost,werd deze tralie heel veel gebruikt maar dan hoofdzakelijk in gewrongen slagen gewerkt.
Een Vlaanderse tralie in gewrongen slagen ziet er zwaarder en steviger uit dan de hedendaagse versie die een lichter uitzicht heeft omdat hij deels in gewrongen en deels in halve slagen geklost wordt.
De tekeningen in de Vlaanderse kant worden ontleend aan de natuur.Meestal zijn het bloemen,ranken en dieren .
De motieven worden in linnenslagen gewerkt maar soms ook afwisselend in half linnen om het geheel lichter te maken.
In de hedendaagse Vlaamse kant wordt het volwerkafgeboord met een ring en een sierdraad.
In de vroegere kanten ,uitgezonderd de Mechelse,werd er geen sierdraad verwerkt.
Vlaanderse kant is een kantsoort met doorlopende draden .
In het werk komen veelvuldige versieringen voor,zoals grote en kleine sneeuwvlokken en openluchtjes.
Aan de buitenrand wordt er steeds met inkelogen gewerkt.
Talrijke ontwerpen kregen kleurrijke en folkloristische namen.Denken we maar aan : t Blompotje, d hoge brugge, den Aap,t Vliegmachientje,t Kloefje,t Pastershoedje enz.
Blonde is een Franse kant die in de 18é eeuw geklost werd in Bayeux, Caen en Chantilly.
"Blonde" dankt haar naam aan de specifieke kleur van de Nanking zijde, lichte beige Chinese zijde, waarmee de kant werd geklost.
Het is een zeer delicate tulekant die nauw verwant is met de Chantilly.
De florale motieven zijn in linnenslag uitgevoerd en hebben een zwaar satijnachtig uitzicht omdat de reizigers (inslagdraden) dikke, zijden draden zijn.
De hangende draden ( kettingdraden ) zijn de fijne draden van de tule.
De motieven worden omlijnd door een sierdraad.
Openluchtjes en siergronden verfraaien het geheel.
In België wordt er nog weinig Blonde geklost.
In Frankrijk echter, de streek rond Caen, is Mevr. Claudette Bouvot, een specialiste op het gebied van Blonde de Caen.
Ze heeft dan ook een mooie website, heeft al verschillende kantboeken uitgegeven en was zo vriendelijk mij enkele van haar fotos ter beschikking te stellen.
Chrysantenwerk Chrysantenkant is ontstaan uit het bloemwerk en is dus ook een " Bloemenkant " maar met specifieke kenmerken.
Kenmerken :
Het volwerk bestaat uit bloemen, Chrysanten, die worden gevormd door linten. Elk Chrysantenbloemblad wordt in 2 keer gemaakt. Het ene deel van het lint wordt in linnenslag of halve slag gewerkt. Het andere deel steeds in " doorsneden " spinnen. Het geheel wordt opgevuld met vlechten met inkelogen. ( grondwerk )
Als voorbeeld heb ik enkele kleine stukjes uitgewerkt, in zijde, maar een echt Chrysantenwerk is in aantocht !!
Belofte maakt schuld...hier een foto van een " echt " Chrysantenwerk. Zoals je kunt zien heeft deze kantsoort zijn naam niet gestolen want de bloem gelijkt sterk op die mooie "kerkhofbloem".
Chantilly-kant is ontstaan in de omgeving van Chantilly, nabij Parijs en kende een enorm succes.
Later werd deze kant ook te Caen, te Bayeux in Normandië en het Belgische Geraardsbergen vervaardigd.
Kenmerken
Het meest typische kenmerk van Chantilly-kant is wel dat ze wordt geklost in zwarte zijde en zeer uitzonderlijk in witte zijde.
De tulegrond wordt op dezelfde manier gewerkt als bij de Rijselse en Beverse kant.
De zeer mooie, meestal florale motieven, zijn geklost in halflinnen en omgeven door een sierdraad.
Lichte siergronden, tussen het volwerk, fleuren het geheel op.
In Chantilly-kant maakte men vaak hele grote stukken zoals stolas, mantillas, jurken,enz. Dan werd de kant in delen geklost en later werden de verschillende delen met een onzichtbare steek aan elkaar gehecht.Deze verbinding noemt men raccroc steek.
Het is op die plaats echter dat de oude kanten eerst stuk gaan.
Chantilly is een kantsoort die heel veel machinaal vervaardigd is !
De zijden Chantilly-kant moet met veel zorg bewaard worden nl niet té veel licht want anders versterft de zijde en valt de kant uiteen.
In Geraardsbergen is er een museum waarin prachtige stukken te bezichtigen zijn. Momenteel is het echter gesloten.
Koninklijke kant genoemd omdat hij aan het Franse en Engelse hof zo veel succes kende !
Het grondwerk is een zeshoekige tralie en de motieven , geklost in linnenslag, zijn omgeven door een sierdraad.
De zeer fijne motieven,meestal ontleend aan de natuur, waren zeer onderhevig aan de mode.
De pracht en de verfijning van de Mechelse kant wordt benadrukt door de vierkante kunstslagen en de siertralies,die het hartje van de bloemen versieren.
Ten tijde van Napoleon waren het voornamelijk strooimotiefjes die de boventoon voerden.
Gedurende verschillende jaren werd er geen of weinig Mechelse kant geklost maar dank zij de inzet van Mevr. Rita Thienpondt behoort deze prachtige kant niet langer tot het verleden en worden er weer cursussen gegeven ! Het voorbeeld is een prachtig stukje oude kant.
Dit is een oud stukje Duchesse kant ! Prachtig geklost met ragfijne draad. Vandaag de dag worden zulke kanten niet meer gemaakt en daarom ben ik reuze blij dat ik een stukje in mijn bezit heb.
Zulke staaltjes zijn soms te koop in een kantwinkel.
Oude kanten worden versneden, de goede stukken worden er uit gehaald en verkocht. Zo blijft er toch nog iets over van de vroegere kantrijkdom!!
Anekdote :
Een vriendin ging, een 25 jaar geleden, het altaarkleed bewonderen in de Gentse Sint-Baafs kathedraal. Een non was bezig met het poetsen van de koperen kandelaars. Tot grote verbazing en ontzetting van mijn vriendin, was het vod een stuk van een priesterkleed met een stuk kant aan!!!
Voor de non had dit geen waarde, het was gewoon een versleten stuk stof. Maar ze toonde haar goed hart en heeft het vod aan mijn vriendin gegeven.
Een berichtje in mijn gastenboek doet altijd plezier maar liefst geen buttons van meer dan 40.000 KB want die vertragen het blog !
Omdat ik hen zo mooi vind !!!!
Thomas Woolner
Camino 2005
De voettocht van mijn man, Theo, naar Santiago de Compostela wordt stap na stap beschreven op zijn blog !! Interesse ? Kijk dan naar : http://blog.seniorennet.be/camino2005