Ik ben Gisela Altruye, kantdocente en al 35 jaar bezeten van Kant. In 1979 ben ik gestart met kantgroep "Terug naar 't kantkussen" en tot op de dag van vandaag zijn er nog altijd dames die reeds komen van in het begin.
Zoeken in blog
Gezien in Ieper
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Chantilly Lace
Spaanse kantkussens in het Begijnhof van Diest
In Spanje is men gek op kantklossen en hun creativiteit kent geen grenzen!!
"de klantklosster" van Sveltlana Pavlickova, bekeken door de ogen van Hilde. Eigenlijk is Hilde wel een stukje "kunstenaar" want zonder al te veel technische bagage klost ze in het verre Turkije toch mooie kantwerken.
Jaren geleden heb ik eens een liedje gehoord van Will Tura, waarin hij het leven van een kantwerkster bezong. Ik heb toen dat bandje gekocht, heb het grijsgedraaid maar daarna uit het oog verloren.
Nu was ik er al een tijdje naar op zoek maar helaas het was verdwenen!!! Tot deze morgen, ik deed mijn beklag bij mijn echtgenoot en wat kwam er te voorschijn? Inderdaad het bandje met het betreffende liedje.
Ik heb de tekst nu genoteerd en geef hem jullie graag mee.
M. Goth(1873-1944) Kantklosster bij venster, Olieverf op doek, 60 x 50 cm.
Ik noem haar mijn tuinvriendin want samen hebben we al menig uurtje gevuld met tuinpraatjes ! Zij heeft groene vingers en als ze een stekje in de grond steekt je raadt het al, HET GROEIT!!!
Omdat haar tuin, volgens mij, toch al vol staat met alle mogelijke planten en struiken, heb ik deze keer haar initiaal geklost. Ze zal er reuze blij mee zijn, dat weet ik zeker, want ze houdt heel veel van kant.
Een eigen zegel aanmaken is één van de diensten van de POST.
Het is een leuke manier om je briefwisseling een persoonlijke touch te geven want zeg nu zelf een stukje Chantilly kant oogt toch beter dan koning Albert, nietwaar!
Het klosje is meestal een houten of benen (ivoor) spoel waarop de kantwerkster het garen windt zodat er kan geklost worden.
De vorm en de grootte zijn afhankelijk van de kantsoort en de dikte van het garen.
In de vroegere kantscholen zat er vooraan in de klas een windster die niets anders deed als klossen opwinden met een molentje. Als één van de kinderen zijn hand opstak, gaf de windster onmiddellijk een nieuwe klos zodanig dat er geen tijd verloren ging.
Tegenwoordig worden klossen ook uit andere materialen gemaakt, zelfs uit plastiek, maar dat zijn meestal sierklossen.
Er werd op Malta al in de 18de eeuw kant geklost. Op een schilderij van de plaatselijke schilder, de Favray, is een kantklosster afgebeeld samen met een dame uit de hogere klasse wiens kledij prachtig versierd is met kant.
De kantklosster werkt op een langwerpig kussen zoals dat nu nog steeds het geval is in Malta en Gozo.
In de 19de eeuw bracht lady Hamilton Chichester, Genuese patronen en kantwerksters op Malta om het klossen aan te leren. De typische Maltese kant was erg in de mode. Oorspronkelijk gebruikte men zwarte zijde uit Barcelona maar onder invloed van de mode veranderde het in crémekleurige zijde.
Het was vooral in de weeshuizen van Gozo dat de Maltese kant werd geklost.
Maltese kant is vooral bekend om zijn geometrische figuren en een overvloed aan bladvormige kunstslagen. Karakteristiek is ook het achtpuntige Maltezer kruis, symbool van de ridderlijke deugden :
ijver, gehoorzaamheid, rechtvaardigheid, ootmoed, wijsheid, liefde, bezonnenheid en dapperheid !
Maltese kant is tamelijk eenvoudig te klossen, lag goed in de markt en werd daarom veel geïmiteerd nl in :
Le Puy, Barcelona, Italië, de Engelse Midlands en in mindere mate in België.
Alhoewel Italië vooral bekend staat als de bakermat van de naaldkant, met Burano als voornaamste centrum, werd er ook veel kloskant vervaardigd.
Steden zoals Genua en Milaan waren toonaangevend op het gebied van kloskant.
Op het einde van de 17de eeuw lieten de eerste tekenen van de malaise zich voelen. Colbert verbood radicaal om Italiaanse kanten in te voeren.
Toch heeft de Genuese kant de eeuwen getrotseerd.
Het was een soort Milanese kant die echter Genuese kant werd genoemd.
Ook de steden Rapallo en Santa Margherita, aan de Ligurische kust, waren belangrijke kantcentra. Het waren vooral de vrouwen van de koraalvissers die kant klosten. Getuige hiervan is de boekhouding van de parochiekerk, waarin vooral giften van koraalnetten en kanten zijn opgenomen. (1592)
Voor de grove kant met weinig klossen gebruikte men zware , bolvormige klossen.
Voor de fijne kant, dikwijls geklost met zijde, gebruikte men dunne, rechte klosjes.
In de 16de en 17de eeuw was Denemarken een welvarende mogendheid die
grote winsten haalde uit de tol die vreemde schepen moesten betalen voor een doorgang naar het zuiden.
Tønder ontpopte zich als een toonaangevend kantcentrum en is dat tot op heden gebleven.
Het zouden Vlaamse vluchtelingen geweest zijn die de kloskant naar Denemarken gebracht hebben.
De Nederlanden en Denemarken onderhielden belangrijke relaties op politiek, economisch en artistiek gebied.
Een lijkrede uit 1596 vermeldt dat adellijke dames kant leerden klossen in Lutheraanse kloosters.
Tønder ontpopte zich als een toonaangevend kantcentrum en is dat tot op heden gebleven.
Het is dus vooral de Tønderkant die bij ons bekend is. Wat de techniek betreft, leunt hij sterk aan bij de Rijselse kant maar met een eigen karakter, getypeerd door een rijke variatie van bloemen en ornamenten.
Vroeger klosten de werksters meestal heel hun leven het zelfde patroon dat dan ook hun naam kreeg.
De klosjes uit Tønder zijn heel mooi. Zeer fijn en dun. Het bolvormige uiteinde wordt versierd met kleurrijke pareltjes om de sleet van de klosjes te verminderen.
Le Puy-en-Velay, is van oudsher een vermaard kantcentrum in Frankrijk.
Reeds vóór de 17de eeuw kende Le Puy een bloeiende export van kant via Holland, Vlaanderen, Noord-Frankrijk en Engeland. Grote hoeveelheden kant werden uitgevoerd, via Cadiz en Marseille, naar de Spaanse koloniën.
De kant op zich was niet zo fijn maar uitermate geschikt voor het onderlinnenen de gepijpte kragen.
In Le Puy gebruikt men nog steeds de typische zware klos met bolvormig uiteinde.
In 1685, zijn protestantsgezinde Franse kantwerksters , onder meer uit Aurillac, het land uit gevlucht en hebben zich gevestigd in de streek rond Genève. Daar is een ware kantindustrie ontstaan.
In de eerste helft van de 18de eeuw, verspreidde de kant zich over het noorden en westen van het land tot in Basel.
Het Franse hof was nog altijd gek van kant.
Om taksen te vermijden smokkelde men kanten via passen over de Jura.
In 1685 vaardigde de Duitse keurvorst, Frederik Willem, een edict uit om vluchtelingen aan te trekken. Massas Franse protestanten gingen hierop in en in Berlijn werden honderden manufacturen opgericht.
De kantnijverheid bloeide!!
Men voerde kant uit naar Polen, Rusland en Frankrijk.
Frankrijk, dat jarenlang zelf grote hoeveelheden kant uitvoerde naar Duistland, verbood nu de invoer van Duitse kanten die weliswaar geklost werden door Franse vluchtelingen.
Dit is maar een vleugje kantgeschiedenis. Ik zou nog een hele tijd kunnen doorgaan en misschien doe ik het later nog wel eens.
In Duitsland wordt ook nog veel geklost nl in het Ertzgebergte. Het zijn niet dé fijnste kanten, vandaar dat ook de klossen tamelijk zwaar zijn. Typisch is wel de klos met de huls, om het garen niet vuil te laten worden. Dit is een klos die men in België niet gebruikt
Rosaline is het pareltjeonder de bloemenkanten !!
Deze kantsoort is ontstaan rond het einde van de 19é eeuw en werd geklost tot ongeveer 1955. Het Land van Aalst was het Mekka van deze prachtige kant.
Kenmerkend is het 3- of 5-bladig roosje ,versierd met openluchtjes, dat meestal een guirlande vormt. De grond bestaat uit spijltjes (vlechtjes) al of niet voorzien van een inkeloog.
Er zijn 2 soorten Rosalinekant : 1. de platte Rosaline
2. de geparelde Rosaline
De geparelde Rosaline of Rosaline Perlée dankt zijn naam aan het kleine pareltje, met de naald gemaakt ,dat in het hartje van het bloempje genaaid wordt.
Bij Rosaline wordt nooit een sierdraad gebruikt, de verschillende motiefjes worden meestal in linnenslag gewerkt. Soms eens in halve slag.
Bij blaadjesen motiefjes klost men aan de kant reliëfstreepjes, ook wel borduurseltjes genoemd.
Het is dank zij Kantatelier Rozemarijn te Aalst en onder het impuls van mevr.Gie Moors , dat de Rosaline vandaag de dag nog altijd vervaardigd wordt!!
Zoals Vlaanderen beschouwd wordt als de wieg van de kloskant, is men het er over eens dat de naaldkant in Italië is ontstaan. Zeker weten we dat echter niet.
Uit het "gesneden werk" de RETICELLA zou de Venetiaanse naaldkant ontstaan zijn.
Venetiaanse naaldkant is een stevige, tamelijk grove kant. De sierlijke motieven zijn onderling verbonden door gefestonneerde spijlen, voorzien van picots.
Kenmerkend is wel dat de motieven zware omrandingen hebben.Vroeger gebruikte men paardenhaar om de randen op te vullen en zo reliëf te verkrijgen.
De eerste naaldkanten hadden geometrische motieven (cfr gesneden werk) om nadien te evolueren naar doorlopende ranken waaruit bloemen en bladeren ontspringen.
Door het gebruik van vele siergronden, krijgt de Venetiaanse naaldkant een luchtiger uitzicht.
Het centrum van Venetiaanse naaldkant situeert zich op het eiland BURANO waar men heden ten dage nog altijd kantwerksters aan het werk kan zien.
Foto : Kraag met boord in Reticellakant en Punto in Aria (punt in de ruimte).
Een berichtje in mijn gastenboek doet altijd plezier maar liefst geen buttons van meer dan 40.000 KB want die vertragen het blog !
Omdat ik hen zo mooi vind !!!!
Thomas Woolner
Camino 2005
De voettocht van mijn man, Theo, naar Santiago de Compostela wordt stap na stap beschreven op zijn blog !! Interesse ? Kijk dan naar : http://blog.seniorennet.be/camino2005