Détail van het kleed met een boord in Vieux Flandres.
In de derde eeuw na Christus (dus nog in de tijd dat Christenen werden vervolgd) vaardigde Keizer Valerianus een bul uit die inhield dat geestelijken, die geen afstand wilden doen van hun overtuiging, werden onthoofd.
Ook Sint Laurens, diaken (ook nu nog heeft een diaken de verantwoording voor de Kerk financiën) te Rome en vertrouwensman van paus Sixtus II, kon niet ontsnappen aan deze fanatieke heksenjacht. Hij werd opgepakt en volgens de overlevering berecht in de tempel van Antonius en Faustina op het Forum Romanum.
Bij zijn gevangenneming eiste de rechter dat hij het vermogen van de kerk, dat hij beheerde, zou afstaan. Daarop toonde Laurens de armen en de zieken voor wie hij als diaken zorgde met de woorden:xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zie daar de ware schatten van de kerk Laurens onderging de vuurdood en werd op 9 augustus 258 onthoofd. Dat lichaamsdeel bevindt zich thans in de San Lorenzo in Florence.
Volgens een legende redt Laurens nu elke zondag één ziel uit het vagevuur
Op de prent een Middeleeuwse voorstelling van de Marteldood van Sint Laurens, gedood door de hitte van het vuur.
Een intrigerend, maar zeer humoristisch gedicht uit 1658:
Daer staet den grooten martelaer Tot voorbeeld van de Christenschaer, Die voor sijn Heer de dood versmaet En leven om het leven haet, Vol moeds riep hy den rechter toe: Maek u niet meer met woorden moe, Keer om 't gebraed, maek saus gereet, Ic ben haest gaer, hoor, bloedhond, eet. Heyls brand verbrande eerst sijn hert, Dies gaff den rooster weynig smert, En branden onse herten niet, Wanneer men sulke mannen siet?
|