Het eindexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ondanks het overlijden van haar stichter-bestuurder, bleef de kantschool nog bestaan.
Mej. Roze Vergeylen nam de zware taak op zich.
Zij zorgde, het zij in mindere mate, voor bestellingen en ging de afgewerkte kanten persoonlijk in Brussel verkopen.
Rosalie reisde met de trein en werd kort voor haar dood nog beroofd van haar handtas waarin zij het geld van de verkochte kanten bewaarde.
Toen zij in 1950 plots overleed was de Zeelse kantschool haar ziel en drijfveer kwijt!
Op haar doodsprentje lezen we een eerbetoon aan deze vrouw, die samen met minister Rubbens, leefde voor de kant.
Ze heeft gelukkige jaren gekend. Haar fijn naaldenwerk vond waardering in binnen- en buitenland. Gerugsteund door een ideaal Leider, voerde ze honderden jong meisjes op in de kunst van de Zeelse kant. Wie zal ooit tellen de vele uren die ze doorgebracht heeft in het zo fijn afwerken van honderden kunstige motieven? En toch haar ideaal reikte hoger dan het vervaardigen van aards en vergankelijk naaldenwerk. Het was uitgegroeid tot een waar apostolaat : vele meisjes vonden niet alleen een werk naar hun hand, maar evenveel meisjes bewaarden in reinheid hun hart en leerden God in schoonheid dienen.
Einde citaat van het doodsprentje.
Nog enkele jaren is de naaldkant opgenomen in het programma van de beroepsschool van de Zusters van het Kapelhof te Zele.
Doch zoals ook de kloskant in de vergetelheid geraakt verdween ook de Zeelse naaldkant.
Van het levenswerk van Edmond Rubbens en Roze Vergeylen bleven nog de herinnering, een aantal prachtkanten en de leuze :
KANT
is een vrouwelijke arbeid bij uitmuntendheid!!!
Deze medaillon is een proefwerk dat werd gemaakt alvorens met het eigenlijke kantwerk te beginnen.
|