xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Van één doorsteek werden meerdere prikkingen gemaakt.
Het perkament of de karton werd op het prikkussen gespeld met daarboven de doorsteek. De prikster kon beginnen.
Als het prikwerk klaar was, tekende de prikster met Oost-Indische inkt de motieven en vullingen in. Voor de vullingen waren bepaalde merktekens afgesproken zoals bijvoorbeeld een zwart bolletje = de grote sneeuwvlok, vierkante blokjes = vierkante kunstslag (Dutse slagen).
Het patroon was klaar voor de kantwerkster.
Perkament van een Beverse kant.
|