De tent van Elias stond dicht tegen de rotswand aan de voet van een heuvelrij. Elias had deze plek zorgvuldig uitgezocht, zodat hij en zijn gezin beschermd waren tegen de wind en de kou. Hij had lang rondgezworven met zijn vrouw Sara, hun twee zonen, hun dochtertje Mirjam en grootmoeder.
De nacht was gevallen en het gezin legde zich ter ruste. Ze waren moe van de lange reis. Maar de rust was hun niet lang gegund. Midden in de nacht kwamen er herders langs, die hen wakker maakten en vertelden dat zij engelen hadden gezien. "De engelen verkondigden dat er in een armoedige stal in Bethlehem een kind geboren is, het kindje Jezus. Wij gaan erheen om het te begroeten. Gaan jullie mee?"
Ze wilden wel meegaan, maar voor grootmoeder zou de tocht veel te vermoeiend zijn. Zij moest achterblijven, en Mirjam ook.
Het waaide hard en Elias keek nog even of de tent goed vaststond. Mirjam trok aan zijn arm en riep: "Vader, neem me alsjeblieft mee. Ik wil het kindje Jezus mijn pop geven."
Maar Elias antwoordde glimlachend: "Je kunt niet met ons meegaan. Je bent nog veel te klein. Hoor je de wind? Die zal jou en je pop als een pluisje wegblazen."
Mirjam durfde niet tegen te spreken. Verdrietig ging ze met haar pop in haar armen naar grootmoeder toe. Die zou vast wel raad weten.
"Vraag de wind of hij gaat liggen," zei grootmoeder. Ongelovig keek Mirjam haar aan. "Moet ik dat aan de wind vragen? Verstaat hij me dan?" - "O ja," zei grootmoeder, "hij zal je verstaan. En hij zal je ook antwoord geven, maar je moet heel goed luisteren." Voorzichtig lichtte grootmoeder het tentdoek op en fluisterde: "Kruip hier maar onderdoor." Mirjam stopte haar pop in haar rokzak en kroop naar buiten.
Hoeoeii! De wind had Mirjam bijna omver geblazen. Met beide handen klemde ze zich aan een tentstok vast. "Wind, lieve wind, blaas alsjeblieft niet zo hard!" riep Mirjam tegen het geweldige geruis van de storm in. "Anders kan ik niet naar Bethlehem gaan. En ik wil het kindje Jezus zo graag mijn pop geven!" Mirjam luisterde ingespannen. Had de wind haar wel gehoord? Ze durfde bijna geen adem te halen.
Plotseling ging de wind liggen. Er streek nog een klein zuchtje door Mirjams haar en van heel ver weg hoorde ze een stem die zei: "Ga, kleine Mirjam. Breng het kindje Jezus je pop. Zelfs geen briesje zal je tegenhouden."
Toen Mirjam weer onder het tentdoek door terugkroop, stond haar vader voor haar. "Waar kom jij vandaan?" vroeg hij ontstemd. "Ik was buiten, bij de wind," zei Mirjam opgewonden. "Hij heeft me beloofd te gaan liggen. Nu kan ik toch mee naar Bethlehem." - "Onzin! De wind kan niet praten."
"Maar vader, hoor je niet hoe stil het buiten geworden is?" Elias luisterde. Er was werkelijk geen zuchtje wind meer te horen. "Nee, je mag toch niet mee," zei vader. "Je zult bevriezen door de vorst." Mirjam zei niets. Ze liep naar grootmoeder toe.
"Vraag de vorst of hij weggaat," zei grootmoeder. "Vlak naast de tent is een nis in de rotswand. Daar zetelt de vorst en blaast zijn koude adem over het land." Ze lichtte het tentdoek weer op en Mirjam kroop naar buiten.
Het was bijtend koud. Mirjam huiverde, maar ze ging dapper naar de nis in de rotswand. IJskristallen glinsterden aan de wanden en van alle kanten klonk het kraken en knerpen van de vorst. Mirjam raapte al haar moed bij elkaar en riep: "Vorst, lieve vorst, blijf alsjeblieft in je hol. Anders kan ik niet naar Bethlehem gaan. En ik wil het kindje Jezus zo graag mijn pop geven!" Ze luisterde scherp. Geen gekraak en geknerp meer! Van heel ver weg klonk een stem: "Ga, kleine Mirjam. Breng het kindje Jezus je pop. Ik zal me diep in mijn hol terugtrekken."
Maar haar vader vond het nog steeds niet goed dat ze meeging. "De wilde dieren zullen je verscheuren," zei hij streng. Teleurgesteld ging Mirjam naar grootmoeder toe.
Grootmoeder keek Mirjam vriendelijk aan. "Vraag de Grote Beer of hij de wilde dieren beveelt deze nacht tam te zijn. Klim maar een stukje de heuvel op, dan komt hij vanzelf naar je toe." En weer lichtte grootmoeder het tentdoek op en kroop Mirjam met haar pop naar buiten.
Hoog aan de hemel stond het sterrenbeeld de Grote Beer. Mirjam klom een stukje de heuvel op. Wat was dat? Het leek, of de Grote Beer dichterbij kwam. Ze was wel een beetje bang, maar ze riep: "Lieve Grote Beer, wil je de wilde dieren bevelen vannacht tam te zijn? Anders kan ik niet naar Bethlehem gaan. En ik wil het kindje Jezus zo graag mijn pop geven!" De Grote Beer hief zijn klauw en bromde: "Ga, kleine Mirjam. Breng het kindje Jezus je pop. Ik zal de wilde dieren bevelen tam te zijn." - "Dank je, Grote Beer," riep Mirjam. Snel ging ze terug naar de tent.
Ze wilde vertellen wat de Grote Beer haar beloofd had, maar ze kreeg de kans niet meer. Haar vader en moeder en haar broers waren al aan het afscheid nemen. Ze wilden nu zo vlug mogelijk naar Bethlehem toe. "Wees lief en help je grootmoeder," zei vader nog tegen Mirjam. Toen waren ze plotseling verdwenen.
Huilend bleef Mirjam achter. Grootmoeder sloeg haar armen om haar heen, droogde haar tranen en zei: "Jij zult ook naar Bethlehem gaan." - "Maar ik weet de weg toch niet?" zei Mirjam.
Grootmoeder trok haar mee de tent uit. Ze wees naar de hemel: "Zie je die ster, die zo helder schijnt?" Mirjam knikte. "Volg die ster, dan kom je vanzelf in Bethlehem." Mirjam drukte haar pop tegen zich aan en ging op weg, de ster achterna.
Plotseling doemde er een grote wolf voor haar op. Mirjam schrok en bleef staan. "Klim maar op mijn rug," zei de wolf vriendelijk, "ik zal je dragen."
Toen klom Mirjam vol vertrouwen op de rug van de wolf. "Houd je goed vast, anders val je," zei de wolf. Met grote sprongen gingen ze op weg naar Bethlehem.
De ster scheen steeds helderder. En daar was de stal! "Dank je wel, lieve wolf," fluisterde Mirjam en ze streelde het dier dat haar zo snel en veilig door de nacht gedragen had. Toen ging ze naar de stal.
Voor de deur stonden Sara en Elias en haar twee broers. Mirjam aarzelde. Maar haar vader wenkte haar naderbij en nam haar bij de hand. Toen zag Mirjam het kindje Jezus. Ze ging naar de kribbe en legde haar pop in het stro. Het kindje lachte. Dat maakte Mirjam heel blij, en de anderen deelden in die vreugde.
Jij mooi versierde kerstboom wat sta je er stralend bij Je lampjes geven een mooi licht de ballen sieren je mooie groene takken
Kinderen hebben je mogen versieren het was voor hen een ware droom ze hebben gezongen voor jou o, dennenboom, o dennenboom samen dansde ze rond je en hadden enorme pret
Maar straks in het nieuwe jaar is het met je afgelopen en word je naar de brandstapel gebracht arme mooie kerstboom
Sir Henry Cole zag er elk jaar met Kerstmis tegenop al zijn
familieleden, vrienden en kennissen handgeschreven brieven te sturen .
Omstreeks 1840 vroeg Cole aan de Britse schilder John Callcott Horsley,
een kerstkaart voor hem te ontwerpen. Horsley leverde die
kerstkaart af in november 1843 en Cole liet met behulp van lithografie
duizend kerstkaarten drukken op stevig karton en daarna met de hand
inkleuren. De schatting is dat er van de gedrukte exemplaren van deze
kaart nog
slecht dertig intact zijn. De kaarten werden in 1843 voor één shilling
per stuk verkocht. In het midden van de negentiende eeuw was dit een
gemiddeld weekloon.
Sir Henry Cole, wiens familie op de kaart is afgebeeld, wilde met de
opbrengst van de kaartenverkopen de armen in Londen prettige kerstdagen
bezorgen. De kaart werd onder andere te koop aangeboden aan de lezers
van het tijdschrift Felix Summerly's Home Treasury. De afbeelding werd
niet door alle lezers gewaardeerd. Men vond het niet zo kies dat er ten
bate van de armen een welgestelde, proostende familie werd afgebeeld.
Ook vond men het niet netjes dat er kinderen op de prent zijn te zien
die wijn drinken.
In de jaren zestig van die eeuw werd een goedkopere manier ontdekt om
kleuren te drukken, waardoor het mogelijk werd kerstkaarten veel
goedkoper aan te bieden. Toen kwam er in 1870 een speciaal posttarief
voor kaarten: zegels van een halve penny. Nu werd men echt overspoeld
met kerstkaarten, waarvan er veel heel gedetailleerd waren ontworpen. Ze
werden zo populair en schonken zoveel plezier dat er onvermijdelijk
protesten tegen kwamen. Een boze brief aan The Times in 1877 noemde de
kerstkaarten ronduit 'een sociaal kwaad'. Ze waren echter niet meer te
stoppen en vandaag de dag worden er elk jaar in december miljarden
kerstkaarten verstuurd.
een kerstboom zo mooi van kleur de heerlijke verse geur van een denneboom hij wordt heel mooi versiert aan elke tak hangt een kerstbal vol fonkelende lichtjes bovenop hangt een ster daarna de cadeautjes onder de kerstboom en 25 december is het zo ver dan wordt de kerstman verwacht
De poppen vieren Kerst... voor de laatste keer in Lier!
De poppen vieren Kerst... voor de laatste keer in Lier!
Vanaf dinsdag 6 december is het weer zo ver.
Dan wordt het poppen-en poppenhuizenmuseum in Lier weer omgetoverd in een feërieke, nostalgische kerstsfeer. Dikke pakken sneeuw, kerstbomen en feestelijk gedekte tafels- want de poppen vieren Kerst!
Zoals u wellicht al weet voor de allerlaatste keer, want met pijn in het hart nemen wij afscheid van onze verzameling en van het museum, dat na de kerstuitstalling (laatste dag 8 januari) definitief de deuren sluit.
Een reden te meer om de laatste kerstuitstalling extra mooi te maken, en onze talloze fans nog eenmaal ook te laten genieten van onze uitzonderlijke collectie 19de eeuwse, miniatuur kerst-decoratie.
Van 6 december tot en met 8 januari di-vrij van 12.00 tot 17.00 u za-zon van 10.00 tot 17.00 u gesloten op kerst-en nieuwjaarsdag
In de zestiende eeuw bracht een handelaar enkele kalkoenen mee uit Amerika. De vogels werden meteen populair. Het vlees was lekker en andere dieren, zoals kippen en koeien, waren levend veel nuttiger. Een kip was toen bovendien heel duur.
Putteke Winter in de Schorre van 9 tot 10 december
Putteke Winter in de Schorre van 9 tot 10 december
Putteke Winter staat voor een feeërieke winterwandeling langsheen de mooiste plekjes van De Schorre. De wandeling wordt sfeervol verlicht met lampen, kaarsen en klank-en lichtspelen. Laat je verrassen door mysterieuze figuren, vuurshows, livemuziek, jenever, ijsberendemonstraties en nog zoveel meer. Dit alles gaat door in een prachtig decor, waarin het landschap wordt opgetoverd in een sprookje.
Geniet van de unieke kerstsfeer in het hartje van Lier
Geniet van de unieke kerstsfeer in het hartje van Lier
Geniet van de unieke kerstsfeer in het hartje van Lier met vele animatie op zaterdag 10 december De stad ziet er betoverend mooi uit met feestelijk verlichte straten en een sfeervolle kerstmarkt. Kerst in en rond het Begijnhof, kerstmarkt van de Heren van Lier.
Voor onze nieuwe tocht kan je kiezen tussen afstanden van 6 km of 11 km.
Alle afstanden bereiken via de groene Stadsvesten het hartje van Lier waar na 3 km kan gerust worden in de refter van de Oefenschool op het Kluizeplein. Op onze verzorgde controlepost zullen onze medewerkers u van harte ontvangen.
Vanaf deze rustpost maken de 11 km wandelaars een lus van 5 km langs de buitenzijde van het stadscentrum met wederom een mooi stuk Stadsvesten waarna ze voor een 2 maal de rustpost op het Kluizeplein bereiken.
Na de rustpost wandelen we (1 km) richting Zimmertoren. De Zimmertoren zal in onze tocht een hoofdrol spelen, hij zal dienen als herkenningspunt. (Wegens veiligheidsredenen mogen we het wandelparcours niet over de Kerstmarkt laten lopen.) De wandelaars kunnen met vrije keuze vanaf de Zimmertoren (Zimmerplein) het parcours verlaten om zo de Kerstmarkt te bezoeken op het Schapenkoppenplein en het Begijnhof om daarna terug te keren naar de Zimmertoren en via het Zimmerplein (eveneens Kerstmarkt) het wandelparcours terug te volgen. We bevinden ons dan op 1.9 km van het einde.
We wandelen richting Timmermansplein en Grote Markt waar u de mooie Kerststal kan bezoeken. Vanaf de Grote Markt laten we u van Lierke Plezierke genieten doorheen de verlichte winkelstraten van de Palieterstad, op 700 meter van het einde.
Kort samengevat kan u genieten van alle mooie verlichte Gebouwen - Rivieren- Pleinen Winkelstraten Kerstmarkt van de stad Lier.
Voor de afstand 6 km (5.9 km)is geen zaklamp nodig in de avond. Voor de wandelaars die de 11 km ( 10.9 km ) extra lus 5 km raden we aan een zaklamp mee te brengen
Starten kan van 14 u tot 19 u, de laatste aankomst dient te geschieden voor 21 u. Praktisch gezien is zaal Heilig Hart gemakkelijk bereikbaar via de Ring van Lier afslag Antwerpsesteenweg richting centrum, gratis parking in de omliggende straten. Met het openbaar vervoer neemt u bus of trein tot station van Lier op 500 m van de startzaal.
Luc Santermans en zn vader Ghislain nodigen iedereen uit om naar hun Kersttuin te komen kijken Iedereen is welkom in deze verlichte kersttuin, waar meer dan 45.000 lichtjes sprookjesachtig schitteren, waar de Kerstman je begroet vanuit een echte arreslee, getrokken door twee levensgrote rendieren. Maar er is meer Er staat een kerst-licht-boom van meer dan vijf meter hoog, er is een mooie grote kerststal met traditionele beelden, maar er is ook een kerststal met levensgrote verlichte beelden, aangewezen door de stralen van de kerstster, die meer dan zes meter hoog staat. In de tuin is er een afspanning met bewegende, verlichte rendieren, er staan een levensgrote kerst- en sneeuwman, er is een ijsgrot met ijsberen omgeven door ijsbomen, een virtuele Kerstman komt goeiedag zeggen vanachter het raam, terwijl hij zn pakjes onder de kerstboom legt. Er is heel wat bewegend lichtspektakel, kerstverlichting op prachtige reuze grote frames, geprojecteerde kersttaferelen, kerstmuziek op de achtergrond, enz. Deze privé tuin is gratis toegankelijk in de periode van 8 december 2011 tot 8 januari 2012, telkens van donderdag tot zondag. De openingsuren zijn van 18 tot 21 uur.
De dagen voor Kerstmis zijn donker en grijs Maar als je naar buiten kijkt merk je dat niet Omdat je haast overal lichtjes ziet Mooie versierde bomen Een slee met flikkerende lichtjes Een ster voor het raam Het is niet zo donker en koud meer Als je al die gezellige lichtjes ziet
De pakjes die Sinterklaas heeft gebracht zijn uitgepakt . Adieu Sinterklaas, welkom Kerstman. Nu kunnen we beginnen met de kerstboom te versieren voor vele een begin van een gezellige tijd
In Nederland zet men vanaf de 15e eeuw de schoen. In eerste instantie gebeurde dat in de kerk en was de opbrengst voor de armen. Uit archiefstukken blijkt dat vanaf 1427 in de Sint Nicolaaskerk in Utrecht schoenen werden gezet op 5 december, pakjesavond. Rijke Utrechters legden wat in de schoenen en de opbrengst werd verdeeld onder de armen op 6 december, de officiële sterfdag van de Heilige Nicolaas.
Uit de 16e eeuw bestaan beschrijvingen van het schoen zetten door kinderen in de huiskamer. Kunstschilder Jan Steen heeft in de 17e eeuw de Sinterklaasochtend op twee schilderijen vastgelegd. Daarop is ook goed te zien wat de kinderen in hun schoen kregen. Vaak was dat snoepgoed zoals speculaas, kruidnoten, pepernoten, borstplaat, chocoladeletters, taaipoppen, marsepein en speelgoed. Dit zijn eeuwenoude lekkernijen die in traditionele vormen worden gemaakt. Als drank werd chocolademelk en warme bisschopswijn geschonken. Opvallend is dat vooral jongens een roe of zakje zout in de schoen vonden.
Tegenwoordig is het Sinterklaasfeest een familiefeest en zetten kinderen hun schoen klaar vanaf het moment dat de Sint in het land is aangekomen.
Traditioneel wordt de schoen bij de haard gezet, want Zwarte Piet komt vanaf het dak door de schoorsteen naar binnen. In woningen zonder schoorsteen wordt de schoen veelal voor de verwarming in de woonkamer, bij de voordeur of bij de achterdeur gezet.
De volgende dag vinden de kinderen dan wat lekkers in hun schoen. Het wordt op prijs gesteld als de kinderen ook wat terugdoen, en dus leggen ze vaak een tekening, een wortel, hooi of suikerklontjes bij de schoen.
De kleding van Sinterklaas is duidelijk afgeleid van die van een bisschop, inclusief de pontificalia, maar bevat enkele opvallende afwijkingen daarvan, en Sinterklaas is daardoor duidelijk te onderscheiden van een echte bisschop. Opgemerkt dient te worden dat de kleding van Sinterklaas vaak om praktische redenen eenvoudiger is uitgevoerd dan hier beschreven.
Wat bij Sinterklaas doorgaans een tabberd of tabbaard wordt genoemd, is in de katholieke liturgie de soutane of toog/toga: een lang priesterkleed dat bij bisschoppen paars is. De eigenlijke soutane heeft 33 knoopjes,("33" verwijst naar het aantal levensjaren van Christus) maar bij Sinterklaas is deze vaak eenvoudiger uitgevoerd. Wanneer de Sint gaat paardrijden, draagt hij vaak een tot broekrok vermaakte tabberd. Over de tabberd draagt de Sint een albe. De albe is met kant afgezet en eindigt tussen knieën en enkels. Op de albe draagt de Sint over zijn schouders een rode stola. Om deze op zijn plaats te houden, draagt Sinterklaas vaak een cingel (koord met kwastjes aan het einde) om zijn middel. Een van de grootste en opvallendste paramenten is de rode koormantel. Deze mantel draagt Sinterklaas over alle andere kledingstukken heen. Het is een wijde rode lap die vanaf de schouders tot bijna op de grond hangt en aan de voorkant met een ketting en twee haakjes wordt vastgemaakt. De mantel heeft meestal ook nog een kap met mooie gouden franjes eraan. De mantels van Sinterklaas zijn allemaal met goud en band versierd. De binnenkant is goudgeel of wit.
Op zijn hoofd draagt Sinterklaas een rode mijter. Deze wijkt zowel qua vorm als kleur enigszins af van de mijters die bisschoppen thans dragen: rode mijters worden in de Katholieke Kerk niet gedragen. Meestal zijn ze wit of een andere basiskleur met een bij de gelegenheid passende versiering. Ook de kromstaf is van oorsprong een waardigheidsteken van een bisschop dat afkomstig was van de Etrusken. De staf van Sinterklaas heeft wel een duidelijk andere vorm dan die van een bisschop: de krul is groter en steekt aan beide zijden van de staf uit. De krul is een symbolische slang, teken van wijsheid en oneindigheid, die uitloopt in een verticale lijn naar beneden, de afdaling van geest of wijsheid naar aardse sferen.
Verder draagt hij meestal zwarte schoenen, lange witte handschoenen, soms paarse. Om zijn ringvinger draagt hij een gouden bisschopsring met een robijn erin. Deze hoort traditioneel om de rechterringvinger, maar vaak draagt Sinterklaas hem links zodat hij met het handen geven niet zo in de weg zit.
Zullen de cadeautjes wel door de schoorsteen geraken
Hoor de wind waaien door de bomen Zou de Sint wel weten dat hij vandaag moet komen Of ligt hij nog te dromen op een oor Van al het werk op de daken Zullen de cadeautjes wel door de schoorsteen geraken Piet denkt is onze Sint soms gestoord We gaan gewoon naar binnen Ik ben moe van al dat klimmen Kindertjes zitten te wachten Zitten al dagen te smachten Hoort de Sint ons niet zingen We zij toch lieve dingen Wees gerust lieve kinderen Mijn Pieten staan al dagen met snoep te springen Ja we hebben een jarenlange band We komen voor jullie uit ons warme Spaanse land Ik zie jullie schoentjes al staan Met een wortel en stukje brood voor mijn paard Piet lees jij nu de briefjes maar Onze Piet is vandaag een beetje duf, kijkt heel verdwaasd Hij vult de schoentjes met heel veel snoep Eerlijk delen zegt Sint, zo is het wel genoeg Kindertjes jullie moeten nog een paar nachtjes wachten Dan ben ik weer jarig, geef een groot feest Ik trakteer jullie met karrenvrachten Dan is het voor een jaartje weer mooi bij geweest!
Ergens vaart een grote boot over de grote zee. Hij neemt vele pakjes mee. Straks komt hij in de haven aan. Duizenden kinderen zetten dan hun schoentje klaar wachtende op een pakje van de Sint
Op de hoge hoge daken Zit Sint met zijn snaken Hoor de kinderen beneden zingen Piet zegt we moeten naar beneden springen Aan mijn oud lijf geen polonaise zegt Sint Ik breng mijn paardje eerst naar de manège,Piet begrijpt de hint Jullie Pieten gaan de kinderen maar verwennen Kijk wie lief is geweest, en wie niet te temmen Even kijken wie hier krijgt de roe Anders krijg je een tik van Piet en niet van je moe Pieten gluren door het raam En zien daar kinderen zingend staan Opeens een geroffel op het raam Zou de deur nog open gaan Piet gooit het snoepgoed in het rond Kinderen vallen op de grond Er wordt nog harder gezongen Sinterklaasje bonne bonne , bonne Nog even dan is het weer 6 Decemder