Volgens een Franse legende maakte Sint Nicolaas drie dode scholieren levend die in een pekelvat bewaard werden.
Drie scholieren van voorname afkomst waren op weg naar de stad waar zij zouden gaan studeren. Op hun tocht door een afgelegen streek vonden zij 's avonds onderdak in een herberg. De waard, die vermoedde dat zij veel geld aan gouden munten bij zich hadden, vatte het plan op hen die nacht te vermoorden. Zodra hij zijn sinistere plan ten uitvoer had gebracht, sneed hij de lichamen van de scholieren in stukken en legde de brokken vlees, net zoals men dat deed bij het slachten van varkens, in een pekelvat.
Door een engel gewaarschuwd klopte Sint Nicolaas daags daarop bij de herberg aan, vroeg om onderdak en bestelde een maaltijd. Bij de keuze van het vlees wees Nicolaas de waard op zijn misdaad en verlangde van de waard dat hij hem het pekelvat met de aan stukken gesneden jongelingen toonde. Staande bij het vat, gebood Nicolaas de waard de planken deksel eraf te halen. Daarop vouwde hij zijn handen, bad tot God, en zegende de drie jongelingen. Aldus wekte hij hen tot leven. De drie scholieren gingen rechtop staan en dankten God. De waard viel op zijn knieën, vroeg om vergiffenis en bekeerde zich ten goede.
Zeg... heb je het al gehoord of heb je het al gezien, Sinterklaas komt van 't jaar in een vliegmachien Zo komt hij aangevlogen. Ik zie de bisschop duidelijk staan. Hij heeft zijn rode mantel aan. Zijn staf blinkt in de zonneschijn. O jongens... wat is dat i fijn.
Zijn knechtje Zwarte Piet die stapte heel parmant, met de Sint naar de kinderen toe Wat was hij opgetogen. Zo daalden zij bij helder weer, op de vlieghaven neer. De kinderen zongen allen mee: Sint Nicolaas, hoezee.
Hoe komt het toch dat iedereen denkt dat Sinterklaas uit Spanje komt? Hij is er tijdens zijn leven waarschijnlijk nog nooit geweest, maar het zou te maken kunnen hebben met de geschiedenis. Van 1568 tot 1648 was er oorlog tussen Spanje en Nederland. Toch was er veel handel tussen beide landen. De Nederlanders ruilden goud en zilver voor kruiden en sinaasappels ('appeltjes van Oranje'). Spanje was in die tijd een rijk land waar veel luxe artikelen en lekkers vandaan kwam. Dus dachten de mensen dat Sint-Nicolaas daar zelf ook vandaan kwam. Bovendien is Sint-Nicolaas ook de beschermheilige van de zeevaarders, die toen natuurlijk met hun boten de handelswaar uit Spanje haalden en dus door hem werden beschermd.
Op de hoge hoge daken Zit Sint met zijn pieten Hoor de kinderen beneden zingen Piet zegt we moeten naar beneden springen Dat is hoog zegt de Sint Ik breng mijn paardje eerst naar de stal Piet begrijpt de hint Jullie Pieten gaan de kinderen maar verwennen Kijk wie lief is geweest Pieten gluren door het raam En zien daar kinderen zingend staan Opeens een geroffel op het raam Zou de deur nog open gaan Piet gooit het snoepgoed in het rond Kinderen vallen op de grond Er wordt nog harder gezongen Sinterklaasje kapoentje Gooi wat in mijn schoentje Gooi wat in mijn laarsje
Lieve Sinterklaas U geeft altijd cadeautjes en dat maakt ons zo blij! Maar ik wil ook iets geven en dat krijgt u van mij! Het zit niet in een pakje Het zit niet in een doosje Het heeft ook geen gewicht Want het is een gedicht! Een versje en een wens Speciaal voor de verjaardag van onze goede sint Omdat ik u wil zeggen hoe aardig ik u vind Lieve Sinterklaas Ik wil u ook bedanken Voor alles wat u geeft En dat u vele jaren Nog heel lang leeft!
Sinterklaas en zwarte Piet, vergeten jou ook dit jaar niet. ze komen met grote boten eraan. wij zullen op ze wachten en klaar staan. iedereen ziet ze vanuit de verte komen. je krijgt ook dit jaar weer de pakjes van je dromen. mischien wel een paar nieuwe wanten of een slee. nee, met de cadeautjes zit je niet mee. je weet al wat je wilt hebben. ze zullen je dit jaar ook wel weer verwennen.
Allerliefste kapoentjes zet maar vast jullie schoentjes want de Sint en Piet zijn weer in het land met een zak vol geschenkjes ben je dit jaar zoet geweest vergeet dan niet om te schrijven dan zul je ook een pakje krijgen weet je niet wat te kiezen laat het dan maar over aan Piet en mij
Half november arriveert Sinterklaas in België en Nederland. Hij vaart met zijn stoomboot een willekeurige havenstad binnen en brengt zijn pieten, paard en vele kadootjes mee. De dag dat Sinterklaas aankomt, is altijd een groot feest. Duizenden kinderen staan samen met hun ouders te wachten op de goedheiligman. De burgemeester van de stad ontvangt hem hartelijk, en dan vertrekt Sinterklaas voor een rijtoer door de straten. De kinderen die niet bij de intocht aanwezig zijn, kunnen het feest via de televisie volgen. Als later die dag de kindertjes weer naar huis gaan, begint de drukke tijd voor Sint en zijn Zwarte Pieten. 's Avonds kunnen de kinderen hun schoen voor de open haard zetten. Meestal leggen zij ook wat lekkers voor het paard neer. 's Nachts gaat de Sint te paard, samen met de Zwarte Pieten, de daken op. De pietjes hebben een grote zak vol kadootjes mee, die ze allemaal afleveren bij de juiste schoorsteen, want ieder kind heeft een verschillend verlanglijstje. Maar ze moeten wel heel lief zijn geweest, anders gaan ze mooi mee in de zak naar Spanje. Overdag gaat Sinterklaas naar scholen, ziekenhuizen of bedrijven. Als het dan uiteindelijk 5 december is, sluiten de winkels 's avonds wat eerder en kan het heerlijk avondje beginnen. Soms bonst Zwarte Piet hard op de deur om vervolgens een grote zak kadootjes achter te laten en snel naar het volgende adres te gaan. De meeste Nederlanders vieren deze feestelijke avond thuis of bij familie. Vaak wordt de tafel gevuld met traditionele lekkernijen zoals banketletters, chocoladeletters, pepernoten, speculaas, marsepein en suikergoed. Ook wordt er dan warme Glühwein gedronken. Voor de kinderen is er warme chocolademelk. De gedichtjes worden voorgelezen en de kadootjes uitgedeeld. De dag erop is Sint Nicolaas zijn drukke tijd weer voorbij en geniet hij nog een weekje hier voor dat hij en zijn pieten terug naar spanje vertrekken.dan bereidt hij zich weer voor op het volgende jaar
Van oudsher vermommen jonge mannen zich als de Krampus in de eerste twee weken van december. Vooral op de avond van 5 december zwerven ze over de straten en jagen kinderen (en volwassenen) angst aan met roestige bellen en kettingen. Het idee hierachter is dat met de geluiden de kwade geesten die rond midwinter aanwezig zijn verjaagd worden.
Ook komen Krampussen binnen in huizen. Waar Sinterklaas cadeautjes uitdeelt aan brave kinderen, is Krampus een dreiging voor straf voor de stoute kinderen. Hij geselt ze of stopt ze in zijn zak, waarna de stoute kinderen meegenomen worden naar het bos (zie ook man met de zak). In enkele plattelandgebieden is het traditie dat de Krampus jonge vrouwen met een tuchtroede straft. Een auteur uit Steiermark schrijft in 1780:
'In Oostenrijk was het vroeger gebruikelijk [...] dat een van de kosters de Heilige Nicolaas uitbeeldde terwijl een andere zich schrikwekkend verkleedde als diens knecht; in deze kledij gingen ze vervolgens bij de huizen naar binnen, de kinderen die zich goed gedroegen kregen een cadeau, de stoute kinderen kregen de knecht achter zich aan, die deed alsof hij hen wilde meenemen'. Deze gestalte kwam ook in andere streken voor, met namen als Knecht Ruprecht (Midden- en Noord-Duitsland), Barrel of Bartholomeus (Steiermark), Schmutzli (Deutschschweiz), Klaufbauf(mann) of Strohbart (Beieren), Pöpel of Hüllepöpel (Würzburg), Zember (Cheb), Belzmärte en Pelzmärtel (Zwaben en Franken). Meestal waren deze gestalten verbonden met het Sint Nicolaas, maar soms met Kerstfeest of - in het laatste geval - met Sint Maarten.
De huidige Krampus-kostuums bestaan meestal uit rode houten maskers, de huid van een zwart schaap en hoorns. De jonge mannen in de plattelandsgemeenschappen nemen competitief deel aan de Krampus-evenementen; er gaat behoorlijk wat werk zitten in het maken van het kostuum. Het uiterlijk van de Krampus kan per dorp verschillen, zo wordt in bepaalde regio's het hoofd zwartgeschminkt.
In bepaalde gebieden verkleedt de vrijwillige brandweer zich, de mannen rijden dan op een wagen door het dorp. In skiresorts worden tegenwoordig processies gehouden waarin ook Krampus meeloopt, maar dit is voornamelijk voor de toeristen.
Krampus is in de Alpen-regio de metgezel van Sinterklaas.
Krampus is in de Alpen-regio de metgezel van Sinterklaas.
De Krampus is een beestachtige demon uit de folklore van de Alpen-regio's. Het woord komt van het Oudhoogduitse woord voor klauw: Krampen. De Krampus is in de Alpen-regio de metgezel van Sinterklaas. Hij komt voor in onder andere Oostenrijk, Hongarije, Slovenië, Kroatië, Italië en Tsjechië.
Van oudsher vermommen jonge mannen zich als de Krampus in de eerste twee weken van december. Vooral op de avond van 5 december zwerven ze over de straten en jagen kinderen (en volwassenen) angst aan met roestige bellen en kettingen. Het idee hierachter is dat met de geluiden de kwade geesten die rond midwinter aanwezig zijn verjaagd worden.
Ook komen Krampussen binnen in huizen. Waar Sinterklaas cadeautjes uitdeelt aan brave kinderen, is Krampus een dreiging voor straf voor de stoute kinderen. Hij geselt ze of stopt ze in zijn zak, waarna de stoute kinderen meegenomen worden naar het bos (zie ook man met de zak). In enkele plattelandgebieden is het traditie dat de Krampus jonge vrouwen met een tuchtroede straft. Een auteur uit Steiermark schrijft in 1780:
'In Oostenrijk was het vroeger gebruikelijk [...] dat een van de kosters de Heilige Nicolaas uitbeeldde terwijl een andere zich schrikwekkend verkleedde als diens knecht; in deze kledij gingen ze vervolgens bij de huizen naar binnen, de kinderen die zich goed gedroegen kregen een cadeau, de stoute kinderen kregen de knecht achter zich aan, die deed alsof hij hen wilde meenemen' Deze gestalte kwam ook in andere streken voor, met namen als Knecht Ruprecht (Midden- en Noord-Duitsland), Barrel of Bartholomeus (Steiermark), Schmutzli (Deutschschweiz), Klaufbauf(mann) of Strohbart (Beieren), Pöpel of Hüllepöpel (Würzburg), Zember (Cheb), Belzmärte en Pelzmärtel (Zwaben en Franken). Meestal waren deze gestalten verbonden met het Sint Nicolaas, maar soms met Kerstfeest of - in het laatste geval - met Sint Maarten.
De huidige Krampus-kostuums bestaan meestal uit rode houten maskers, de huid van een zwart schaap en hoorns. De jonge mannen in de plattelandsgemeenschappen nemen competitief deel aan de Krampus-evenementen; er gaat behoorlijk wat werk zitten in het maken van het kostuum. Het uiterlijk van de Krampus kan per dorp verschillen, zo wordt in bepaalde regio's het hoofd zwartgeschminkt.
In bepaalde gebieden verkleedt de vrijwillige brandweer zich, de mannen rijden dan op een wagen door het dorp. In skiresorts worden tegenwoordig processies gehouden waarin ook Krampus meeloopt, maar dit is voornamelijk voor de toeristen.
Hoewel de gestalte van Krampus uit de voorchristelijke tijd dateert, kreeg hij waarschijnlijk een plek in geloofswereld van middeleeuwen. Er bestaan echter geen bronnen voor de 16e eeuw, die de rituelen rond Krampus bevestigen. Ten tijde van de inquisitie was het verboden om zich te verkleden als duivel; hierop stond de doodstraf. In sommige gebieden zoals de Alpen-regio was de kerk niet bij machte om middeleeuwse gebruiken die men als heidens was gaan zien uit te roeien.
Sinds midden zeventiende eeuw voerden de kloosterscholen de Sinterklaastraditie weer in. Bij gezamenlijke bedeltochten werd de figuur van Sint Nicolaas begeleid door opgeschoten jongens, verkleed als afschrikwekkende gestalten en duivels of voorzien van dierenmaskers. Terwijl de goedheiligman de kinderen ondervroeg of ze zich goed hadden gedragen en geschenken gaf aan de 'brave' kinderen, werden 'stoute' kinderen bang gemaakt met de gedachte dat Krampus ze zou bestraffen. De duivelsgestalte werd op deze manier geïntegreerd in het katholieke feest. Volgens sommige theorieën hoopte de kerk, door de Krampus een "hulpje" van Sinterklaas te maken, dit als heidens ervaren symbool alsnog te neutraliseren.
Vanaf medio 20e eeuw heeft Piet zich ontwikkeld tot een ware kindervriend. Piet is de persoon die de pepernoten en/of ander snoepgoed uitdeelt en komt strooien. De zak heeft Piet nog wel bij zich, maar hij stopt er geen kinderen meer in. Integendeel: in de zak zit juist het strooigoed. De moderne Zwarte Piet heeft ook het attribuut van de roe niet meer bij zich.