Een kerstboom is een naaldboom die traditioneel rond kerstmis in huis wordt gehaald om versierd te worden met kaarsjes, ballen, slingers, engelenhaar, uiteenlopende decoratieve figuren (engelen, rendieren, pakjes... ) en eventueel een piek. De traditie van de kerstboom is allengs uitgebreid tot verlichte en versierde bomen op pleinen en in parken, straten en tuinen.
De kerstboom gaat terug op een voor-christelijk, ook wel "heidens" vruchtbaarheidssymbool. De groenblijvende boom vertegenwoordigt daarin de vernieuwing van het leven.
In veel gemeenten wordt een grote verlichte kerstboom neergezet, meestal op een markt, plein of andere centrale plaats in de stad of het dorp.
Het begint langzaam aan te komen Stilletjes komt het er weer aan Het worden langzaam witte bomen Kerstmis komt langzaam eraan
Iedereen zet hun kerstboom op Iedereen is vroeg op de been Iedereen is blij en zingt volop En niemand is meer alleen
Er wordt een groot feest gebouwd Op tafel is er veel lekkere eten Buiten wordt het heel erg koud En de kerstman mag niet worden vergeten
Zonder hem is er geen kerst mis Er komt dan ook geen speelgoed Alles gaat dan erg mis En dat is dan weer niet goed
In Betlehem wordt dan ook een kind geboren Er staat daar een hele lange rij Misschien is daar alles bevroren Maar toch is er iedereen bij
De ezel en een os De lammetjes en de schapen Liggen allemaal op het mos En de kleine ligt in zijn kribbe te slapen
Dan vieren wij hier ons feest De gezelschap die rond de familie hangt De pastoor die dan een verhaaltje voorleest Dat is waar iedereen nou naar verlangt
Het geven van geschenken rond Kerstmis gaat terug op oude tijden, maar in Nederland was lange tijd vooral het sinterklaasfeest het geschenkenfeest. De Kerstman leek eind twintigste eeuw Sinterklaas te gaan verdrijven. Zover is het niet gekomen, maar velen geven elkaar (ook) met Kerstmis geschenken. Deze gewoonte heeft geleid tot kritiek dat het feest al te commercieel zou zijn geworden. In veel bedrijven is het kerstpakket een traditioneel bedankje voor het werk verricht in het afgelopen jaar.
De Kerstman is een afstammeling van Sinterklaas en wordt ook in verband gebracht met kabouters (Nisse of Tomte), zoals Sinterklaas op Sint Nicolaas, bisschop van Myra, teruggaat. Het Sinterklaasgebruik is meegenomen door emigranten naar Amerika. In Amerika werd Sinterklaas Santa Claus. De Kerstman heeft ongeveer dezelfde gebruiken als Sinterklaas, zoals cadeautjes geven, een lange baard en een rood pak, maar hij is inmiddels ontdaan van alle religieuze symboliek.
De Kerstman ontstond in de ons bekende vorm in de Verenigde Staten, eind negentiende eeuw en raakte door de reclame van Coca-Cola wereldwijd verspreid. Zo kan het zijn dat in beeltenissen de Kerstman nog een groen pak droeg, terwijl de Amerikaanse Santa Claus tegenwoordig uitsluitend rode met witte kleding draagt (zoals het logo van Coca Cola). Santa Claus heeft nog wel een (vliegende) arrenslee getrokken door rendieren en wordt geholpen door elfjes op de Noordpool.
In vele landen heeft de commerciële kerstman (Santa Claus) de oorspronkelijke Kerstman echter niet verdrongen, denk aan de Joulupukki in Scandinavië of Father Christmas in Engeland. Hier zijn voorchristelijke elementen nog duidelijk in het kerstgebruik aanwezig. Het is ook zeker niet zo, dat de Kerstman over de hele wereld verspreid rood met witte kleding draagt. De Kerstman draagt in veel landen nog blauwe, gouden of groene (of nog een andere kleur) kleding.
In Oostenrijk en Duitsland komt niet de Kerstman maar het Christuskind . Deze brengt op 24 december cadeautjes. Het Christuskind is door Maarten Luther uitgevonden omdat hij niet aan de heilige verering mee wilde doen waar het Sinterklaasfeest naar verwijst. Opvallend is dat tegenwoordig juist alleen in het katholieke gedeelte Christuskind wordt gevierd. Terwijl de oorspronkelijke gedachte was dat het Christuskind geschenken geeft zoals Hij dat ook met zijn leven heeft gedaan, heeft de laatste 50 jaar de figuur van het Christuskind een gedaanteverwisseling meegemaakt. In plaats van het onzichtbare Christuskind is het geworden tot een engelachtige figuur. De laatste jaren heeft Christuskind te lijden onder de aanhoudende amerikanisering van de Kerstman. Zodoende is er een vereniging pro Christuskind ontstaan die de Kerstman wil bestrijden.
Een kerstbal is een ornament dat in de kerstboom wordt gehangen.
In een kerstboom hangen vaak tientallen kerstballen. Kerstballen zijn oorspronkelijk van geblazen glas, maar worden, vanwege de breekbaarheid, ook van kunststof gemaakt.Met name de rage om kerstverlichting en bomen in de tuin te plaatsen heeft hiermee te maken.
De oorspronkelijke kerstbal is van glas en aan de binnenzijde voorzien van een laagje metaal (meestal zilver). Meestal is een kerstbal dan ook spiegelend. De oorsprong van de kerstbal lijkt de heksenbal te zijn, die vroeger in huis aan de lamp hingen of in de tuin in de borders lag. Doordat men geloofde dat heksen geen spiegelbeeld hadden, kon men via de spiegelende bal makkelijk een heks herkennen als die zich in huis bevond. De zilveren ballen in de tuin hadden voornamelijk een decoratief doel.
De oorsprong van de bal als versiering in de kerstboom heeft te maken met de opkomst van de glasblazerij in Oost-Europa. Men ging toen steeds vaker glazen ballen gebruiken in plaats van vergulde noten, rode appeltjes en koek. Voordat de kerstbal in de negentiende eeuw bij rijke mensen in de kerstboom kwam, werd de kerstboom versierd met papieren slingers en geknipte papieren figuren.De piek was onbekend. Meestal werd de boom bekroond met een ster. De oudste kerstballen hebben een glazen oogje.
Het zetten van een kerstboom was vóór de negentiende eeuw bij ons een zeldzaamheid. Het gebruik is eigenlijk Duits en waarschijnlijk via middenstanders
Voor veel mensen is kerstmis het belangrijkste feest van het jaar. Midden in de winter vieren ze het feest van het licht. Ze branden kerstkaarsen, geven elkaar kerstcadeaus, zingen kerstliedjes onder de kerstboom en zitten urenlang aan het kerstdiner.
Christenen vieren dat tweeduizend jaar geleden Jezus werd geboren in een stal. Katholieke mensen zetten daarom van oudsher een stalletje met Maria, Jozef en het kindje Jezus neer. De os en de ezel, herders en schapen, engelen en koningen mogen ook meedoen.
IJslanders hebben een kerststal vol trollen. Die trollen brengen in de kerstnacht cadeaus. Uit Amerika komt de kerstman: Santa Claus. Rendieren trekken zijn arreslee vol geschenken door de lucht. Franse en Portugese kinderen zetten hun schoen onder de boom. De Franse kerstman heet Père Noël, de Finse heet Joulupukki. De elfjes heten daar Joulutonttu.
Sommige Oostenrijkse kinderen geloven in het Christelkind: een bloot jongetje dat cadeautjes brengt. Amerikaanse en Engelse kinderen hangen onder de schoorsteen een lange sok die ze graag helemaal gevuld zien. In Engeland maken mensen een kerstkrans aan de deur vast en gaan de kinderen langs de huizen om kerstliedjes te zingen. In de woonkamer hangt een bos mistletoe en als je daar onder staat, mag je elkaar zoenen. In Mexico hangt een piñata aan het plafond. Dat is een versiering in de vorm van een dier. Geblinddoekt moet je proberen met een stok de piñata stuk te slaan. Het sneeuwt dan snoep en speelgoed. Of als je pech hebt, regent het water of papiersnippers.
Kerstmis is ook het feest van vrede op aarde. Mensen leggen hun ruzies bij en soms stoppen soldaten eventjes met schieten
Weer zijn er 365 dagen voorbij, sterretjes aan de hemel staan op een rij. De sneeuwvlokjes dwarrelen naar beneden, het is weer een jaartje geleden. Dat de zon voor jou mag schijnen, en donkere wolken langzaam verdwijnen. Ik wens je een warme, zalige kerst, en een gelukkig nieuwjaar. Dat we er zijn voor elkaar.
Voor veel mensen is kerstmis het belangrijkste feest van het jaar. Midden in de winter vieren ze het feest van het licht. Ze branden kerstkaarsen, geven elkaar kerstcadeaus, zingen kerstliedjes onder de kerstboom en zitten urenlang aan het kerstdiner.
Christenen vieren dat tweeduizend jaar geleden Jezus werd geboren in een stal. Katholieke mensen zetten daarom van oudsher een stalletje met Maria, Jozef en het kindje Jezus neer. De os en de ezel, herders en schapen, engelen en koningen mogen ook meedoen.
IJslanders hebben een kerststal vol trollen. Die trollen brengen in de kerstnacht cadeaus. Uit Amerika komt de kerstman: Santa Claus. Rendieren trekken zijn arreslee vol geschenken door de lucht. Franse en Portugese kinderen zetten hun schoen onder de boom. De Franse kerstman heet Père Noël, de Finse heet Joulupukki. De elfjes heten daar Joulutonttu.
Sommige Oostenrijkse kinderen geloven in het Christelkind: een bloot jongetje dat cadeautjes brengt. Amerikaanse en Engelse kinderen hangen onder de schoorsteen een lange sok die ze graag helemaal gevuld zien. In Engeland maken mensen een kerstkrans aan de deur vast en gaan de kinderen langs de huizen om kerstliedjes te zingen. In de woonkamer hangt een bos mistletoe en als je daar onder staat, mag je elkaar zoenen. In Mexico hangt een piñata aan het plafond. Dat is een versiering in de vorm van een dier. Geblinddoekt moet je proberen met een stok de piñata stuk te slaan. Het sneeuwt dan snoep en speelgoed. Of als je pech hebt, regent het water of papiersnippers.
Kerstmis is ook het feest van vrede op aarde. Mensen leggen hun ruzies bij en soms stoppen soldaten eventjes met schieten
Een boom vol kaarsjes In de hal staan kinderlaarsjes Een boom vol met sneeuw Een kind geeft een schreeuw Een boom vol met kerstverhalen En die de sfeer in huis bepalen Een boom volgehangen met engelenhaar Onder die boom liggen de kadootjes al klaar
welkom Sinterklaas wat fijn dat bent gekomen wat heeft u voor ons meegenomen U bracht weer een hele boel zwarte Pieten mee wat fijn om weer bij u te zijn
U reist niet met snelle raketten maar met een oude stoomboot vol pakketten er is vast en zeker voor ons ook wat bij dat wordt een verrassing we zijn nu al blij welkom... welkom Sinterklaas wat fijn om weer bij u te zijn
welkom Sinterklaas we willen nu graag voor u zingen van allerlei vrolijke dingen, wij hebben uw stoel nog eens extra versierd het is u verjaardag en dat moet gevierd wat fijn om weer bij u te zijn
Sint Niklaas die goede lieve man hij is weer in de stad ik juich en ik zing en ik dans toch zo blij wat heerlijk,...wat prettig is dat Sint Niklaas... o kom toch eens binnen ik ga voor je liedjes zingen Sint Niklaas ik ben zo blij O... kom toch eens eventjes hier Ik heb al zo lang mijn best gedaan om lief te zijn en niet stout en Moeder heeft me nog gisteren gezegd dat ik zo braaf ben geweest Sint Niklaas...o kom toch eens binnen ik ga voor je liedjes zingen Sint Niklaas ik heb zo'n plezier O...kom toch eens eventjes hier
Jullie hebben ze misschien al eens gezien, Mijn talloze hulpsinten, wel meer dan tien! Wie weet zag je wel al een met sportschoenen, Of een tweede, maar zonder witte handschoenen! Je ziet het direct, die sint dat is niet de echte, Maar ze zijn mijn hulpjes, dus ze zijn niet slecht!
Geef hen maar jouw brieven vol grootste verlangens Een pop, auto, snoep of wat rouge voor je wangen Ja jongens en meisjes, ze komen heus wel bij mij Ze doen zo goed hun best, dat maakt me zo blij Duizenden brieven hebben mijn pieten al gekregen En honderdduizenden brieven moeten zij nog lezen
Enkele brieven zijn vrolijk, echt een ware pracht Veroorzakend bij vele pieten een brede lach Anderen bezorgen onze pieten dan weer een traan droevige verhalen, het pakt ons allen zo aan Maar op zes december, dan kom ik bij jullie langs Oh was het maar zover, dat is wat mijn hart verlangt
De legende van de drie huwbare dochters duikt voor het eerst op in de "Vita per Michaelem", die gesitueerd moeten worden in de zevende of achtste eeuw.
Nicolaas wordt beschreven als de zoon van welstellende, zeer gelovige ouders. Hij werd geboren in Patara (in Zuid-West Turkije, dat toen Grieks was). In zijn geboorteplaats woonde een verarmde edelman. Ooit had hij zeer welstellend en welvarend geleefd, maar toen zijn drie dochters de leeftijd hadden om te trouwen, was de edelman niet meer in staat de gebruikelijke bruidschat bijeen te krijgen. Omdat ze arm waren, wilde geen enkele jongeling met een van de meisjes huwen. Zelfs jonge mannen van lagere afkomst waren niet geïnteresseerd. Ten einde raad en om toch in het levensonderhoud van hem en zijn dochters te kunnen voorzien, besloot de aan lager wal geraakte edelman, de meisjes in de prostitutie te storten.
Dit kwam de jonge Nicolaas ter ore en hij vatte het plan op de meisjes van dit nakend onheil te redden. Toen de oudste dochter de huwbare leeftijd bereikt had, knoopte Nicolaas driehonderd gouden Florijnen in een doek en gooide die 's nachts door het vensterraam binnen. Hij zorgde ervoor dat hij niet herkend werd. Toen de edelman de volgende ochtend het geld aantrof, was hij diep ontroerd en dankte God voor de onverhoopte redding. De dochter kon in het huwelijk treden en een eerbaar leven leiden.
Zodra de tweede dochter oud genoeg was, dreigde de edelman opnieuw in moeilijkheden te komen. Maar ook deze keer kwam de redding door het raam. De vader was zeer gelukkig en vroeg zich af wie de geheimzinnige weldoener wel kon zijn. Hij besloot elke nacht aandachtig te waken omdat hij vermoedde dat er ook voor de derde dochter een bruidschat zou volgen.
En inderdaad, Nicolaas daagde een derde keer op met een beurs vol goudstukken. Hij gooide de bruidschat door het raam, waarna de edelman onmiddellijk zijn huis uitliep en Nicolaas bijhaalde. Hij herkende hem en barstte in tranen uit van dankbaarheid.
Hij zei:" Als niet onze gemeenschappelijke Heer Christus deze goedheid in U had opgewekt, zouden wij reeds lang ons leven door zedenloze en verderfelijke handel ten gronde hebben gericht. En nu echter heeft de Heer ons door U gered en ons uit het moeras van de ontucht bevrijd. Daardoor staan wij bij U in de schuld en willen wij U alle dagen van ons leven danken. Want gij hebt ons uw helpende hand gereikt en ons uit onze armzaligheid van de aarde doen opstaan."
Nicolaas' plan om onbekend te blijven was dus mislukt; Zijn zorgvuldig bewaard geheim was geen geheim meer. Hij bezwoer de edelman het voorval niet verder te vertellen zolang hij leefde.
De vader hield woord en maakte de reddende daad van Sint-Nicolaas pas na diens dood bekend. Het optreden van de heilige maakte diepe indruk en geraakte snel wijd verspreid.
Dag lieve Sinterklaas, dag gekke pieterbaas. Elk jaar kijk ik uit naar jullie bezoek! Dan krijg ik weer mandarijntjes, chocola en een speculaaskoek. Ik krijg ook wat om te spelen, dat ik dan met mijn vrindinnetjes van de klas kan delen. Voor je paard leg ik een klontje in mijn schoen, ben ik geen lieve kapoen? Dan zeg ik nu dag Sinterklaas, tot gauw want ik weet dat je me ook dit jaar niet zult vergeten
Krampus is in de Alpen-regio de metgezel van Sinterklaas.
Krampus is in de Alpen-regio de metgezel van Sinterklaas.
De Krampus is een beestachtige demon uit de folklore van de Alpen-regio's. Het woord komt van het Oudhoogduitse woord voor klauw: Krampen. De Krampus is in de Alpen-regio de metgezel van Sinterklaas. Hij komt voor in onder andere Oostenrijk, Hongarije, Slovenië, Kroatië, Italië en Tsjechië.
Van oudsher vermommen jonge mannen zich als de Krampus in de eerste twee weken van december. Vooral op de avond van 5 december zwerven ze over de straten en jagen kinderen (en volwassenen) angst aan met roestige bellen en kettingen. Het idee hierachter is dat met de geluiden de kwade geesten die rond midwinter aanwezig zijn verjaagd worden.
Ook komen Krampussen binnen in huizen. Waar Sinterklaas cadeautjes uitdeelt aan brave kinderen, is Krampus een dreiging voor straf voor de stoute kinderen. Hij geselt ze of stopt ze in zijn zak, waarna de stoute kinderen meegenomen worden naar het bos (zie ook man met de zak). In enkele plattelandgebieden is het traditie dat de Krampus jonge vrouwen met een tuchtroede straft. Een auteur uit Steiermark schrijft in 1780:
'In Oostenrijk was het vroeger gebruikelijk [...] dat een van de kosters de Heilige Nicolaas uitbeeldde terwijl een andere zich schrikwekkend verkleedde als diens knecht; in deze kledij gingen ze vervolgens bij de huizen naar binnen, de kinderen die zich goed gedroegen kregen een cadeau, de stoute kinderen kregen de knecht achter zich aan, die deed alsof hij hen wilde meenemen'
Deze gestalte kwam ook in andere streken voor, met namen als Knecht Ruprecht (Midden- en Noord-Duitsland), Barrel of Bartholomeus (Steiermark), Schmutzli (Deutschschweiz), Klaufbauf(mann) of Strohbart (Beieren), Pöpel of Hüllepöpel (Würzburg), Zember (Cheb), Belzmärte en Pelzmärtel (Zwaben en Franken). Meestal waren deze gestalten verbonden met het Sint Nicolaas, maar soms met Kerstfeest of - in het laatste geval - met Sint Maarten.
De huidige Krampus-kostuums bestaan meestal uit rode houten maskers, de huid van een zwart schaap en hoorns. De jonge mannen in de plattelandsgemeenschappen nemen competitief deel aan de Krampus-evenementen; er gaat behoorlijk wat werk zitten in het maken van het kostuum. Het uiterlijk van de Krampus kan per dorp verschillen, zo wordt in bepaalde regio's het hoofd zwartgeschminkt.
In bepaalde gebieden verkleedt de vrijwillige brandweer zich, de mannen rijden dan op een wagen door het dorp. In skiresorts worden tegenwoordig processies gehouden waarin ook Krampus meeloopt, maar dit is voornamelijk voor de toeristen.
Hoewel de gestalte van Krampus uit de voorchristelijke tijd dateert, kreeg hij waarschijnlijk een plek in geloofswereld van middeleeuwen. Er bestaan echter geen bronnen voor de 16e eeuw, die de rituelen rond Krampus bevestigen. Ten tijde van de inquisitie was het verboden om zich te verkleden als duivel; hierop stond de doodstraf. In sommige gebieden zoals de Alpen-regio was de kerk niet bij machte om middeleeuwse gebruiken die men als heidens was gaan zien uit te roeien.
Sinds midden zeventiende eeuw voerden de kloosterscholen de Sinterklaastraditie weer in. Bij gezamenlijke bedeltochten werd de figuur van Sint Nicolaas begeleid door opgeschoten jongens, verkleed als afschrikwekkende gestalten en duivels of voorzien van dierenmaskers. Terwijl de goedheiligman de kinderen ondervroeg of ze zich goed hadden gedragen en geschenken gaf aan de 'brave' kinderen, werden 'stoute' kinderen bang gemaakt met de gedachte dat Krampus ze zou bestraffen. De duivelsgestalte werd op deze manier geïntegreerd in het katholieke feest. Volgens sommige theorieën hoopte de kerk, door de Krampus een "hulpje" van Sinterklaas te maken, dit als heidens ervaren symbool alsnog te neutraliseren.