Er is nu 1 bezoeker op dit blog. Record tot nu toe: 43
Oude prentkaarten
28-12-2009
Als ik kon toveren
Als ik kon toveren gaf ik de hele wereld liefde... gezondheid en geluk... geen armoede en geweld... Maar helaas ik kan niet toveren... Ik kan maar alleen de beste wensen sturen voor 2010
ik wens iedereen dat 2010 een jaar mag worden als een vallende ster die z'n lichtbaan trekt door het jaar heen met een zee van kleuren, geuren en gedachten steeds bestemd voor al degenen van wie we houden
Het bekende Engelse sprookje "The three little pigs"
Lang
geleden was er eens een oude zeug en die had drie biggetjes. En omdat
ze niet genoeg had om hun te eten te geven, stuurde ze hen de wereld in
om hun geluk te zoeken.
De eerste die wegging, ontmoette een man
met een bos stro en zei tegen hem: "Alsjeblieft man, geef mij dat stro
om er een huisje van te bouwen." Dat deed de man en het varkentje
bouwde er een huisje van.
Niet lang daarna kwam er een wolf
aanlopen die aan de deur klopte en zei: "Varkentje, varkentje, laat mij
erin." Waarop het varkentje antwoordde: "Nee, daarin heb ik geen zin,
je komt er niet in!" De wolf antwoordde daarop: "Dan blaas ik maar en
dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit elkaar." En toen blies
en proestte hij, blies het huisje uit elkaar en at het kleine varkentje
op.
De drie kleine biggetjesHet tweede varkentje kwam een man
met een bos takken tegen en zei: "Alsjeblieft man, geef me die takken
om er een huisje van te bouwen." Dat deed de man en het varkentje
bouwde zijn huisje. Toen kwam de wolf eraan, die zei: "Varkentje,
varkentje, laat mij erin."
"Nee, daarin heb ik geen zin, je komt er niet in."
"Dan
blaas ik maar en dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit
elkaar," antwoordde de wolf ook deze keer. En toen blies en proestte de
wolf, en hij proestte en hij blies, en tenslotte blies hij het huisje
omver en at het varkentje op.
Het derde varkentje kwam een man
tegen met een vracht stenen en zei: "Alsjeblieft man, geef mij die
stenen om er een huisje van te bouwen." De man gaf hem de stenen en het
varkentje bouwde er zijn huisje mee. Toen kwam, net als bij de andere
varkentjes, de wolf, die zei: "Varkentje, varkentje, laat mij erin."
"Nee, daarin heb ik geen zin, je komt er niet in."
"Dan blaas ik maar en dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit elkaar."
En
de wolf blies en proestte, en blies en proestte, en hij proestte nog
eens, maar hij kon het huisje niet omver krijgen. Toen hij merkte dat
hij met al zijn blazen en proesten het huisje niet omver kon blazen,
zei hij: "Varkentje, ik weet een mooi veldje met knollen."
"Waar?" vroeg het varkentje.
"In
de tuin bij het huis van meneer Smit. En als je morgenochtend klaar
bent, kom ik je afhalen en gaan we er samen een paar halen."
"Heel goed," zei het varkentje. "Ik zal klaar staan. Hoe laat wil je gaan?"
"O, om zes uur."
Het
varkentje stond om vijf uur op en haalde de knollen vóór de wolf kwam.
Die kwam om ongeveer zes uur en zei: "Varkentje, ben je klaar?" Het
varkentje zei: "Klaar? Ik ben alweer terug en ik heb een mooie pot vol
gehaald voor het eten." De wolf werd hier erg boos over, maar hij dacht
dat hij het varkentje toch wel op de een of andere manier te pakken zou
krijgen. Daarom zei hij: "Varkentje, ik weet een mooie appelboom te
staan."
"Waar?" vroeg het varkentje.
"In het grote park," antwoordde de wolf, "en als je wilt, haal ik je morgen om vijf uur af om wat appels te gaan halen."
Het
kleine varkentje nu repte zich de volgende morgen om vier uur het huis
uit en hoopte terug te zijn voordat de wolf kwam. Maar hij moest nu
verder lopen en ook nog in de boom klimmen. Zo kwam het dat hij de wolf
aan zag komen toen hij net bezig was weer naar beneden te klimmen. En
je kunt je voorstellen dat hij erg bang werd. Toen de wolf eraan kwam,
zei hij: "Hé, varkentje, was je hier al vóór mij? En zijn het lekkere
appeltjes?"
"Ja, erg lekker," zei het varkentje. "Ik zal er
eentje omlaag gooien." En hij gooide hem zover weg dat, toen de wolf
weg was om hem op te halen, het varkentje naar beneden sprong en hard
naar huis liep.
De drie kleine biggetjesDe volgende dag kwam de
wolf weer en zei tegen het varkentje: "Vanmiddag is er jaarmarkt in de
stad. Ga je mee er naar toe?"
"O ja," zei het varkentje, "ik ga mee. Hoe laat sta jij klaar?"
"Om drie uur," zei de wolf.
Het
varkentje ging zoals gewoonlijk eerder weg en kwam op de markt aan. Hij
kocht een regenton, waarmee hij op weg naar huis was toen hij de wolf
zag aankomen. Toen wist hij niet meer wat hij moest doen. Hij kroop in
de regenton om zich te verbergen, maar toen begon de ton rond te
draaien en rolde de heuvel af met het varkentje erin. Hierdoor werd de
wolf zó bang, dat hij naar huis holde zonder naar de markt te gaan. Hij
ging naar het huis van het varkentje en vertelde hem, hoe bang hij was
geweest voor een groot rond ding dat langs hem heen de heuvel was
afgerold.
Toen zei het varkentje: "Ha, ha, ik heb je bang
gemaakt! Ik ben naar de jaarmarkt geweest en heb daar een regenton
gekocht, en toen ik jou zag, ben ik erin gekropen en ermee de heuvel
afgerold."
Toen werd de wolf toch zó vreselijk boos! Hij
kondigde aan dat hij het varkentje op zou eten en door de schoorsteen
zou komen om hem te pakken. Toen het varkentje begreep wat de wolf van
plan was, hing hij een pot vol water op en stak er een groot vuur onder
aan. En net toen de wolf door de schoorsteen kwam, nam hij het deksel
van de pot en de wolf viel erin. Toen deed het varkentje ogenblikkelijk
het deksel er weer op, kookte de wolf en at hem op als avondeten. En
hij leefde nog lang en gelukkig in zijn stenen huisje.
Ik heb een wens voor iedereen Een mooie Kerst met lieve mensen om je heen. Mensen die van je houden om wie je bent In wie je een stukje van jezelf herkent. Laat merken dat je om die mensen geeft. Dat je samen met hen iets moois beleeft. Geniet van de warmte die dat alles brengen kan. Prettige feestdagen.
In het dennenbos liep een man met een bijl en drie kleine kindertjes. De grote dennenbomen trokken zich van het viertal niet veel aan want zij wisten dat zij geen kwaad konden. De kleine dennenboompjes sidderden van angst als de man met de bijl dichterbij kwam. Ze trachten er allemaal zo onaantrekkelijk mogelijk uit te zien.
Al snel viel het oog van de kinderen op een prachtig boompje dat nog volop stond te pronken. "Deze hier is de mooiste!" riepen ze. Het was het domste boompje van het ganse dennenbos. Het kende het verschil nog niet tussen de lente en de winter en het begreep dan ook niet waarom al de andere boompjes zich zo lelijk maakten.
Vader duwde de kinderen eventjes opzij, spuwde in zijn handen en hief de bijl hoog in de lucht. Een iets oudere dennenboom die dit alles zag, kreeg zo'n medelijden met het domme boompje, dat hij zijn afhangende takken omhoog stak. Hij trok zoveel sap naar zijn kruin, dat zijn naalden glansden en fonkelden als kristal. Nu wuifde hij sierlijk met zijn takken om de aandacht van de kinderen op zich te vestigen. "Halt, vader, eigenlijk zouden wij liever deze hier willen."
"Zoals jullie wensen," zei vader en de bijl hakte diep in de voet van de moedige boom. De drie kinderen namen hem onder de arm en lachend stapten ze weer naar huis. De boom schreeuwde het uit van pijn, maar de mensen luisteren niet goed genoeg om de boom te horen huilen.
Daar stond hij nu, in het midden van de huiskamer, overdekt met slingerende lichtjes, slingers en bollen. Helemaal bovenaan stak een zilveren bol met een lange punt. Er waren al rare vogels boven op zijn kop komen zitten, maar zoiets, nee. Beneden aan zijn voeten stond een stalletje en hij zag hoe de kinderen er allemaal plaasteren figuurtjes inzetten met overal kleine schaapjes er om heen. "Zie mij hier nu staan," mopperde de boom, "ik ben blij dat de andere bomen mij niet zien, met al die belachelijke rommel aan mijn lijf."
Zo stond hij daar week na week. Op zekere dag maakten de kinderen weer een drukte van belang om en rond het stalletje. "Wel verdraaid," dacht hij. "Nu komen er nog drie beeldjes bij, waarvoor dient dat toch allemaal."
De dennenboom had al veel van zijn groene glans verloren en wanneer de kinderen eventjes aan zijn takken kwamen, voelde hij de dennennaaldjes overal langs zich heen naar beneden vallen. De dag daarna werd hij van al zijn versieringen ontdaan en al de plaasteren mannetjes werden in een papiertje gerold en in een doos gelegd.
"Het is afgelopen," zuchtte de boom. "Mij wacht de open haard, het is allemaal voor niets geweest." Nu werd er ook een klein ventje in een strooien bakje uit het stalletje genomen en voor ook hij in het papiertje ging, knipoogde hij naar de boom en zei: "Ik weet wat je gedaan hebt en dat zal ik nooit vergeten."
een kerstboom zo mooi van kleur de verse geur van een denneboom hij wordt heel mooi versiert dat gaan we meteen doen daarna de cadeautjes onder de kerstboom
aan elke tak hangt een kerstbal bovenop de kerstboom hangt een ster voor de kerstboom staat een kerststal en op 25 december is het zo ver
maar eerst de boom versieren slingers, lampen en ballen want we hebben wat te vieren met 25 december
Lieve kerstman, mag ik vragen iets voor onder de Chrismas tree ik draag die wens al vele jaren en daarom kom ik er nu mee kan jij mij soms iets geven waar ik al lang van droom een speelgoed treintje aub daar zou ik zo gelukkig mee zijn
Op
kerstavond ... een hele tijd geleden maakte de Kerstman zich klaar voor
zijn jaarlijkse klus...... maar er waren ontzettend veel problemen.
Vier van de elfjes waren ziek en de overige elfjes produceerden het
speelgoed niet zo snel als gewoonlijk het geval was. De Kerstman begon
zich wel zorgen te maken dat hij niet op tijd klaar zou zijn. Wanneer
hij de rendieren voor zijn arrenslee spant, ontdekt hij dat er twee
ziek zijn en drie zijn er gaan lopen . Joost mag weten waar ze
uithangen. Nog meer stress... Wanneer hij begint met het laden van
de slee, breekt een van de planken van de slee af en de zak met
speelgoed valt op de grond en het speelgoed vliegt in de ronde . Het
spreekt vanzelf dat de Kerstman niet bepaald in zijn beste humeur is. Dan
gaat de deurbel en de Kerstman gaat naar de deur en verwacht weer een
nieuw probleem. Hij opent de deur en daar staat een klein engeltje met
een hele grote kerstboom om de Kerstman op te vrolijken. De engel zegt
op liefdevolle toon: "Zalig Kerstfeest Santa. Is het vandaag geen
prachtige dag? Ik heb een mooie boom voor u. Is het geen prachtige
boom? En zo begint de traditie van het engeltje boven op de kerstboom.
Een kerstboom uit mijn pen getoverd met kerstballen er onder aan nog wat slingers en kaarsen daar onder nog wat pakjes die wil ik jullie allen schenken met de beste wensen
De kerstman droeg voor het eerst een rood pak toen een cartoonist zich in 1869 baseerde op de satire van Irving. Maar het is dankzij Coca-Cola dat de kerstman consequent een rood pak draagt. Gedurende meer dan 30 jaar werd de figuur in een reclamecampagne van het frisdrankenconcern in het rood gekleed.
sneeuwvlokjes vallen... maar smelten op de grond... ik wil zo graag een witte kerst... ik denk dat het er van komt... bleef die sneeuw maar liggen... die witte kerst die komt wel... of misschien toch niet...
vlieg maar hoog boven onze daken niet te veel lawaai met de rendieren maken want in het midden van de nacht ben jij diegene die op kerstnacht op ons wacht
vlieg de wereld maar rond maak het daar boven niet te bond geniet van de kerstbomen die stralen lieve Kerstman geniet van de kerstnacht