Ik vond een eitje rood langs het kantje van de sloot. Ik vind een eitje groen naast een oude schoen. Ik vond een eitje geel in de zandbak waar ik speel. Ik vond een eitje paars onder in een lekke laars. Ik vond een eitje blauw in die bloementuin van jou. Ik denk dat ik genoeg eieren vond en stop ze nu lekker in mijn mond.
De vroege bloemetjes ontwaken Trots hun hoofdjes boven de grond Als de zonnestralen boven de horizon raken De dauw verjaagt in de vroege morgenstond
De pasgeboren lammetjes spelen vroeg Liederen worden door de vogels gefloten Terwijl de lente de winter verjoeg Het ijs verdwijnt in het water van de sloten
De vlinders fladderen in het rond Verschijnen doen de sterren en de maan Op een zwoele lenteavond
Wie kan de lente weerstaan Vreugde brengt de nieuwe wereld mij Ik geniet want het is zo weer voorbij
Als ik aan de lente denk opent de hemel voor mij zie ik engelen dansen tussen de bloesems als ik aan de lente denk begint de zon te schijnen spontaan alle knopjes van jou en mij te bloeien de lente in mij bevrijd mij van de koude winter hoor de vogels zingen zij zingen dat de lente is gekomen vol franje vol elan de lente is liefde
Onder moeders paraplu Liepen eens twee kindjes, Hanneke en Janneke, Dat waren dikke vrindjes. En hun klompjes gingen klik, klak, klik, En de regen deed van tik, tak, tik, Op moeders paraplu.
Toen kwam Jan de Wind erbij, Die joeg eerst heel zoetjes, Toen al hard en harder maar De regen in hun snoetjes. En Jan de Wind, die rukte en trok, En op en neder ging de stok Van moeders paraplu.
Maar Hanneke en Janneke Dat waren flinke klantjes! Die hielden stijf de paraplu In allebei hun handjes. En ze lachten blij van hi, ha, hi, En ze riepen: Jan, jij krijgt hem nie! 't Is moeders paraplu!
De lente is er weer en trekt zijn kleurig kleedje aan de merels beginnen weer te fluiten en bloemen komen door de kluiten en heffen hun kopje naar de zon de forsythia staat in volle knop heerlijk als hij straks weer bloeien gaat.
een
kinderhand is snel gevuld zij hebben heel wat meer geduld zien
het grote in het kleine kunnen in hun dromen nog verdwijnen doe
hun onschuld dus geen pijn
zing vogeltje zing laat je prachtig lied horen zing vogeltje zing je hebt zo'n mooi gezang en zo ben je de hele dag aan de gang zing vogeltje je mooiste lied voor mensen met verdriet zing vogeltje met al je pracht zo schenk jij de mensen weer kracht zing vogeltje zing Jou lied klinkt zo mooi als van een nachtegaal zing vogeltje zing laat horen je prachtig lied
kijk
niet achterom maar kijk naar de dag van morgen want in elke
nieuwe dag ligt nieuwe hoop verborgen al lijkt de toekomst nog zo
somber heb vertrouwen en blijf geloven dan zal de zon weer
schijnen
op deze zee van gras of dromen liggen bloemen in manden vol wensen en verlangens matte rozen en bladeren van goud en geen mens kan vertellen wat het is dan alleen de hemel wellicht
Soms gaat de tijd onopgemerkt voorbij glijd het langzaam door je vingers en valt voor je het oprapen kan in een herinnering van het verleden in het niets op de grond...
daar achter die mooie zon daar wacht het hof van eden het hemels paradijs waar engelen vrij vliegen gods liefde overal aanwezig is waar de bloesems eeuwig bloeien de rozentuin welig tiert de liefde heerst geluk eeuwig zal duren daar achter die mooie zon
het is mooi na de dooi alle geuren komen weer los dieren komen naar buiten vogels beginnen te fluiten knoppen worden weer groen er is weer veel te doen ja de akkers moeten weer klaar het is weer voorjaar de lucht zo blauw de winter is gauw over
Slaap mijn liefje, slaap toch zacht De maan en de sterren staan al op wacht Stralend verspreidend hun glinsterpracht Slaap maar liefje, sluit je oogjes maar Trek de dekens maar op tot je kin Tussen je poppen en je teddybeer Morgen is er weer een nieuw begin Slaap mijn liefje, slaap zacht