De geschiedenis van het Paleis Het Loo gaat terug naar 1684 toen Stadhouder Willem III, de achterkleinzoon van Willem van Oranje, het Middeleeuwse kasteel 'Het Oude Loo' kocht. Door de natuurlijke wateraanvoer vanuit de heuvels leende dit terrein zich bijzonder goed voor een tuinaanleg met waterwerken. In 1686 kwam het kasteel gereed en vormde een waardig buitenverblijf voor de echtgenote van Willem III, Mary Stuart, de Engelse troonopvolgster. Doordat zij beiden het Engelse koningschap in 1688 aanvaardden, werd Het Loo verder uitgebreid om het in overeenstemming te brengen met hun nieuwe status. Willem III overleed in 1702 kinderloos en zijn neef Johan Willem Friso van Nassau-Dietz werd zijn erfgenaam. Deze verdronk echter in 1711 in het Hollands Diep en zijn weduwe Maria Louise van Hessen-Kassel werd genoodzaakt een deel van de belangrijke schilderijenverzameling te veilen. (wordt vervolgd)
|