We proberen de bronnen welke we gebruiken terug te geven bij elk onderwerp, mochten er opmerkingen zijn worden deze aangevuld op aanvraag of worden de publicaties verwijderd.
LEIESTRAAT TIJDENS 2e WO - STADHUIS - KOMMANDANTUR
De Leiestraat te Kortrijk. Bovenste foto in 2015 (Bijgewerkt, die Duitser staat er niet meer..."Kommandantur" is nu "Stadhuis").
Onderaan links, tijdens de Duitse bezetting in WO2, met wachthokje en twee Duitse soldaten met geweer Mauser K98, patroongordel en gasmasker op de rug. Het huidig Stadhuis was toen een Duitse “Kommandantur”.
Onderaan rechts, Robert Courtens wandelt door de Leiestraat, met op achtergrond het wachthokje.
Nr 2 op de hoek van de Doorniksesteenweg en Walle. Dubbelhuis in neo-renaissancestijl met getrapte zijgevels. In 1869 noemde de zaak “In Den Duitschman”. Omstreeks 1905 liet brouwer Joseph Carbon een nieuwe herberg bouwen met de naam “In het oud kanon”. Sedert 1994 “‘t’Kanon”. In 1925 stond er een benzinepomp Esso van de Belgium Petroleum Company. In 1929 was er een weegbrug voor de landbouwers, deze werd in 1967 uitgebroken, het was de laatste weegbrug van Kortrijk. In 1949 was er het duivenlokaal “De Kortvlugge”. Op de binnenpaats werd en vroeger vee verhandeld. Nu sfeervol studentencafé. Opmerkelijk is de gevelsteen die de naam uitbeeld.
Het kasteeltje kwam wellicht in de plaats van een ouder buitenverblijf uit de Franse tijd, want in het kasteelpark zijn er aanwijzingen (bomen van meer dan 200 jaar!) van een eerdere aanleg. Neoclassicistische stijl en destijds buiten stad gebouwd (1835) op strategische heuvel van ’t Hooghe langs de Doorniksesteenweg. Oorspronkelijk weinig van het gebouw gekend. In 1884 kreeg weduwe Goethals-Delevigne toestemming om deze eigendom te verbouwen (voor het veranderen van de gevels van haar eigendom). Bij overlijden van de eigenares in 1956 werd het domein verkocht aan N.V. t’Hooghe als “Regionaal vormings en recreatiecentrum”. In 1959 werd door het Provinciaal Tuinbouwcomité van West Vlaanderen een rozentuin aangelegd als “Internationale rozentuin voor de Noordzeelanden”, later “Rosarium West-Vlaanderen” en toen “Rozentuin Kortrijk” genoemd. Op de plaats van de rozentuin stond in 18-19de eeuw een molen, het z.g. "Stampkot". Het betrof een door wind aangedreven machine om olie te persen uit zaden en om van het persafval veevoederkoeken te stampen. Het park rond het kasteel was oorspronkelijk aangelegd volgens de principes van de Engelse landschapsstijl. Het kasteel langs de Doorniksesteenweg is eigendom van de provincie. Sinds 2008 is er een dossier in opmaak voor de restauratie. Maar ondertussen staat het leeg en het was zelfs een tijdlang niet afgesloten. Door vandalisme geraakte het kasteel nog sneller in verval. Er zijn onder andere ruiten ingeslagen en radiatorknoppen gestolen. Daardoor zijn er tijdens de winter dertien gietijzeren radiatoren kapotgevroren. De kosten lopen zo almaar verder op. De renovatie van kasteel 't Hooghe is niet meer voor dit jaar. De subsidiepot is leeg, luidt het op het kabinet van Vlaams minister Bourgeois. De provincie die eigenaar is, kan er niet om lachen want straks staat het monument vier jaar op de wachtlijst.
Op de foto het kasteel in 1863 en 2015.Op de onderste foto, het kasteel aan de zijde van de vijver staan twee sfinxen die het bordes van de hoofdingang bewaken, onverstoorbaar uitkijkend over het kasteelpark. Dat is een naar het oude Egypte verwijzend element dat dan weer typisch is voor de Empirestijl, geïnspireerd door Napoleons avontuur in Afrika.
Onderaan is een Pdf-document gevoegd met een uitgebreide beschrijving van het kasteel.
Herberg aan hoek van de Brugsesteenweg (nr. 93) en de Watermolenstraat op Overleie. Oude foto tijdens de jaren 1950, was toen gekend als duivenlokaal "Recht voor allen". Onder de rode reclame van sigaretten Belga lag de Vivo voedingswinkelwinkel van Joseph Warlop. Bemerk aan de verlichtingspaal de richtingaanwijzer naar het speelplein de Warande. De uitbaatster in die jaren betrof Alida Buysschaert, hier op foto met links Dokter Guido Soenen uit de Brugsesteenweg en Marcel Dupont, van de garage Dupont in de Watermolenstraat. De Faubourg toen er nog een frietkraam was in 1998, inmiddels opengehouden door Patrick en Marijke. De waard Patrick Parmentier is de zoon van de vroegere uitbater van Café Majestic en daarna van de Gulden Sporen. Volkscafé met kaartersclub “De Faubourgkaarters”, minivoetbalclub, Lottoclub, spaarkast, vinkenlokaal “Hoop in de toekomst”.
De naam “Faubourg is afkomstig” van “fors le bourg”, dat buiten de stad betekent. Het gaat om wijken die vroeger net buiten de stadsmuren, voor de stadspoorten lagen.
Bronnen : Archief Turbo - Herbergleven in Kortrijk - Facebook
Zicht op de Loodwitstraat en de Gentsesteenweg vanaf het kruispunt de Blaasbalg. In 1890 werd de straat Rue de Céruse of Loodwitsrtaat genoemd naar de loodwitfabriek Boulez (opgericht in 1862), waar het “loodkot” lag. Het laatste loodwit (erg giftig) werd er vervaardigd tijdens WO2. De hoekherberg “In Bavikhove” (Bavikske in de volksmond) komt voor vanaf 1920. Inmiddels afgebroken met de volledige huizenrij en vervangen door appartementen. Rechts is de frituur “De Gentpoort”. Vooraan lag voorheen een benzinestation , vervolgens een winkel van muziekinstrumenten (Masselis) en nu een autozaak.
Bronnen : Archief Turbo - Het herbergleven in Kortrijk - Duizend Kortrijkse straten.
Kruispunt van het Plein en de Vaartstraat. Het Plein aangelegd in 1667 door de Fransen als open ruimte voor hun citadel. De Vaarstraat noemde aanvankelijk Gentstraat als kortste verbinding tussen de stad en de Gentsesteenweg. Drie foto’s uit eerste helft 19e eeuw, uit 1972 en op heden. Links lag aanvankelijk de woning van de pijlenmaker Lahousse-Myle, later werd dit café "In het Plein" (nu een residentie) was de laatste Kortrijkse pleisterplaats met een automatisch orgel in carrousselstijl, het orgel verdween in alle stilte in de jaren 70 . Rechts was er lang tijd de herberg “In den Anker”. Werd in de jaren 1980 de krantenwinkel Maelfait. In de straat waren meerdere herbergen die in de diverse jaren andere namen kregen, waaronder “In Den Anker” – “In den Tapper” rond 1890 en uitgebaat door Pierre Tant een uurwerkmaker en cabaretier – “De Verbroedering jaren 1940 tot 1950 – “In de Slag van Groeninge tot in de jaren 1950 - “In de Stad Harelbeke” tot in 1974 - “In de Rode Steentjes” zie middelste foto – “Cyrano de Bergerac” eet en wijnhuis.
Geopend in 1921 aan de Peterseliestraat (sedert 1936 Jan Persijnstraat) in Kortrijk. Het was het eerste gebouw in Kortrijk met overspanning van gewapend beton. Art-deco stijl, opvallende brede steekboog geeft toegang tot het mooi portaal , met trappen links en rechts en centraal toegangsdeuren en kassa. Filmzaal met podium en orkestbak, opzij en achteraan balkon , op verdieping boven portaal buffet. Geplaatst door architect Richard Acke (1873-1934), zelfde architect van het Vlaams huis aan de Groeningestraat. Bood plaats aan 700 toeschouwers. Stomme films krijgen er aanvankelijk muzikale begeleiding van een orkest. Vanaf 1932 beschikt de cinema over een geluidsinstallatie. De films worden steeds langer. Een hoofdfilm wordt aangevuld met een filmjournaal en een tekenfilm, een komedie, een documentaire of een western. De bioscoop is iedere dag open en elke vrijdag veranderde het programma. Tijdens de Tweede Wereldoorlog organiseerde DeVlag, een Vlaamse nazi vereniging speciale filmavonden, bijvoorbeeld met de film “Vlaanderen vecht aan het Oostfront”. Dit was uiteraard propaganda die in de kaart paste van de Duitsers. De zaal aanzienlijke schade op tijdens de zware bombardementen van 1944. Verandert in 1968 in Ciné Orly maar sluit omstreeks 1979. De mogelijke sloop van de al vijf jaar leegstaande cultuurtempel in de Persijnstraat veroorzaakt deining. Kortrijkzanen hebben goeie herinneringen aan het gebouw, waarin vroeger achtereenvolgens cinema De Gouden Lanteern ( 1921) , cinema Orly (1968) , kunstencentrum Limelight (1980) en muziekclub De Kreun onderdak hadden. Er is een aanvraag voor de het plaatsen van een gebouw met acht flats.
Links de likeurstokerij Mouliez aan de Wandelingstraat 2-4. Het huis "Likeurstokerij oud huis Mouliez-Busschaert" werd opgericht in 1870 als "likeurstokerij De Hazewind". In de muurnis een met O.-L.-Vrouwebeeld van 1880, waarboven opschrift "O.L.V. HULP DER CHRISTENEN". Sierlijk uitgewerkte smeedijzeren "lantaarn" die de nis verlicht. Twee huizen verder kant Veemarkt was er tientallen jaren een nieuwkuis, doch eveneens gekend voor hun “stoppage” van kledij. Een gaatje in Uw beste kostuum werd hersteld zoals nieuw.
Op de foto, zoals het vroeger was, de afbraak en de nieuwe appartementen. Onderste foto’s, de naamplaat van de firma Mouliez en een bierkaartje van de likeurstokerij De Hazewind. Bemerk op de bierkaart het telefoonnummer, gewoonweg "13". Men moest niet veel cijfers vormen om een bestelling te doen...
Graanmarkt nr. 11. Herberg "De Drie Mooren" of "Aux Trois Négres" cf. de drie gevelstenen die elk één 'Moor' voorstellen. Later werd ook de buurt als "De Drie Moren" genoemd naar die huisnaam. De oudste vermelding gaat terug tot de 15de eeuw als "Et Moriaenshooft".
De buurt werd in het ancien régime, naar de herberg, "De Moren" (Soms Mooren”) , genoemd. In 1932 wordt de begane grond aangepast naar ontwerp van E. Haeshoven. In 1946 gevolgd door een tweede aanpassing van de pui o.m. toevoegen van luifel. Hoekhuis van twee + vijf traveeën onder pannen schilddak. Sobere bepleisterde en beschilderde lijstgevel met eind 19de-eeuws uitzicht.
De herberg was het stamcafé van de Kortrijkse historicus Theodoor Sevens (1848-1927). In 1936 was er het lokaal van het volksfront Rex gevestigd. Sedert 1944 is het het lokaal van de Koninklijke Symfonie "Eigen Kunst" en in de jaren zeventig het supporterslokaal van liefhebbersvoetbalclub "VK Drie Moren". In 1907 kreeg de zaak toestemming vier kamers voor logies in te richten. Was een herberg van Wielemans, nu Interbrew.
De “Drie Moren” betreft wel degelijk de hoekherberg. Op de bovenste foto merkt men dat de linker herberg zo genoemd is, wat slechts de laatste jaren zo is. Deze herberg noemde vroeger “Café Des Sports” of “Taverne Des sports” en werd in 1982 de “Copper Kettle Inn” een Engelse club (pub) opengehouden door Jill Chapman uit Leicester. Het hoekcafé de Moren kreeg de laatste jaren regelmatig transformaties en andere namen waaronder het gekende "Amy's" genoemd naar de toenmalige uitbaatster Gobert Amelie. Momenteel staat "De Drie Moren" er...zonder naam.
In de voorgevel zijn drie gevelstenen zichtbaar die elk een Moor voorstellen. Deze waren vroeger net zoals Moren zwart, doch inmiddels wit geschilderd. Tot op heden zijn er nog geen klachten voor discriminatie ter zake gekend…
Op de foto’s de herberg hedendaags, de herberg rond de jaren 1970 (?) en de herberg omtrent de vorige eeuwwisseling. Voor zij die ze nog nooit van dichtbij zagen, een detailfoto van de Moren die inmiddels een respectabele ouderdom hebben.
Onze Lieve Vrouwstraat nr 18, was jarenlang een gekend huis gespecialiseerd in koorden,kurken en dergelijke, opengehouden door Marie-José Mondy. In 1998 was het een restaurant "Bistro Sablon" genoemd naar de Zavel in Brussel. Kreeg dan als eethuis nog enkele andere namen. Nu het restaurant "Quartier Latin" , blijkbaar zijn Vlaamse namen in Kortrijk niet in trek...
Noemde in de 15e eeuw al “’t Gulden Sweert “ . Was in 1577 een herberg en in 1697 een hostellerie. In 1806 was het “Hotel de l’Epée Couronée”. In 1863 café “Het Oud Zweerd”. In 1898 “In het Oud Zweerd” en vanaf 1940 kortweg “’t Oud Zweerd”. Sedert 1978 gaf men het de absurde naam “B’thoven” een restaurant. Was tot 1796 het lokaal van de gilde van de schermers. Op het einde van de 19e eeuw speelde men er Zottebolle. In de jaren 1880 – 1890 organiseerden De Ware Vrienden er jaarlijks in januari een liefdadigheidsfeest. Met de opbrengst werden 4000 broden, nieuwe kleren en 2500 liter soep aan de armen van de O.L.Vrouwenparochie uitgedeeld.
Bronnen :
Archief Ronnyturbo - Het herbergleven in Kortrijk.
Streetvieuw :
Zie onderaan in bijlage.
Een verguld zwaard onder een kroon herinnert nog aan de mooie huisnaam.
De winkel van kleermaker Henri Maes in 1933 (Rietje de kleermaker).
Nu de Geverfde vogel.
Historiek "Geverfde Vogel"
Het gebouw werd aangekocht door de brouwerij Bockor in het jaar 1958 aan Maurice Maes.In het begin van 1975 werd het leegstaand café ’L’Etoile door Stefaan Francois aan de brouwerij Bockor gehuurd en veranderde de naam van het café in ‘De Zwinnebloaze’. Stefaan Francois, nu al jaar en dag uitbater van het restaurant “Het Vliegend tapijt" in Marke. Op 1 oktober 1979 werd voor het eerst een huurovereenkomst afgesloten en werd het pand een café. In dit zelfde jaar werd de Zwinnebloaze overgelaten aan Christiaen Vandewalle. Net een jaar later, op 1 oktober 1980, doopte hij het café om tot 'De Geverfde Vogel'. Deze naam verwijst naar de titel van een boek van de Poolse schrijver Kozinski. Op nieuwjaarsdag 1982 werd de huurovereenkomst overgelaten aan de legendarische Dirk Van den Broeck, die de zaak 17 jaar gerund heeft. Daarna op 1 juni 1999 werd de zaak overgenomen door Bert Vanhalle die er vijf mooie jaren van maakte. Zijn opvolgers Felice, Mathieu en Jan namen op 1 november 2004 de brandende fakkel over en gaven het café nog een extra boost door het organiseren van thema weekends. Na 7 mooie jaren zeggen we vaarwel aan Mathieu en Felice, maar Jan blijft niet alleen! Op 1 december 2011 komt de frisse vogel Robbert erbij. Met een vernieuwd terras gaan Jan en Robbert samen verder. Op 1 juni 2013 nemen we ook afscheid van Jan. Robbert en zijn vaste crew heten u vandaag de dag welkom in De Geverfde Vogel. Een café in het hartje van Kortrijk die een heuse geschiedenis met zich meedraagt en waar ieder weekend opnieuw alle generaties samenkomen. (Info site Geverfde vogel)
Zicht op de oude appartementen aan de Reepkaai tot over enkele maanden. De Reepkaai zoals ze er vandaag bij ligt met centraal zicht op de achterzijde van het Onze Lieve Vrouwhospitaal en de kapel. De Reepkaai zoals ze er binnenkort zal uitzien.
Sint Jorisstraat, in 1585 het Roosemarynstraetkin en in 1841 herdoopt tot Sint Jorisstraat, als herinnering aan de Sint Joriskapel en de Sint Joriswijk. De meeste huizen rechts zijn “achterhuizen” van de Doorniksestraat. Links, de spoorlijn Gent-Kortrijk werd op 22 september 1839 plechtig in gebruik genomen en was een van de eerste op het Europese continent. Het nr. 23 was van 1939 tot 1954 de “Piccadilly” een huis van plezier met meisjes achter het venster, tijdens de oorlog druk bezocht door militairen en sluikhandelaars. Het was een doorgangstehuis voor vluchtelingen, een ontsnappingsroute naar Frankrijk voor Joden en Britse piloten. In 1940 werd in een verlaten autobus de lijken gevonden van een dienster en een Wehrmachtofficier beiden overleden in een liefdesaffaire.
Let bij de oude foto links op het oud gebouw van Post X, LCB boekcenter. Op de nieuwe foto rechts aan de blauwe gevelbekleding stond “l’Aigle d’Or” een luxueus spoorweghotel uit de beginjaren van de spoorweg in Kortrijk. Door de jaren heen was het een woonkazerne geworden en de originele bouw werd verminkt door bouwveranderingen. Het gebouw werd in 2010 afgebroken en werd een vergunning afgeleverd voor de bouw van een appartementsgebouw, die er nu nog altijd niet staat. Rechts vooraan de gekende tapijthandel Gheysens, die er inmiddels ook niet meer is.
Het hotel “l’Aigle d’Or” bestond uit twee delen, de achterkant aan de Sint Jorisstraat deed dienst als hotel tussen 1840 en 1865, de voorkant aan de Doorniksestraat “nu nr. 52” was een herberg uit de jaren 1830, toen het lokaal van de Orangisten (aanhangers van het Huis van Oranje in Nederland).Later werd het een pleisterplaats voor liberale verenigingen. Tijdens de hongerjaren werden er broden uitgedeeld aan de armen. Wellicht werd het kort nadat het ophield hotel te zijn, opgedeeld in vier woningen of handelszaken, die elk hun eigen huisnummer kregen. En naderhand werden die vier huizen opgesplitst in een massa flatjes.. Het gracieuze uitzicht van het gewezen hotel ging helemaal verloren toen men het zadeldak verving door een industrieel ogende opbouw van twee extra verdiepingen. Achteraan werd de binnenplaats van het hotel na verloop van tijd helemaal toe gebouwd. Guido Van der Meersch vestigde er op het einde van de jaren 1960, in het meest rechtse deelpand het hoofdkwartier van zijn 'Bertennest'. De bevlogen 'woordkunstenaar' deed er verwoede pogingen om de jeugd aan te trekken met een mengsel van uiterst conservatief katholicisme en zo mogelijk nog extremer flamingantisme. Een tijdlang hield hij er zelfs een vegetarische kantine open. Op de onderste foto het gebouw tijdens de jaren 1970 na tal van mislukte verbouwingen, daar waar het de uitstraling niet meer had zoals weergegeven op de porseleinkaart uit zijn gloriejaren. Op de porseleinkaart zicht op de achtergevel van het hotel in de Sint Jorisstraat. De inrijpoort staat open, op de achtergrond de Sint Maartenskerk. Op de voorgrond vertrekt een trein uit het station.
Bronnen :
Archief Turbo - Beeldbank Kortrijk - Duizend Kortrijkse straten - Het herbergleven in Kortrijk - Kortrijk op porseleinkaarten.
DETAVERNIER GUSTAAF EN CO – ACCORDEONISTEN – MUZIKANTEN
In de vorige eeuw waren er op onze streek veel goede muzikanten. Een van de betere betrof DETAVERNIER Gustaaf. Zijn loopbaan vloeide van accordeonist over tot orkestleider van de “Jean Paul Vernier-band”. Gustaaf volgde in zijn jeugd accordeonstudies en zes jaar notenleer. Hij behaalde diverse medailles en onderscheidingen waaronder de beker van Koning Albert 1. Gustaaf (°1926) was op de streek ook gekend als kassier bij de belastingen. Als muzikant was hij tot ver over de landsgrenzen gekend. Zijn voornaamste instrument was uiteraard de accordeon die hij bespeelde van zijn prille jeugd. Hij bediende trouwens ook met volle kennis het Hammond orgel en de piano. Niets was hem te veel van entertainment in een café, dansavond, huwelijksfeest, een elpee maken enz…
Vanaf de jaren 50 trad hij op bij Norbert Goddaert, maakte meerdere platenopnamen met Willy Lustenhouwer, speelde met Tony Sandler , met Disten Pulle, Roger Verschelde, Milo Demeester, The Manhattan met Geert Beirnaert en deed vele optredens op de Franse TV. In de jaren 60 begeleide hij met zijn “Jean Paul Vernier band” Will Tura, Will Ferdy, Jacques Raymond, Bob Benny, Louis Neefs, Jo Leemans, Marva en vele andere Vlaamse vedetten. Er staat nog veel meer op zijn palmares, kortom te weinig plaats voor een beschrijving. Ondanks zijn groot talent bleef Staf een nederig man, een volksvriend , iemand om naar op te kijken.
“Het Hohner kwintet” met op de foto Roger Verschelde, Lothar Delorge, Victor Lebon en Walter Vandorpe. Detavernier Gustaaf staat centraal op de foto.
In 1976 stootte de KVK door naar de grootste voetbalafdeling. Gustaaf stond in voor de tekst en muziek van de elpee hier afgebeeld. Let op de invulling van de verantwoordelijken...Orkest Gustaaf Detavernier - Zang Benny Song - Het Sint Jozefkoor - De foto's van Marcel Anckaert, allen gekende "Kortrijkzaans"
De Plaat is origineel te bewonderen in café "ESTAMINET" (hoek Kortrijksestraat-Herderstraat dicht tegen de Menenpoort) , KVK kroeg bij uitstek met een frisse pint aan een scherpe prijs en een toffe "bazinne".
Op de foto KVK - Keeper Orvath - Freddy Seys - Bo Braem - Dirk Demets...
(Met dank aan Detavernier Frank)
Hierbijgevoegd onder Pdf document een prachtig artikel over Gustaaf zijn loopbaan met interessante inhoud van het vroeger uitgangsleven in Kortrijk (Toen dat nog bestond en Kortrijk niet "Bruiste")
De Veldstraat behoorde aanvankelijk bij de Ommegangstraat (weg van Gentpoort naar Doornikpoort buiten de stadsgracht) . De herberg links was van voor 1889 tot in de jaren 1950 café “In de nieuwe wandeling”, de uitbater was ook schoenmaker. Van in de jaren 1960 “In de Aalstenaar”, nu het Jongeren Advies Centrum. In 1873-74 bouwden de paters Passionisten een klooster toegewijd aan de H. Antonius van Padua, in de volksmond “Toontjeskerke”. De bouw van klooster en kerk werd voltooid in één jaar. De kerk werd in neoromaanse stijl gebouwd naar een ontwerp van architect François Hennebique. Is het hoofdklooster van de Passionisten. De beroemdste kloosterling is Broeder Isidoor die in 1984 zalig werd verklaard. In 1952 werd onder enorme belangstelling (meer dan 100.000 bezoekers) het stoffelijk overschot van Broeder Isidoor van het Sint Janskerkhof overgebracht naar de grafkapel van de kerk. Het graf en de jubelgrot (van 1908) worden nog steeds druk bezocht door bedevaarders.
Overbrenging stoffelijk overschot broeder Isidoor van het Sint Janskerkhof naar de kerk in 1952. Let op de begeleidende Rijkswachters met geweer en bajonet.
Van de Koning Albertstraat naar de Burgemeester Nolfstraat. Zicht vanaf het gerechtshof. Ontstaan na afschaffing van octrooi van 1860 door geleidelijk dempen van stadsgracht waardoor "Nieuw Kwartier" of "Rijselse Wijk" aangelegd kon worden. Neoclassicistische lijstgevels uit de jaren 1870 van drie tot drie en een halve bouwlaag, vaak voorzien van een balkon op de tweede bouwlaag.Talrijke advocatenwoningen en -kantoren door nabijheid van justitiepaleis.
Links “Café Du Palais” sedert meerdere jaren het “Paleitje” bij Chantal. Op de bovenste foto links de gekende winkel de “Soldeur” stoffenwinkel. Uiterst achteraan, het station. Rechts centraal op bovenste foto (grote gevel) elektriciteitszaak “Cheyns”. Vooraan rechts was de herberg “Café du Tribunal”, later “Ter Vierschaar" om een jaar of tien terug te sluiten als café “Themis”, bij Monique.
Op de bovenste foto de Houtmarkt met de Sint Niklaaskliniek zoals hij er tot voor kort uitzag. Verder de Markt zoals in huidige staat met de aanbouw van een nieuw rusthuis. Momenteel zijn aan de markt graafwerken bezig teneinde een ondergrondse garage aan te bouwen.
Hieronder de link naar een filmke op Youtube, archeologen de zondag aan het werk teneinde ons verleden aan het licht te brengen.
Tijdens deze graafwerken werd recent en onverwacht een oude waterput aangetroffen een drietal meter onder straatniveau. Kortrijkse archeologen doen opzoekingswerk. De waterput (zandwinningsput, die diende voor een nabijgelegen steenbakkerij) zou dateren van voor 1600. Inmiddels werden diverse artefacten aangetroffen waaronder een kanonbal van rond 1580, diverse bronzen voorwerpen, aardewerk, steengoed met wapenschilden, een stuk ruiterspoor.
Er werd ook nog een doorgang gevonden tot bij de zusters "Arme Klaren", mogelijks om te ontsnappen aan het oorlogsgeweld. De opgravingen gaan de volgende dagen door. Er worden mogelijks nog andere waterputten aangetroffen.