We proberen de bronnen welke we gebruiken terug te geven bij elk onderwerp, mochten er opmerkingen zijn worden deze aangevuld op aanvraag of worden de publicaties verwijderd.
De bomaanval van 26 maart 1944 vormde het begin van het einde. Talrijke grafmonumenten werden vernield en om gezondheidsredenen werd het kerkhof gesloten en afgeschaft. In 1946 werden de puinen gesloopt uit veiligheidsredenen. Het ging om de voorgevel en de zijmuren. De stoffelijke overschotten van het omliggende kerkhof werden overgebracht naar het St Janskerkhof (die reeds bestond sedert 1888) . In 1954 werd op het terrein het huidige Magdalenapark opgericht. In de loop der eeuwen onderging de begraafplaats een ware evolutie. Aanvankelijk tot eind 16e eeuw begroef men er leprozen en huispersoneel.
Tekening en plattegrond van de kapel
Inwoners van de stad werden elders begraven o.a. bij Sint Maartenskerk. In de 17e eeuw waren het pestlijders. Van 1785 tot 1944 werd het de stedelijke begraafplaats, welke regelmatig werd uitgebreid door inname van de boomgaard en de woningen.
De zuidwestelijke gevel met rechts de graven van de Kortrijkse vooraanstaanden.
Het Kerkhof bestond uit twee delen, rond de kapel eigendom van kerkbesturen St Maartens met graven van oude Kortrijkse families en het westelijk deel eigendom van stad. In 1935 raakte het kinderkerkhof in onbruik.
Het interieur van de kapel.
Doorheen de jaren waren er diverse gedaanteverwisselingen. Er is sprake van een mooi brandglasvenster die de aandacht trok, een maaswerk van kalksteen, ijzeren sierelementen, Witwerk, bewerkt schrijnwerk, mooi tabernakel, een hoogaltaar, versierde zitbanken, een knielbank, twee offerblokken die zorgden voor een zeker inkomen. Tevens was er de aanwezigheid van waardevolle stukken zilverwerk, schilderijen en diverse beeldhouwwerken. Verder een inboedel aan kerkgewaden kultusvoorwerpen en andere stukken.
Kort voor de 2e WO toonde de begraafplaats tekenen van verval, kruisen en oude zerken werden weggenomen. In 1941 werd het kerkhof gedeeltelijk gebruikt voor aardappel- en groentetuin. Het dodenakker werd omgewoeld door de bommenregen van 1944 en werd naderhand afgeschaft.
Plattegrond van de opgravingen in 1985 met situering van de plaatsgesteldheid in de 14e eeuw , in 1607 en in de 19e eeuw. (Origineel plan van Despriet Philippe, hier bijgewerkt)
Zoals bij de meeste leprozerijkapellen bezat ze eigen klokken. In de 15e eeuw hingen er twee welke in de volgende jaren werden hergoten en later verkocht. Tijdens de 17e eeuw hing er nog één klok welke verborgen werd in een Kortrijks klooster. In 1883 trof er men een klokje aan met de tekst “ Ik ben gegoten in ’t jaar ons heeren MCCCCCX (1510) en is nu bewaard in de St Maartenskerk.
Ontwerp voor een nieuw venster uit 1904.
POTJE MADELEENE - Bij het naamfeest van de Heilige Magdalena (22 juli) ging een processie uit naar de kapel. Deze bleef later achterwege en werd vervangen door een bezoek van de Kortrijkzanen aan het kerkhof en de kapel om hun overledenen te groeten en er de graven te versieren. Sedert beginjaren 1800 werd er aan de kapel en in richting van de Magdalenastraat een soort volksfeest of kermis gehouden. Er werd ook soms muziek gespeeld en gedanst tot ergernis van dezen die hun doden kwamen groeten. Er stonden toen ook kraampjes met allerlei koopwaar zoals “taskes en telloorkes” in aardewerk, keukengerief voor “meiskes”, kruiwagentjes, vierwielkarren spaden en tuingerief, potten en aardewerk. De kramers deden goede zaken en in de volksmond noemde men dit ‘Potje Madeleene”, een soort braderie, want toen draaide ook reeds veel rond zaken doen en geld verdienen. Dit “feest” geraakte in onbruik na 1918.
Opgegraven geraamten in de kapel uit 1985
Er was in en om de kapel door de jaren heen een devotie ontstaan van verschillende feestdagen. Vele missen werden in die zin opgedragen.” Magdalenadag” werd met veel luister gevierd en de kapel werd opgesmukt. Diverse priesters en ,ook vreemde celebranten droegen er missen op.
Bij de opgravingen in 1985 maar ook zoals de resten er tientallen jarenlang bijlagen. Zo vormde deze ruïne een speeltuin voor de omwonende jeugd. Op de achtergrond de woningen aan de Graaf Karel De Goedelaan.
Het waren lucratieve dagen door de verkoop van “Hendekes Keirsen – Roetekeisen, witte keirsen en geluwe spin kessekens”. De offerblokken waren de betere inkomens bij offers voor het zegenen van een relikwie.
De resten van de kapel zoals ze er heden bijliggen.
Op de Kortrijkse Beeldbank staat een mooie virtuele reconstructie van de Magdalenakapel, uitgevoerd door Howest.
Pand met een rijk verleden die zou dateren van in de jaren 1600 , het werd doorheen die jaren niet alleen gebruikt als herberg. Gedurende die eeuwen had het diverse eigenaars en bewoners. Zo werd het gebruikt door beenhouwers, kleermakers, smeden, wolhanderaars, kannenslagers, en uiteindelijk door herbergiers. De woning werd regelmatig verbouwd. In de jaren 1890 wordt het gebouw definitief een herberg onder de naam “In Den Biervoerder”. Vanaf 1920 is het gebouw van August Tack van de gekende brouwerij aan de Broelkaai. In feite is het niet de oudste herberg van Kortrijk, maar heeft wel een van de oudste gevels, een mooi witgeschilderde trapgevel. De herberg onderging in de loop ter tijden enkele naamsveranderingen, van In den Biervoerder (1890), Oud Cortryck (1960) Copper Kettle Inn (1982) en De Ton en vanaf 1991 terug Oud Cortryck.
Foto 1 : De oudste versie. “In Den Biervoerder” van 1890 tot 1960. Rechts en links naast de deur een bord met vermelding naar “Bieren Auguste Tack” eigenaar en brouwer van de herberg. Aan het linker venster een bordje van de aperitief “Byrhh” een Vin Tonique (soort Martini in de tijd). Links onder aan de voordeur een verluchtingsrooster, welke wijst op de aanwezigheid van een kelder. Boven de voordeur een prachtige lantaarn. Mooie voordeur met glasraam. Links ernaast de beenhouwerij met nog Franse betiteling “Boucher” (Veel in Kortrijk was toen in het Frans). De rechterbuur een voedingswinkel, let midden op de reclame van SOLO de boter toen in een goudkleurige verpakking. Winkel met mooie houten lambrisering.
Foto 2 : Vanaf 1960 tot 1982 “Oud Cortrick” met een I in plaats van een Y in de benaming (veranderde later). Was de tijd van de fietsen en de sportbrommers, men kon die toen nog ergens niet gesloten plaatsen zonder dat ze gestolen werden. De borden van Brouwerij Tack zijn weg en inmiddels hangt bovenaan de Neon vermelding “Supra”. De lantaarn hangt nog steeds boven de voordeur. De winkel links is nog steeds een beenhouwerij, maar kreeg inmiddels een nieuwe gevelbekleding en de vermelding “Boucher” is verdwenen. De rechtergevel blijkt weinig veranderd.
Foto 3 : Van 1982 tot 1991 “Copper Kettle Inn” jaren opengehouden door de Britse Jill, een toffe madam die prachtig Engels-Kortrijks praatte. Boven de deur een mooi uithangbord van BASS Pale-Ale met de benaming van het café. Aan de gevel terug een nieuwe vermelding van de Supra bieren, lelijke reclame en overheersend aan de gevel ! Links nog steeds de beenhouwerij. Let onderaan zijn vitrine het bord met vermelding “Proef onze bereide kalfskop”. Rechts is de mooie lambrisering verdwenen en is het een stoffenwinkel. De lantaarn hangt nog steeds boven de voordeur van de herberg.
Foto 4 - 5 : "Sic transit gloria mundi". Het verval van iets moois. De lantaarn boven de deur is verdwenen, de topgevel is aan het afbrokkelen. Er hangt een alarm (ik vraag me af waarom ?). En het zal alleen maar slechter worden. Beide zaken ernaast zijn inmiddels vernieuwd. Het lelijk uithangbord en de benaming zijn nu geschreven “Oud Cortryck” met een Y. De bieren zijn nu Jupiler van Inbev. Let aan de voordeur op het verlaagd niveauverschil, richting herberg toe was het bijna 10 cm lager. Ik heb me altijd afgevraagd als het regende of het water dan binnenliep
Foto 6 : Toen kwam de brouwerij Verhaeghe uit Vichte die hoop gaf, een eerste werktekening. De verwachtingen waren groot, maar de kogel was niet onmiddellijk door de kerk.
Foto 7 - 8 : En toen begonnen voor enkele jaren de werken, de herberg werd binnenin volledig gestript, het werd een totale ontmanteling tot op de rauwe bouwmuren (Als die muren konden praten !).
Foto 9 : Er werd een kelderruimte ontdekt met bijhorende trap. De riolering is ongeveer zestig jaar oud, misschien is die kelder toen opgevuld.
Bemerk centraal in de vloer het luik naar de ontdekte kelder.
Het nieuwe "Oud Cortryck" wordt niet echt een bruin café zoals vroeger, maar eerder een cultuurcafé, waar je iets kan drinken en iets kleins kan eten. Er zal vooral gewerkt worden met streekproducten, onder meer van de kaaswinkel en de slagerij vlakbij. Lien Verschaeve (35) is vanaf januari 2018 de kersverse uitbaatster van de nieuwe - In den Herberg “Oud Cortryck" - . Welkom Lien, laat ons verder gaan voor de volgende 100 jaar.
Foto 10 - 11 : In 2018 kwam het resultaat. Onder het motto van “Wie het verleden niet eert is de toekomst niet weerd” werd de zaak volledig vernieuwd met oog naar de historische achtergrond. Een prachtig pand. Op de gelijkvloerse verdieping is er plaats voor vijftig personen. De toog en banken werden op maat gemaakt in de oude stijl. Het verlaagd niveauverschil is weggewerkt om de toegang te verbeteren.
Boven is er een prachtige zaal voor alle gebruik eveneens nostalgisch ingericht met een mooi zicht op de Wijngaardstraat.
Je moet van Vichte zijn om het Kortrijks Cultureel erfgoed te onderhouden. Bedankt brouwerij Verhaeghe, we brengen Jullie met plezier een bezoek, zet de “Duchesse de Bourgogne” maar koud !
(Lekker biertje trouwens en ik ken er wat van).
Het resultaat mag gezien zijn, jammer dat er geen lantaarn meer boven de deur hangt.
Enkele van de vroegere uitbaters :
Imgard (De Duitse) en Noël (Taxichauffeur) jaren 1960
Midden jaren 60: Cecille en Stanne (Constant)
Firmin Deschodt, was ook karateleraar
Jill van de koperen ketel. Ik denk een Ierse of Engelse.
Rijselsestraat van de Grote Markt naar het Louis Robbeplein. De straat maakte in oorsprong deel uit van de Romeinse weg Gent-Rijsel-Kortrijk. In 1948 koopt de socialistische vakbond ABVV dit woonhuis en richt er kantoren en een café in. De Het gebouw betreft een rijbebouwing, breedhuizen onder pannen met zadeldaken voornamelijk daterend uit de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw, en met typische bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels. "Het Textielhuis" met vernieuwd parement van 1947 , aansluitend bij de typische monumentale architectuur uit het eind van de jaren 1940 - begin jaren 1950 . Van 1908 tot 1957 passeerde er de buurttram Kortrijk-Deerlijk.
De gelagzaal is versierd met een bronze bas-reliëf van het profiel van Jozef Coole geboetseerd in 1948 door Johan De Maeght . Verder drie grote wandschilderingen van Albert Saverys (Latemse kunstenaar) , zijnde twee Leiezichten en het interieur van een textielfabriek. In het gebouw is een feestzaal waar feestjes kunnen ingericht worden of waar orkestjes optreden. Tot 1995 lag achteraan het gebouw de kantoren van het Algemeen Belgisch Vakverbond, die tevens bereikbaar waren via de achterzijde uitmondende in de Jan Persynstraat.
Het interieur van het Textielhuis is een toonbeeld van architectuur uit het interbellum. Zware houten lambriseringen, kunstig bewerkt, in de traditie van de Kortrijkse meubelmakers. Prachtig zijn de panelen van schilder Savery, die de vlasteelt in het Kortrijkse uitbeeldde. Destijds gemaakt In opdracht van de vakbond, die toen een soort van mecenas wilde zijn voor kunstenaars. De panelen blijven in het Textielhuis. Kan ook moeilijk anders, want de panelen zijn mee getimmerd in het houten decor. De schilderijen vallen onmiddellijk op als je het café binnenstapt. Rechts van de ingang zie het grootste werk: een weergave van het industriële proces. Links heb je de grondstoffen, rechts de afgewerkte producten en daartussenin gigantische machines. De arbeiders zien er tussen al dat geweld klein en onbeduidend uit.
De twee werken aan de linkermuur tonen ons die industrie aan de buitenkant: de Leie met rokende fabrieken eromheen. De panelen verwijzen ook naar de vlasnijverheid: je ziet duidelijk de vlaskapelletjes op de Leieoevers.
Er waren diverse verenigingen zoals de Culturele Centrale Marianne, het vormingscentrum ABVV, het lokaal van de Socialistische partij, de Natuurvrienden, De Rode Mijnwerkers, de Vermeylenkring, de 1 mei Vinkeniers. Vroeger kwam dokter Felix Comer er regelmatig spreken over de problematiek van de mensenrechten.
Tijdens de manifestaties tegen de schoolwet van Minister Collard gooiden betogers de ruiten stuk en wierpen naar het gebouw met eieren. De socialisten verweten het stadsbestuur dat de politie te laat optrad. In oktober 1984 gooide een onbekende een gietijzeren rooster door een groot venster naar binnen.
Vanaf oktober 2001 kon je in het Textielhuis terecht voor een dagschotel of een alternatieve hap. Het was echter een kort leven beschoren wegens niet rendabel.Achteraan is een tentoonstellingsruimte voor kunstenaars en een pluralistisch ontmoetingscentrum.
De woning aan de achterzijde, kant Jan Persynstraat werd in 1905 gebouwd voor Paul Vercruysse, Bovenaan de gevel hangt een beeld van Madonna met kind, verder met een prachtige lantaarn. Tevens nog de verwijzing naar het restaurant, welke inmiddels niet meer bestaande is.
Op de hoek van de Meensesteenweg en de Doornstraat ligt sedert het einde van de 19e eeuw café “In de Concorde”, later “taverne Concorde”. De eerste vermeldingen dateren van 1898. In de jaren 1940 was de uitbater Albert Semeseel, hij was verder eveneens voerman. Sedert 1952 tot in de jaren 1960 waren er eveneens logies voorzien. Er waren diverse verenigingen in de herberg. De vinkenvereniging “De Vrije Vinkeniers” had er vele jaren hun lokaal. Vroeger aan de bieren Stacegem, later aan de Inbev.
Andere gekende uitbaters waren Vandekerckhove Vera welke er eveneens gedurende meerdere jaren een gekend restaurant had.
Later werd de zaak tot aan de sluiting nog uitgebaat door Danny Pattyn.
Na enkele jaren van leegstand, werd de zaak in 2018 heropend als een Domino’s Pizza.
Reeds in de veertiende eeuw bestond er op Overleie een broederschap, gesticht met als doel de verering van de populaire heilige Eligius of Sint-Elooi. In 1366 keurde de bisschop van Doornik de stichting goed van een gasthuis met bidplaats. Aanvankelijk bevond de bidplaats zich in het gasthuis zelf, later werd er een afzonderlijke kapel gebouwd met een klokkentoren. De kapel werd verlaten in 1878 en gesloopt in 1882 om de sint-Elooiskerk te bouwen. In 1882 eerste steen van huidige kerk, ingewijd in 1884, naar ontwerp van L. De Geyne (Kortrijk). In 1891 volledig afgewerkt. Het gebouw frontaal in beeld is de school voor lager- en beroepsonderwijs van de zusters van Sint-Niklaas in de Meensestraat. Deze huizenrij werd afgebroken voor de aanleg van het Volkspark in 1906.
Kortrijk Plein nr. 32 – Woonhuis in Empirestijl. Het huis “De Tanghe”, gebouwd in 1815 en bewoond door Leon De Laveley-Le Camus, directeur van de belastingen. Van 1890 tot 1969 woonde er de antiquair Croquison daarna antiquair P. Pauwels. Sedert 1981 gemeentekrediet die het huis liet restaureren. Nu kledijwinkel Elisa.
Links de woning tijdens de eerste wereldoorlog. Toen bewoond door antiquair P. Pauwels. Rechts de toenmalige Molenstraat (Nu Langemeersstraat) waar Je kunt kijken tot aan de Veemarkt. Aan de boom een Duitse aanwijzer “Zum Schiebstand” bedoelende op de schietstand aan de Abdijkaai. Let ook op de sierlijke brievenbus voor de woning. De foto rechts, honderd jaar later in 2018. Aan de woning is nog maar weinig afgeweken van de oorspronkelijke bouwstijl. Hopelijk worden de houten koetsdeuren ergens bewaard.
Dubbelhuis onder afgeknot leien tentdak bekroond met rechthoekige lantaarn opengewerkt d.m.v. rechthoekige vensters alternerend met blinde oculi. Bepleisterde lijstgevel met imitatiebanden op de begane grond. Centrale rechthoekige koetsdeur geflankeerd door rondboogvensters met persiennes. Markante loggia op midden verdieping opengewerkt d.m.v. Toscaanse zuilen die hoofdgestel dragen. Balkonhek afkomstig van woonhuis afgebroken in 1930 te Gent (Veldstraat) geplaatst in 1931, voorheen houten balustrade van communiebank afkomstig van de in 1886 ontmantelde St.-Michielskerk. Loggiagevel opengewerkt d.m.v. drie rondbogige deurvensters tussen pilasters en halfzuilen. Bovenverdieping uitgewerkt als mezzanine met vierkante vensters tussen pilasters. Monumentale houten deur met liggende sfinxen, twee leeuwenkoppen met trekringen en een mannenkop met helm. Deurtrekkers in 1925 aangebracht en afkomstig van een deur in de Rekolettenstraat.
Foto ergens in de jaren 1960. De woning is in vervallen toestand. Rechts een braakliggend terrein van het afgebroken Rusthuis St Jozef in de volksmond “Het Kadulkot” genoemd.
Foto in de jaren 1970, de woning onderging inmiddels een kleine restauratie.
De woning gezien van uit de Voorstraat. Links een gekende sigarenwinkel. Verder op het Plein de gevel van het St Jozefinstituut (binnenkort ook afgebroken). Rechts op de foto het Rusthuis St Jozef, of “Het Kadulkot”.
De plaats van het plein lag tot in 1838 nog volledig buiten de stadsgrachten. Deze stadsgrachten liepen over de huidige Sint-Jorisstraat en de Oude Vestingstraat. Op 22 september 1838, werd de eerste spoorlijn Kortrijk-Gent door koning Leopold I en koningin Louisa-Maria ingewijd. Met de aanleg van de spoorweg kwam er in 1839 een nieuwe wijk tot stand. In 1841 kreeg het toen nieuwe vijfhoekige plein aan het station de naam Guldenspoorenplaats. Het was het begin van de stadsuitbreiding. In 1841-1842 werd het Stationsplein aangelegd. Tijdens deze werken werden twee geraamten gevonden, waarschijnlijk twee soldaten gesneuveld in 1792.
Rond het plein werden in 1842 verschillende grote gebouwen gezet: voornamelijk hotels en restaurants met namen als “Hotel Royal” (Café Restaurant) de ”Fransche Vlagge” en “Noord Gasthof/Hotel du Nord”, die later samen het “Hotel Continental” vormden. De verschillende panden, opgetrokken in neoclassicistische stijl vormen een homogeen geheel en op dezelfde hoogte (dat in de jaren 1960 wordt doorbroken door de bouw van verschillende appartementsgebouwen.)
Bronnen – Archief Turbo - Egied Van Hoonacker – Beeldbank Kortrijk – Diverse postkaarten.
Foto : Stationsplein en Stationsstraat, een van de oudste foto’s een bijgewerkte glasplaat. Foto dateert van omstreeks 1863. Links het magazijnen en woonhuis van de weverij Libeert uit Meulebeke. Rechts “Café Royal” welke later “Hotel Royal” werd. Op de gevel benaming Estaminet Restaurant. - P. Buysschaert als uitbater en de reclame voor “Cigares de la Havane”. Er is een man zichtbaar met hoge hoed en een vrouw in gewone kledij. Vooraan is het of er een plas water staat. Het plein was aanvankelijk een kale ruimte belegd met straatstenen, waar geregeld circusvoorstellingen plaatsgrepen. In de Stationsstraat merkt men de statige rijwoningen.
Panorama centrum Kortrijk - Linksonder het Stationsplein , Centraal de St Maartenskerk. Achteraan Broeltorens en de Leie, daarachter (Brugsesteenweg – Kuurne…) praktisch nog geen bebouwing.
Op het einde van de negentiende eeuw werd in het midden van het plein een ronde siertuin aangelegd afgezet met een omheining en een trottoir. In het midden werd op 19.08.1899 in de gietende regen het standbeeld van Jan Palfijn geplaatst, welke echter enkele maanden later verhuisde naar de Havermarkt.
Het prachtig aangelegd rond plantsoen met sierbeplanting. Er omheen een smeedijzeren omheining en voetpad. Het stationsgebouw zelf werd herhaaldelijke keren vergroot en veranderd. In 1840 werd er een voorlopig stationsgebouw opgericht. Het tweede en definitieve stationsgebouw kwam er in 1857 en kreeg in 1876 twee bijgebouwen. Tot in 1944 had het station een grote glazen overkapping van de perrons, dit werd door een Engels bombardement in 1944 verwoest. Bemerk links de fietsen (die men nog niet moest beveiligen tegen diefstal) en rechts de voertuigen, taxi’s ? De mensen hadden nog tijd op een praatje te maken, er waren nog geen mobiele telefoons.
Voor de aanleg van de Stationswijk deed men beroep op architect J.-P. Cluysenaer, die een plan voor de aanleg van de nieuwe straten (van Oost naar West: Doornikselaan, Burgemeester Reynaertstraat, Stationsstraat, Koning Albertstraat en Tolstraat) in pentagonale vorm ontwerpt, en die het station met het centrum van de stad verbinden.
Waarschijnlijk een weekend, druk, iedereen opgekleed, meerdere koetsen, ook huurkoetsen (taxi’s). Vooraan de tramrails naar de Tolstraat toe.
Het beeld van de medische wetenschapper Jan Palfijn werd onthuld op het Stationsplein op 19.08.1889 maar werd reeds in mei 1900 verplaatst naar de Havermarkt.
In 1928 werd de “Guldenspoorenplaats” gewijzigd in “Statieplaats” en later in 1968 werd het “Stationsplein”.
Hotel Royal met rechts Hotel De Gand . Uiterst rechts de Grote Hallen en de toren van de St Maartenskerk.
Vooraan de gekende Kortrijkzaan Natus Beurze (zie afzonderlijke beschrijving op de blog)
Hotel Du Nord met rechts het woonhuis en magazijn van weverij “Libeert & Cie Toiles” gesticht in 1864. Het westelijk deel ervan werd gesloopt in 1966 voor het flatgebouw “Terminus”. Midden de Koning Albertstraat met achteraan het Gerechtshof. Hotel Continental en Hotel du Nord werden in 1987 samengevoegd tot Parkhotel.
Prachtige oldtimers op het plein. Toen waren ze nog geen oldtimer, maar nieuw ! De bestuurders staan achter hun voertuigen tegen het hekken. Centraal op het plantsoen geen standbeeld meer maar een reuzenvaas. Achteraan een tiental “steekkarren”, rechts daarvan terug een klein overdekt kraampje.
Geen drukte op het plein. Centraal een telefoonmast aan het begin van de Tolstraat.
Prachtige postkaart van plein en station. Rechts een biervoerder is vaten bier aan het lossen. Centraal een krantenkiosk met reclame van “Kredietshuis” aan de Budastraat 44 in Kortrijk, ook een van “‘tOud Spinnewiel”, werkconfectien. Links een bord met vermelding van de “Derde Handelsfoor” waarschijnlijk in het St Amandscollege. Het stationsgebouw zelf werd herhaaldelijke keren vergroot en veranderd. In 1840 werd er een voorlopig stationsgebouw opgericht. Het tweede en definitieve stationsgebouw kwam er in 1857 en kreeg in 1876 twee bijgebouwen.
Terug een zicht richting Tolstraat, deze keer meer drukte, links zijn er grondwerken aan de gang (Kabel Telenet aan het leggen ?). Boven de grondwerken een vrouw met een klein kraampje, komt ook voor op een verdere foto.
Zicht vanuit de Tolstraat met schade aan de gebouwen door de bombardementen tijdens de eerste Wereldoorlog, een Engels bombardement op 25.04.18 . De Royal en Hotel des Flandres kregen voltreffers te incasseren.
Uitbreken van de bunker onder het plein in 1919. Let op het “Noord Gasthof “ met de belettering “Bières Etrangères” ze zouden ons aanbod bier nu eens moeten kennen.
Links Koning Albertstraat met achteraan het Gerechtshof, met tramspoor. Rechts de Stationsstraat met achteraan de Waterpoort. Rond het plein geparkeerde voertuigen en een moto met zijspan.
Plein met koetsen en centraal een parkeerwachter van Parko.
Ingekleurde kaart, let er op dat iedereen, zelfs tijdens de zomer een hoofddeksel droeg. Centraal staat een vrouw met een klein kraam, op een vorige foto komt ze ook voor, een verkoopster van ???
Zicht op het openbaar vervoer, achteraan in de Tolstraat is een tram zichtbaar, op het plein rijdt echter ook reeds een bus. Het plantsoen werd in 1968 opgebroken om plaats te maken voor een parkeerplein van 72 wagens. Het plantsoen lag er 68 jaar.
Foto waarschijnlijk genomen tijdens de tweede wereldoorlog, centraal een Citroën traction avant, een zeer innovatieve auto die vanaf 1934 door Citroën werd geproduceerd.
1950 – De lijnbussen zijn de taak van de tram geleidelijk aan het overnemen, toen nog bussen van de NMVB (voorloper van de Lijn). Het station welke zware bomschade opliep tijdens de laatste oorlog is vervangen door nieuwe gebouwen sedert 1956, die er nu nog staan.
1960 – Het plein opengebroken voor heraanleg. Links aan het hotel Du Nord hangt het uithangbord van een “Coiffeur”. Men ziet inmiddels de Cinema Capitole opgericht in 1955 en gesloten in 1980. Het betrof een cinema met 740 zitplaatsen. De gebouwen, inmiddels meer dan honderd jaar oud beginnen hun schoonheid te verliezen. Rechts van de cinema Capitole, ziet met de eerste vernieuwde gevels. De Volkswagen Golf had inmiddels goed zijn intrede gedaan.
Bovenaanzicht van het plein. Het mooie bloemenperk verdwenen , voor een parking voor prins auto die later koning werd. De gebouwen zijn grijs geworden en onaangenaam, gevelreiniging was toen nog niet gekend. De autobussen achteraan staan opgesteld zoals het we tot voor kort kenden. In de Tolstraat is de gekende herbergrij zichtbaar. In de cinema Capitole speelt de film “Liefde met hindernissen”, dat is heden ten dage ook nog niet veranderd.
1979 – Geasfalteerde parking. Centraal achteraan de frituur Bossuwe met daarachter het sorteercentrum van Post X. Het linker gebouw is inmiddels de herberg “In Den Bras”, was een periode “Brasserie de Flandres” doch veranderde de naam na studentenstakingen voor Leuven Vlaams. Rechts ernaast de winkel Scherpereel kasregisters. Centraal op deze gevel de benaming “Toshiba”, een van de eerste Oosterse ingevoerde elektronica merken. Het betrof het vroegere herenhuis van Stanislas Vercruysse in 1959 gesloopt voor oprichting firma Philips en later voor Scherpereel.
1980 – De magazijnen van Libeert zijn vervangen door een appartementsgebouw. Bouwkranen alom, vandaag ook nog, de bouwwoede zit in een beginfase. In juni 1981 werden er langparkeermeters geplaatst en in januari 1986 een parkeerticketverdeler.
Zicht vanuit stationsgebouw, Centraal onder de appartementen coiffeur Taelman, die er jaren zijn salon had. De cinema is inmiddels eveneens verdwenen. Het wordt een kakafonie van bouwstijlen. Foto van de eindejaar periode, op de parking staat een kerstboom die ook maar triest staat te kijken.
Voor velen nog een gekend zicht. De taxi’s met standplaats voor het station. Bussen die aan en af rijden. Links de Tolstraat met naast het hotel het café “Edelweiss” en de andere herbergen die toen een gekend uitgangsoord was.
Men hoort in Kortrijk nog regelmatig de zin “Pas op of de Witte Paardjes komen u halen ! ”. Dit is nog een overblijfsel van toen “Geestesgestoorden” op onze streek nog werden vervoerd naar een gesticht met een karos getrokken door twee witte paarden. En nu nog zegt de Kortrijkse volksmond bij het horen van onwijze praat: “We gaan hem op Sint-Anna steken !"
In het gehucht Sint Anna werd 1629 een Sint-Annakapel opgericht door juffrouw Barbara Bonte uit het begijnhof van Kortrijk. Daarrond groeide de wijk Sint-Anna uit.De plotselinge genezing van een landman tijdens het aanroepen van de H.-Anna veroorzaakte een grote volkstoeloop. . In 1701 was er al een schooltje opgericht nabij deze kapel. Naast de kapel werd in het begin van de 18de eeuw een kluis gebouwd waar vier Heremieten (kluizenaars) school hielden.
Toen rond 1840 een kostschool voor meisjes gerund door de zusters Apostolinen niet wilde vlotten werd er een privaat krankzinnigengesticht in de gebouwen ondergebracht, we spreken van de jaren tussen 1842 en 1928. In 1866 waren er al meer dan 300 patiënten opgenomen.
Het betrof een gesticht voor de bemiddelde klasse, het “Maison de santé Sainte-Anne”, gelegen in het gelijknamige gehucht. Zowel mannen als vrouwen werden opgenomen, de vrouwen betroffen het overgrote deel van de patiënten.
Buiten de dokters waren religieuzen het overgrote deel van het verzorgend personeel. De bewakers voor de mannelijke patiënten waren gerekruteerd uit de omliggende landbouwmiddens en betroffen merendeels boerenzonen. De inplanting van het gesticht bood economische voordelen als nieuwe afzetmogelijkheden voor landbouw en artisanale producten en werkgelenheid.
Een kloosterzuster van het krankzinnigengesticht Sint-Anna te Kortrijk. Kledij was zwart-wit, men leefde naar de zegel van Sint Augustinus.
De eerste verdieping van het gebouw telde 23 cellen, de tweede verdieping bestond uit een grote slaapzaal, op het gelijkvloers bevonden zich twee gemeenschapszalen de ene bestemd voor zelfbetalenden en de andere voor behoeftigen. Enkele maanden voor de ontruiming van de instelling waren er 597 patiënten waaronder 89 zelfbetalenden en 508 behoeftigen.De kost voor dagverblijf betrof toen 54 centimen voor de behoeftigen.
De buitengevel en de binnenkoer.
Wat de aard van de ziekten betrof ging het over het algemeen over “maniakalen”. Deze werden behandeld met kalmerende pijnstillende en farmaceutische middelen waaronder belladonna, opium, vingerhoedskruis. Tevens werden er aderlatingen uitgevoerd en bloedzuigers geplaatst. Er werd veelvuldig gebruik gemaakt van hydrotherapie, warme en koude baden en douches.
De bedrijvigheid werd gestopt omstreeks 1927 toen de verplegende zusters verhuisden naar Ieper. In 1928 werd het gebouw opnieuw gebruikt in het onderwijs. In 1934 werd door de orde van de Salesianen de school Don Bosco gesticht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de school een tijdje een vluchtelingenoord en een veldhospitaal van het Duitse leger. Velen gezinnen met kinderen vonden er een veilig onderkomen op Sint-Anna, waar ze langs ‘Winterhulp’ om, van een goede voeding en verzorging genoten.
DE KAPEL VAN HET HEILIG HART IN DE BUDASTRAAT - DEEL 1/2
De Congregatie van de Zusters van Liefde ontstond in 1877 uit een Kortrijkse gemeenschap van zusters, met name de Zusters van Liefde van Sint-Vincentius a Paulo, naar hun woonplaats ook wel de ‘Zusters van Bersaque’s poortje’ genoemd. In 1924 openden de Zusters van Liefde in de Budastraat een medische instelling, de Heilig-Hartkliniek.
Reeds van bij het openen van de kliniek was er een kapel die vernield werd op 26 maart 1944 tijdens de zware Britse bombardementen. Het bombardement op Kortrijk duurde 23 minuten en er vielen 252 doden en 116 zwaargewonden. Een groot deel van de Heilig Hartkliniek werd verwoest, evenals de kapel. In het ziekenhuis vielen 4 slachtoffers. Er werd een noodkapel opgericht in de Budastraat 42. In juni 1944 werd begonnen met de heropbouw van de kliniek.
Op 13 september 1952 werd de nieuwe en huidige kapel ingezegend door Mgr. Desmedt, bisschop van Brugge. Dit was acht jaar na de vernieling van de vorige kapel door het bombardement. De kapel werd gebouwd in neobyzantijnse stijl, dit met invloeden van de basiliek van Koekelberg. De architecten waren Paul Vanbiervliet en Jacques Bekaert.
Links de oude kapel platgebombardeerd in maart 1944 door Engelse “Friendly bombs” – Rechts de noodkapel opgetrokken na de vernietiging
Zicht vanuit een kamer van het rusthuis. Het kliniekgebouw rechts werd in augustus 2018 afgebroken om er een nieuw neer te zetten. De kapel is jammerlijk genoeg ingesloten door de gebouwen en komt niet tot haar recht). Achteraan links de Budafabriek en rechts de oude collegetoren, inmiddels eveneens afgebroken en vervangen door de K-Tower.
Zijzicht van de kapel
Het zicht op de kapel na de afbraak van de oude gebouwen, slechts een korte tijd had men dit volledig zicht op de kapel vanuit de Kapucijnenstraat, inmiddels komt er terug een gebouw voor in 2018, de kapel wordt terug aan het zicht onttrokken. Achteraan rechts de nieuwe vleugel van de serviceappartementen Budalys
In de kapel zijn 5 ingewerkte glasramen die de vijf belangrijke gebeurtenissen in het leven van Christus weergeven. Deze werden geschonken door de vijf artsen van het eerste uur André Baekelandt, Leon Devriendt, Herman Depla, Gerard Iserbyt en Karel Godderis.
DE KAPEL VAN HET HEILIG HART IN DE BUDASTRAAT - DEEL 2/2
Bij de ingang staat een beeld van patroonheilige Vincentius à Paulo, welke staat voor de orde van de Zusters van Liefde. Achteraan de kapel staat een marmeren plaat met de namen van alle moeder oversten van de orde. De laatste dateert van 2004.
De indrukwekkende koepel met duidelijke invloeden van de Basiliek van Koekelberg.
Het koor met links onderaan de biechtstoel, de kruisweg is uitgevoerd in koperen reliëfplaten.
De doopvont moet gekend zijn door vele Kortrijkse inwoners. Bijna alle pasgeborenen van de materniteit werden er gedoopt. Op één dag zouden er zelfs eens 24 kinderen gedoopt zijn.
De vroegere ingang van de Heilig Hartkliniek in de Budastraat, welke tevens de inrit vormde naar de kapel.