De herberg gelegen op de hoek van de Leiestraat en de Handboogstraat werd geopend in 1866. Sinds de zestiende eeuw was er de brouwerij en herberg “De Werelt” gevestigd (Op de wijk Pamele). De gewelven van het gebouw rustten op blauwstenen Romaanse zuilen. Achter dit gebouw liep de bebouwing die rechtstreeks aan de Leie paalde nog verder door. Vele verenigingen hadden er in al die eeuwen hun zetel. Au Pont de la Lys was verbonden met de brouwerij Tack (De groten Tack genoemd), die er vlak achter lag, in de Handboogstraat. De stichter was Pierre Tack (1818-1910), een advocaat en katholiek politicus. In 1870 was hij een tijdje minister van Financiën van België.
Eerste WO : In 1914 werd de herberg uitgebaat door Emma Tyberghien en haar man Octave Debaere. Tijdens een bepaalde nacht gebeurde er een schietpartij tussen twee dronken Duitse officieren, waarbij een dode viel welke in een plas bloed lag naar de biljarttafel. Tijdens WO I bood het prachtige pand onderkomen aan Duitse officieren en wachters bij de Leiebrug. Het diende ook een tijdje als badhuis voor soldaten. In oktober 1918 ontplofte de Leiebrug, wat aanzienlijke schade toebracht aan de herberg. Ze werd hersteld tijdens het interbellum (1921).
Interbellum : In het café vergaderde tijdens het Interbellum onder meer de Kortrijkse middenstand en er vonden tevens diverse politieke vergaderingen plaats in de aanloop van de Tweede Wereldoorlog. Na afloop van de oorlog werd het pand hersteld en in 1921 was er de SM Burgerbelangen gevestigd, om vervolgens de Kortrijkse afdeling van Burgerstrijd (1935) en het volksfront Rex (1936-1939) te huisvesten.
Tweede WO : De Leiebrug, de herberg zelf en de omliggende woningen werd bij het opblazen van de brug door de terugtrekkende Engelse troepen zwaar beschadigd. Ze gebruikten danig veel dynamiet dat vele omliggende huizen werden vernietigd. Het stadsbestuur maakte er na de oorlog gebruik van om ook de huizen die aangebouwd werden aan de Leie af te breken en de Verzetskaai aan te leggen.
Foto waarschijnlijk begin eerste WO met Duitse soldaten voor de herberg er hangen echter nog geen Duitse opschriften van de badinstallatie aan de gevel. Het gebouw moet reeds bezet geweest zijn door de bezetter, zie de twee mannen aan het bovenvenster. Aan de ingang hangt een bord “Arbeidsambt” verder nog een bord met “Flandern Kortrijk”. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd de stad Kortrijk bezet door de Duitse troepen omwille van haar strategische ligging vlakbij het front en een drukke spoorweglijn. De stad voorzag onder meer in de inkwartiering, de verzorging en het onderhoud van Duitse soldaten die naar het front trokken en terugkeerden. De burgers werden onderworpen aan een streng bezettingsregime, gekenmerkt door voedselschaarste, opeisingen en dwangmaatregelen.
Het pand omvatte een unieke gevel die net als het interieur ontworpen was in Lodewijk XVI-stijl. Het pand wordt beschouwd als een Cultuurhistorisch Waardevol Gebouw. De gevel van het gebouw is uitgewerkt als een grootse halsgevel die aansluit tegen het mansardedak. De gevel beslaat vier traveeën, waarbij de twee middelste traveeën van de bovenverdieping in de zolderverdieping opgaan en met een segmentbogig gevelveld bekroond zijn. De bekroning wordt hierbij gedragen door twee Ionische pilasters, waarvan de sokkels op een klassieke lijst boven de benedenverdieping rusten. Op de middelste muurdam prijkt een karakteristieke wapentrofee en helemaal bovenaan staat in de oculus een borstbeeld.
Foto van begin eerste WO. Het pand in zijn volle glorie wist nog niet wat de beide oorlogen hem gingen brengen. Links de Broelkaai met het grasperkje waar het beeld van Nepomucenus staat. Daarvoor de graanzuiger met aanmerende schepen aan de Kapucijnenstraat van Ernest Devos en Charles Vande Venne. “De Molens” vervaardigen bakkersbloem. Er kon dagelijks 40.000 Kg graan aangevoerd worden. De graanzuiger bleef bestaan tot 1962. Het betrof een stenen zuil en ijzeren zuigarm, welke ondergronds naar de Molens liep. Daarachter ligt de Olieslagerij Devos, later de meubelfabriek Degezelle. In de Leiestraat is er een drukke passage. We merken reeds enkele militairen van het bezettend leger. Links vooraan loopt langs de Leie een persoon in brouwerskiel, waarschijnlijk een werknemer van de brouwerij Tack. Bemerk de gietijzeren urinoir die er tientallen jaren stond. Daarvoor stond soms het pannenkoekenkraam (hetekoeken) van Wardje Flut. Er zijn nog geen Duitse opschriften aan het gebouw. Links naast de herberg is een kleine koer waar steekkarren gestald staan.
Foto van ongeveer dezelfde periode als op bovenstaande foto met een andere bezetting van personen. Veel vrouwen en kinderen poseren voor de fotograaf. Rechts op de gevel naast e naam van de herberg “Billards”, moet waarschijnlijk “Billiarts” zijn. Biljarten was destijds een favoriete bezigheid.
|